4-91

4-91

Sénat de Belgique

Annales

VENDREDI 16 OCTOBRE 2009 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Reprise de la discussion de la déclaration du gouvernement

De heer Johan Vande Lanotte (sp.a). - Ik verontschuldig mij omdat ik wegens familiale omstandigheden de vergadering na mijn uiteenzetting moet verlaten. Ik heb mij ook bij minister Wathelet verontschuldigd.

Ik wil de regering een tiental vragen stellen over de begroting. Ze hebben vooral betrekking op onduidelijkheden of op de antwoorden die door de regering tot nog toe op die onduidelijkheden werden geformuleerd.

Eerst wens ik echter in te gaan op het gebrek aan visie van de regering op de grote uitdagingen waar de crisis ons voor plaatst. Ik onderscheid drie belangrijke uitdagingen, namelijk de economie op gang brengen en werkgelegenheid creëren, de komende energiecrisis nu reeds voorbereiden en de vergrijzingskosten betaalbaar maken. Over deze drie cruciale uitdagingen vinden we in de begroting en in de regeringsverklaring zeer weinig terug. De eerste minister heeft zich verweerd door te zeggen dat hij bij de oppositie geen alternatief had gehoord. Uiteraard niet. Als de meerderheid wil dat de oppositie het land bestuurt, moet de meerderheid opstappen. The duty of the opposition is to oppose. De regering heeft als opdracht een toekomstvisie voor het land te ontwikkelen en die visie in daden om te zetten. Niettemin zal ik aan de hand van een drietal algemene beleidslijnen zeer summier ingaan op de uitnodiging van de premier.

In de verklaring van de regering en in de begroting moest in de eerste plaats een veel ambitieuzer herstelplan zijn opgenomen. Er moest worden voorzien in middelen voor bijkomende, toekomstgerichte investeringen. Gelet op de moeilijke budgettaire toestand kunnen die investeringen niet komen van de reguliere kredieten. Er zijn echter alternatieven. Ik geef twee voorbeelden van investeringen die niet op de begroting wegen. Het eerste is Synatom. In Synatom is nu ongeveer 5,5 miljard euro aanwezig. Dat geld wordt echter gebruikt om projecten te financieren die zich hoofdzakelijk buiten België bevinden, onder meer een elektriciteitscentrale in Kazachstan. De regering zou, zeker nu ze met Electrabel een afspraak moest maken, de regels voor die investeringen kunnen veranderen en wettelijk verplichten dat het geld van Synatom minstens gedeeltelijk voor toekomstgerichte investeringen in België moet worden gebruikt. Alleen al door 20% van dit fonds voor die doelstellingen te mobiliseren, via leningen tegen een aanvaardbaar rendement, zou al een belangrijk relance-effect hebben. Waarom moet het Synatomgeld dienen om in Kazachstan te bouwen? Waarom wordt het niet hier gebruikt? Verschillende economische projecten die investeringen tot 500 miljoen euro vereisen, hebben een beroep gedaan op het Synatomfonds om tegen marktvoorwaarden te kunnen lenen. Tot op heden is dat nooit gelukt.

De moedermaatschappij Electrabel monopoliseert het fonds. De regering heeft een aantal wijzigingen aangebracht. Zo wordt het geld nu uitgeleend aan het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost. Dat was een eerste, moeizame stap. In het debat over de kerncentrales is een kans gemist om geld op een marktconforme manier te mobiliseren voor relanceprojecten in België, zonder de begroting te bezwaren.

Het tweede alternatief is de volkslening. In Frankrijk wordt een dergelijke operatie voluit voorbereid. Ook in België hebben we twee, drie jaar geleden met het Kringloopfonds een dergelijke operatie gedaan. Het houdt in dat de spaarder wordt gevraagd geld te beleggen in een soort spaarfonds voor een periode van vijf, zeven of tien jaar. Hij krijgt hierop een goed rendement. Het geld wordt gebruikt om grote projecten te financieren tegen een lage uitleenratio. Als men zich tot een aantal grote projecten beperkt, is dat haalbaar omdat de overheadkosten kunnen worden gedrukt. Zo kan men de spaarder 4 of 5% rente geven en tegen 5 of 5,5% uitlenen. Dat zou zowel voor de spaarder als voor de ontlener positief zijn.

Uiteraard moet men zeer selectief zijn en moeten de investeringen goed worden verzekerd. De Delcrederedienst verzekert investeringen in het buitenland. Waarom zou de dienst dat ook niet in het binnenland kunnen doen? De overheid moet er in de bestuursorganen enkel op toezien dat de leningen goed worden besteed en dat er garanties zijn.

Ook dat is een manier om zeer veel geld te mobiliseren. Er staat veel geld op spaarboekjes, maar de mensen weten niet altijd hoe ze hun geld moeten beleggen. Als de overheid waarborgen geeft voor een dergelijke volkslening, kan dat de spaarder zekerheid bieden. Ook kan geld worden uitgeleend aan projecten. Zo zouden bijvoorbeeld in de rusthuissector rendabele projecten kunnen worden gefinancierd. Nu is dat door een gebrek aan middelen niet mogelijk.

Als de overheid de leningnemers - zowel van het Synatomfonds als van de volkslening - verplicht jonge mensen aan te trekken en hen een opleiding te geven, dan zal ze veel meer bereiken dan ze nu via lastenverlagingen voor jongeren bereikt. Geld mobiliseren via een volkslening en via het Synatomfonds belast de begroting niet. Bovendien worden projecten die zich niet in de hypercommerciële sfeer bevinden, maar toch zeer innoverend zijn, opnieuw mogelijk.

Een regering met visie moet niet alleen aandacht hebben voor de relance, maar moet zich ook voorbereiden op de komende crisis. Ik heb het dan niet over het langer openhouden van de kerncentrales en het akkoord met Electrabel.

Over enkele weken begint de VN-Conferentie van Kopenhagen. In de regeringsverklaring vinden we zeer weinig over voorbereiding op de energiecrisis. We hebben niets gehoord over het smart grid, dat energiebesparing, technologische vernieuwing en jobs oplevert. We hebben niets gehoord over investeringen in Elia en de netwerken die niet alleen besparend, maar ook innoverend kunnen zijn. Ook over de ontwikkeling van windenergie op zee en hoe die te stimuleren vinden we weinig terug. Waarom biedt de federale regering de banken wel garanties - wat overigens te begrijpen is - maar een rendabel project zoals de installatie van een windmolenpark op zee niet? Nochtans hebben precies dergelijke projecten te lijden onder de kredietcrisis. Als de overheid in moeilijke tijden dergelijke investeringen mogelijk had gemaakt, zou ze niet alleen jobs hebben gecreëerd, maar ook de zekerheid hebben geboden dat ze, ondanks de kredietcrisis, reeds de volgende crisis voorbereidt.

Een regeringsverklaring met visie zou ook aandacht hebben voor de pensioenen. Niet dat de regering veel zaken moet beloven. Ze stelt terecht dat het vandaag niet het moment is om grote beloftes te doen. Wij stellen omvangrijke relancemaatregelen voor, met daaraan gekoppeld opleidingsprogramma's voor jongeren, zodat er meer jongeren aan het werk worden gezet. Zo wordt ook de band tussen opvang van de vergrijzing en tewerkstelling van jongeren duidelijk. Een deel van de sociale bijdragen die worden gegenereerd door de tewerkstelling in jongerenprogramma's in de grote investeringsprojecten kan dan naar een toekomstfonds gaan. Het Zilverfonds of hoe het ook mag heten.

Stort het in elk geval in een reservefonds zodat het voor de toekomst wordt gespaard en we jonge mensen duidelijk maken dat het werk dat vandaag wordt gecreëerd ook hoop voor de volgende generatie inhoudt. We moeten dringend een band leggen tussen jongerentewerkstelling en pensioenen, als we willen vermijden dat jonge mensen de indruk hebben dat we de huidige generatie sparen ten koste van de volgende.

Van een beleidsverklaring die met deze drie thema's rekening had gehouden, zouden we niet gezegd hebben dat ze getuigde van een gebrek aan visie. Begrotingsgewijs zou ze nog altijd correct zijn geweest en ze zou een antwoord hebben gegeven op belangrijke problemen.

Dat betekent echter niet dat we het niet over de cijfers moeten hebben. Daarmee kom ik dan tot het wat meer nuchtere gedeelte.

In de Kamer sprak de eerste minister van een tekort van 5,3% in 2009. Staatssecretaris Wathelet had het over 5,65%. Dat is één miljard euro verschil. We zouden daaruit kunnen afleiden dat het niet op een miljard aankomt. Intussen heb ik begrepen dat het tekort wel degelijk 5,65% bedraagt. Is daarin echter de bijdrage van SUEZ meegerekend, zoals de eerste minister verklaart, of niet meegerekend, zoals minister Vanhengel eerst beweerde, of toch weer wel, zoals minister Vanhengel daarna beweerde? U begrijpt dat het voor ons moeilijk te volgen is. Het zou al helpen mocht minister Vanhengel vandaag nog hetzelfde zeggen als gisteren. Maar goed, dit was een kleine `inleidende' vraag, om de staatssecretaris een beetje te plagen, want intussen ken ik het antwoord.

Mijn eerste echte vraag dan. De regering zegt dat ze het advies van de Hoge Raad van Financiën volgt. De Hoge Raad van Financiën zegt dat we een inspanning van 1,5% moeten doen. De regering vergeet echter een belangrijk deel van dat advies. Het voegt er immers uitdrukkelijk aan toe dat men trager moet gaan wanneer de economie het slecht doet en sneller wanneer de economie het beter doet. Bovendien zegt het advies dat 1% meer bbp ongeveer 0,5% opbrengst geeft. Dat is de vuistregel.

Laten we de cijfers even bekijken. Voor 2009 verwachtte de Hoge Raad van Financiën een negatieve groei van 3,8%, voor 2010 een negatieve groei van 0,3% en voor 2011 een positieve groei van 1,8%.

In de voorgestelde begroting gaat de regering voor 2009 uit van -3,1%, of 0,7% beter dan de Hoge Raad, voor 2010 van +0,4% of 0,7% beter, en in 2011 van +1,9% of 0,1% beter. In het totaal gaat de regering dus uit van een scenario met 1,5% groei van het bbp meer dan de prognose van de Hoge Raad van Financiën.

Volgens de redenering van de Hoge Raad moeten we het 0,75% beter doen als de groei 1,5% beter is. De regering moet dus geen 5,5%, maar 4,75% halen als ze de Hoge Raad van Financiën wil volgen.

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - Ik ga akkoord met wat u over de Hoge Raad van Financiën zegt. De Hoge Raad zegt inderdaad dat we betere cijfers moeten halen als de economie het beter doet. En dat doen we ook. Volgens de Hoge Raad moet de inspanning van 0,5% in 2010 een tekort van 6% opleveren. Een gedeelte van dat tekort komt bij de deelstaten te liggen en dat legt een door de Hoge Raad toegestaan tekort van 4,5% bij de federale staat. Wij halen echter niet een tekort van 4,5%, maar van 4,18%. De heer Vande Lanotte kent de cijfers even goed als ik, misschien wel beter. We doen het dus 0,3% beter dan de doelstelling van het stabiliteitsprogramma, dat de vertaling is van het rapport van de Hoge Raad van Financiën. Natuurlijk heeft dat ook te maken met het feit dat de groei minder slecht evolueert dan de Hoge Raad in zijn rapport verwachtte, maar we gaan zelf ook vlugger vooruit.

De heer Johan Vande Lanotte (sp.a). - De regeringscijfers gaan voor 2011 van 0,87%. De Hoge Raad van Financiën vraagt 1%. Dat is een verschil van 400 miljoen euro. Een hogere groei wordt voor een deel omgezet, maar niet volledig. Indien de regering de Hoge Raad zou volgen, dan zou ze in 2011 0,51% beter presteren dan wat nu voorzien wordt. Als de lijn van de Hoge Raad wordt gevolgd, moet er in 2011 1,7 miljard euro minder tekort zijn, gedeeltelijk bij de federale overheid en gedeeltelijk bij de gemeenschappen en gewesten. Voor de federale regering moeten de deelstaten zich daar niet aan houden, maar dat is de verantwoordelijkheid van de regering. De cijfers van de regering zijn dus minder goed dan deze van de Hoge Raad van Financiën.

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - Voor 2011 wordt dezelfde redenering aangehouden. De groeinorm voor 2011 is iets minder groot. Het verslag van de Hoge Raad geeft een tekort aan van 4,4% voor entiteit I. In de begroting gaat het over 4,16%. Het tekort daalt dus sneller dan voorzien in het verslag van de Raad. Een betere groei moet in de begroting vertaald worden.

U hebt een punt. In de tabellen van de begroting zijn inderdaad de cijfers van de stabiliteitprogramma's van de deelstaten opgenomen. We zullen zien of ze dezelfde inspanningen doen.

De heer Johan Vande Lanotte (sp.a). - We zijn het niet eens met het gegeven van 0,87% in 2011 in plaats van 1. Dat betekent 400 miljoen euro minder. In 2010 wordt 0,49% gehaald. Er is een groeiverschil van 0,50% na het conclaaf. In 2011 wordt de 1% niet bereikt. Volgens de Hoge Raad zou het meer moeten zijn.

De banksector zal 220 miljoen euro bijdragen. Dat klinkt goed, maar ik heb daar vragen bij. Als ik het goed voor heb betaalden de banken in de begroting 2009 228 miljoen euro voor het interbancaire uitlenen en 90 miljoen euro voor de spaargelden; samen 318 miljoen euro. In 2010 zouden ze 220 miljoen euro betalen. Ik ga ervan uit dat ze de 228 euro voor het interbancaire uitlenen nog altijd betalen.

Het bedrag van 220 miljoen komt, voor zover wij weten, niet bovenop het bedrag van 90 miljoen maar in de plaats van die 90 miljoen. De banken betalen dus geen 310 miljoen, maar 220 miljoen, in plaats van de huidige 90 miljoen. Ze betalen dus 130 miljoen meer en niet 220 miljoen meer.

Volgens de notificaties van de regering krijgt de banksector zijn waarborgfonds geleidelijk terugkrijgt. Dat betekent dat in 2010 aan de banken van het Waarborgfonds 150 miljoen terug wordt gegeven. Met andere woorden, de banken betalen dus 130 miljoen meer, maar ze krijgen 150 miljoen terug in 2010. In 2010 krijgen de banken dus netto 20 miljoen terug. Hun bijdrage bedraagt dus min 20 miljoen, en niet plus 220 miljoen zoals sommige mensen zo ostentatief zeggen. Waarom wordt dat verzwegen?

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - Dat is niet waar. Die 90 miljoen moeten nog steeds worden betaald.

De heer Johan Vande Lanotte (sp.a). - Dat denk ik niet.

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - Dat bedrag is opgenomen in de begroting. Het verschil tussen de premie om in het nieuwe systeem te stappen en het bedrag van 90 miljoen resulteert in het bedrag van 220 miljoen.

De heer Johan Vande Lanotte (sp.a). - Het bedrag van 90 miljoen is toch vervat in het bedrag van 220 miljoen? Of niet?

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - Toch wel. Maar het bedrag van 90 miljoen zal nog moeten worden betaald in 2010. De banken krijgen inderdaad 150 miljoen terug en moeten het bedrag van 130 miljoen betalen, maar het bedrag van 90 miljoen moet nog steeds worden betaald.

De heer Johan Vande Lanotte (sp.a). - De banken betalen 220 miljoen in 2010. Dat is 130 miljoen meer dan vorig jaar. De banken krijgen 150 miljoen terug. Netto betalen de banken dus dit jaar 70 miljoen aan de overheid - 220 miljoen min 150 miljoen - wetend dat ze in 2009 negentig miljoen betaalden. De banken betalen dus twintig miljoen minder dan ze vorig jaar betaalden.

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - Dat mag niet worden vergeleken. De manier waarop het geld terugkeert, is niet dezelfde als de premie die moet worden betaald om in het systeem te blijven.

De heer Johan Vande Lanotte (sp.a). - Maar het is wel geld voor geld.

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - We hebben een begroting opgesteld voor twee jaar. 2010 is een overgangsperiode. Dat heeft onder meer te maken met de interbancaire leningen.

De heer Johan Vande Lanotte (sp.a). - Over de betalingen voor de interbancaire leningen heb ik het niet. Mijn punt is dat de regering beweert dat de overheid 220 miljoen euro krijgt van de banken. Dat is niet juist. Het is misschien een goede maatregel, maar de regering mag niet zeggen dat de overheid 220 miljoen van de banken krijgt, als de banken feitelijk 20 miljoen minder betalen in 2010. Argenta heeft dat als eerste begrepen. Vandaag zegt Argenta in de krant dat het voor hen geen probleem is als de aanpassing van het systeem pas in 2012 zou gebeuren, omdat in 2010 en 2011 in een overgangsregeling voorzien is, waardoor de banken in die jaren effectief weinig zullen moeten betalen.

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - U moet mij geen woorden in de mond leggen. In 2010 zal de banksector 220 miljoen betalen. Het beste bewijs dat dit een overgangsperiode is, is het feit dat in onze begroting voor 2010 en 2011 een verschillend bedrag werd opgenomen, namelijk 220 miljoen in 2010 en 640 miljoen in 2011. Er is dus duidelijk sprake van een overgangsperiode, want het bedrag van 2011 is driemaal hoger dan dat van 2010.

De heer Johan Vande Lanotte (sp.a). - Uit de argumenten van de staatssecretaris leid ik af dat hij de bedragen van 2010 niet kan tegenspreken, en dat de bedragen voor 2011 hoger zijn. In 2011 zal de banksector 200 miljoen terugkrijgen uit het waarborgfonds en in 2012 250 miljoen.

De banken moesten een waarborgfonds van 800 miljoen samenstellen als buffer. Die buffer helpt niet als een bank als Fortis in de problemen komt. Als een kleine bank echter in de problemen komt, is een buffer van 800 miljoen zeker welkom. Op drie jaar tijd wordt er echter 600 miljoen uit die buffer gehaald, zodat er in 2012 maar 200 miljoen meer overblijft. In december 2009 is er trouwens al 18 miljoen uit het fonds gehaald. Dat betekent dat de staat de facto de banken gederesponsabiliseerd heeft: ze moeten wel een premie betalen, maar de buffer van 800 miljoen wordt wel volledig teruggeven.

Het geld dat de banken betalen, wordt ingeschreven op de begroting, maar wanneer er problemen rijzen, moet de begroting worden aangesproken en dat is een immers verschil. Dus eerst wordt de staat aangesproken en dan pas de banksector. Dat is wettelijk vastgelegd. Ik vind dat een vergissing. Bovendien bestaat er ook geen wettelijke garantie dat de banken hun bijdrage niet zullen doorrekenen aan de spaarders.

Ik vraag mij ook af waarom de regering steeds weer brutobedragen hanteert: 240 miljoen voor Electrabel en 220 miljoen voor de banken. Het is duidelijk dat die bijdragen een derde minder zullen bedragen, want ze kunnen worden afgetrokken van de vennootschapsbelasting. Waarom hanteert de regering dan ook geen nettobedragen?

Wat de energiesector betreft, hoor ik nergens iets over de bijdrage die Electrabel aan Synatom moet betalen voor de ontmanteling van de kerncentrales en die actuarieel werd vastgelegd. Wanneer drie centrales tien jaar langer mogen open blijven, betekent dit dat Electrabel vanaf volgend jaar minder zal bijdragen aan Synatom omdat de inspanning over een langere periode wordt gespreid.

Ik vraag nu geen antwoord, maar ik voorspel dat het de volgende vraag van SUEZ zal zijn, waardoor de 240 miljoen die de staat krijgt, zal gecompenseerd worden door een kleinere bijdrage van SUEZ in Synatom. Dat krijgen we ongetwijfeld binnenkort op onze boterham.

Een ding is mij volstrekt onduidelijk. De regering heeft twee beslissingen genomen in verband met energiebesparing die ik niet versta. In het gedeelte `nieuw beleid' kondigt de regering een belastingskrediet aan, wat we positief onthalen. De recurrente kostprijs ervan bedraagt 39 miljoen euro. Aan de andere kant vinden we tussen de maatregelen die geld opleveren voor de staat: `Ajustement des déductions fiscales pour investissements économiseurs d'énergie dans les habitations privées'. De opbrengst op kruissnelheid wordt geschat op 274 miljoen euro. Dit betekent dat de regering via het belastingkrediet 39 miljoen méér uitgeeft voor energiebesparing, maar tegelijkertijd 274 miljoen bespaart. Als dat fout blijkt te zijn en de regering 274 miljoen méér uitgeeft voor energiebesparing, dan is dat fantastisch nieuws. Als de cijfers evenwel correct zijn, is dat in deze tijden een echte schande. Ik zou graag duidelijkheid krijgen, want ik vermoed dat dit veel mensen bezighoudt. We weten intussen dat het belastingskrediet voor fotovoltaïsche panelen ongeveer 1800 euro lager zal uitvallen. Dat is toch niet weinig.

De maatregelen in verband met de notionele interest zouden een besparing opleveren van 200 miljoen. Als we de wet toepassen, komen we evenwel maar aan 130 miljoen, aangezien de index ook in rekening moet worden gebracht.

De belastingsinkomsten zouden in 2010 met 5,9% stijgen. De economische groei en inflatie worden respectievelijk op 0,4% en 1,5% geraamd. Dat betekent dat de inkomsten met 4% zouden stijgen. Dat lijkt me onmogelijk. De regering verlaagt kunstmatig de inkomsten van 2009 door de terugbetalingen vervroegd uit te voeren. Op die manier verhoogt ze kunstmatig de inkomsten voor 2010. Dat is een handigheidje waar ik op zich nog geen probleem mee heb, aangezien de mensen vroeger terugbetaald worden. Voor 2011 baseert de regering zich evenwel op het overschatte bedrag van 2010 en gaat ze uit van een nieuwe stijging van 5,4%. Rekening houdend met een inflatie van 1,6% en een groei van 1,8% is dat nog eens 2% er bovenop. Dat is niet geloofwaardig, aangezien de bedragen voor 2010 duidelijk te hoog waren ingeschat. Na de verkiezingen zal dus blijken dat de raming van de fiscale inkomsten voor 2011 overschat was.

De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Het nieuwe politieke jaar is ingezet. De begroting zet de budgettaire koers uit voor de komende twee jaar.

Ik zal mij beperken tot de krachtlijnen van de begroting en de elementen waaraan onze fractie in de toekomst veel belang zal hechten.

Wie de toekomst als tegenwind ervaart, zal in de verkeerde richting lopen. Hoe bieden wij een antwoord op de vergrijzing, op de pensioenlasten? Hoe anticiperen we op de klimaatswijziging? Welke plaats krijgt ons land in een steeds verder globaliserende samenleving? Vandaag moeten we beslissingen nemen, vooral in het belang van onze kinderen.

In de huidige moeilijke situatie, ongezien sinds de jaren dertig, is de opmaak van een begroting een delicate evenwichtsoefening. Daarom moeten we het economisch herstel alle kansen geven. We mogen de kapitale fouten niet opnieuw maken en vooral de volgende generaties niet opzadelen met de lasten van een budgettaire ontsporing. Voor mijn fractie blijft dat een belangrijk aandachtspunt.

Het is dan ook goed dat de federale regering er in de huidige omstandigheden toch in slaagt een begroting voor te stellen die budgettaire inspanningen vergt, maar ook economische impulsen geeft. Ik geef toe dat deze begroting ons niet euforisch kan stemmen. We moeten realistisch zijn. Wij zijn nu voorbij het oog van de storm, maar de wind is geenszins gaan liggen. Als kustbewoner weet ik dat we meer dan ooit scherp aan de wind moeten zeilen. De zeilen en de koers moeten geregeld worden bijgesteld. Rustige vastheid is slechts een eerste stap. Daarna komt het erop aan optimaal gebruik te maken van de wind om weer op snelheid te komen.

Ik wens kort enkele besparingen toe te lichten. We doen meer dan de Hoge Raad voor Financiën ons voorschrijft. Volgend jaar zullen we 1,12 miljard euro bovenop het voorgeschreven traject besparen.

De komende jaren zal slechts één op de twee federale ambtenaren die met pensioen gaan, worden vervangen. Op termijn zal de federale overheid het met 15 000 ambtenaren minder doen. De federale overheid doet dus duidelijk beter dan de andere overheden. Uit cijfers blijkt immers dat de regionale en lokale overheden de voorbije jaren de omgekeerde beweging hebben gemaakt.

Bij Defensie wordt een inkrimping van meer dan 4000 personeelsleden voorgesteld. We ondersteunen de voorstellen van minister De Crem voluit en zullen meewerken aan de realisatie ervan.

Bij de FOD Economie wordt verder gericht gesnoeid, net als bij Binnenlandse Zaken. De ministers van Open Vld geven dus het goede voorbeeld door ook de werkingskosten van de kabinetten met 5% in te krimpen.

Onze fractie wenst in dit verband een nieuw voorstel te doen. Met het oog op een optimaal werkend overheidsapparaat is een efficiëntieplan nodig. Regeringscommissaris Guido De Padt gaf hiertoe de aanzet. In dat efficiëntieplan moeten niet alleen afspraken komen over efficiëntiewinsten, maar ook over de daartoe benodigde middelen. Het halen van efficiëntiedoelen moet ook een belangrijk element zijn van de evaluatie van leidinggevenden.

In Engeland worden al jaren concrete afspraken gemaakt over efficiëntiewinsten. In 2004 werden die vastgelegd in het Gershonrapport. Het National Audit Office (NAO) staat in voor de follow-up en de evaluatie. Voor de periode 2010-2015 levert dit efficiëntiewinsten op ten bedrage van 10 miljard euro.

Daarnaast wordt ook een rem gezet op de bovenmatige groei van de sociale zekerheid, maar niet ten koste van de patiënt.

De Open Vld-fractie is bijzonder verheugd dat de strijd tegen de fiscale en sociale fraude in een hogere snelheid gaat. Zo zorgt de kruising van databanken voor een efficiënte detectie van de cumulatie van uitkeringen en werk, zodat besparingen nu realistischer worden. We zetten concrete bedragen naast de vooropgestelde prioriteiten. Hierbij wijs ik nogmaals op een wetsvoorstel van onze fractie dat concrete denksporen aanreikt voor een betere aanpak van de sociale fraude. De geschatte uitkeringsfraude in België loopt op tot 4,4 miljard euro per jaar. Die fraude ondermijnt het draagvlak van onze sociale zekerheid. Onze maatschappij moet zich richten op het voorkomen van misbruik van de voorzieningen die bedoeld zijn om mensen een menswaardig inkomen te bezorgen.

Het gaat om het geld van de belastingbetaler en we kunnen dan ook niet aanvaarden dat voorzieningen die nodig zijn om mensen te helpen, misbruikt worden.

De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, de SIOD, moet toegang krijgen tot bepaalde verbruiksgegevens zoals het water- en elektriciteitsverbruik, waarmee ons buurland Nederland de uitkeringsfraude al jaren succesvol opspoort. We dringen aan op een snelle behandeling van dat voorstel van onze fractie en geven die suggestie mee aan de staatssecretaris bevoegd voor de coördinatie van de fraudebestrijding.

Uiteraard zijn er ook bijkomende lasten, niet in het wilde weg, maar gericht.

De regering kiest resoluut voor de ecofiscaliteit. De accijnzen op diesel worden verhoogd en ik kan me niet inbeelden dat de collega's van Groen! hiertegen bezwaren zouden hebben. Ik verwijs graag naar de woorden van gewezen Vlaams fractieleider Rudy Daems, die een vurig pleidooi hield voor het optrekken van de belastingen op diesel, gelet op de hoeveelheid fijn stof die diesel veroorzaakt.

Ecofiscaliteit betekent duurzaam gedrag stimuleren. Daarom steunt de regering de bouw van passiefwoningen en oplaadpunten voor elektrische wagens. Daarom ook verbindt de energiesector zich ertoe om 500 miljoen euro te investeren in duurzame energie.

De banken zullen de komende twee jaar een premie van bruto 890 miljoen betalen, maar zullen daarvan 600 miljoen terugkrijgen. De eerste jaren zal het nettobedrag dus relatief beperkt blijven. Vanaf 2012 gaat het wel om 540 miljoen euro per jaar. Met die 600 miljoen kunnen de banken hun eigen vermogen versterken.

De basisregels dienaangaande worden trouwens strenger, zodat de banken meer eigen vermogen moeten aanhouden. In ruil hiervoor staat de overheid er borg voor dat geen enkele bank failliet gaat. De deposito's van de spaarders zijn op elk moment gewaarborgd, bij welke bank men ook klant is. Dat is niet onbelangrijk.

Door de betaling van die premie verzekert de regering de stabiliteit van het financiële systeem. De Belgische spaarder kon gisteren op beide oren slapen en dat is niet anders voor vandaag en morgen.

Ik begrijp de reactie van bepaalde oppositiepartijen niet. Volgens de sp.a gaat het om veel mooie woorden om een stilstand te verbergen. Ik ben er echter van overtuigd dat slechts weinig burgers die gratuite uitlatingen delen.

De maatregelen tot verlaging van de btw in de bouw hebben een rechtstreekse impact op meer dan 200 000 mannen en vrouwen in een uiterst conjunctuurgevoelige sector, die door de regering wordt gestut om de storm te kunnen doorstaan.

Als dat stilstand is, dan ben ik zeer blij dat we stilstaan.

Ook over de maatregelen in de horeca is Open Vld uiterst tevreden. Na jarenlang aandringen komt er een verlaging van de btw. Als geboren en getogen kustbewoner besef ik zeer goed welke enorme economische impact de horeca heeft als trekker van een lokale economie en als jobmotor.

In ons land zorgt de horeca rechtstreeks en onrechtstreeks voor 220 000 banen. Als dat stilstaan is dan hoop ik - en ik denk de horeca met mij - dat we nog stiller zullen staan.

Een derde maatregel die rechtstreekse werkgelegenheid zal creëren, is een bijkomende inspanning van ongeveer 540 miljoen.

De helft hiervan zijn nieuwe banenplannen voor jongeren en ouderen. De overige middelen gaan naar een voortzetting van de lastenverlagingen voor lage lonen en de premies voor ploegenarbeid en nachtarbeid. Ook wordt de anticrisismaatregel om economische werkloosheid voor bedienden toe te staan verlengd. Bovendien zorgt de uitbouw van de sociale Maribel voor 4200 extra jobs.

Wie kan en wil werken, moet dat ook kunnen. Om die reden wordt met ingang van 1 januari de hoofdelijke werkgeversbijdrage van nieuwe bruggepensioneerden en pseudobruggepensioneerden geharmoniseerd vervangen. Het brugpensioen wordt minder aantrekkelijk. Dat is ook de bedoeling. Voor heel wat investeringen in de periode 2010-2011 wordt de techniek van de belastingvermindering omgezet in een techniek van belastingkrediet. Dat is zeer belangrijk omdat mensen met een laag inkomen dan ook ten volle zullen kunnen genieten van de fiscale voordelen die aan de energiebesparende investeringen zijn verbonden.

De Open Vld-fractie heeft in dat verband samen met de andere regeringspartijen een wetsvoorstel ingediend. Het is onze vaste overtuiging dat consequent investeren in milieugoederen en -diensten economische impulsen kan geven en de strijd tegen klimaatopwarming kan ondersteunen. Naast de reeds ingediende initiatieven zullen we nieuwe voorstellen doen om de groene investeringen te steunen. Het lijkt me meer dan billijk dat de overheid het goede voorbeeld geeft.

Wat de banken betreft, schuift de regering een blauwdruk naar voor om het financiële toezicht te verscherpen. De bijzondere parlementaire commissie belast met het onderzoek naar de financiële en bankencrisis heeft duidelijke richtlijnen voorgesteld. Het is goed dat die in de praktijk zullen worden omgezet, zoals er ook een comité voor systeemrisico's zal worden opgericht. Het herstel van het vertrouwen in ons financieel systeem is een must om opnieuw aan te kunnen knopen bij duurzame economische groei.

De arbeidsmarkt moet flexibeler worden. Hierdoor krijgen we meer mensen aan de slag. Werkzoekenden stimuleren, werkloosheidsvallen wegwerken en een grotere mobiliteit op de arbeidsmarkt zijn essentieel. Om die reden heeft onze fractie een voorstel ingediend om de statuten van arbeiders en bedienden te harmoniseren. We hebben een flexibel en eigentijds statuut nodig.

Bovendien mogen we zeker niet in de verleiding komen om onze grenzen te sluiten voor voormalige Oost-Europese werknemers. Een toekomstgerichte en open economie met minder protectionistische en bureaucratische drempels is het doel. Mobiliteit en flexibiliteit moeten de uitgangspunten zijn.

Ook de sociale partners moeten hun koudwatervrees achterwege durven laten. Onze fractie zal hieromtrent een voorstel indienen en we hopen dat het zo snel mogelijk op de agenda zal worden geplaatst.

Ik wil tevens van de gelegenheid gebruik maken om een warme oproep te doen tot de minister van Werk om de plafonds voor het bijverdienen voor gepensioneerden af te schaffen.

Ook de uitvoering van het kmo-plan wordt voortgezet. Daarnaast doet de regering een bijkomende inspanning voor de landbouwsector. Zo is er een substantiële lastenverlaging voor de melksector. Die gaat dit jaar al in en wordt de volgende jaren voortgezet. Ook hierop komt er weinig kritiek van de oppositie.

Ik wil ook ingaan op wat niet in de begroting staat. Daarin geef ik de oppositie gelijk. Sommige elementen die zij hadden verwacht, vinden zij er niet in terug omdat wij ons daartegen hevig hebben verzet.

Er staat bijvoorbeeld niet in dat de notionele interestaftrek wordt afgeschaft. Ook de lasten op arbeid gaan niet omhoog, wel integendeel. De verlaagde lasten op ploegenarbeid worden bestendigd.

Er komt geen meerwaardebelasting op beleggingen in aandelen voor vennootschappen, zoals de sp.a enkele weken geleden nog voorstelde.

Met Open Vld komt er geen vermogensbelasting!

Met Open Vld komt er geen stijging van de roerende voorheffing!

Met Open Vld komt er ook geen hogere belasting op het pensioensparen!

Het akkoord rond migratie en asiel stemt ons tevreden. Er is een evenwicht gevonden tussen draagkracht en menselijkheid. In het akkoord zijn er strengere regels vastgelegd voor de gezinshereniging.

Wie in de toekomst een echtgenoot of partner naar België wil laten overkomen, moet over voldoende inkomen beschikken om die persoon te onderhouden. Bovendien wordt de gezinshereniging gekoppeld aan een integratievereiste.

De aanpak van schijnhuwelijken wordt verscherpt, dankzij een centrale databank die de lokale ambtenaren moeten raadplegen voordat een huwelijk wordt gesloten. Ook het schijnsamenwonen wordt aan banden gelegd.

Het wordt moeilijker om Belg te worden. Kandidaten moeten vijf in plaats van drie jaar hun hoofdverblijfplaats in ons land hebben, een van beide landstalen spreken en hun integratie kunnen aantonen. Een naturalisatie-aanvraag zal alleen nog mogelijk zijn vanuit België zelf en niet langer vanuit het buitenland. Nieuwe Belgen die zware misdaden hebben begaan, kunnen via de strafrechter hun nationaliteit verliezen.

Dit akkoord - waarvan de oppositie met de regelmaat van een klok heeft aangekondigd dat het er nooit zou komen - is een goed akkoord. Onze fractie zal het echter ook met de nodige aandacht volgen. We dringen erop aan dat justitie de regels - eens ze van kracht zijn - strikt toepast en kordaat optreedt tegen misbruiken.

Ondanks een strak budgettair keurslijf slaagt de regering erin een sociaal gelaat te tonen. De juiste budgetten worden voor de juiste prioriteiten uitgetrokken. De uitvoering van het armoedeplan wordt voortgezet en de regering versterkt de gezondheidszorg met 339 miljoen euro. Het gaat daarbij vooral om maatregelen om het beroep van verpleegkundige aantrekkelijker te maken, wat belangrijk is voor de vergrijzing. Nooit eerder werden zoveel overschotten uit de gezondheidszorg voorbehouden voor het Toekomstfonds. Daarnaast wordt voor de eerste keer 800 miljoen euro uit het budget van de gezondheidszorg aangewend voor het wegwerken van de tekorten in andere takken van de sociale zekerheid. Op die manier draagt ook de sociale zekerheid bij tot de gezondmaking van onze overheidsfinanciën en dat is voor Open Vld zeer belangrijk.

Een gepensioneerde op vijf leeft in armoede. Deze begroting zet verder in op de gelijkschakeling van de pensioenen van de zelfstandigen en de werknemers. Tijdens de regering Verhofstadt II werd het minimumpensioen van de zelfstandigen tot vier keer toe verhoogd, telkens met ongeveer 4%. Dankzij deze begroting zullen de pensioenen van de zelfstandigen opnieuw stijgen. We zetten de inhaalbeweging voort, want de zelfstandigen hebben daar recht op.

We zijn fier op deze sociale maatregelen. Een vrije en open samenleving is immers een illusie als er geen sociale rechtvaardigheid is.

Over de ethische kwesties moet de samenleving te allen tijde een open dialoog kunnen aangaan. Deze regering legt geen beperkingen op voor het debat over ethische kwesties.

In de begroting worden budgetten uitgetrokken voor onder meer de palliatieve zorg voor kinderen. Ik heb daar in eerdere vragen aan de minister zelf al voor gepleit en de maatregel verheugt me dan ook ten zeerste.

Het is duidelijk dat het draagvlak in onze samenleving groot is wanneer het gaat om euthanasie bij ondraaglijk lijden in medisch uitzichtloze situaties. In die omstandigheden willen mensen het recht hebben om zelf te beslissen om met de hulp van hun arts een menswaardige, pijnloze dood te sterven. In het licht daarvan is het duidelijk dat een aanvulling en een verfijning van de wet noodzakelijk zijn. We vragen daarom dat de meerderheid de bespreking aanvat van de wetsvoorstellen die we in de Senaat indienden en we kijken uit naar de voorstellen van de andere fracties. We gaan hier graag de dialoog aan met alle partijen, want dit overstijgt de partijgrenzen en we hopen dat de andere partijen dit debat durven aangaan met open vizier en los van hun ideologische prerogatieven.

Mevrouw Myriam Vanlerberghe (sp.a). - Ik val van mijn stoel! Daarom neem ik het woord.

Net een week geleden was ik op een colloquium waar Wouter Beke namens de regering verklaarde dat zolang CD&V in de regering zit, er rond ethische kwesties niets mag gebeuren. De heer Vankrunkelsven voegde daaraan toe dat het nog veel erger is dan de heer Beke beweerde. Hij zei namelijk dat ethische kwesties niet eens zouden mogen worden geagendeerd.

Ofwel weet de heer Tommelein niet wat er in de regering is afgesproken, ofwel houdt hij ons voor de gek. De meerderheid, waartoe de heer Tommelein toch behoort, heeft duidelijk afgesproken dat er op ethisch vlak niets mag. Ik pleit voor duidelijkheid want anders weten al degenen die studiedagen, colloquia en andere zaken rond het thema organiseren, niet waar ze aan toe zijn. Wat de heer Tommelein hier verkondigt, is niet waar. Mevrouw Piryns kan getuigen dat hij vorige week wat anders vertelde.

En met de maatregelen rond palliatieve verzorging voor kinderen wordt hopelijk mijn wetsvoorstel eindelijk in centen omgezet.

De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Bij mijn weten maakt de heer Beke geen deel uit van de regering. Als hij uitspraken doet, dan is dat ofwel in persoonlijke naam of in naam van zijn fractie. Ik van mijn kant heb geen enkele belofte gedaan. Ik doe wel een oproep voor een open dialoog. Mevrouw Vanlerberghe, u zou me beter bedanken want in de voorliggende begroting wordt een maatregel uitgewerkt die u zeer dierbaar is.

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Mijnheer Tommelein, ik kan alleen bevestigen wat mevrouw Vanlerberghe zegt. Ik was, evenals mevrouw Piryns, op het colloquium aanwezig.

Uw poging om de dialoog aan te gaan steun ik ten volle. De Senaat kan trouwens een belangrijke rol spelen in ethische thema's. Ik stel alleen vast dat een fractie die deel uitmaakt van de regering, op het colloquium resoluut gekant was tegen de agendering van ethische thema's. Ik wens u alle succes in uw strijd en hoop dat u niet gefrustreerd raakt.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik aanvaard de uitgestoken hand, mijnheer Tommelein. Het debat over euthanasie en palliatieve zorg, over beslissingen omtrent het levenseinde moet absoluut ten gronde worden gevoerd, over de partijgrenzen heen en zonder politieke spelletjes.

In plaats van hier grote woorden te prediken, zou u beter in een meerderheidsoverleg het debat aangaan met uw collega's. De heer Beke beweerde niet alleen dat het punt niet geagendeerd kon worden, hij dreigde er zelfs mee dat indien de bespreking in de Senaat zou worden aangevat de hele euthanasiewetgeving voor CD&V op de helling komt. Ik hoop dus dat u, alvorens van start te gaan, goed overlegt met uw collega's van CD&V. Er moeten in overleg met specialisten weldoordachte stappen worden gedaan. Laat ons het debat aangaan, mijnheer Tommelein, maar weet goed waar u aan begint.

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Ik sluit me aan bij de vorige spreker. Er wordt hier stilaan een meerderheid gevormd om de discussie ten gronde te voeren. De uitgestoken hand is niet vrijblijvend, mijnheer Tommelein. We moeten er werk van maken.

De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Ik begrijp het niet goed. Als fractieleider van de meerderheid zeg ik zeer duidelijk dat de regering geen beperkingen oplegt in het debat over ethische kwesties, en evenmin voor de begroting over palliatieve zorg. Meer nog, voor mijn part mag de meerderheid de bespreking aanvatten. Wij kijken uit naar de voorstellen van de andere fracties. Geen holle woorden dus. In feite zeggen wij hetzelfde als de oppositie, maar toch krijgen we kritiek. (Applaus)

Mevrouw Myriam Vanlerberghe (sp.a). - Toch applaudisseert niet iedereen bij de meerderheid!

De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Dat is geen punt.

M. le président. - C'est trop facile de viser une personne qui est absente pour cause de maladie.

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Ik lever geen kritiek op collega Beke.

M. le président. - M. Beke est absent pour cause de maladie et ne peut donc pas se défendre.

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Ik wou het hier niet hebben over de heer Beke, maar wel over de fractie waar u, mijnheer de voorzitter, een eminent lid van bent.

Anderzijds nodig ik de heer Tommelein uit om in het Bureau en binnen de mogelijkheden die hij er heeft alle voorstellen te agenderen die hij nu aan de orde brengt. Ik wens hem veel succes. Hij heeft een parlementaire meerderheid achter zich.

M. Francis Delpérée (cdH). - Monsieur le président, pourrions-nous revenir à l'objet de notre ordre du jour, c'est-à-dire la discussion de la déclaration du gouvernement ?

De voorzitter. - Mijnheer Lambert, de crisiswet die de regering voorstelt voor de financiële regeling en voor de bankencrisis is noodzakelijk. Dat wordt aangetoond door de Fortiszaak. Zeggen dat dit niets te maken heeft met de regeringsverklaring klopt niet.

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Voorzitter, wat u gezegd hebt, is niet onbelangrijk, maar een maatschappelijk probleem als palliatieve zorg, vind ik even belangrijk.

Dat een fractievoorzitter van de meerderheid dat debat probeert te smoren is zeer bedenkelijk. Ik wens de heer Tommelein dan ook veel succes.

M. Philippe Mahoux (PS). - Monsieur le président, je comprends que certains soient frustrés. La parole est libre, que ce soit en séance plénière ou en commission, mais c'est la déclaration gouvernementale qui est à l'ordre du jour. C'est, pour certains, l'occasion de parler de tout. Je rappelle d'autre part que la fixation de l'ordre du jour des commissions ne fait pas partie des prérogatives du Bureau. En pratique, la mise d'un point à l'ordre du jour dépend de la volonté des parlementaires. Voilà la règle ; ni plus ni moins. Les commissions fonctionnent, il est inutile de faire soudain référence au Bureau.

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Mijnheer Mahoux, ik ken het reglement en ik heb het permanent op zak.

Naast de besprekingen in het Bureau zijn er natuurlijk nog de voor- en nabesprekingen binnen de meerderheid. Ik hoop dat de heer Tommelein daar als eminent lid van de meerderheid zijn stem zal kunnen laten horen.

Mijnheer Mahoux, ik hoop dat we ook op uw steun kunnen rekenen bij de bespreking van de ethische thema's.

De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Ik kom tot mijn besluit. We debatteren hier niet over de begroting, maar over de verklaring van de regering.

Ik ga ervan uit dat ik het in de Senaat mag hebben over het buitenlands beleid? Ons engagement mag niet stoppen aan onze landsgrenzen. Meer dan een miljard mensen moet het nog altijd stellen met minder dan 1 euro per dag. Uitgerekend vandaag, op de Wereldvoedseldag, is het triest te moeten vaststellen dat het aantal mensen dat honger lijdt in het afgelopen jaar met 100 miljoen is toegenomen.

De gevolgen van de crisis zijn erg in de Westerse landen, maar ze zijn ronduit dramatisch in de ontwikkelingslanden. Dit is dan ook een oproep.

De verleiding is immers groot om door de crisis die we nu meemaken de tering naar de nering te zetten en onze ambitie om 0,7% van ons bruto binnenlands product aan ontwikkelingssamenwerking te besteden aan de kant te schuiven.

Welnu, de Open Vld-fractie zal dat niet doen. Ze houdt vast aan de verbintenissen die in het verleden zijn aangegaan.

Wat de missies in het buitenland betreft, steunt onze fractie de inzet van onze manschappen in het kader van human security en de strijd tegen het terrorisme. Samen met onze bondgenoten moeten wij concreet bijdragen tot het herstel van Afghanistan, maar we zullen tegelijkertijd bijzonder alert zijn voor verbintenissen die dit overstijgen. We moeten ons gedragen als een loyale partner, maar niet als een slaafse dienaar!

Er moet concreet worden getoetst in hoever er effectief vooruitgang is geboekt inzake mensenrechten in Afghanistan, de stabilisering van het land, de vrijheid van mening en de vooruitgang van democratie. Ik verwijs onder meer naar een uitgebreid voorstel van resolutie ter versterking van de positie van de vrouw en haar rechten in Afghanistan, dat op initiatief van onze fractie samen met de andere meerderheidspartijen werd ingediend.

Wij tekenen niet voor een oorlogsmissie. Een verlenging van de missie in Afghanistan is een mogelijkheid, maar geen automatisme!

Onze fractie keurt geen verlenging van de missie in Afghanistan goed zonder voorafgaand parlementair debat. Onze fractie zal zich niet neerleggen bij een `fait accompli' of een sluipende besluitvorming.

Open Vld zal loyaal en constructief, maar waakzaam zijn en proactief meewerken aan het welslagen van deze begroting en de uitvoering van het regeerakkoord.

De boot is gestabiliseerd en de koers is goed. Nu moeten we de zeilen aantrekken en scherper aan de wind varen. Deze begroting is een onderdeel van een sterk meerjarenperspectief van deze regering.

We hebben er het volste vertrouwen in dat de aangehouden koers de goede is. Nu moeten we volharden. Enkel door goed werk te leveren, bewijzen we het land een dienst. Ons land verdient dat en, wat vooral belangrijk is, de mensen verwachten dat van ons.

M. Francis Delpérée (cdH). - L'ouverture d'une session ordinaire des chambres législatives, le deuxième mardi d'octobre, est toujours un moment important dans la vie politique d'un pays. Jusqu'à la fin du XIXe siècle, cet événement présentait une solennité particulière. Le Roi prononçait le discours du trône et il rappelait, à cette occasion, les projets que le gouvernement allait développer et mettre en oeuvre dans l'année à venir.

Cette pratique n'est plus de mise, mais un autre usage a vu le jour depuis lors. Au début de chaque session, le premier ministre, qui ne se prend pas pour autant pour le Roi, délivre aux parlementaires des deux chambres une déclaration de politique générale, ce que l'on appelle, de l'autre côté de l'Atlantique, un discours sur l'état de l'Union. Il indique quels sont les problèmes de l'heure et quels moyens il compte utiliser, dans l'année à venir, pour les résoudre.

Notre premier ministre, il faut le reconnaître, se livre à cet exercice dans un style qui lui est particulier. Herman le Taciturne a pris l'habitude de manier la concision et la rigueur. Ses propos mesurés ne sont corrigés que par de brèves envolées sur l'état de l'Europe ou du monde. En dix pages et en trente minutes, l'exercice est bouclé. Je le dis comme je le pense. L'opinion publique apprécie le sérieux de ses interventions. Nous n'avons besoin ni de bonimenteurs ni de bateleurs ni d'illusionnistes.

Le cdH, en particulier, apprécie cette manière de parler vrai à nos concitoyens, sans les leurrer, sans les endormir, sans non plus jouer la carte du catastrophisme ou du défaitisme, mais avec la volonté de voir clair, de regarder les réalités en face et de se décider en connaissance de cause.

« Les citoyens ont besoin de confiance et de perspectives » a dit, mardi, le premier ministre. Je voudrais ajouter, s'il m'y autorise : « Les citoyens sont prêts à se retrousser les manches si le jeu en vaut la chandelle et s'ils sont assurés de la détermination d'une équipe ministérielle soudée et d'une majorité solidaire ».

Aujourd'hui, le gouvernement et la majorité doivent donc affirmer de manière nette leur volonté de « maintenir le cap », comme l'a dit le premier ministre. Si ce n'était pas le cas, la confiance ne reviendrait pas, les perspectives s'estomperaient et le bateau irait à vau-l'eau.

Nous ne pouvons pas nous permettre un tel scénario catastrophe. Catastrophe pour l'État, pour les Régions, pour les Communautés, pour les entreprises, pour les ménages, pour les personnes.

Le discours que le premier ministre a prononcé mardi est important à plus d'un titre. Je retiendrai trois éléments : l'élément budgétaire, l'économique et le social.

Concernant le dossier budgétaire, nous savons bien que le Sénat n'est pas appelé à intervenir en cette matière. Cela ne doit pas nous empêcher de dire qu'en matière de gestion des moyens publics, nous n'acceptons ni un laxisme irresponsable, dont nous savons qu'il nous conduirait immédiatement à un désastre économique, ni une austérité myope, dont nous savons qu'elle nous conduirait à une catastrophe sociale.

Au cdH, nous sommes partisans tout à la fois de la rigueur et de la justice sociale.

Voilà la ligne de conduite que nous nous sommes assignée au cours de ces dernières semaines, notamment dans les conclaves. Voilà ce qui nous conduit à réaffirmer que nous n'accepterons jamais, pas plus aujourd'hui qu'hier ou que demain, que soient sacrifiés, sur l'autel de l'austérité, les droits économiques, sociaux, culturels, que nos concitoyens ont acquis par leur labeur, leurs efforts et leurs initiatives.

Le premier ministre a rappelé, fort à propos, que nous vivions dans un État providence. Mais n'oublions jamais que la providence ne peut suffire. Vous connaissez l'adage « Aide-toi, le ciel t'aidera ». Autrement dit, la sécurité sociale, pour ne prendre que cet exemple, est le filet que je contribue à tisser avec d'autres et avec l'aide des pouvoirs publics, ce filet qui me sera utile le jour où je serai confronté à l'une ou l'autre difficulté inévitable de la vie sociale.

Nos concitoyens ne peuvent pas aujourd'hui être les victimes de la cécité des uns, du plaisir des jeux de casino des autres, quand ce n'est pas de l'esprit de mégalomanie qui a pu animer les derniers. À chacun ses responsabilités et la contribution des institutions financières au financement d'un nouveau régime de garantie pour les épargnants s'impose, a dit le premier ministre, comme une nécessité absolue.

Je répète que le Sénat n'a pas la maîtrise de la fonction budgétaire, loin de là, mais il doit être attentif à la définition des politiques économiques et sociales, de ces politiques qui traduiront demain les options budgétaires d'aujourd'hui. Le Sénat doit veiller à ce que ces politiques ne portent préjudice ni directement ni indirectement aux droits des plus faibles ou des plus démunis, qu'elles ne portent pas atteinte aux acquis de la sécurité sociale et qu'elles ne compromettent pas en particulier notre politique de santé ou notre politique d'aide aux personnes âgées.

Cela devait être dit, avec clarté ; c'est la philosophie qui nous anime et que nous voulons traduire dans l'action politique de chaque jour.

En matière économique, d'autres défis nous attendent. Nous devinons que la crise n'est pas terminée. Tous les experts que nous avons entendus, notamment dans la commission parlementaire mixte, appelée aussi commission Fortis banque, nous ont expliqué longuement que la crise n'était pas terminée. Ils nous ont prévenus et ne se sont pas trompés.

La crise sera de longue durée. Il y a, nous dit-on, des indices réconfortants. Tant mieux ! Le marché connaît des frémissements vers le haut ? Personne ne va s'en plaindre. De là à dire que nous entrevoyons déjà le bout du tunnel, il y a un pas que je ne suis pas prêt de franchir.

La crise sera aussi sévère, d'une ampleur insoupçonnée, touchant tout à la fois le monde financier et le monde économique. Par ricochet, elle commence à toucher le monde social. Même nos comportements individuels commencent à se modifier. Nous allons devoir changer de société, de vie, de culture, d'habitudes.

La crise sera aussi internationale. Tant mieux si, comme le gouvernement le laisse entendre, nous nous comportons mieux que d'autres, si nous avons mieux résisté que d'autres et si nous avons enregistré de meilleurs résultats que nos partenaires ou nos concurrents. Le régression n'est, si j'ose dire, que de 3%.

Il n'en reste pas moins que les pertes d'emplois, qui se révèlent chez nous comme chez nos voisins, montrent à suffisance que nul n'est à l'abri des chocs et des turbulences économiques.

Je ne puis donc que souscrire au diagnostic du premier ministre : la collaboration et la solidarité, à l'échelon national, à l'échelon européen, à l'échelon international, sont plus que jamais indispensables.

Comment ne pas ajouter à ce propos que des réformes vont s'imposer, notamment dans le domaine du contrôle financier ? Les chantiers sont ouverts, pour employer une expression connue.

Les illusions se sont dissipées. Nous avons voulu croire un instant que la Belgique vivait dans une bulle, oubliée, dans un coin de l'Europe du Nord. Que les Belges étaient de bons pères de famille, qui achetaient du belge auprès des bonnes sociétés belges, lesquelles tenaient des activités traditionnelles, notamment dans le secteur bancaire et financier. Et donc que notre pays pouvait ignorer les turbulences qui se révélaient à New York, à Tokyo ou dans les États de l'Europe centrale.

Nous avons pu croire un instant que, dans le microcosme belge, il allait être possible de distinguer clairement ce qu'il était convenu d'appeler le contrôle macroprudentiel et le contrôle microprudentiel, mieux : que nous allions pouvoir confier à deux institutions distinctes ces tâches différentes et qu'en cas de problème, il devrait être possible de mettre en place un organe de concertation, en réalité un mini-parlement économique (moitié CBFA, moitié Banque nationale de Belgique), pour prendre les décisions utiles et urgentes.

Tout cela a « foiré », si vous m'autorisez cette formule qui ne relève pas du langage parlementaire. Ce n'est pas moi qui le dit, c'est le baron Alexandre Lamfalussy, que nous avons entendu dans les commissions parlementaires. La réorganisation de ce contrôle au sein de la Banque nationale de Belgique peut apporter au système plus de cohérence et plus d'efficacité. Elle permettra à d'autres institutions comme la CBFA de mieux valoriser leurs tâches de protection des consommateurs et des épargnants.

Outre le dossier budgétaire et le dossier économique, il y a encore le dossier social.

En matière sociale, je me réjouis que le gouvernement ait eu à coeur de protéger et de développer l'emploi, malgré la crise ou, peut-être faudrait-il dire, à cause de la crise.

Les mesures à prendre sont multiples et nous comptons sur le dynamisme et la détermination de la ministre de l'Emploi pour mettre en oeuvre une batterie de mesures dans ce secteur hypersensible :

En prolongeant les mesures anticrise et en assurant la formation des employés pendant la période de suspension du contrat de travail ;

En prenant de nouvelles mesures pour assurer l'embauche des jeunes, avec notamment l'exonération en 2010 et 2011 des cotisations de sécurité sociale pour les jeunes peu qualifiés. Nous nous réjouissons, en particulier, que les entreprises, qui engagent un jeune travailleur au cours de ces années fatidiques, bénéficieront pendant 24 mois d'une activation de l'allocation du chômage à hauteur de 1000 euros ;

En liant l'octroi d'avantages financiers à des engagements dans le domaine de l'emploi, que ce soit pour les services d'aide aux personnes, l'Horeca ou la construction.

Je ne saurais manquer d'ajouter que, pour moi, la formation reste le meilleur passeport pour l'emploi.

Il nous reste peut-être à mieux assurer la transition entre l'école et l'emploi. E comme école, E comme emploi, sans oublier un troisième E, celui de l'environnement, voire un quatrième E, celui de l'économie. Cette règle des multiples E doit nous servir de règle de conduite.

Un mot de l'agenda. Une déclaration de politique générale se fait le deuxième mardi d'octobre et vaut pour un an. Or, dans un an, nous serons en pleine présidence belge de l'Union européenne. Cette tâche se prépare déjà dans les ministères et dans les chancelleries. Elle mobilisera le plus clair de nos énergies durant toute l'année 2010. Ne nous laissons pas distraire de l'essentiel. Une Europe plus forte et plus cohérente, une Europe d'après Lisbonne, une Europe dont nous allons, les premiers, expérimenter les institutions renouvelées, peut aussi être une réponse efficace aux défis économiques, sociaux et culturels de notre temps. Ne laissons pas absorber nos énergies par des préoccupations plus périphériques. Ne nous donnons pas en spectacle à l'Europe des vingt-sept.

Je conclus en cinq points puisque je préside un groupe de cinq sénateurs.

Le cdH apportera évidemment un soutien sans faille au gouvernement qui s'est présenté, voici deux jours, devant le Sénat pour le discours de rentrée.

Le cdH apportera, en particulier, son soutien au premier ministre dont il apprécie, chaque jour davantage, le discours ainsi que l'action discrète mais efficace, tranquille mais solide.

Le cdH apportera son soutien, il ne manquerait plus que cela, à ses ministres dont on sait qu'ils occupent les postes clés dans l'équipe gouvernementale. L'emploi et le budget, voilà les maîtres mots pour le redressement économique et social de notre pays.

Le cdH vous dit « mesdames et messieurs les ministres, mesdames et messieurs les parlementaires, avançons ! » Avançons hardiment sur la route de la lutte contre les inégalités. Avançons sur la route de la défense des acquis sociaux. Avançons sur la route du redressement de notre économie. Avançons, sans cultiver la nostalgie mais aussi sans nous précipiter dans les aventures, sur la voie de la réconciliation entre les Belges.

Le cdH présente la particularité d'occuper des postes ministériels à tous les niveaux de pouvoir. Cela nous permet peut-être de travailler de façon cohérente, sans opposer les uns aux autres, sans flatter les uns contre les autres, mais en développant des stratégies qui mettent en oeuvre l'ensemble des forces créatrices et imaginatives qui peuvent être à l'oeuvre dans notre pays.

Les Belges ont besoin d'être rassurés, malgré une conjoncture qui n'est pas très favorable. Nous affirmons notre détermination à bien faire, nous exigeons la bonne gouvernance, nous voulons oeuvrer pour le bien de tous.

Voilà le programme auquel nous adhérons de toutes nos fibres ! La session 2009-2010 ne doit pas être la session de tous les dangers, encore moins celle de tous les échecs. Elle doit être la session de tous les efforts.

Le pays ne comprendrait pas que nous nous dissipions dans des querelles partisanes, jusques et y compris dans les rangs de la majorité. Sur le plan politique, économique, social, « la patrie est en danger », pour utiliser une expression connue. Ne gaspillons pas nos énergies. Ne nous fatiguons pas dans des querelles de chapelles. Ne faisons pas de l'opposition dans la participation.

Nous serons forts si nous sommes unis. Nous faillirons, au contraire, à la tâche qui nous est assignée si nous nous dispersons, pis encore si nous nous divisons.

Je n'ai qu'un mot à ajouter à l'intention de l'équipe gouvernementale et de mes collègues : mesdames et messieurs, au travail ! Traduisez la déclaration d'intentions d'aujourd'hui dans vos actes et dans vos décisions.

Si nous réussissons à le faire, nous serons à la hauteur des espérances que le pays veut bien mettre en nous.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik kan onze kritiek op de begroting in enkele zinnen samenvatten. Onze fractievoorzitster in de Kamer heeft onze verontwaardiging over de begroting en de regeringsverklaring gisteren al uitvoerig toegelicht. Groen! is bijzonder boos omdat hier, op een ogenblik dat een wereldwijde economische crisis woedt, zonder enige schaamte een regeringsverklaring en een begroting worden voorgesteld zonder toekomstvisie en zonder ruggengraat, waarbij de `rustige vastheid' van de premier alleen maar leidt tot stilstand. Onze kinderen en kleinkinderen zullen daar de prijs voor betalen. De regering zadelt hen immers op met een begrotingstekort en met een groeiende overheidsschuld. Krijgen zij daarvoor een duurzame investering in de sociale zekerheid, in pensioenen, in een groene economie in de plaats? Niets van dat alles! De regering verkoopt hun toekomst. De Franse staatskas, SUEZ, de banken gaan met de winst lopen.

Ik wil aan deze virtuele begroting niet meer woorden verspillen. Dat de begroting virtueel is, hebt u zelf uitvoerig moeten toegeven. De bespreking ervan in de Senaat is eveneens een virtueel debat, waarbij wij het debat van de Kamer nog eens flauw overdoen. Dit tart alle verbeelding. Ik weiger nog langer mee te doen aan dit circus waarin wij - ik parafraseer de voorzitter - vinden dat wij kamertje moeten spelen in een poging het belang van onze instelling te bewijzen.

Ik zal dan ook niet ingaan op de groene voorstellen zoals de green new deal, waarmee we onze economie zouden kunnen hervormen en de crisis in een kans zouden kunnen omzetten. Onze fractievoorzitster heeft dat in de Kamer al gedaan. Toch wil ik uit respect voor onze instelling vragen ons niet langer bezig te houden met dit soort nepdebatten in aanwezigheid, met alle respect, van slechts één staatssecretaris, maar eindelijk in te zetten op echte debatten over grote vraagstukken van dit moment.

Ik wil de uitgestoken hand van de heer Tommelein aanvaarden. De Senaat zou moeten worden gebruikt voor de materies waarvoor hij bevoegd is. Laat ons een reflectie organiseren over grote thema's zoals euthanasie of een debat voeren over armoede, over alle partijgrenzen heen. Nog steeds leven heel wat mensen in ons land in armoede. Dat is een absolute schande, maar daarover wordt niet gepraat. We kunnen ons ook bezinnen over onze democratie, over onze instellingen zoals die vandaag werken. In tijden van crisis waarin de regering op zoek gaat naar alle mogelijke middelen om toch maar aan centen te raken, is een grondige reflectie over de werking en kostprijs van lang geleden opgerichte instellingen zoals de Senaat, of nog de provincies, nuttiger dan het nepdebat dat we nu voeren.

De heer Pol Van Den Driessche (CD&V). - Collega Piryns heeft een merkwaardige toespraak gehouden. Enerzijds beweert ze dat ze hier geen tijd wenst te verspillen, dat het haar hier niet aanstaat en ze er geen zin in heeft, omdat het al allemaal gebeurd is. Anderzijds raakt ze echter een reeks zeer boeiende thema's aan zoals armoede of de werking van onze instellingen. Niets belet haar om die thema's hier vandaag te bespreken of ze in de commissies aan te kaarten. Ik vind haar houding dubbelzinnig. Ze laat die kans liggen, maar wil waarschijnlijk wat vroeger naar huis. Ik vind dat onsportief.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Mijnheer Van Den Driessche, ik heb absoluut niet gezegd dat het mij niet interesseert, integendeel. Ik wil de debatten echter ten gronde voeren. Laat ons dat doen in de commissies, maar laat ons niet doen alsof de Senaat iets te zeggen heeft over de regeringsverklaring en over de begroting, alsof de regering daar vandaag nog ergens rekening mee zou houden.

De heer Pol Van Den Driessche (CD&V). - Dat is zeer zwak van u. We voeren hier het debat over de beleidsverklaring en een beleidsverklaring biedt u de kans om over alle thema's te spreken, maar u wimpelt dat af en dat vind ik flauw.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik wil daar nog één element aan toevoegen. Ik wil absoluut niet vroeger naar huis. Ik kan hier gerust de hele dag blijven. De mensen van de meerderheid achten dat blijkbaar niet nodig. Bij de stemming vanochtend was de meerderheid aanvankelijk niet eens in aantal. Als de meerderheid dit debat echt zo belangrijk vindt, dat ze dan aanwezig is en dat we dan met zijn allen debatteren.

M. le président. - La majorité était présente avec 36 membres.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Waaronder twee sp.a-senatoren!

De voorzitter. - Mevrouw Piryns, iedereen heeft hier vrij spreekrecht. Het staat u vrij denigrerend te spreken over de toespraken en de werkzaamheden van uw collega's of om de anderen de les te lezen.

U kunt echter niet vragen dat de collega's het met u eens zijn dat hier geen belangrijk werk wordt verricht. Ik verwijs naar het debat over de hervorming van het Assisenhof en dat over de bijzondere inlichtingenmethodes. U mag uw opinie geven, maar aanzie die niet als het laatste oordeel van de Senaat en evenmin over de Senaat.

M. Berni Collas (MR). - En tant que membre actif de la commission Finances et Affaires économiques et de la commission spéciale qui s'est penchée sur la crise financière et qui sera bientôt réactivée - je l'espère afin que nous puissions voter les textes attendus, notamment pour améliorer la surveillance - je consacrerai d'abord l'essentiel de mon intervention à l'architecture financière et aux mesures économiques. Je parlerai ensuite de la réforme judiciaire.

Daarna zal ik ingaan op de problematiek van de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, omdat de heer Ceder mij daarop persoonlijk heeft aangesproken.

Plusieurs organisations internationales telles que la Commission européenne et le FMI ont fait l'éloge des diverses mesures prises par le gouvernement afin de renforcer la stabilité du système financier et de pallier les effets de la crise.

Ces mesures d'aide n'ont pas été prises dans l'intérêt de la haute finance ou des gestionnaires des hedge funds mais pour sauver l'épargne des clients, pour relancer le crédit. N'oublions pas que le rôle essentiel d'une banque est d'agir comme courroie de transmission entre l'épargne et l'octroi de crédit.

Ces mesures étaient aussi destinées à protéger l'emploi des banques et à assurer un avenir à leurs actionnaires, même si je comprends la déception de ceux de Fortis dont la faillite a pourtant été évitée grâce à l'intervention du gouvernement.

Il faut savoir que les actions sont des placements à risques, même si elles étaient considérées comme un investissement de bon père de famille.

L'objectif était que l'argent continue à circuler en Belgique. Ainsi, les pouvoirs publics sont parvenus à rétablir la confiance dans les banques même si dans l'intervalle, notre pays s'est retrouvé confronté à la crise la plus grave depuis la seconde guerre mondiale.

C'est pourquoi le gouvernement a également décidé de prendre des mesures de soutien de l'économie en renforçant la compétitivité des entreprises et le pouvoir d'achat de la population.

Nous savons cependant que les marges de manoeuvre budgétaires et financières de notre État sont limitées et que notre endettement est très élevé. Il me semble dès lors difficile de prendre un nouveau paquet de mesures de relance s'il faut le financer par des emprunts, ce qui aggraverait notre endettement. Ce n'est certes pas la voie à suivre à l'avenir.

M. Delpérée a montré que notre taux de croissance était moins faible que celui de certains pays voisins. C'est vrai mais notre économie est extrêmement ouverte et nous bénéficions aussi de mesures prises en France et en Allemagne. Notre situation est relativement enviable comparée à celle d'autres pays dont le déficit annuel atteint 7 ou 8%.

Cela étant, il convient de souligner que la Belgique est le premier pays de l'Union européenne à s'engager dans la voie d'un retour à l'équilibre budgétaire.

Ce projet ne touche pas à la sécurité sociale. Il n'y aura donc pas de bain de sang social. On ne crée pas de nouveaux impôts pour les citoyens, sur les revenus de leur travail ou de leur patrimoine. On ne parle pas davantage d'augmenter l'impôt des sociétés. Bref, tout ceci est relativement indolore mais des mesures structurelles ont été prises en faveur d'un redressement des finances publiques.

En outre, le gouvernement maintient des mesures d'aide aux indépendants. Étant le fils de travailleurs indépendants, j'ai une fibre particulièrement sensible au statut des indépendants. J'apprécie donc que celui-ci soit amélioré et que les pensions et allocations familiales soient revalorisées.

Je me réjouis également que le gouvernement consacre 300 millions d'euros pour l'emploi, notamment grâce à un plan Jeunes prévoyant de fortes diminutions de charges pour l'embauche de jeunes travailleurs et des mesures pour le secteur non marchand.

De heer Tommelein heeft dit hoofdstuk al uitgebreid toegelicht.

Conformément aux recommandations de la commission spéciale chargée d'examiner la crise financière et bancaire, nous devrons établir une nouvelle architecture de surveillance financière entre la BNB et la CBFA, du contrôle prudentiel micro-économique et macro-économique, et du risque systémique.

Nous devrons également instaurer une gestion appropriée des autorités de surveillance en cas de crise systémique frappant une ou plusieurs institutions de crédit, une politique d'encadrement des bonus et des parachutes dorés et de nouveaux standards de régulation et de supervision des banques.

Je suis toutefois surpris, comme Mme Crombé-Berton, par le choix du Twin Peaks. On copie un peu ce qui se fait en Allemagne où la même voie est suivie. Il ne s'agit cependant pas de la protection absolue. En effet, ce système a été adopté aux Pays-Bas mais il n'a pas évité à ce pays une grande crise bancaire. Tentons dès lors de trouver la meilleure des solutions. C'est dans cet esprit que nous travaillerons en commission. Je rappelle d'ailleurs que l'Allemagne songe actuellement à établir une cotisation de solidarité pour les banques.

Il sera également nécessaire de sensibiliser les consommateurs à la nécessité d'améliorer leurs connaissances, de coordonner les actions des parties intéressées par la promotion des connaissances financières et d'assurer la diffusion des informations destinées aux groupes-cibles. En effet, pour restaurer la confiance dans le système financier, une régulation des modalités de commercialisation des produits financiers - information, publicité, canaux de distribution - ne saurait suffire pour protéger le consommateur face aux investissements inappropriés. Ceci doit nécessairement être complété par des efforts accrus de promotion des connaissances du public dans le domaine financier.

J'ai entendu plusieurs d'entre vous utiliser le terme « confiance ». Il est évident que tout tourne autour de celui-ci : le redressement économique, le redressement des institutions, le respect de la population envers la politique et le système judiciaire.

Avant d'aborder le paysage judiciaire, je voudrais attirer l'attention sur le fait que même s'il y a une certaine relance, la crise n'est pas terminée. Elle doit encore être gérée. Certains songent déjà à des exit strategies. Certes, on ne peut mener cette politique monétaire expansive illimitée au risque de faire grimper l'inflation et on ne peut pas relancer l'économie à force d'emprunts. Le pays, c'est-à-dire les acteurs socio-économiques, doit retrouver sa force et le chemin de la croissance.

J'en viens à un projet de réforme judiciaire que ma collègue et chef de groupe a abordé tout à l'heure. La modernisation de l'appareil judiciaire et de son fonctionnement est un projet ambitieux et louable annoncé par le gouvernement. Mais il est évident et indéniable qu'un enjeu de cette importance s'étalera sur plusieurs années. Il devra porter sur les niveaux structurels et informatiques, et sur la gestion du personnel.

Mon groupe se demande dès lors si, absorbé par cette entreprise octopusienne, on ne risque pas de passer une nouvelle fois à côté des attentes légitimes de nos concitoyens, justiciables ou non, et des acteurs de la justice.

Hier muss ich sagen, dass ich besonders besorgt bin um die Beibehaltung des Gerichtsbezirks Eupen. Ich habe in dieser Hinsicht einen Resolutionsvorschlag verfasst, den ich demnächst im Parlament der deutschsprachigen Gemeinschaft hinterlegen werde.

Il vise le maintien de cet arrondissement judiciaire d'Eupen. Le justiciable doit évidemment avoir la garantie de pouvoir accéder à la justice dans sa langue maternelle.

Je me suis exprimé dans ma langue maternelle parce que le secrétaire d'État est presque mon voisin. Entre Verviers et Bullange, il n'y a en effet tout au plus qu'une quarantaine de kilomètres. Le secrétaire d'État doit donc être aussi particulièrement sensible à cette réforme, puisque l'arrondissement d'Eupen fait encore partie d'un ensemble Verviers-Eupen, notamment pour ce qui concerne l'auditorat du travail, le tribunal du travail et le tribunal du commerce. Pour nous, une fusion des arrondissements judiciaires d'Eupen, de Verviers et de Huy est un non-sens, surtout à cause de l'aspect linguistique.

(M. Armand De Decker, président, prend place au fauteuil présidentiel.)

Dan zal ik nu ingaan op de problematiek van de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde en het eventuele belangenconflict. Ik kan niet vooruitlopen op het overleg dat we aanstaande maandagavond zullen hebben, maar de heer Ceder heeft een punt. Hij gebruikte de woorden potsierlijk, hilarisch, absurd. Ik zal die adjectieven niet gebruiken, omdat ik te veel eerbied heb voor de instellingen van dit land.

Ik ben evenwel niet kortzichtig en ik geef toe dat ik niet zie in welk opzicht de belangen van de Duitstalige Gemeenschap geschonden worden door een oplossing van dit probleem. Ik heb dat ook aan de journalisten van de televisiezender één verklaard.

De heer Lambertz is als minister-president onze vertegenwoordiger in het Overlegcomité. Ik meen begrepen te hebben dat hij niets anders heeft gezegd. U hebt trouwens ook een wet mede goedgekeurd die de verankering van de Duitstalige Gemeenschap in het Overlegcomité heeft bevestigd.

We kunnen deze zaak draaien zoals we willen, maar mocht de Duitstalige Gemeenschap toch een belangenconflict inroepen, dan hoop ik dat het gepaard zal gaan met een oplossing voor dit probleem. Anders zal ik mij op de ene of de andere manier in de Duitstalige Gemeenschap gebruikt of misschien wel misbruikt voelen.

Je souhaite ardemment que ce conflit d'intérêt, s'il est introduit par la Communauté germanophone, apporte non seulement le temps nécessaire mais mène aussi à la solution à ce problème. Sinon, je dois pouvoir le dire, je me sentirais utilisé, abusé et instrumentalisé.

Je souhaite qu'à la fin de ce conflit d'intérêt, on aboutisse à une solution structurelle non seulement pour la Communauté germanophone, mais surtout et avant tout pour la stabilité de ce pays.

Ik voelde me aangesproken door de heer Ceder. Ik kan niet vooruitlopen op de beslissing die we zullen nemen, maar ik hoop in elk geval dat ik over vier, vijf maanden niet moet vaststellen dat er nog altijd geen oplossing is voor dit probleem.

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Lieber Berni, vous êtes sans doute un homme sincère, maar de heer Lambertz heeft verklaard dat hij een brede consensus nastreeft in de Duitstalige Gemeenschap. Ik ben zeer benieuwd in hoeverre u uw intenties kunt omzetten in acties.

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Ook daar wil ik toch op reageren. Ik versta de houding van de Duitstalige Gemeenschap. Ik heb ook de heer Lambertz horen verklaren dat ze in het belang van de Duitstalige Gemeenschap zullen beslissen, waarbij ze zich namelijk zullen afvragen of ze er belang bij hebben dat de regering al dan niet ten val komt.

Het belangenconflict dat in onze grondwet is opgenomen, is geen instrument dat gebruikt moet worden in een partijpolitiek en communautair spel. We zijn bezig een instrument uit te hollen dat bestaat om op de momenten dat er conflictsituaties zijn, te zoeken naar oplossingen.

Wetend wat de uiteindelijke analyse zal zijn, durf ik de Duitstalige Gemeenschap op te roepen om haar verantwoordelijkheid op te nemen en het belangenconflict niet in te roepen.

M. Francis Delpérée (cdH). - Comme je l'ai déjà indiqué tout à l'heure, on envisage cet après-midi une série de questions qui sont hors sujet. Nous discutions de la déclaration du premier ministre de mardi et, maintenant, on parle de problèmes éthiques, de BHV, de conflits d'intérêt.

M. Lambert reprend un raisonnement qu'il a déjà tenu une dizaine de fois à la commission de Affaires institutionnelles et auquel on a déjà répondu une dizaine de fois, alors que ce n'est même pas le sujet d'aujourd'hui. Arrêtons ce cirque !

M. Geert Lambert (Indépendant). - Je ne suis pas du tout d'accord avec vous, monsieur Delpérée. Le débat relatif à la déclaration gouvernementale est un débat au cours duquel chaque thème peut être abordé.

Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - Ik hoorde destijds Stefaan De Clerck als toenmalige voorzitter van de CVP tijdens een oppositiekuur zeggen: `Ik heb de goede matrozen en een goede kapitein. We wachten alleen nog op de goede wind om te kunnen zeilen.' De huidige eerste minister neemt zijn zeilersjargon over. De premier zegt de wind niet te kunnen veranderen, maar wel de stand van de zeilen. Ik citeer even zijn lievelingsdichteres Henriette Roland Holst: `Als een die weggevoerd wordt op een schip / naar vreemde zeeë', in wier bewogen baren / hij meenge kolk verwacht, menige klip;'. Zo zou ook het zeilschip van de premier wel eens op een klip kunnen lopen.

Door de State of the Union die hier dinsdag op de wijze van paus Benedictus XVI, maar zonder de gratie en de wind van de Heilige Geest werd uitgesproken, waait geen frisse wind en worden geen zeilen bijgezet. Deze regering dobbert stuurloos voort, peddelend in het brakke Belgische water waarin burgers en bedrijven als doodzieke vissen naar zuurstof `hengelen'. Want zelfs volgens onze begrotingsminister Vanhengel is ons land al virtueel failliet.

Deze regering heeft zelfs het lef om te beloven dat de sociale zekerheid in 2013 in evenwicht zal zijn. `Wij voorzien maatregelen om de uitgaven te beperken in alle departementen en sectoren', staat er.

De door paarse liberalen en socialisten vastgelegde groeinorm van 4,5% is ook onder Van Rompuy een taboe gebleven. Franstalig links heeft beslist, Vlaanderen slikt. Wat overblijft, wordt in het Toekomstfonds gestopt. Dat komt neer op 294 miljoen euro voor een nieuw fonds. In het Zilverfonds zit tot nader order geen cent en dat zal in de toekomst, in het Toekomstfonds, niet anders zijn. Het potverteren gaat onverminderd voort. Het is de zoveelste lege doos.

Het Zilverfonds blijkt immers leeg en het Generatiepact kost meer dan het opbrengt. `Het beleid om de vergrijzingskosten op te vangen is een total loss.' Ik citeer hiermee Marc De Vos en Ivan Van de Cloot van denktank Itinera. Zij stellen vrij cru: `Er wordt in deze begroting niets ondernomen tegen de vergrijzing. Maar het is zelfs niet in een begroting van twee jaar dat je structureel de uitdagingen waar we voor staan, kunt oplossen.'

Dat komt doordat er geen enkele visie achter deze begroting steekt. De premier mag zich aangevallen voelen, zowel over de vergrijzing als over de toekomst van onze gezondheidszorg heeft zijn regering geen enkele visie, tenzij het status-quo, het `houden zo'.

Ik citeer opnieuw de Itineraprofessoren in Knack van oktober 2009: `We staan voor enorme uitdagingen en moeten onder ogen durven te zien dat de sociale zekerheid zoals die na de Tweede Wereldoorlog ontstaan is, niet langer houdbaar is. Diegenen die dat ontkennen, liquideren de sociale zekerheid terwijl ze juist het tegendeel beweren'.

Het status-quo zal niet volstaan en houdt eigenlijk in dat de volgende generatie zal mogen opdraaien voor de kosten. Het is niet nodig om nog eens een pensioenconferentie af te wachten om te weten dat we langer en meer zullen moeten gaan werken om de kosten te keren, zoals onze noorderburen gisteren al beslisten.

Maar wat is de visie van de eerste minister? Zelfs dat komen we niet te weten. Wat is zijn visie op de gezondheidszorg, behalve het dichtrijden van de tekorten wanneer dat nodig is? Voor de rest wordt geen enkel toekomstperspectief geboden, niet voor de artsen, niet voor de ziekenhuizen, niet voor de ziekenfondsen. Alleen voor het verplegend personeel zal een kruimeltje van de tafel vallen. Wat is dat voor een beleid? Wat gaat de eerste minister doen om de toenemende vergrijzing op te vangen in onze rusthuizen, verpleeginstellingen en ziekenhuizen?

Gaat hij eindelijk de administratieve verzuiling van de betalingsorganisaties aanpakken? Ze betekent een versnippering die zowel naar doelmatigheid als naar controle handenvol geld kost.

Zal hij de bejaarden zelf hun extra kosten doen betalen? Zal hij voor hen naar een nieuwe vorm van verzekering gaan? Of zal hij gewoon zitten toekijken hoe de uitgaven toenemen, de inkomsten dalen, en onze kinderen en kleinkinderen de rekening presenteren?

De vooruitgang van de wetenschap, de techniek en de geneeskunde is nooit gezien, terwijl de gezondheid niet alleen hier, maar overal ter wereld voor iedereen het hoogste goed blijft. Hoe zal de regering omgaan met deze verwachting? Door een geneeskunde op twee snelheden? Door een collectivisering van de middelen? Aangezien de regering de medische vooruitgang niet kan tegenhouden, zou ze er best rekening mee houden.

Dat zijn vragen naar een visie. Welnu, in de toespraak van de premier heb ik gelezen `dat de sociale zekerheid in 2013 in evenwicht zal zijn. En intussen wordt voor een aangepaste financiering gezorgd.' Dat zijn twee regels met aan de ene kant een loze veronderstelling en aan de andere kant een mysterieuze belofte, alsof het een fluitje van een cent is om de financiering van de sociale zekerheid eventjes aan te passen.

Met andere woorden, de regering heeft geen enkel plan, niet voor de sociale zekerheid, niet voor de gezondheidszorg, geen enkel plan en zelfs geen aanzet van visie omdat de meerderheid hopeloos verdeeld is over dit thema. De enige visie is die van de Franstalige partijen, voor wie de algemene stilstand, het algemene status-quo, wat de premier lyrisch wil verkopen als een `rustige vastheid', eigenlijk een inerte amorfe massa en blok aan ons been betekent. De premier weet maar al te goed dat die rustige vastheid alleen een alibi is om te voorkomen dat een noodzakelijke staatshervorming de gemeenschappen zou responsabiliseren, hun verantwoordelijkheid zou geven voor de werkloosheid, de kinderbijslag, de pensioenen en de gezondheidszorg. Daarom ook is het evident dat in de hele regeringsverklaring geen letter te vinden is over een staatshervorming, laat staan een grote staatshervorming.

En dan zijn er de problemen bij Justitie. Niet alleen voor mij, maar voor honderdduizenden burgers in het land heeft deze zin een hoog déjà vu-, of beter déjà entendu-gehalte: `De hervorming van Justitie is één van de grote uitdagingen voor de komende maanden.' Wat een vondst! Wat een intentie! Wat een ambitie!

Sinds de moord op de republikeinse communist Lahaut en het opblazen van het IJzermonument hebben christendemocraten, socialisten en liberalen - Opus Dei en de loges incluis - Justitie bemand, misbruikt en mismeesterd. Talloos zijn de ministers van Justitie die met hun hoogdravende plannen met hun kop tegen de muur zijn gelopen. Eén groot blunderboek is het, van de rechtsgang van de kleine man tegen de overheid, bank of verzekeraar tot het ontsnappen van Dutroux en andere misdadigers. En altijd op de achtergrond: een onzichtbare hermelijnen hand die wel zegt onafhankelijk te zijn, maar schatplichtig is.

Het is het ultieme bewijs dat Justitie niet werkt in dit land en, nog erger, niet spoort en strookt met het elementaire rechts- en rechtvaardigheidsgevoel van de burger. Wat we hebben meegemaakt van Dutroux in 1996 tot de vrijlating van Habran deze week, de schande, de onmacht en het onvermogen om van Justitie een performante eerste pijler, de meest prioritaire kerntaak van het overheidsapparaat te maken, zal ook door de vrome, maar weinig doortastende intenties niet ongedaan kunnen worden gemaakt.

Op de fameuze zeilboot zijn er trouwens ook piraten gesignaleerd. Het OCMW van Antwerpen wordt nu overspoeld door Spaanse Marokkanen. Als ze één dag werken, krijgen ze levenslang het bestaansminimum. Is dat een vorm van humanisme? Vraag het aan de artsen die nu door illegalen worden afgedreigd om valse attesten af te geven, zodat ze zogezegd kunnen bewijzen dat ze hier al vijf jaar zijn. Dat is waar het `plooibeleid' van de regering toe heeft geleid.

Het regeerakkoord heeft niets te maken met menslievendheid; maar alles met het importeren van armoede en het misbruiken van onze sociale zekerheid door mensen die nooit iets hebben bijgedragen. Daar gaat het om.

De hoogmoed, de valse pretentie van deze regering, is werkelijk grenzeloos. Premier Van Rompuy timmert zichzelf op de borst en zegt dat de implosie van het financiële systeem is vermeden. Ergo, het heet zelfs dat er kordaat werd opgetreden. Door wie? Door zijn voorganger Leterme? Door illustere sopranos van het type De Groof, Schurmans, Van Buggenhout, Verougstraete en andere spinnen in het web van de haute finance? Hebben zij de banken gered?

Ondanks de crisis merk ik dat de premier nog cadeautjes kan geven aan zijn collega's, nutteloze cadeautjes, maar ze kosten wel veel geld. Aan minister Milquet, bijvoorbeeld, 300 miljoen euro, zomaar te besteden aan banenplannen waarvan alle sociale partners zeggen dat ze niet werken. Mevrouw Milquet heeft haar asielzoekers binnengehaald en heeft nu banenplannen nodig voor haar nieuwe kiespubliek.

In de verklaring van de regering over haar algemeen beleid komt de notie Vlaanderen niet één keer voor. Met dank aan Christendemocratisch & Vlaams, met dank aan de Open Vlaamse Liberalen en Democraten. Op de rug van de Vlaamse middenstand regeren Di Rupo, Milquet en Reynders over dit land. Vanuit Parijs lacht SUEZ want het Franse non slaat maar even een gat van een half miljard euro in de begroting en brengt de balans en die van het zeilschip uit evenwicht. Er blijft ons niets anders over dan te gaan `hengelen', want de zeilen kunnen blijkbaar de winden uit Parijs niet bijstellen. Op de Vlaamse zeevaartschool zijn de premier en zijn regering gebuisd.

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - De staatssecretaris moet mij toch eens vertellen hoe in de Ministerraad wordt beslist over de vertegenwoordiging van de regering in de Senaat. Als punt 67, `vertegenwoordiging regering in de Senaat' aan bod komt, kruipt iedereen op een gegeven ogenblik dan onder tafel en moet diegene die het langst blijft zitten, de regering vertegenwoordigen, in dit geval de heer Wathelet? Ik waardeer het in elk geval dat de staatssecretaris hier aanwezig is.

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - De leden van de regering vechten om in de Senaat aanwezig te mogen zijn! Ik heb mijn kans gegrepen.

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Wat te zeggen over een regeerverklaring waarbij op een bepaald moment de halve assemblee zat te kletsen, terwijl de eerste minister zijn intenties kenbaar maakte voor de komende twee jaar? Dat getuigt niet van veel respect. Collega Delpérée leek duidelijk geïrriteerd door het gedrag van enkele collega's, uit de meerderheid bovendien.

Toch heb ik begrip voor het gebrek aan aandacht. De nieuwbakken sp.a-fractievoorzitter was er zelfs niet. Hoeft ook niet. De verklaring wordt goedgekeurd meerderheid tegen oppositie, in de Kamer althans, want hier komen we niet aan stemmen toe. De fractievoorzitter beluisterde de regeringsverklaring in het huis hiernaast. Dat zegt veel over het huis hier.

Een tweede reden waarom de regeringsverklaring hier beter wordt geschrapt, is dat men de zaken gedetailleerder en sneller verneemt via de media. De regeringsverklaring is gereduceerd tot een soort actua-overzicht van de jongste maanden. Ik kan de overzichten van Chris Van den Abeele op Radio 1 beter waarderen dan wat we hier dinsdag moesten aanhoren. `Roestige vastheid' zou ik zeggen.

Zo wisten we al lang dat het btw-tarief voor maaltijden in de horeca naar 12% zou dalen. Is dat nu het glijmiddel dat nodig is voor een algemeen rookverbod in de horeca? Ik ben mijn CD&V collega's bijzonder dankbaar dat zij het wetsontwerp van mevrouw Onkelinx tot invoering van een halfslachtig rookverbod evoceerden. Op die manier kan de Senaat nog eens zijn nut tonen en een algemeen rookverbod goedkeuren. De effecten voor de volksgezondheid en dus voor de begroting zouden enorm groot kunnen zijn, mocht deze moedige beslissing genomen worden.

De wetenschappelijke studies liegen er niet om. Met de invoering van een algemeen rookverbod in de horeca zullen minder jongeren beginnen roken. De werknemers binnen de horeca zullen minder hinder ondervinden en minder ziek worden. Er zullen minder verslaafden zijn, met alle psychologische en neurologische gevolgen van dien. Minder mensen zullen vroegtijdig overlijden of longkanker, keelkanker en slokdarmkanker krijgen. Er zullen minder hartaanvallen voorkomen. Bepaalde mensen, die niet roken, maar bijvoorbeeld longlijder zijn, zullen minder snel naar de spoeddienst moeten. Minder mensen zullen lijden aan tromboses, hart- en vaatziekten. Het ongeboren leven zal beter beschermd zijn. Ook onze kinderen zullen beter beschermd zijn.

Wie durft een algemeen rookverbod nog tegen te houden?

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Niemand.

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Dank u.

Waarom werd angstvallig vastgehouden aan de fetisj groeinorm van 4,5% in de gezondheidszorg, maar werd geen visie ontwikkeld? Waarom konden een paar extra's voor de gezondheidszorg niet naar de 3 000 volkscafés gaan in de vorm van een eenmalige premie? Dat zou ocharm 3 miljoen euro kosten. Men kon dan tegelijk het algemene rookverbod invoeren. Zo zouden de problemen rond de discriminatie worden weggewerkt en zou een positief effect op de volksgezondheid worden gegenereerd. Bovendien zou dat ook leiden tot minder kosten in de gezondheidszorg, en dus zowaar tot een besparing!

Het mag niet zijn. Er mag niet worden bespaard in de sociale zekerheid, rien dans la sécu. Hier toont de PS zich de grote winnaar. Als ik de kranten mag geloven, komen er nog veel meer middelen voor de sociale zekerheid. Zelfs Marc Justaert wordt er terecht ongemakkelijk van.

Want er is geen visie in het beleid! De regering verwijt de bedrijven en de banken aan kortetermijndenken te doen. Elk trimester moeten tussentijdse cijfers worden bekendgemaakt en elke drie maanden moet het meer zijn want dan volgen de bonussen. Dat verwijt de regering de banken en bedrijven, terwijl ze zich zelf bezondigt aan kortetermijndenken. Langetermijndenken is kijken wat je de afgelopen tien jaar hebt gepresteerd en kijken wat je de komende tien jaar gaat doen.

De realiteit is dat de afgelopen tien jaar, in een periode van hoogconjunctuur nota bene, niet werd bespaard, met dank aan paars en paarsgroen. Ook de komende tien jaar zal niet worden bespaard. De komende twee jaar wordt zelfs 50 miljard euro te weinig bespaard. Ik zet dit bedrag even om in oude Belgische frank, dan beseft men beter hoe diep de krater is: er gaapt een gat van 2000 miljard Belgische frank! Driewerf hoera: als SUEZ het belieft, besparen we ongeveer 100 miljard Belgische frank! Dat is een schande.

Er is geen visie, geen langetermijndenken. Dat kon ook niet want dit is een door de Franstaligen gedomineerde regering. Overal waar Franstaligen de plak zwaaien, wordt de tering niet naar de nering gezet: in de Brusselse regering niet, in de Waalse gewestregering niet en in de Franstalige gemeenschapsregering niet. Alleen de Vlaamse regering zal ervoor zorgen dat er in 2011 een evenwicht is teneinde in de economie en in een nieuw sociaal beleid te investeren, zoals de Vlaamse kinderbijslag en de Vlaamse hospitalisatieverzekering.

Premier Van Rompuy vraagt visie van de oppositie. Welnu, dit is onze visie. Dit is het begin van een Vlaams sociaal beleid. Dit is een begin van een Vlaams Energiebedrijf dat een Telenetoperatie ambieert op het vlak van energie. Dit is visie en dit staat in schril contrast met SUEZ dat de regering nu bespeelt als een marionet. SUEZ betaalde nog geen euro en zal geen euro betalen. De schamele begroting staat nu al op de helling.

Ik moet eerlijk blijven: één minister toont visie, namelijk Pieter De Crem. Ik weet niet of zijn visie goed is, ik ken de details van zijn plannen niet. Uit wat ik uit de krant en dus niet uit de regeerverklaring verneem, blijkt dat hij keuzes maakt. Hij is de enige met een visie, of toch niet helemaal. Ook de PS heeft een visie: rien dans la sécu; hiermee spreken ze het doodvonnis van de Belgische sociale zekerheid uit. Dat is misschien een cynische of sarcastische visie, maar het is er wel een.

Waarom wordt niet bespaard in de sociale zekerheid? Waarom wordt niet bespaard in de gezondheidszorg?

Dat hoeft de patiënten geen pijn te doen. Het niet goedkeuren van een algemeen rookverbod, dat doet de mensen pijn, letterlijk. Het doodt hen. Ik vraag me af of iedereen hier dit echt beseft. Of tekent iedereen straks zonder gewetensproblemen de lettre de cachet?

Onlangs werden de referentiebedragen doorgegeven. Tientallen ziekenhuizen moeten een aanzienlijk bedrag aan de overheid terugstorten. Sommige zouden tot 340 000 euro moeten ophoesten. Tegelijk bleven vele tientallen ziekenhuizen netjes onder de norm. De referentiebedragen zelf zijn blijkbaar staatsgeheim. Tot op heden kreeg niemand ze te pakken, al moet ik eerlijk toegeven dat mevrouw Onkelinx gisteren dan toch op mijn vraag antwoordde: elf Vlaamse ziekenhuizen overschrijden de norm, vijftien Waalse en maar liefst acht Brusselse! De ziekenhuizen die het goed deden, worden niet beloond. Fundamenteel probleem is echter dat het bonus-malussysteem wél geldt voor de ziekenfondsen en niet voor de ziekenhuizen. Meten met twee maten. Ofwel keren de boni, wegens verantwoordelijk handelen, terug naar de ziekenfondsen én de ziekenhuizen. Ofwel gaan ze in beide gevallen terug naar de overheid. Is dat geen mooie besparing? Of is de staatssecretaris ook bang van de ziekenfondsen?

Visie in de gezondheidszorg is bijvoorbeeld werk maken van responsabiliseren. Ik vind daar niets over terug. Het zijn trouwens niet mijn woorden, maar die van Marc Justaert van de CM!

Een derde reden ten slotte om niet aandachtig te luisteren naar de regeringsverklaring. Als je de echte details wenst te kennen, bijvoorbeeld over de gezondheidszorg in mijn geval, kan je beter informatie losweken bij de leden van de algemene raad van het RIZIV. Dat zegt toch veel over de politiek, nietwaar collega's? Daar verneem je bijvoorbeeld dat er een dikke 8 miljoen naar de tandartsen gaat voor onder andere parodontologisch onderzoek. Dat er 300 000 euro naar beschut wonen gaat, ruim 12 miljoen naar de kinesitherapeuten, 2 miljoen naar de psychiatrische ziekenhuizen en dat er 100 miljoen euro bespaard wordt bij klinisch biologen en radiologen. Enzovoort.

Mevrouw Onkelinx bespaart, maar ze deelt ook zeer veel snoepjes uit. Bonbons zou ik ze niet durven noemen. Zoethoudertjes veranderen namelijk niks structureels.

Ook de farmaceutische industrie mag weer lineair tientallen miljoenen euro's ophoesten. Net zoals de fiscale en sociale fraude is dat een ware evergreen geworden. Eén lichtpunt: de verpleegkundigen krijgen een herwaardering en dat is zeer terecht.

In tijden van crisis slaagt mevrouw Onkelinx erin een groter budget naar de sociale zekerheid te draineren. Wie kan daar nu tegen zijn? Ik. Omdat ik verder kijk dan de komende twee jaar. Met die extra middelen laat mevrouw Onkelinx het huidige systeem nog een paar jaar doordraaien, maar de gezondheidszorg is als een mummie: netjes omzwachteld, ziet er goed uit, maar ze is, vanzelfsprekend dood, meer nog, ze is rot. Die paar extra zilverlingen vormen opnieuw een alibi om niet structureel en met visie de gezondheidszorg te hervormen. Een gezondheidszorg op maat van de gemeenschappen, lees, een staatshervorming, is de enige oplossing om in de toekomst een betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg te garanderen.

Preventie is trouwens al een gemeenschapsbevoegdheid en het was minister Vanackere, tevens vice-eersteminister en niet meteen de meest rabiate flamingant, die in het kader van de begrotingsdiscussie duidelijk pleitte voor het respecteren van de bevoegdheden. Is de regering van plan gehoor te geven aan de oproep van haar vice-eersteminister?

Waarom nog moeite doen om naar de regeringsverklaring te komen luisteren? Een verklaring zonder visie. Hebben de babbelaars onder jullie gelijk? Misschien. Toch trok één term mijn aandacht en ook die van de media. `Rustige vastheid.' Dat stond niet vooraf in de kranten. Voorwaar de zegen van de verklaring. Het licht in de tunnel. De ultieme voorzet voor een ultieme haiku:

Roestige vastheid.

Havik klem in wolfsijzer. Bloedend, stervend, dood.

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Allereerst verontschuldig ik me bij de heer Delpérée. Het was geenszins mijn bedoeling de indruk te wekken dat hij geen Nederlands zou begrijpen.

Zoals senator Van Den Driessche zonet zei, meen ook ik dat in een debat over `de staat van de Staat' elk thema aan bod moet kunnen komen. Als dat niet het geval zou zijn, zou ik dat ten zeerste betreuren.

M. Francis Delpérée (cdH). - Monsieur Lambert, je vous remercie de cette précision. Nous pouvons nous écouter, nous pouvons nous comprendre, mais nous ne sommes pas obligés d'être d'accord.

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Ik heb veel sympathie voor de staatssecretaris als persoon, maar betreur dat de eerste minister het alweer niet nodig vindt aanwezig te zijn tijdens een debat over de beleidsverklaring aan de start van het politieke jaar. Ik vraag de staatssecretaris met aandrang dit probleem binnen de regering te bespreken.

Het cynisme van de premier kent geen grenzen. Hij gaat er zelfs prat op. Zijn afwezigheid komt misschien zijn eigen nachtrust ten goede, maar ik vraag me af of de begroting de nachtrust van zijn eigen kleinkinderen ten goede zal komen. Zullen zij wel goed slapen als ze beseffen welke ravage er vandaag wordt aangericht en welke puinhoop er voor hun generatie wordt nagelaten?

Met deze begroting is het land helemaal niet voorbereid op toekomstige uitdagingen. Volgens de heer Tommelein moeten de klimaatcrisis, de vergrijzing en de economische crisis worden aangepakt. Dat gebeurt niet. De eerste minister zegt dat men van hem geen visie moet verwachten, want een visie kost geld en dat is er niet. Alle economen zouden het erover eens zijn dat structurele maatregelen in tijden van crisis onverantwoord zijn, dixit de premier. Als ik voortga op de beleidsverklaring, dan hebben de economen blijkbaar de regering geadviseerd een paar jaar aan te modderen en de volgende generatie de grote beslissingen te laten nemen. De regering verschuilt zich achter slogans, en vooral achter de fameuze vijf `werven'. Zelfs als die vijf werven cruciaal zijn voor de samenleving, zijn ze nog belangrijker voor het overleven van de regering. Drie van de vijf werven zouden zogezegd klaar zijn.

In de Vlaamse pers was te lezen dat de familie van de eerste minister wegens verbouwingswerken aan de eigen woning, tijdelijk de ambtswoning van de eerste minister gaat bewonen. Zo een intrek van een eerste minister en zijn gezin was lang niet meer het geval. Welnu, ik hoop dat de werkzaamheden aan het eigen huis beter uitgevoerd worden dan de verbouwingen die de premier voorstelt voor het land. Het werkveld energiebeleid is een schoolvoorbeeld van geïmproviseerd knoeiwerk waarbij zelfs de slordigste aannemer in ons land het schaamrood op de wangen zou krijgen. SUEZ-baas Mestrallet lacht de Belgische regering uit in het gezicht, en terecht.

We hebben in ons land drie staatssecretarissen die op een of andere manier bevoegd zijn om de fiscale fraude aan te pakken. Daarom organiseren we maar zelf, met onze minister Paul Magnette, een manier om fiscaal aan alles te kunnen ontsnappen! Zouden veel bedrijven niet graag met de regering gaan onderhandelen over hoe ze straks geen belastingen moeten gaan betalen?

Onze premier is voorstander van `onderhandelde oplossingen'. Een oplossing via onderhandeling heeft maar twee nadelen: ten eerste wordt er niet onderhandeld en ten tweede komt er geen oplossing. Vandaag legt SUEZ zijn wil op en incasseert bovendien. We weten in de verste verte niet wat de regering van plan is met de eigenlijke energievoorzieningen. De oudste kerncentrales blijven tien jaar langer open. Daar lijkt ernstig over nagedacht te zijn, maar een visie over onze energiebevoorrading in de toekomst ontbreekt. Wat zal er gebeuren met de nieuwere kerncentrales? Blijven die ook langer open of mogen we dat nog niet weten? Heeft de regering al een oplossing voor het bijkomend kernafval? Of komt die pas na de verkiezingen? Wat gebeurt er met Synatom? Hoe staat het met het aandeel daarvan? Parlementsleden, kamerleden of senatoren krijgen van de regering geen concrete antwoorden op hun vragen maar worden met een kluitje in het riet gestuurd. Ik zal straks aandelen kopen van SUEZ en van Electrabel. Op die manier kan ik als aandeelhouder die extra bevoegdheid heeft gekregen, op een aandeelhoudersvergadering de vragen stellen, die ik graag door de regering had beantwoord gezien, namelijk wat er afgesproken is met Electrabel, en wat er concreet uit de bus zal komen. Ik ben er vrij zeker van dat ik op de aandeelhoudersvergadering een opener en eerlijker antwoord zal krijgen dan ik tot nu toe van de regering heb gekregen. De werf over energiebeleid heeft bitter weinig resultaat opgeleverd.

De werf over de begroting is klaar. Er is prima politiek werk geleverd: de regeringsleden kunnen overal zeggen dat er iets is gedaan! Aan wie klaagt in de horecawereld dat er geen btw-tarief van 6% is ingevoerd, kan worden geantwoord dat er toch een tarief van 12% is gerealiseerd. Aan de kleine spaarders kan de regering zeggen dat er niet aan de roerende voorheffing werd geraakt, maar ze zal verzwijgen dat de banken wel de grote factuur die ze zogenaamd hebben gekregen, integraal kunnen doorrekenen. Over Electrabel hebben we het al gehad. Zo kunnen we doorgaan. Over elk punt dat de regering heeft aangekaart, is wel iets terug te vinden in de regeerverklaring, maar uiteindelijk is er niets effectief gerealiseerd. Er is een begroting, maar daar eindigt het goede nieuws. De regering heeft knip-, plak- en vliegwerk verricht. Om alle regeringspartijen tevreden te houden heeft de regering op geen enkele vlak structurele ingrepen gedaan. Die zijn nochtans nodig. Als we de kosten van de staatsschuld en de vergrijzing niet volledig op de schouders van de volgende generatie dumpen, moeten we vandaag de zeilen van het schip bijstellen en een andere koers beginnen varen. Het plan dat de vergrijzingskosten moet helpen opvangen, staat zelfs nog niet in de steigers. Het ACV en het ABVV zijn laaiend enthousiast over de begroting. Wie zich de houding van de vakbonden tegenover het Generatiepact herinnert, wie weet hoe hervormingsgezind die organisaties zijn, weet dat er niets gebeurt. Er wordt niet geraakt aan de dure heilige huisjes die we ons niet meer kunnen permitteren. De brugpensioenen worden niet meer onder de loep genomen terwijl onze buur Nederland het heeft aangedurfd om een niet-populaire maatregel te nemen en de pensioenleeftijd heeft opgetrokken tot 67 jaar.

De kosten voor de ziekteverzekering mogen blijven stijgen.

Er is geen enkele hervorming van de sociale zekerheid ingezet. Hoe komt dat? Is dat omdat ze geld te over heeft? Gelooft de premier dat de volgende regering de budgettaire problemen zal kunnen wegtoveren? Of vertikt de regering het haar verantwoordelijkheid te nemen en laat ze de volgende generaties simpelweg stikken?

Ik begrijp dat de regering het tot 2011 wil volhouden, maar dat ze het welzijn en de welvaart van de kleinkinderen opoffert voor de lieve vrede binnen de regering is niet de rust brengende boodschap waarnaar de bevolking verlangt. Neen, mijnheer Delpérée, dat is niet discret et efficace. De regering heeft een verpletterende verantwoordelijkheid. Ik sta niet alleen met mijn kritiek en breng geen zuiver oppositieverhaal. De jongerenorganisaties van de twee Vlaamse regeringspartijen hebben zeer duidelijk gezegd dat ze de regering bedanken voor het cadeau dat ze aan hun generatie nalaat. Door nu te kiezen voor de weg van de minste weerstand en slechts 3,3 miljard te besparen, schuift de regering de problemen naar hen door en ze beseffen dat. Ik hoop dat ze straks sterker zullen staan, dat ze `sterk zullen zijn in moeilijke tijden'. Het is trouwens opmerkelijk dat jong-CD&V geen kritiek heeft op het uitblijven van een grote staatshervorming of van enige verwijzing daarnaar, nochtans de verkiezingsbelofte waarmee CD&V de verkiezingen van 2007 won. Blijkbaar was het dan toch een goede zaak om Yves Leterme naar Buitenlandse Zaken te verhuizen opdat hij zich niet meer zou moeien op het interne vlak. Misschien heeft jong-CD&V het opgegeven of misschien denken ze aan het pijnlijke lot dat een vorige voorzitter was beschoren na zijn aanhoudende kritiek op het grote niets. Die grote staatshervorming is een van die werkterreinen die later wel zullen komen, beweert de eerste minister. Het wordt gewoon uitgesteld, waarschijnlijk tot er weer verkiezingen zijn en het weer als campagnethema kan worden gebruikt. Ik zie geen andere reden voor een verder uitstel.

Ik weet dat mijn kritiek als water van een eend afdruipt. De regering is er nog en blijkbaar was dat de grootste bekommernis van de laatste onderhandelingen. Overleven was de boodschap en de rest is oppositiepraat. Wat wij vragen is echter belangrijk. Zorg ervoor dat de jongeren niet het kind van de rekening worden. Mijn generatie betaalt vandaag nog steeds de rekening van wat politici in de jaren zeventig hebben uitgespookt. De huidige regering maakt nu opnieuw een put. Daarvoor zal 20, 30 jaar moeten worden betaald. Laat de jeugd de crisis niet betalen en zorg ervoor dat de vergrijzing betaalbaar blijft. Niemand verwacht vandaag een volledig gezonde begroting, maar probeer ten minste enkele structurele maatregelen te nemen die de ontsporing van de staatsschuld tegenhouden. De heer Delpérée zei daarjuist: La patrie est en danger. Hem parafraserend zeg ik: La nouvelle génération est en danger. Als de regering niet in staat is een paar structurele maatregelen te proberen, omdat er te veel partijen in de regering zitten, dan heeft het geen zin om het tot 2011 vol te houden en het Europees voorzitterschap op te nemen. Dan moeten de werven een andere architect krijgen die wel bereid is fundamenten te leggen die straks overeind blijven.

De heer Pol Van Den Driessche (CD&V). - We leven in moeilijke en verontrustende, maar tegelijk ook boeiende tijden.

Ik verwijs naar wat collega Vandenberghe fijntjes heeft opgemerkt over Fortisgate. Als gewezen journalist en als historicus, net zoals collega Vander Taelen, zou ik de waarheid willen kennen over de echte machinaties achter dat dossier. Dat wordt een veel boeiender relaas dan vele boeken over de instellingen en dit huis.

Ik wil vandaag echter ook uiting geven aan mijn vreugde. Sinds de tijd dat ik een lange broek begon te dragen, wordt benadrukt dat onze ontwikkelingssamenwerking tot 0,7% van het bbp moet worden opgetrokken. Ik heb nooit anders gehoord in het bewegingsleven.

Vorig jaar is de ontwikkelingssamenwerking geruisloos naar 0,6% opgetrokken. Geen enkele krant heeft bericht over de 250 miljoen euro netto extra.

De huidige regeringsverklaring stelt 0,7% voor. Het gaat om 113 miljoen euro extra. Na tientallen jaren praten wordt het doel bereikt.

Iedereen zou daarmee blij moeten zijn. Toch kopt vandaag een krant: `Eten genoeg, maar één miljard mensen lijden honger.'

Gaan we het probleem oplossen met die 0,7%? Natuurlijk niet, maar we doen er wel iets aan! Ik vind het moedig dat de regering in economisch moeilijke tijden toch het budget voor ontwikkelingssamenwerking optrekt.

Eén miljard mensen, kinderen van humanisten, gelovigen van welke overtuiging ook, weten niet of ze 's avonds nog in leven zullen zijn. Dat kan toch niet. De honger moet de wereld uit.

Vorige zondag ging wereldwijd aandacht naar pater Damiaan, over wie een vorige minister van Buitenlandse Zaken nogal lacherig deed. Pater Damiaan deed echter wat wij allemaal willen: op het terrein hard werken om de levenskwaliteit van de mensen te verbeteren.

Sommigen onder ons klagen over hun spaarboekje dat zo weinig opbrengt en over het geld dat ze in de Fortiszaak verloren hebben. We hebben geen reden tot klagen. Wij worden getroffen door een economisch-financiële crisis, maar de armsten in de wereld worden er tot stervens toe door gegeseld.

Verder is er veel gezegd over de staatshervorming. Iedereen weet dat ik voorstander ben van nieuwe stappen. Vandaag loopt er te veel vast. Er zijn grondige aanpassingen nodig.

Collega Ide, ik meen dat de tijd is aangebroken voor een groot nieuw akkoord dat via onderhandelingen tussenVlamingen en Walen, Duitstaligen en Brusselaars kan worden gesloten. De laatste dagen is weer veel gezegd over de Senaat. Misschien kan de Senaat een forum bieden om een oplossing te vinden voor onze institutionele problemen.

Ik roep de Franstaligen op - ook onze voorzitter is daarvoor gewonnen - om eindelijk om de tafel te gaan zitten en om echte besprekingen te voeren en onderhandelingen te starten met de vaste wil om tot een akkoord te komen.

Laten we de `nons, de njets en de taboes' opgeven zodat we over enkele maanden succes kunnen boeken.

Mme Anne-Marie Lizin (Indépendante). - Je voudrais commencer mon intervention en saluant une chef de groupe que j'ai beaucoup appréciée pour son travail et, plus particulièrement, pour sa dernière proposition qui, je l'espère, poursuivra son chemin. Le machisme est a son comble, dans les partis politiques. Elle en est victime et c'est dommage.

Pour en revenir au sujet qui nous occupe, cette déclaration contient des aspects positifs. Les décisions prises en matière de dépenses de santé sont importantes. La population belge n'est pas la plus mal lotie dans les statistiques relatives au vieillissement, mais la Belgique fait quand même partie des pays d'Europe où le problème est lourd. Plus l'âge avance, plus les dépenses de santé augmentent. Il est essentiel d'être attentif à cette évolution.

Je ne voudrais pas m'attarder ici sur le « Fortisgate », mais je tiens quand même à souligner l'importance du rôle de responsables français dans la préparation de cette déclaration de politique générale. Nous verrons bien quels seront les épisodes suivants du « Fortisgate » ; un jour ou l'autre, on admettra l'ampleur de la manipulation commise.

Mais l'accord relatif au nucléaire a été une telle gifle que le secrétaire d'État au Budget ne peut que s'intéresser aux pratiques telles qu'elles apparaissent dans les informations livrées, hier, au public.

Quant au fond de l'affaire, ô miracle, le gouvernement a enfin compris que, depuis des années, M. Verhofstadt avait raison lorsqu'il disait que cette loi - je n'ai d'ailleurs pas voté en faveur de celle-ci - ne serait jamais appliquée. Il n'empêche que certaines personnes sont venues, à cette tribune, soutenir cette loi dont on savait qu'elle serait inapplicable. Exemple : les écologistes. Vous me direz qu'ils ne font pas partie du gouvernement fédéral. D'accord, mais ils font partie des autres exécutifs. S'ils veulent vraiment montrer qu'ils ont une position solide en la matière, il existe un argument tout simple : remettre en cause leur participation aux gouvernements régionaux. Mais ils ne le font pas. Tout cela atteste d'une grande hypocrisie, présente depuis le début.

Je rappellerai à cet égard que dans une ville bien connue de Wallonie, une équipe MR-PS a réussi à négocier un accord pour dix ans, alors qu'un gouvernement fédéral comprenant quelques poids lourds a mené une négociation pour quatre ans, caractérisée par une grande faiblesse.

J'ajouterai qu'il va de soi que le patron de GDF SUEZ, qui conteste le paiement de la somme prévue en 2008, n'a pas l'intention de payer non plus en 2009. Il aurait été stupide d'imaginer que M. Mestrallet ne se protégerait pas en confirmant sa décision et donc en soulevant l'illégalité de l'accord conclu l'an dernier. Cette année, le gouvernement belge a atteint le sommet du ridicule : un ministre a osé dire que l'on avait inscrit ce montant au budget en sachant qu'il ne serait pas versé. Où est la tutelle ? Quid des comportements « normaux » en matière budgétaire ? Qui ose faire ce que l'on n'oserait pas faire dans un village quelconque de Flandre ou de Wallonie ? Non seulement on sait que le montant est contestable et contesté, mais encore qu'on ne l'aura pas, ce qui signifie que l'on a une analyse claire de la fragilité du point de départ, et l'on continue quand même !

Puis on s'étonne d'être ridiculisé dans la démarche, ce qui est pourtant bien normal.

Pour ce qui est de changer la loi, ce sera finalement la formule que j'avais proposée qui viendra à l'ordre du jour.

Qu'a-t-on fait pour la sécurité nucléaire ? Le véritable problème reste entier. Des centrales prolongées sont des centrales dont la sécurité s'affaiblit petit à petit. Il faut donc prévoir, quelle que soit la période de prolongation, une autre façon d'assurer la sécurité.

J'aborderai à présent deux points importants dans tout pays qui se respecte : les services de sécurité et les services de sécurité civile. Ils font partie du processus qui structure l'État et présentent, du reste, l'avantage de ne pas devoir être grappillés à quelque entreprise française rentable.

La réforme des polices va avoir dix ans. Elle a été enclenchée à la suite de l'affaire Dutroux, à une période chargée d'émotion pour la population. Dix ans plus tard, force est de constater que l'on ne consacre plus les moyens nécessaires à l'application correcte des critères de sécurité. Ainsi, dans toutes les zones du pays, aujourd'hui, on calcule la réduction des effectifs. On dispose d'un peu d'argent pour le fonctionnement mais on n'a plus la possibilité d'assurer les effectifs. C'était écrit dans les critères de la KUL. De plus, le gouvernement n'a jamais reposé le problème, malgré une promesse en ce sens de la part de M. Verhofstadt, voici cinq ans.

Le trafic d'être humains est actuellement à son maximum. Le Sénat doit bien évidemment s'en préoccuper à nouveau. On nous annonce une grande conférence au Palais d'Egmont. C'est parfait, mais il faut aussi gérer correctement les services de sécurité et leur donner les moyens de travailler. Le gouvernement donne une impression de grande faiblesse à cet égard.

Parlons à présent des services de sécurité civile. On annonce une réforme qui, petit à petit, se vide de son contenu mais manque surtout d'un budget pour réussir. En conséquence, vous allez droit dans le mur. Rendez-vous à la prochaine catastrophe ! Vous verrez que rien ne sera coordonné dans les services de sécurité civile et que tout le monde continuera ses petits calculs régionaux.

J'émettrai une suggestion que vous pourrez, monsieur le secrétaire d'État, distiller aux membres du gouvernement. Je propose que l'on s'occupe des politiques qui ne coûtent pas grand chose et qui ne sont pas non plus prises en considération.

La plus importante, selon moi, est l'évolution catastrophique du communautarisme dans les grandes villes et en particulier aux alentours de Bruxelles. L'opinion publique s'indigne du port du voile dans les écoles primaires et de la présence de la burqa dans les rues du pays. Ces questions suscitent des manifestations de fond. Cette évolution du communautarisme qu'on laisse s'implanter, particulièrement dans la capitale, doit faire l'objet de toute notre attention. Et cela ne coûte rien. Il en est de même pour la polygamie qui n'est plus un secret dans certains quartiers et des mariages forcés.

Début novembre, nous remettrons, au nom de plusieurs associations de femmes wallonnes, un prix à Karima, une petite dame de Verviers d'origine marocaine. Celle-ci se trouve au coeur d'un véritable mouvement populaire qui veut faire bouger les choses. Cet événement vous paraîtra peut-être étranger à la présente discussion de la déclaration de politique générale. Il n'en est rien. Ce mouvement veut en effet attirer l'attention sur un problème dont les citoyens de notre pays souhaitent que le gouvernement s'occupe.

Permettez-moi une autre suggestion. Préoccupons-nous des crimes de guerre à Gaza au lieu de nous aplatir à Genève comme nous l'avons fait vendredi dernier. Notre pays n'a même pas osé reprendre la parole au sein du Conseil des droits de l'homme. Pareille action ne coûte rien non plus mais peut permettre à la Belgique d'affirmer son existence, comme elle l'a fait par le passé avec la loi sur la compétence universelle.

La déclaration gouvernementale est un texte médiocre. De plus, pour en revenir au débat nucléaire, il me paraît vraiment regrettable que le gouvernement n'ait réussi à obtenir des résultats que pour quatre ans.

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - In de eerste plaats wil ik mij verontschuldigen voor mijn aanwezigheid. (Gelach)

Ik heb dit debat bijgewoond, maar ik heb begrepen dat de senatoren meer hadden verwacht. Ik verontschuldig mij daar dan ook voor.

Ik weet dat deze assemblee niet bevoegd is voor de begroting, maar we hebben het daar vandaag toch over gehad. Ik heb als staatssecretaris voor Begroting zelfs enkele vragen van de heer Vande Lanotte beantwoord. Als hij mij daar een vraag over stelt, kan ik toch niet anders dan antwoorden.

Ik heb ook een aantal zaken gehoord die voor mij onaanvaardbaar zijn. Mevrouw Piryns verklaarde dat dit een virtuele begroting is. Ik kan haar nu moeilijk overtuigen van het tegendeel omdat haar aanwezigheid virtueel is geworden.

Wanneer men een structurele inspanning levert van 3,4 miljard, in overeenstemming met de Hoge Raad voor de Financiën en het stabiliteitsprogramma, kan ik echt niet aanvaarden dat men dit een virtuele begroting noemt.

Il a été reproché à plusieurs reprises que le budget ne comporte aucune mesure relative au vieillissement de la population. Il faudrait quand même que l'on comprenne que du point de vue budgétaire, la meilleure mesure à prendre en vue d'assumer le coût du vieillissement de la population est assurément le retour à l'équilibre budgétaire en 2015. La meilleure manière de pouvoir payer ces coûts, entre autres les pensions, est d'avoir des finances saines, des finances publiques ayant retrouvé un équilibre.

À cet égard, l'année 2010 sera une année charnière. Je rappelle que l'année 2010 connaîtra une croissance de 0,4%. Cela paraît être une bonne nouvelle car nous venons de très bas. En 2009, nous avons enregistré en termes de croissance budgétaire le chiffre le plus faible depuis la deuxième guerre mondiale.

Nu hebben we een groeinorm van 0,4% en iedereen vindt dat fantastisch. Het blijft echter de laagste groeinorm sinds de jaren negentig. Dat betekent bijna een stilstand. Daarom moeten we voorzichtig blijven.

C'est la raison pour laquelle nous devons, dans le courant de cette année, coupler ce retour vers l'équilibre budgétaire en 2015 au maintien de certaines mesures de relance. Je réponds donc à la critique émise par le sp.a que nous maintenons effectivement toute une série de mesures de relance. Nous avons choisi celles qui ont les meilleurs effets pour le retour à un peu plus de croissance. J'en veux pour preuve, outre les mesures en matière de construction, celle qui a été prise dans le domaine de l'emploi, à savoir le chômage temporaire autorisé pour les employés qui, malheureusement, a bien marché. Je dis « malheureusement » parce que j'aurais préféré ne pas devoir recourir à ce mécanisme consistant à moduler le temps de travail, à cette mesure de chômage temporaire. Néanmoins, la situation économique est telle, les risques de perte d'emploi sont tels que nous utilisons ces mesures qui ont montré leurs effets.

Lorsqu'on nous dit que tout va mal et que nous ne prenons aucune disposition pour lutter contre la crise, que le plan de relance n'est pas suffisant, que la situation budgétaire est vraiment mauvaise, je réplique qu'il faut comparer la Belgique à ses pays voisins. Notre résultat budgétaire est nettement meilleur que celui des pays voisins et la Belgique est quasiment la première à prendre ces mesures pour le retour à l'équilibre budgétaire. Nous sommes dans l'obligation de le faire, principalement à cause de notre situation sur le plan de la dette, et nous le faisons avant l'ensemble des pays voisins. La France se situera cette année à plus de -8% de son PIB. Elle atteindra ainsi quasiment le double de notre déficit annuel. La comparaison avec les pays voisins prouve combien les mesures prises, raisonnées et raisonnables ont montré leurs effets.

Voorts heb ik gehoord dat wij geen visie hebben, dat wij onze verbintenissen niet nakomen.

Over asiel en migratie heb ik, behalve van de heer Mahoux, echter niets gehoord terwijl er een jaar geleden constant over gesproken werd.

Waarom werd dit thema vandaag niet aangekaart? Wij zijn er namelijk in geslaagd daarover een akkoord te sluiten.

En quatre mois, nous avons conclu un accord sur la nationalité, sur le regroupement familial et sur le mariage de complaisance. Évidemment, on ne pose plus de questions à ce propos maintenant, mais il eût à mon sens été intéressant de mener le débat évoqué par Mme Piryns.

On a beaucoup parlé du nucléaire et Mme Lizin, qui connaît bien la question, s'est notamment exprimée sur le sujet.

On a dit que le gouvernement n'avait pas fait de déclaration précise. C'est tout à fait inexact : le premier ministre a expliqué ici même qu'un mécanisme structurel serait mis en place pour les années 2010 à 2014 et qu'il permettrait à l'État d'avoir une fourchette de rentrées sur le plan budgétaire.

Il ne vous aura pas échappé, je suppose, que ce mécanisme de rentrées nouvelles pour l'État couvre bien plus que la période précitée. Le système mis en place pour déterminer la différence entre le coût de production et le prix du marché est structurel et subsistera après 2014. De plus, une partie de cette différence reviendra au budget de l'État.

On reproche au gouvernement de ne pas avoir de vision, alors qu'il instaure un mécanisme structurel lui permettant d'avoir une rentabilité par rapport au nucléaire.

Certains, notamment au sp.a, nous disent que nous manquons de perspectives, alors qu'ils ont adopté en 2003 une loi de sortie du nucléaire sans prévoir aucun autre moyen de production pour alimenter la Belgique. Il en résulte qu'aujourd'hui, en 2009, nous sommes déjà importateurs nets d'électricité. Nous sommes contraints d'importer de l'électricité nucléaire française pour couvrir nos propres besoins en termes d'électricité.

Aussi qu'on ne nous reproche pas de manquer de vision, alors que nous mettons en place un mécanisme structurel nous permettant de percevoir une partie de cette rente nucléaire !

Mme Anne-Marie Lizin (Indépendante). - On connaît les bénéfices engrangés par le fonctionnement quotidien actuel. Dans votre vision, vous devriez au moins prévoir l'installation d'une autre centrale pour moderniser le parc existant. Que se passera-t-il au-delà de dix ans ? Quelle garantie avez-vous que GDF SUEZ effectuera des paiements réguliers après les quatre ans prévus ?

Vous imaginez une petite ville de 20 000 habitants ayant un accord de dix ans. Comment un gouvernement fédéral n'est-il pas capable d'obtenir des assurances pour une période plus longue ?

Je souhaiterais que vous me démontriez que l'engagement pris par GDF SUEZ porte sur une période supérieure à quatre ans.

M. Melchior Wathelet, secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales. - Pour la période 2010 à 2014, la fourchette de montants est fixée. Le mécanisme, quant à lui, est structurel. Il s'agit de la manière dont on calculera la rente supplémentaire sur laquelle l'État percevra des montants.

Vous avez également entendu qu'un comité de suivi sera créé pour calculer la différence entre les coûts de production et le prix du marché.

Nous avons travaillé de cette manière car pour calculer l'avantage potentiel d'une centrale, il faut réaliser des projections du prix de l'électricité. Qui peut dire quel sera le prix de l'électricité dans dix ans ? Les prix « forward » diffèrent tous sensiblement. Il nous faut donc rester dans des perspectives à moyen terme.

Par contre, il était possible de créer un mécanisme et nous avons bétonné un accord à ce sujet. Mais il reste une question à régler.

Mme Anne-Marie Lizin (Indépendante). - Prenez garde car M. Mestrallet lit les comptes rendus du Sénat !

M. Melchior Wathelet, secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales. - Nous avons tranché la question du nombre de centrales à maintenir et de leur durée de fonctionnement : les trois plus anciennes seront prolongées de dix ans. C'est d'ailleurs ce que recommande le rapport GEMIX. Jamais je n'ai caché qu'à plus long terme, il faudrait sans doute prolonger les quatre autres centrales, d'autant que cela nous permettra d'investir dans les énergies renouvelables.

Dans son intervention, M. Daras a évoqué la déclaration de M. Mestrallet selon laquelle la contribution de SUEZ pour 2009 ne serait pas de 500 millions d'euros mais de zéro euro. Nous sommes en litige avec SUEZ sur ce point. Nous avons fait valoir nos arguments devant la Cour constitutionnelle, déposé nos mémoires mais il est normal que nous défendions les intérêts de l'État. SUEZ a utilisé les moyens légaux à sa disposition et c'est son droit le plus strict mais nous maintenons ce montant de 500 millions d'euros afin que les engagements puissent être respectés.

De heer Jurgen Ceder (VB). - Het bedrag van 250 miljoen is nu al het voorwerp van een juridisch dispuut en over de 500 miljoen zal getrancheerd worden als resultaat van dat dispuut. Waarom hebt u dat niet opgenomen in de overeenkomst die u voor 2010-2014 hebt gesloten? Waarom laat u dat over aan het juridische lot? Die 750 miljoen hangt nu in de lucht. Als het meevalt krijgt u ze, als het tegenvalt niet.

Waarom hebt u dat juridisch dispuut niet onmogelijk gemaakt door met SUEZ een overeenkomst te sluiten? Dat was veel eenvoudiger geweest.

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - Omdat ik niet bereid ben te onderhandelen over de 500 miljoen van 2009. SUEZ heeft zijn standpunt, wij hebben het onze.

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Ik deel de mening van de heer Ceder. Wanneer de regering met Electrabel in een dispuut verwikkeld is - waarover minister Vanhengel zelf zegt dat hij weinig hoop heeft op een goede afloop - en ze met datzelfde Electrabel nieuwe onderhandelingen moet aanknopen omdat zij de kerncentrales langer wil openhouden, moet ze alle kaarten op tafel leggen om een goede deal te maken en een dading te sluiten. Ze had het geschil kunnen stoppen en de betaling van die 750 miljoen kunnen opleggen. Zelfs dat gebeurt niet.

De regering geeft daarentegen toe dat ze die 750 miljoen opgeeft, dat ze daar nog een bijkomende lening voor zal aangaan.

(Protestations du secrétaire d'État au Budget)

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Mocht u toch gelijk krijgen, zal ik u een fles whisky betalen.

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. - De 250 miljoen van 2008 hebben we alvast gekregen.

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Ik deel uw optimisme niet. De regering kan het zich niet veroorloven een lottoformulier te kopen in de hoop 750 miljoen euro te winnen. Ze had moeten onderhandelen met de tegenpartij, in de wetenschap dat ze de beste kaarten in handen had. Ze heeft dat echter niet gedaan. Intussen lacht de heer Mestrallet met ons. Hij amuseert zich te pletter en dat is niet de eerste keer. Binnenkort zal wat van onze energiemarkt overblijft ook in Franse handen terechtkomen. De regering geeft niet alleen het geld op, ze heeft ook geen enkel plan om onze energiebevoorrading veilig te stellen. Het is ongelooflijk hoe ze hier kansen verkwanselt.

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Wij zullen in 2010 toch ten minste 235 miljoen krijgen, op een structurele basis.

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Op die basis is het prettig zaken doen met de Staat. Men betaalt 250 miljoen en krijgt de zekerheid dat men 2 miljard zal verdienen.

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Uw argumenten zijn niet redelijk. De inkomsten voor 2010-2015 zijn gewaarborgd.

Mme Anne-Marie Lizin (Indépendante). - Il s'agit d'une question de droit public. Une taxe contestée l'année A ne peut en effet être réinscrite telle quelle l'année A+1. Les bénéfices d'Electrabel, avant GDF SUEZ, ont déjà intéressé beaucoup de monde, en l'occurrence moi-même.

Nous avions créé une nouvelle taxe sur les piscines de désactivation. Vous trouverez donc une jurisprudence au Conseil d'État. Elle ne date pas d'hier puisqu'il faut remonter à l'époque de M. Damseaux ; ce dernier ayant obtenu qu'il n'y ait pas d'inscription budgétaire, la deuxième année, de la taxe sur la piscine de réactivation. Il ne faut donc pas prendre ces dossiers à la légère. Il ne m'étonnerait pas que M. Mestrallet et ses avocats aient vérifié la jurisprudence. Inscrire cette somme au budget 2008 était normal, mais ce n'est plus le cas en 2009. Le gouvernement l'a toutefois fait et cela invalide le sérieux de l'exercice.

M. Melchior Wathelet, secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales. - Je répète que la taxe de 2008 a été payée. Ensuite, elle a été contestée.

M. Vande Lanotte a parlé d'une déresponsabilisation des banques. Peut-on m'expliquer comment, en leur imposant une contribution, on les déresponsabilise ? Par ailleurs, M. Daras a évoqué le système financier en tant que tel et la lutte contre la fraude. Vous pourrez constater que nous avons tenu compte de l'ensemble des conclusions des travaux parlementaires consacrés à la fraude fiscale ou au système financier, ainsi que des éléments du rapport du baron Lamfalussy.

De heer Ide beweert dat in de socialezekerheidssector niet wordt bespaard, maar dat is wel degelijk het geval. In de gezondheidszorg zal in 2010 meer dan 6 miljoen euro niet worden uitgegeven en in 2011 zal het gaan om meer dan 800 miljoen. Ook in de andere takken van de sociale zekerheid zullen we kunnen besparen. Ik denk aan maatregelen rond het tijdskrediet, de beheerskosten van de socialezekerheidsinstellingen, de dienstencheques of de heffing op de omzet van de farmaceutische industrie. In de geneesmiddelensector zal 80 miljoen worden bespaard. Ik kan dus niet aanvaarden dat men beweert dat er in de socialezekerheidssector niet wordt bespaard.

Tot besluit wil ik het nog even hebben over het hoofdstuk werkgelegenheid.

La politique de l'emploi est cruciale et 2010 sera une année charnière entre 2009, année de crise sans précédent, et 2011, année durant laquelle on reviendra à un taux de croissance moyen, proche de 2%. Les conséquences pour l'emploi se font cependant toujours sentir un peu plus tard. C'est pourquoi l'année 2010 est fondamentale à ce sujet. Nous avons dès lors adopté une batterie de mesures pour nous permettre de réduire au maximum les conséquences négatives pour l'emploi face à la crise : maintien du chômage temporaire pour les employés, réduction des coûts pour l'embauche des jeunes, mesures en faveur des secteurs de services et de la formation.

Vous pourrez constater que le gouvernement a décidé de soutenir l'ensemble de ces mesures parce qu'elles sont fondamentales dans le cadre de cette année 2010 qui est une année de transition.

J'insiste également sur le fait que nous avons pris nos responsabilités en établissant déjà le budget de 2011, alors que nous aurions pu nous limiter à l'année 2010. Il me paraît assez extraordinaire de reprocher une absence de vision à un gouvernement qui présente un budget pour deux ans, ce qui n'a jamais été fait.

On dit aussi que le gouvernement ne respecte pas les engagements qu'il a pris. Je rappelle que le premier ministre avait annoncé des solutions en matière d'asile et d'immigration, d'énergie nucléaire et de budget. Ces trois dossiers ont fait l'objet d'un accord au sein du gouvernement, précisément pour avoir une vision, et les solutions vous ont été présentées : un système structurel dans le cadre du nucléaire ; un système qui impose un budget sur deux ans ; en matière d'asile et d'immigration, les quatre dossiers - régularisation, mariage de complaisance, nationalité et regroupement familial - ont obtenu des réponses.

Dès lors, je ne peux vraiment pas accepter que l'on reproche une absence de vision à ce gouvernement. L'année dernière, vous nous disiez que les engagements n'étaient pas respectés. Comme ils le sont, il a fallu trouver autre chose, en l'occurrence l'absence de vision. Mais malheureusement pour vous, il y en a une ; et heureusement, le gouvernement sait où il va.

M. le président. - L'ordre du jour de la présente séance est ainsi épuisé.

(La séance est levée à 17 h 25.)