4-1553/6

4-1553/6

Belgische Senaat

ZITTING 2009-2010

23 DECEMBER 2009


Wetsontwerp houdende diverse bepalingen


Evocatieprocedure


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR

MEVROUW SCHELFHOUT


I. INLEIDING

Dit optioneel bicameraal wetsontwerp (artikel 78 van de Grondwet) werd op 4 december 2009 door de regering in de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediend (stuk Kamer, nr. 52-2299/1), op 22 december 2009 door de Kamer aangenomen en op 23 december 2009 overgezonden aan de Senaat.

De Senaat heeft het wetsontwerp geëvoceerd op 23 december 2009.

De artikelen 19 tot 22 werden verwezen naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.

In toepassing van het artikel 27.1, tweede lid, van het Reglement van de Senaat, heeft de commissie de bespreking van deze artikelen aangevat voor de stemming in de Kamer.

De commissie heeft deze artikelen besproken tijdens haar vergaderingen van 15 en 23 december 2009.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE VERTEGENWOORDIGER VAN DE MINISTER VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Artikelen 19 tot 22

Artikel 19

In artikel 19 worden enkele aanpassingen voorgesteld in de artikelen 6 en 9 van de wet van 21 december 1998 betreffende de oprichting van de « Belgische Technische Coöperatie » in de vorm van een vennootschap van publiek recht.

De BTC is destijds gecreëerd om de projecten van de (bilaterale) gouvernementele samenwerking uit te voeren. Dat is en blijft de prioritaire opdracht van BTC en in 2010 zal voor het eerst de 200 miljoen euro worden overschreden. Daarnaast heeft deze wet de mogelijkheid voorzien dat de minister ook, in de uitvoering van de andere kanalen van de samenwerking, specifieke opdrachten kan toevertrouwen aan de BTC.

Die bijkomende opdrachten worden geregeld in de artikelen 6 en 9.

In dit wetsontwerp worden enkele wijzigingen voorgesteld die de beide artikelen beter doen aansluiten bij de huidige realiteit van de ontwikkelingssamenwerking.

Artikel 6, § 1, bevat een lijst van (niet-gouvernementele) programma's die in aanmerking komen voor een bijkomende opdracht aan de BTC. Ontwikkelingssamenwerking is de laatste tien jaar ingrijpend gewijzigd. Dit wetsontwerp past de lijst van programma's aan aan de hedendaagse realiteit.

De Belgische ontwikkelingssamenwerking heeft, zoals andere Europese donoren, over het laatste decennium zijn actiedomeinen uitgebreid.

Enkele voorbeelden van domeinen die in 1998 niet bestonden of niet in de wet waren opgenomen zijn : hulp voor internationale handel (Aid for Trade), rehabilitatie in post-conflictlanden (met name in Burundi en DRC), ruimere aandacht voor ontwikkelingseducatie en -sensibilisering, steun aan de lokale civiele maatschappij (in het kader van democratisch bestuur). In verscheidene basisallocaties van de begroting van Ontwikkelingssamenwerking wordt de mogelijke rol van de BTC in deze nieuwe domeinen beschreven. Om de begroting 2010 bijgevolg consequent te kunnen uitvoeren, is er dan ook een wijziging in artikel 6, § 1, nodig.

In de eerste paragraaf van artikel 6 van de wet van 21 december 1998 worden concreet de volgende wijzigingen voorgesteld :

— het 3º is momenteel beperkt tot de vorming van toekomstige coöperanten. Deze bepaling wordt uitgebreid om ook vormingsactiviteiten voor andere doelgroepen mogelijk te maken, alsook bredere activiteiten inzake ontwikkelingseducatie. Onder meer het programma « Kleur Bekennen » wordt in de begroting ingeschreven;

— aan het 4º wordt toegevoegd dat een vraag om noodhulp en rehabilitatiehulp niet enkel van een hulporganisatie maar ook van een partnerland kan komen;

— het 5º is beperkt tot activiteiten inzake eerlijke handel en wordt verruimd tot het bredere concept van hulp aan internationale handel (Aid for Trade);

— een nieuwe 6º wordt toegevoegd over de mogelijke uitvoering van programma's met de lokale civiele maatschappij in partnerlanden.

Artikelen 20, 21 en 22

Deze artikelen hebben betrekking op de artikelen 9bis, 9ter en 35 van de wet van 21 december 1998 betreffende de oprichting van de « Belgische Technische Coöperatie » in de vorm van een vennootschap van publiek recht.

De BTC wordt hierdoor belast met de uitvoering van het programma « Vrijwillige Dienst bij de Ontwikkelingssamenwerking ». Een recente externe evaluatie van dit programma bracht aan het licht dat de term « vrijwilliger » bepaalde problemen veroorzaakte in sommige partnerlanden, onder meer voor het bekomen van visa en voor de inzet op lange termijn van de betrokken jongeren in een ontwikkelingsproject.

In de evaluatie werd daarom voorgesteld om de term « vrijwilliger » te vervangen door « junior expert » en de naam van het programma te veranderen van « Vrijwillige Dienst bij de Ontwikkelingssamenwerking » in « Junior Programma bij de Ontwikkelingssamenwerking ».

Deze reeks kleine technische aanpassingen moeten het mogelijk maken om de begroting 2010 correct uit te voeren.

III. BESPREKING

Mevrouw Zrihen wenst dat het 3º van artikel 6, § 1, eerste lid van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de « Belgische Technische Coöperatie » in de vorm van een vennootschap van publiek recht, die de vorming van de toekomstige coöperanten wijzigt, explicieter wordt geformuleerd.

Ze wenst informatie over het verband met het programma « Annoncer la Couleur », dat voor lagere en secundaire scholen bestemd is. Wat is het budget van beide programma's « Annoncer la Couleur » en « Kleur Bekennen » ?

Tevens wenst mevrouw Zrihen te weten of het concept « Aid for Trade » milieugebonden aspecten heeft ?

De heer Mahoux wil opheldering over het concept « Aid for Trade ». Voor wie geldt de uitbreiding naar andere doelgroepen inzake vorming van artikel 6, § 1, eerste lid, 3º, van voormelde wet van 21 december 1998 ?

De vertegenwoordiger van de minister van Ontwikkelingssamenwerking legt uit dat het concept « Aid for Trade » ontstaan is in het kader van de DOHA-onderhandelingen van de Wereldhandelsorganisatie.

De ontwikkelingslanden vroegen bijkomende steun aan de donorlanden in ruil voor liberaliseringsmaatregelen. Er werd een overeenkomst afgesloten tussen de Europese Unie en de ACP-landen die voorziet dat Europese donors meer middelen moeten vrijmaken voor « Aid for Trade ». Dit houdt onder meer in dat het verlies, geleden door een vermindering van de douane-inkomsten, zou worden gecompenseerd. Op het vlak van voedselexport wordt onder meer het Zuid-Afrikaanse voedselagentschap grondig geïnformeerd over de fytosanitaire vereisten die gelden in de Europese Unie. « Aid for Trade » heeft evenwel niets te maken met klimaat (de handel in emissierechten).

Het is de bedoeling om optimale voorwaarden te creëren voor het drijven van internationale handel. Zo werd een programma voorzien voor de bevordering van de regionale handel tussen Rwanda, Tanzania, Burundi, Kenia en Uganda. In Burundi wordt aan een hervorming van de douanereglementering gewerkt.

« Eerlijke Handel » blijft echter als een apart concept bestaan.

Wat betreft de programma's « Kleur Bekennen » en « Annoncer la Couleur », legt de vertegenwoordiger van de minister uit dat vroeger alleen de beginnende NGO's of officiële coöperanten een inleidende vorming kregen. Dit werd in de loop van de jaren uitgebreid tot personen van de Vierde Pijler. Via het programma « Kleur Bekennen » voor de lagere en secundaire scholen werden ook vormingsactiviteiten ontwikkeld voor andere doelgroepen, zoals leerkrachten en jeugdbewegingen. Op dit ogenblik worden onderhandelingen gevoerd met jeugdorganisaties, provincies en de administratie van Ontwikkelingssamenwerking om een groter deel van het programma « Kleur Bekennen » toe te vertrouwen aan de BTC maar hiervoor moet de wet van 21 december 1998 betreffende de oprichting van de « Belgische Technische Coöperatie »in de vorm van een vennootschap van publiek recht 1998, aangepast worden.

Voor de programma's « Annoncer la Couleur » en « Kleur Bekennen », die lopen over een periode van 5 jaar, werd een budget van 4 miljoen euro per jaar voorzien.

De heer Wille is van oordeel dat noodhulp ook moet gegeven worden op basis van een vraag van een partnerland van de ontwikkelingssamenwerking en niet enkel op verzoek van een hulporganisatie. Spreker verheugt er zich over dat de bevordering van de handel expliciet een plaats krijgt binnen het takenpakket van de BTC.

IV. STEMMINGEN

Het geheel van de artikelen verwezen naar de commissie, zijnde de artikelen 19 tot 22, wordt aangenomen met 9 tegen 3 stemmen bij 1 onthouding.


Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur, De voorzitter,
Els SCHELFHOUT. Marleen TEMMERMAN.