4-1475/1

4-1475/1

Belgische Senaat

ZITTING 2009-2010

27 OKTOBER 2009


Voorstel van resolutie inzake het Facultatief Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR)

(Ingediend door mevrouw Olga Zrihen c.s.)


TOELICHTING


Het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR) werd op 16 december 1966 goedgekeurd en is het belangrijkste en enige internationale verdrag dat tegelijk betrekking heeft op economische, sociale en culturele rechten. Samen met de Universele verklaring voor de rechten van de mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten vormt het het Internationaal Handvest voor de rechten van de mens, dat de bron is van alle internationale verdragen inzake mensenrechten.

Het IVESCR definieert en benoemt als integraal en onlosmakelijk deel van de mensenrechten, het recht op een toereikende levensstandaard (voeding, onderdak, kleding, ...), het recht op opvoeding, het recht op werk in rechtvaardige en gunstige omstandigheden, syndicale rechten en recht op staking, recht op gezondheid, recht op veiligheid en sociale zekerheid en ten slotte het recht op deelname aan het culturele leven en wetenschappelijke vooruitgang.

Het IVESCR is op 3 januari 1976 in werking getreden en is momenteel door 159 staten geratificeerd. De verdragsluitende staten zijn dan ook verplicht de bepalingen van het verdrag op nationaal en internationaal niveau toe te passen. Het IVESCR heeft kracht van wet en er kan voor de rechtbanken van de landen die het geratificeerd hebben, een beroep op worden gedaan. Naargelang het rechtssysteem van de staat kan dit ofwel nadat de inhoud van het verdrag in de nationale wetgeving is opgenomen, ofwel meteen nadat het verdrag geratificeerd is (self executing).

Hoewel staten onder grote druk staan om internationale handelsakkoorden nauwgezet uit te voeren (zoals zij binnen de WHO worden opgesteld), bestaat die druk geenszins voor de verbintenissen die een staat aangaat door de ratificatie van het IVESCR. Erger zelfs, de handelsakkoorden gaan vaak zelfs ten koste van het IVESCR of houden een flagrante schending van de erin bepaalde rechten in, alsof het verdrag geen enkele juridische waarde heeft. Het is dan ook belangrijk de staten eraan te herinneren dat zij de economische, sociale en culturele rechten niet alleen moeten respecteren, maar ook moeten beschermen en ondersteunen.

Aldus zijn de regeringen ook verplicht de mensenrechten in acht te nemen bij het tot stand brengen van overeenkomsten in internationale instellingen zoals de Wereldbank, het IMF of nog de Wereldhandelsorganisatie. De subcommissie voor de bevordering en de bescherming van de mensenrechten herinnert overigens alle regeringen aan het feit dat internationaalrechtelijke verplichtingen betreffende de rechten van de mens voorrang hebben op de economische beleidsnormen en overeenkomsten, en vraagt hun op de nationale, regionale en internationale economische fora voluit rekening te houden met de internationale verplichtingen en beginselen betreffende de mensenrechten bij het formuleren van een internationaal economisch beleid.

Het Facultatief Protocol bij het IVESCR, goedgekeurd door de algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 10 december 2008 maakt een einde aan een abnormale toestand die tweeëndertig jaar heeft geduurd en stelt dat de mensenrechten een onscheidbaar geheel vormen. Sinds de inwerkingtreding ervan in 1976, bestaat er voor het IVESCR immers geen enkel controlemechanisme, terwijl het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) in hetzelfde jaar werd goedgekeurd en al sedert 1976 beschikt over een klachtenprocedure, zodat terzake uitgebreide rechtspraak kon worden ontwikkeld.

De bescherming van de economische, sociale en culturele rechten is van fundamenteel belang aangezien burgerrechten en politieke rechten als het recht op waardig leven enkel kunnen worden uitgeoefend als aan de fundamentele menselijke behoeftes van de bevolking is voldaan. De bekrachtiging van het facultatief protocol bij het IVESCR zorgt voor meer coherentie in het internationaal systeem voor de bescherming van de mensenrechten.

Met de ratificatie van het facultatief protocol bij het IVESCR kunnen de economische, sociale en culturele rechten dezelfde prioriteit krijgen als de burgerrechten en politieke rechten :

— Het protocol maakt niet alleen het belang en de afdwingbaarheid van de economische, sociale en culturele rechten duidelijk, maar ook hun inhoud en de plichten van de partijen bij het Verdrag inzake hun verwezenlijking. Het biedt de gelegenheid de verplichtingen van België zoals ze zijn vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet nader te bepalen.

— Via de procedure van individuele en collectieve klachten over specifieke schendingen van de rechten heeft de Commissie voor de sociale, economische en culturele rechten van de Verenigde Naties de bevoegdheid de partijen bij het verdrag praktische richtlijnen aan te reiken over hun verplichtingen.

— De goedkeuring van het Protocol kan een belangrijke stap zijn naar de eerbiediging van de sociale, economische en culturele rechten door de transnationale maatschappijen en de internationale financiële instellingen (IFI), aangezien de staten verplicht zijn die sociale, economische en culturele rechten te beschermen.

— Deze ratificatie maakt het mogelijk de internationale solidariteit te verduidelijken zoals die in § 1 van artikel 2 van het IVESCR vervat zit, dat bepaalt dat de partijen bij het verdrag zowel zelfstandig als binnen het kader van de internationale hulp en samenwerking de sociale, economische en culturele rechten moeten toepassen, door de staten die partij zijn te verplichten de sociale, economische en culturele rechten na te leven en toe te passen in hun eigen land maar ook met de andere staten samen te werken om deze rechten ten volle toe te passen.

De bekrachtigingsprocedure van het facultatief protocol bij het IVESCR voor de soevereine staten werd in maart 2009 geopend. Het is een belangrijke procedure omdat de goedkeuring van het protocol door de algemene Vergadering van de Verenigde Naties alleen niet volstaat om het protocol bindend te maken. Alleen de ratificering van dit instrument door de staten kan het mechanisme juridisch bindend maken.

België heeft het facultatief protocol op 24 september 2009 geratificeerd. Deze resolutie strekt er dan ook toe de Belgische regering ertoe aan te zetten bij haar bilaterale betrekking alle partnerstaten op te roepen het facultatief protocol zo snel mogelijk te ratificeren.

Olga ZRIHEN.
Sabine de BETHUNE.
Philippe FONTAINE.
Bart TOMMELEIN.
Marleen TEMMERMAN.
Céline FREMAULT.
Benoit HELLINGS.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat :

A. Gelet op de goedkeuring van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR) door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 16 december 1966;

B. Gelet op de ondertekening door België van het IVESCR op 10 december 1968 en de ratificering ervan door de Belgische regering op 21 april 1983;

C. Gelet op de ondertekening van het facultatief protocol bij het IVESCR door België op 24 september 2009;

D. Gelet op het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) dat in hetzelfde jaar werd goedgekeurd en al sedert 1976 beschikt over een klachtenprocedure, zodat terzake uitgebreide rechtspraak kon worden ontwikkeld;

E. Aangezien de invoering van een soortgelijk juridisch instrument ervoor zorgt dat het IVESCR eveneens beschikt over een controlemechanisme en systeem voor de communicatie en follow-up van klachten zodat het binnen de staten die partij zijn bij het verdrag, ook werkelijk kan worden toegepast;

F. Aangezien de burgerrechten en politieke rechten als het recht op een waardig leven slechts kunnen worden verwezenlijkt als de bescherming van de economische, sociale en culturele rechten gewaarborgd is en aangezien de ratificatie van het facultatief protocol bij het IVESCR de samenhang van het internationaal systeem voor de bescherming van de mensenrechten zal bevorderen.

Vraagt de regering :

In het kader van de bilaterale betrekkingen en in alle voorbereidende contacten voor het toekomstig Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie, aan te dringen op de ratificatie van het facultatief protocol bij het IVESCR, alsook op de onverwijlde en effectieve toepassing van de verplichtingen welke het inhoudt.

1 oktober 2009.

Olga ZRIHEN.
Sabine de BETHUNE.
Philippe FONTAINE.
Bart TOMMELEIN.
Marleen TEMMERMAN.
Céline FREMAULT.
Benoit HELLINGS.