4-1703/1 | 4-1703/1 |
12 MAART 2010
Op 12 juni 2009 hebben er in Iran presidentsverkiezingen plaatsgevonden.
Sinds op 13 juni 2009 werd aangekondigd dat aftredend president Mahmoud Ahmadinejad is herverkozen met bijna twee derde van de stemmen, betwisten de aanhangers van zijn rivaal Hossein Moussavi en van de andere kandidaten voor de presidentsverkiezingen de geldigheid van dit resultaat. Ze hebben een beroep tot vernietiging ingesteld bij de Raad van Hoeders van de Grondwet. Drie kandidaten hebben klacht ingediend wegens in totaal 646 aangevoerde onregelmatigheden; vervolgens heeft een kandidaat zijn klacht ingetrokken.
Sindsdien is men eerst in Teheran en daarna ook daarbuiten getuige van manifestaties en repressie hiertegen. Buitenlandse reporters werden ervan beschuldigd te veel belang te hechten aan de manifestaties en de repressie. Met name twee Belgische journalisten werden in Teheran gearresteerd en vervolgens snel vrijgelaten. Men verbood de buitenlandse pers te berichten over de gebeurtenissen en journalistenvisums werden niet verlengd.
Er werden heel wat arrestaties verricht bij aanhangers en leiders van Moussavi, een aantal politici en vertegenwoordigers van het middenveld (journalisten, studenten, professoren). Sommigen werden weliswaar snel vrijgelaten.
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Europa en Amerika willen een zo groot mogelijke transparantie, zodat de verkiezingsresultaten onbetwistbaar en eerlijk zijn. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft gevraagd dat er een geloofwaardig en onpartijdig onderzoek zou worden gevoerd naar de ware toedracht van die vermeende ongeregelmatigheden.
Ze hebben ook gevraagd om het recht om vreedzaam te betogen, de vrijheid van meningsuiting en communicatie na te leven. Het werk van Iraanse of buitenlandse journalisten mag niet door de Iraanse overheid worden gehinderd. Transparantie en vrijheid van informatie zijn absoluut noodzakelijk.
Bovendien hebben ze hun grondige bezorgdheid uitgedrukt en hebben ze het geweld tegen de manifestanten veroordeeld. Ze betreuren ten diepste de doden en betuigen de families van de slachtoffers hun medeleven.
De Raad van Hoeders van de Grondwet heeft ermee ingestemd de stembiljetten gedeeltelijk te hertellen (10 %) in de bureaus die van onregelmatigheden werden beschuldigd; deze hertelling ging op 20 juni van start. De ongeldigverklaring van de verkiezingen werd in ieder geval uitgesloten.
De uitslag van de presidentsverkiezingen en het tweede mandaat van Mahmoud Ahmadinejad werden op 3 augustus 2009 bevestigd : met 62 % van de stemmen werden ongeveer 20 miljoen meer stemmen voor hem uitgebracht dan in 2005. China en Rusland hebben de nieuwe president gefeliciteerd, alsook de Syrische president.
Aan het Parlement werd op 30 augustus 2009 een regering voorgesteld, die op 3 september 2009 aanvaard werd.
Net als in 1997 met de komst van Mohammed Khatami en tijdens de verkiezingscampagne van 2005 met Hashemi Rafsandjani, leek politieke verandering in de lucht te hangen. Ondanks de legitimiteitscrisis van het regime zijn er twee hindernissen voor de tegenstanders van de machthebbers :
— de overheid heeft, met gerichte repressie, de opposanten ervan kunnen overtuigen dat zij hun vrijheid en hun leven op het spel zetten als zij hun activiteiten voortzetten;
— de drie grote politieke oppositieleiders — Karoubi, Moussavi en Khatami, onder huisarrest — hebben de menigte niet willen vragen de harde confrontatie met het regime aan te gaan, en gestructureerde eisen te stellen.
De aanwijzing van Ahmadinejad heeft, in de hoofdstad, en daarbuiten, geen eind gemaakt aan de betogingen van aanhangers van Hossein Moussavi en de repressie daarvan.
Vanaf augustus werden voor een revolutionaire rechtbank de processen gevoerd van 250 mensen die in juni waren aangehouden. Deze manifestanten, door het officiële persagentschap Insa opruiers genoemd, werden beschuldigd van het schaden van de nationale veiligheid, het verstoren van de openbare orde en het plegen van vandalisme. In eerste instantie berichtte de officiële pers over deze collectieve processen, die vervolgens achter gesloten deuren werden voortgezet.
Een parlementaire en een gerechtelijke commissie werden opgericht om de toestand in de gevangenissen te beoordelen en degenen wier aanhouding onterecht was, vrij te laten.
Op 9 oktober 2009 zou Mohammed Reza Ali Zamani als eerste ter dood veroordeeld zijn. Zijn advocaat zou getracht hebben de toepassing van de doodstraf te voorkomen.
Er zouden nog meer terdoodveroordelingen gevolgd zijn (vijf tot eind november). Eind oktober werden nog meer gevangenisstraffen uitgesproken.
Mehdi Karoubi, vroegere voorzitter van het Iraans parlement en kandidaat op 12 juni, heeft het geweld tegen de manifestanten openlijk aangeklaagd : jonge mannen en vrouwen zouden verkracht zijn, gearresteerden zouden zijn omgekomen in het detentiecentrum van Kahrizak (dat nadien op bevel van ayatollah Ali Khamenei werd gesloten).
De machthebbers hebben bij de repressie van de betogingen van de gelegenheid gebruik gemaakt om zich te ontdoen van hervormingsgezinde politici, geëngageerde schrijvers en het stuk van de gemeenschap dat zich al jaren inzet voor vrouwen- en burgerrechten. Heel wat bekende advocaten die geregeld gevangen militanten verdedigden, zijn eveneens gearresteerd. Amnesty International meldt een onrustwekkende stijging van het aantal terechtstellingen (115 in 50 dagen tijd tegenover 196 in de eerste vijf maanden van 2009), waarbij die openbare terechtstellingen ieder protest in de kiem moeten smoren.
Na de betogingen in Achoura eind december heeft Hossein Moussavi vijf maatregelen voorgesteld om de gemoederen te bedaren :
— de regering zou zich moeten verantwoorden tegenover het parlement, de rechterlijke macht en de natie;
— de goedkeuring van een wet om duidelijkere, vrije en eerlijke verkiezingen te krijgen;
— de vrijlating en rehabilitatie van politieke gevangen;
— persvrijheid en dus het opnieuw toelaten van verboden kranten;
— de erkenning van de burgerrechten, waaronder inachtneming van artikel 27 van de Grondwet, dat het recht toekent om te betogen.
| Alain DESTEXHE. Sabine de BETHUNE. Dominique TILMANS. Olga ZRIHEN. Els SCHELFHOUT. |
De Senaat,
A. veroordeelt elke vorm van buitensporige repressie, zoals de vele arrestaties van politici of belangrijke personen uit het middenveld, en dringt aan op de vrijlating van de gevangengenomen personen;
B. roept de Iraanse overheid op blijk te geven van gematigdheid en voorzichtigheid ten opzichte van de betogers, politieke tegenstanders en verdedigers van de mensenrechten die de resultaten van de presidentsverkiezing betwisten;
3. veroordeelt de herhaalde schendingen van de persvrijheid, de vrijheid van meningsuiting en van communicatie;
Verzoekt de regering :
1. bij de ambassadeur van Iran in België te protesteren tegen de confrontaties tussen de Iraanse ordediensten en de betogers, de schendingen van de persvrijheid te bekritiseren, en hem te vragen uitleg te verschaffen over de gebeurtenissen in Iran — zoals de schendingen van de mensenrechten van gevangenen na de presidentsverkiezingen — en gehoor te geven aan onze bezorgdheid;
2. het ICRK te steunen in zijn vraag aan de Iraanse overheden om alle gevangenen te mogen bezoeken;
3. de Iraanse overheid te vragen in rechte en in feiten alle vormen van foltering of gruwelijke, onmenselijke of vernederende handelingen uit te bannen, de rechtsprocedures te doen naleven en een einde te maken aan de straffeloosheid van mensen die de mensenrechten schenden;
4. de Iraanse overheid op te roepen om haar diplomatieke verplichtingen met betrekking tot de veiligheid van de buitenlandse ambassades in Teheran na te leven;
5. het recht op vrijheid van meningsuiting en beweging te ondersteunen, te ijveren voor de vrijlating van de na de gebeurtenissen van 12 juni 2009 gevangengenomen personen;
6. de Iraanse overheid te herinneren aan haar plicht om de religieuze minderheden te respecteren, met name de bahaigemeenschap;
7. de Iraanse overheid nogmaals op te roepen de doodstraf volledig af te schaffen en meteen een moratorium op te leggen voor terechtstellingen.
13 januari 2010.
| Alain DESTEXHE. Sabine de BETHUNE. Dominique TILMANS. Olga ZRIHEN. Els SCHELFHOUT. |