4-1651/3 | 4-1651/3 |
16 MAART 2010
I. Inleiding
De commissie heeft dit voorstel van resolutie besproken tijdens haar vergaderingen van 9 en 16 maart 2010.
II. Inleidende uiteenzetting van mevrouw Zrihen, hoofdindiener van het voorstel van resolutie
Dit voorstel van resolutie over de koffieteelt in Burundi gaat over een belangrijk punt in onze ontwikkelingssamenwerking.
De koffiesector ligt immers in het hart van de Burundese economie en zou de Burundese bevolking een bepaalde vorm van autonomie kunnen geven. De privatisering ervan houdt een groot risico op extreme armoede, sociale onzekerheid en inhaligheid in.
De Confédération nationale des Caféiculteurs du Burundi (CNAC) levert al jaren strijd tegen de privatisering, maar wordt in een echte wurggreep gehouden, omdat ze al meer dan 10 jaar de schuld afbetaalt die de Burundese staat bij de Wereldbank aanging voor het bouwen van wasstations voor koffie. Die wasstations verkoopt ze nu aan buitenlandse investeerders en daarmee geeft ze de kern van het Burundese economische weefsel in handen van privéactoren. Hierdoor wordt de sector steeds brozer en worden de meest kwetsbare groepen steeds zwakker. Het privatiseringsproces leidt tot economische onzekerheid en een bittere strijd om de koffierijkdommen en alle aanverwante industrieën. Daardoor ontstaan scherpe spanningen.
Vandaar dit voorstel van resolutie, dat aansluit bij de Milleniumdoelstellingen, de strijd tegen de wereldwijde voedselcrisis en de bijzondere zorg van ons land voor een van onze partnerlanden inzake ontwikkelingssamenwerking.
De landbouworganisaties die een sleutelrol vervullen in de strategie van de koffieproductie en voor nieuwe uitdagingen staan, moeten worden gesteund. De Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds, die voorwaarden koppelen aan hun financiële steun, moeten de hervorming van de koffiesector veel socialer bekijken. Beide internationale financiële instellingen moeten aandacht hebben voor de prominente rol van de koffietelers, zowel bij de onderhandelingen als bij het beheer. Bovendien is het raadzaam dat ze een plan uitwerken voor de preventie van conflicten tussen de verschillende betrokken partijen. De regering zou de Wereldbank moeten oproepen haar eisen te herzien door de fondsen te onderzoeken die afkomstig zijn van het inkomen van de koffietelers en door de wasstations, waarvan geweten is dat ze zeer gegeerd zijn, aan een audit te onderwerpen.
III. Bespreking van de amendementen
Considerans
Punt K
De dames de Bethune en Schelfhout dienen amendement nr. 4 in dat ertoe strekt punt K van de considerans als volgt te vervolledigen : « en dat beide landen in het najaar 2009 een nieuw Indicatief Samenwerkingsprogramma voor de periode 2010-2013 hebben ondertekend waarbij één van de drie prioritaire sectoren landbouw is en « goed bestuur » als transversaal thema wordt opgenomen ».
Mevrouw Zrihen dient amendement nr. 7 in dat ertoe strekt punt K aan te vullen met de woorden : « en dat beide landen pas een nieuw Indicatief Samenwerkingsprogramma hebben ondertekend, dat de nadruk legt op onder meer de landbouwsector en specifieke aandacht besteedt aan bestuursaangelegenheden »
Amendement nr. 4 wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden. Ingevolge de aanneming van dit amendement, wordt het amendement nr. 7 ingetrokken door de auteur.
Dispositief
Punt 1
De heren Wille en Tommelein dienen amendement nr. 1 in dat ertoe strekt punt 1, eerste lid van het dispositief, als volgt te vervangen « de Wereldbank op te roepen waar nodig haar eisen aan te passen inzake de privatisering van de Burundese koffiesector. Mogelijks kan dit gepaard gaan met : ».
De heer Wille legt uit dat men hier een meer pragmatische aanpak voorstaat dan in de originele versie van dit lid. Het is beter de Wereldbank te vragen zijn eisen aan te passen waar nodig, dan de herziening van deze eisen te stellen als een doel op zich.
Amendement nr. 1 wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
Punt 1bis (nieuw)
De dames de Bethune en Schelfhout dienen het amendement nr. 5 in, dat ertoe strekt een nieuw punt 1bis in het dispositief in te voeren, teneinde bij de Burundese regering aan te dringen dat zij de nodige garanties biedt opdat de privatisering verloopt volgens het bestaande wettelijke kader die voorziet in de goedkeuring van de verkoop van de wasstations door het Burundese Parlement.
Volgens mevrouw de Bethune wordt in dit amendement de nadruk gelegd op het belang van het naleven van het wettelijk kader bij het privaterisingsproces van de koffiesector.
Amendement nr. 5 wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
Punt 2
De heren Wille en Tommelein dienen amendement nr. 2 in dat ertoe strekt punt 2 van het dispositief als volgt te vervangen : « de Burundese regering op te roepen om de sociale en economische actoren in de koffiesector te laten deelnemen aan de voortzetting van het privatiseringsproces van de koffiesector. Evenwel mag het privatiseringsproces niet op de lange baan geschoven worden ten gevolge van de betrokkenheid van de bovenvermelde actoren; ».
De heer Wille is van mening dat de Burundese bevolking veel te winnen heeft bij het privatiseringsproces van de koffieteelt. Het amendement strekt er dan ook toe te benadrukken dat het privatiseringsproces niet mag stagneren door tegenwerking van de economische en sociale actoren. Zij moeten in dit kader een faciliterende factor blijven. De verwijzing naar de internationale financiële instellingen kan worden geschrapt.
Mevrouw de Bethune vindt de schrapping van de verwijzing naar de internationale financiële instellingen een goede zaak omdat niet zij het initiatief nemen in deze aangelegenheid maar wel de Burundese regering. Zij betreurt echter dat het amendement niet de prominente plaats van de koffietelers erkent. Men moet vermijden dat er grote koffieplantages zouden in het leven geroepen worden en daarom moet er gewezen worden op het belang van de koffietelers.
Volgens mevrouw Zrihen moet de plaats van de koffietelers erkend worden omdat zij de sector hebben gemaakt. Als men deze essentiële schakel niet in het proces integreert, wacht een mislukking. Als de privatisering in dit stadium tot stabiliteit kan leiden en tot een dekking van de risico's en egalisatiefondsen, moeten alle deelnemers aan het proces samenzitten. Onder deze voorwaarden kan mevrouw Zrihen amendement nr. 2 aanvaarden.
Amendement nr. 2 wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
Punten 2bis (nieuw) en 5 (nieuw)
Mevrouw Zrihen dient amendement nr. 8 in dat ertoe strekt in het dispositief een nieuw punt 2bis in te voegen, luidende : « de internationale financiële instellingen, de Europese Unie (als investeerder in wasstations in Burundi) en de Burundese regering op te roepen om ervoor te zorgen dat de privatisering van de koffiesector geschiedt met inachtneming van het bestaand wettelijk kader, dat onder meer voorziet in de goedkeuring door het Burundese parlement van de verkoop van wasstations; ».
Mevrouw Zrihen verduidelijkt dat het wenselijk is dat alle verkoopsmechanismen in het Burundese parlement worden overwogen en dat bij de besluitvorming betreffende de wasstations voor koffie de bestaande wetten worden nageleefd. Gelet op het nieuwe Indicatief Samenwerkingsprogramma moet het hele verkoopproces zo transparant mogelijk zijn en moeten de nationale parlementen erbij betrokken worden, zodat alle nationale actoren zich aangesproken voelen door deze beslissing die niet louter een handelstransactie mag zijn.
De dames de Bethune en Schelfhout dienen vervolgens het amendement nr. 6 in dat er toe strekt een nieuw punt 5 in het dispositief te voorzien om er bij de Europese Unie op aan te dringen dat zij als belangrijke donor bij de modernisering van de wasserijen van nabij toeziet op de verkoop van de wasstations conform de vigerende Burundese wetten.
Mevrouw de Bethune legt uit dat in dit amendement ook de nadruk wordt gelegd op het belang van het naleven van het wettelijk kader bij het privaterisingsproces van de koffiesector.
Het amendement nr. 8 wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden. Ingevolge de aanneming van dit amendement, wordt het amendement nr. 6 teruggetrokken door de auteur.
Punt 5 (nieuw)
De heren Wille en Tommelein dienen amendement nr. 3 in dat ertoe strekt een nieuw punt 5 toe te voegen aan het dispositief. Hierbij wordt gewezen op de noodzaak tot diversifiëring van de Burundese economie die niet enkel mag gebaseerd zijn op de koffieteelt. Als deze sector zou verzwakken kan dit op lange termijn de economie van het land ten gronde richten.
Amendement nr. 3 wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
IV. Stemmingen
Het geamendeerde voorstel van resolutie wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
De rapporteur, | De voorzitter, |
Els SCHELFHOUT. | Marleen TEMMERMAN. |
Tekst aangenomen door de commissie (zie stuk Senaat, nr. 4-1651/4 — 2009/2010).