4-111 | 4-111 |
Mevrouw Martine Taelman (Open Vld). - Het onderwerp van mijn vraag sluit aan bij het onderwerp van het actualiteitendebat van daarnet.
In de gesloten jeugdinstelling in Everberg wordt deze week gestaakt. Volgens de vakbonden is er te weinig administratief personeel en kan de instelling ongeveer elf extra penitentiaire beambten gebruiken. Hoewel er voorzien is in tien administratieve krachten, zijn er nu slechts vier voltijds aan de slag. Bovendien lezen we in de pers geregeld dat Everberg altijd vol zit, terwijl het toch werd opgericht om het plaatsgebrek in andere instellingen op te vangen. Ongeveer een maand geleden echter antwoordde de minister op mijn vraag om uitleg dat in Tongeren slechts 7 tot 9 van de 34 plaatsen ingevuld waren.
Het is dan ook vreemd dat we deze week in de pers vernemen dat jeugdige boefjes niet kunnen worden opgevangen bij gebrek aan plaats. Dat was het geval voor minderjarige verdachten in Anderlecht en Dendermonde.
Ondertussen rijst de vraag hoever het staat met het project voor de opening van een jeugdinstelling in Saint-Hubert, die verwacht wordt in april van dit jaar. In Achêne is de opening van een jeugdinstelling pas midden 2013 gepland. Daardoor moet de instelling in Everberg wellicht langer dan gepland wachten om een volledig Vlaamse instelling te worden.
Erkent de minister het personeelstekort in Everberg? Zo ja, welke voorstellen zal hij ter zake doen?
Hoe verklaart de minister dat enkele jeugdrechters verklaarden dat ze de verdachten vrij moesten laten omdat er geen plaats was?
Fluctueert de bezettingsgraad in de gesloten jeugdinstellingen zo sterk? Wordt de overloopcapaciteit van Tongeren, namelijk 34 plaatsen, strikt gescheiden in capaciteit voor Vlaamse en Waalse jongeren? Is dat wel een goed signaal? Is het niet raadzaam ook in Everberg een noodbuffer te creëren?
Is er geen informaticasysteem voorhanden om te vermijden dat een jeugdrechter moet rondbellen om te horen of er nog ergens plaats is? In de 21ste eeuw moet het toch mogelijk zijn over een centraal systeem te beschikken dat onmiddellijk aangeeft waar nog plaatsen beschikbaar zijn. Bestaat zo een systeem of zijn er plannen om het te installeren?
Wat is de huidige bezettingsgraad en de huidige capaciteit van de verschillende gesloten jeugdinstellingen?
Hoever staat het project in Saint-Hubert? Is het juist dat die jeugdinstelling in april zal openen? Oorspronkelijk was in het Masterplan de opening gepland in juni 2009. Er is dus vertraging. Welke deadline wordt nu gesteld?
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Deze vraag sluit inderdaad enigszins aan bij het actualiteitendebat van deze namiddag. Op het ogenblik zijn er problemen wat de personeelsbezetting in Everberg betreft: er zijn 121 personeelsleden of bijna 114 voltijdsequivalenten, werkzaam.
Nu moeten we nog het personeelsplan voor 2010 opstellen.
In Everberg zijn een aantal administratieve krachten weggegaan, onder meer een contractuele medewerker van wie het contract om budgettaire redenen niet is verlengd en een statutair ambtenaar van niveau C die een promotie op niveau B in Leuven-Centraal heeft aanvaard. Eén vertrek is per 1 februari gecompenseerd met een mutatie uit Wortel. Het klopt dus dat een en ander beweegt.
Als de Franstalige jongeren Everberg verlaten, wordt het Franstalige personeel overgeplaatst naar Franstalige inrichtingen. Elk personeelslid mocht drie voorkeuren opgeven en het directoraat-generaal zal daar bij hun reaffectatie rekening mee houden.
De Franstalige sectie wordt gerenoveerd voor er Vlaamstalige jongeren worden geplaatst. De capaciteit voor de opvang van Vlaamse jongeren wordt dus langzaam uitgebreid, zodat de nood aan extra personeel niet onmiddellijk voelbaar zal zijn. Het directoraat-generaal onderzoekt de nieuwe noden in het licht van de wijzigingen in de komende weken en maanden.
Met uitzondering van die ene mutatie heeft men de personeelsleden die vertrokken zijn niet onmiddellijk kunnen vervangen. Dat zou een behoorlijke werking van andere instellingen in het gedrang hebben gebracht. Morgen vindt daarover opnieuw overleg plaats tussen mijn kabinet en de vakbonden.
Intussen kwam het capaciteitsprobleem in twee dossiers in de actualiteit.
We trachten uiteraard voortdurend oplossingen te vinden voor het gebrek aan opvangcapaciteit. De federale instellingen spelen een aanvullende rol als de gemeenschapsinstellingen volzet zijn.
Een jongeman uit Dendermonde die zware feiten had gepleegd was aanvankelijk, weliswaar onder voorwaarden, vrijgelaten, maar is nu geplaatst in de gemeenschapsinstelling van Ruiselede. Ook de jongen uit Anderlecht die men had moeten vrijlaten, is nu in Everberg geplaatst.
Deze beide dossiers die in de media kwamen, kregen dus hun beslag.
In het federale centrum in Tongeren komen er 34 opvangplaatsen voor jongeren die door een jeugdrechter van een Vlaams arrondissement of van de Vlaamse rol te Brussel geplaatst of uit de hand gegeven worden en vervolgens zijn veroordeeld of onder bevel tot aanhouding zijn geplaatst.
Tot 31 maart zijn er in Tongeren 17 opvangplaatsen. Van die 17 plaatsen is er vandaag nog slechts één vrij. Er zijn 11 plaatsen voor jongeren die uit de hand gegeven worden, en 6 plaatsen dienen als buffercapaciteit voor gemeenschapsinstellingen.
We onderzoeken nu of we het aantal plaatsen niet sneller dan gepland van 17 naar 34 kunnen optrekken.
Ik ben uiteraard niet bevoegd voor de gemeenschapsinstellingen.
Het federaal centrum van Saint-Hubert zal 50 Franstalige jongeren kunnen opvangen. Als de Franstalige jongeren uit Everberg naar Saint-Hubert verhuizen, komt daar extra capaciteit voor Vlaamse jongeren vrij.
De federale instelling van Saint-Hubert opent in maart een afdeling met 13 plaatsen voor uit de hand gegeven jongeren. Vanaf 1 april zijn bovendien 37 plaatsen beschikbaar voor door de jeugdrechter geplaatste jongeren.
Als de werkzaamheden in Everberg zijn afgerond, staat heel dat centrum ter beschikking van Vlaanderen.
Volledig los hiervan staat een volledig nieuw project op stapel te Achêne in Wallonië. Ten slotte is er ook in Everberg nog een investering in extra capaciteit gepland. Van die laatste twee dossiers maak ik nu even abstractie.
Mevrouw Martine Taelman (Open Vld). - Ik dank de minister voor zijn gedetailleerd antwoord.
Omdat dit dossier, net als dat van Brussel, te maken heeft met veiligheid en strafuitvoering, wens ik te benadrukken dat ook Open Vld zeer blij is met de verklaring van de eerste minister dat dit een kwestie is van volgehouden inspanningen. Wij staan daar ook voor open. We hebben in de commissies en in de fracties steeds aandacht gehad voor deze problemen en ook de regering doet nu de nodige inspanningen. Ik verwijs naar de initiatieven in verband met de capaciteitsproblemen, de voorlopige hechtenis, het systeem van elektronisch toezicht en naar de wetsvoorstellen in Kamer en Senaat voor de betekening in strafzaken.
Namens de commissie voor de Justitie wijs ik er ook op dat gisteren in de marge van het debat over de voorlopige hechtenis nog een aantal pertinente vragen werden gesteld over de strafuitvoering.
Daarom wil ik ingaan op het voorstel van de regering om daarover een breed debat te voeren, ook in de commissie voor de Justitie van de Senaat. Dit om aan te tonen dat het hier niet gaat om één brand die moet worden geblust, maar om volgehouden inspanningen.