4-1746/1

4-1746/1

Belgische Senaat

ZITTING 2009-2010

20 APRIL 2010


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 82 van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, om de verkoper de verplichting op te leggen de consument kennis te geven van de datum waarop de dienstenovereenkomst van bepaalde duur verstrijkt

(Ingediend door de dames Marie-Hélène Crombé-Berton en Dominique Tilmans)


TOELICHTING


Regelmatig worden consumenten door verleners van diensten (gsm-abonnementen, TV-distributie, internetaansluiting, fitnesszaal, ...) benaderd en verzocht overeenkomsten van bepaalde duur af te sluiten die meestal een beding tot stilzwijgende verlenging bevatten.

Partijen worden het eens over de duur van die overeenkomst en leggen een einddatum vast. Meestal gaat het om een periode van een of twee jaar, maar er kunnen ook andere termijnen worden gekozen. In principe loopt de overeenkomst van bepaalde duur af wanneer die termijn verstrijkt, tenzij ze een beding tot stilzwijgende verlenging bevat.

In 2007 had de wetgever de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument gewijzigd, om die consument een betere bescherming te bieden wanneer hij dergelijke overeenkomsten sluit.

Voordien stond de wet toe dat er bedingen in kleine lettertjes werden opgenomen die in een automatische verlenging van de overeenkomst voorzagen voor dezelfde termijn als die van de oorspronkelijke overeenkomst, zodra een van de partijen de andere partij niet tijdig had meegedeeld dat ze zich tegen de stilzwijgende verlenging wou verzetten.

Sinds de wet van 25 april 2007 is dat mechanisme aangepast. De mogelijkheid voor de partijen om in de overeenkomst bedingen tot stilzwijgende verlenging en bedingen die de wijze vastleggen om zich tegen een dergelijke stilzwijgende verlenging te verzetten op te nemen, bleef behouden, maar voortaan is de verkoper verplicht de klant duidelijk in te lichten over het bestaan van die bedingen. Die laatste moet precies weten waartoe hij zich verbindt. Dat beding moet in vet gedrukte letters op de voorzijde van de overeenkomst staan en visueel van de rest van de tekst worden afgezonderd. Het is dus uit met de bedingen in kleine lettertjes op de keerzijde van de overeenkomst of op een afzonderlijk document.

Tevens stond de wet van 2007 toe dat de klant de overeenkomst opzegde op elk tijdstip na de stilzwijgende verlenging. Het volstond dat hij de opzeggingstermijn in acht nam. De duur ervan stond in de overeenkomst en mocht niet langer zijn dan een maand.

Onlangs werd de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument vervangen door de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming. Het huidige artikel 82 neemt de overeenkomstige bepalingen, die bij de wet van 25 april 2007 werden ingevoegd, uit de vorige wet over, waarbij echter de maximum opzeggingstermijn die men aan een consument kan vragen voor een overeenkomst van onbepaalde duur, nu van een op twee maanden wordt gebracht.

Er zijn belangrijke doorbraken in de bescherming van de consument verwezenlijkt, maar er kan nog een bijkomende stap worden gezet.

Dit voorstel verdedigt het idee de verkoper van diensten ertoe te dwingen binnen de maand voorafgaand aan de uiterlijke datum waarop de consument zich kan verzetten tegen de stilzwijgende verlenging van de overeenkomst en uiterlijk zeven dagen voor die datum, te wijzen op de datum waarop de overeenkomst verstrijkt en op de gevolgen van de stilzwijgende verlenging.

De kennisgeving kan schriftelijk of door middel van elke andere duurzame informatiedrager. Telefoonmaatschappijen kunnen bijvoorbeeld een sms zenden, of het kan per e-mail. Men moet evenwel rekening houden met de communicatiemiddelen waarover de consument beschikt.

Het doel is een efficiëntere bescherming van de consumenten, die jaarlijks heel wat overeenkomsten (bank, verzekeringen, mobiele telefoon, internet, digitaal aanbod) onderschrijven, met daarin bedingen tot stilzwijgende verlenging.

Het is immers voor de consument niet mogelijk alle data waarop de talrijke overeenkomsten vervallen waaraan hij vaak gebonden is, uit het hoofd te kennen. In Frankrijk bijvoorbeeld beheert elk individu gemiddeld 25 dergelijke overeenkomsten. De stilzwijgende verlenging kan ongetwijfeld als een gemak voor de consument worden beschouwd, maar ze kan problematisch lijken wanneer hij de overeenkomst wil opzeggen. Regelmatig is de ondertekenaar « gestrikt » door het beding tot stilzwijgende verlenging in zijn overeenkomst. Onze buren hebben daarom in 2005 (1) een maatregel genomen die te vergelijken is met die van dit wetsvoorstel.

Teneinde te verhinderen dat de consument de gevangene wordt van een eindeloze overeenkomst, verplicht de Franse wet de dienstverleners ertoe hun klanten minstens een maand voor de uiterlijke datum van opzegging schriftelijk (e-mail is ook toegestaan) te informeren.

Tevens geeft die maatregel de consument de kans informatie in te winnen over het aanbod van de concurrentie. In het telefoonwezen bijvoorbeeld woedt een tomeloze strijd om de klant te lokken. Het regent speciale aanbiedingen en dat is geen eenvoudige zaak voor de consument. Vaak zijn die aanbiedingen beperkt in de tijd, waardoor bij stilzwijgende verlenging niet dezelfde voordelige voorwaarden gelden als bij het sluiten van de overeenkomst. Het is daarom belangrijk dat men de klant de kans biedt met kennis van zaken te beslissen of hij zijn verbintenis al dan niet verlengt bij de dienstverlener waarmee hij in zee is gegaan.

Het toepassingsgebied van het wetsvoorstel beperkt zich tot de dienstenovereenkomsten. We denken bijvoorbeeld aan abonnementen voor telefonie, TV-distributie, een internetaansluiting en aan fitnessabonnementen. Het gaat niet om overeenkomsten voor het leveren van gas en elektriciteit, want gas en elektriciteit worden als producten beschouwd. Het gaat evenmin om overeenkomsten waarvoor reeds specifieke regels voor stilzwijgende verlenging bestaan, zoals verzekeringscontracten en contracten voor huwelijksbemiddeling.

Een koninklijk besluit kan niettemin het toepassingsgebied uitbreiden tot andere productcategorieën.

Marie-Hélène CROMBÉ-BERTON.
Dominique TILMANS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 82, § 1 van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming wordt aangevuld met een lid, luidende :

« Binnen de maand die voorafgaat aan de uiterlijke datum waarop de consument zich kan verzetten tegen de stilzwijgende verlenging van de dienstenovereenkomst van bepaalde duur en uiterlijk zeven dagen voor die datum, moet de verkoper de consument op de voor deze laatste geschiktste manier kennisgeven van de datum waarop die overeenkomst verstrijkt en van de gevolgen van de stilzwijgende verlenging ervan. »

11 februari 2010.

Marie-Hélène CROMBÉ-BERTON.
Dominique TILMANS.

(1) Loi n°2005-67 du 28 janvier 2005 tendant à conforter la confiance et la protection du consommateur, JO, 1 februari 2005; http://www.legifrance.gouv.fr/affichTexte.do ?cidTexte=JORFTEXT000000606011&dateTexte=.