4-1446/1

4-1446/1

Belgische Senaat

ZITTING 2008-2009

7 OKTOBER 2009


Wetsvoorstel tot legalisering van de aanschaf, het bezit, het dragen en het gebruik van pepperspray door particulieren en ambtenaren van een uitbater van een openbaar vervoernetwerk

(Ingediend door mevrouw Marie-Hélène Crombé-Berton)


TOELICHTING


In zijn dagelijks leven wordt de burger geconfronteerd met steeds gewelddadigere vormen van criminaliteit : handtassenroof op straat of in wagens, fysieke agressie, bedreigingen met messen of intimidaties die helaas als banaal worden beschouwd. Deze vormen van agressie treffen vaak hetzij specifieke — vaak zelfstandige — beroepen zoals handelaars, hetzij meer kwetsbare personen, vrouwen of bejaarden. Er is momenteel echter geen enkel middel beschikbaar op de Belgische markt om adequaat op dergelijk geweld te reageren.

Ook treinbegeleiders worden dagelijks geconfronteerd met toenemend geweld van bepaalde reizigers. In tegenstelling tot het veiligheidspersoneel van « Securail » beschikken zij over geen enkel middel om zich in kritieke gevallen te verdedigen. Hetzelfde geldt voor de controleurs, de bestuurders of loketbedienden van de netwerken van openbaar vervoer, ongeacht of het gaat om bus, tram of trein.

Om dit te verhelpen, beveelt de indienster van het wetsvoorstel aan om enerzijds iedereen onder strikte voorwaarden toe te staan een neutraliserende verdedigingsspray voor gebruik in geval van wettige zelfverdediging te kopen en bij zich te hebben in de wagen of op elke andere plaats die hij verkiest. Anderzijds wil dit voorstel bestuurders, begeleiders, controleurs of loketbedienden van een netwerk van openbaar vervoer die dat wensen toestaan om in het kader van hun werk ditzelfde type spray bij zich te hebben om te gebruiken onder dezelfde voorwaarden.

De afgelopen jaren is er ontegensprekelijk vooruitgang geboekt wat het opvangen van slachtoffers van gewelddaden betreft. Het slachtoffer heeft een volwaardige plaats gekregen binnen het gerechtelijk proces, van de onderzoeksfase tot de strafuitvoering. Het herstelrecht heeft ingang gevonden. Toch is de indienster van het wetsvoorstel van oordeel dat indien iedereen de mogelijkheid krijgt om zich dankzij een pepperspray tegen agressie te verdedigen, er heel wat slachtoffers gespaard zouden kunnen blijven. Voorkomen is beter dan genezen !

Op dit moment is pepperspray een « verboden wapen » volgens de categorieën van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens (hierna « wapenwet » genoemd). In België is het dus niet mogelijk om een dergelijke spray aan te schaffen of te bezitten. Op dit verbod zijn er evenwel twee uitzonderingen : enerzijds de ambtenaren van het openbaar gezag of van de openbare macht (artikel 27 van de wapenwet) en anderzijds de veiligheidsagenten (artikel 13.5 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid en de uitvoeringsbesluiten ervan). Enkel deze categorieën van personen kunnen een verdedigingsspray verkrijgen en zij mogen die uitsluitend gebruiken in geval van agressie in het kader van hun opdracht.

Het blijkt echter dat pepperspray geen dodelijk wapen is en geen schade op lange termijn berokkent. Het is evenwel zeer doeltreffend omdat het de agressor gegarandeerd neutraliseert zonder hem te verwonden.

Een straal oleoresine capsicum op het gezicht van de agressor heeft een drievoudig effect :

— op de ogen, die geïrriteerd raken : er treedt onmiddellijke en tijdelijke blindheid op, wat desoriëntatie bij de betrokkene veroorzaakt;

— op de luchtwegen : door het uitzetten van de aangetaste slijmvliezen, kan de betrokkene niet meer diep ademhalen. Hierdoor krijgt hij het gevoel dat hij stikt. Dit is slechts een gevoel; de luchtwegen blijven steeds efficiënt werken;

— op de huid : een verbrand gevoel.

Naast dit drievoudige lichamelijke effect is er ook een onbetwistbaar psychologisch effect. De betrokkene is immers gedesoriënteerd en in paniek, wat in het algemeen zijn agressiviteit doet verminderen.

Bovendien raadt de indienster het gebruik van een straal aan als werkingsvorm van pepperspray, omdat dit — in tegenstelling tot een wolk of schuim — het doelwit bereikt tot op 4 meter afstand en nagenoeg geen uitwerking heeft op derden.

Dit wapen is bovendien makkelijk in gebruik, licht en klein en kan bijgevolg worden meegenomen in de zak, tas of wagen van de gebruiker.

In het licht van al deze elementen is pepperspray ontegensprekelijk het geschikte wapen waarover elke particulier of elk personeelslid van een netwerk van openbaar vervoer zou moeten kunnen beschikken, met louter de bedoeling zich tegen agressie te beschermen.

I. De aanschaf en het bezit van pepperspray door particulieren

Sommigen vrezen dat een legalisering van de aankoop en het bezit van pepperspray door particulieren zal leiden tot een escalatie van geweld. Ze denken dat geweldplegers zich van pepperspray zullen voorzien om hun misdrijven te plegen of, erger nog, dat ze gevaarlijkere wapens zullen gebruiken omdat ze weten dat hun doelwit zich met pepperspray kan verdedigen.

In dat verband kan men erop wijzen dat de dieven echt niet zitten te wachten totdat pepperspray in België niet langer verboden is, omdat ze het product in Frankrijk kopen, waar het vrij verkrijgbaar is (er is in Frankrijk geen bewijs van goed zedelijk gedrag voor nodig en er dient evenmin een formulier te worden ingevuld om de pepperspray te traceren). Bovendien kan men rekenen op de impact van de legalisering van dit verdedigingsmiddel. Een dief die op het punt staat een handtas te stelen, denkt wel twee keer na bij de gedachte dat hij misschien met een peperhoudende substantie zal worden bespoten.

Om deze vaststelling te staven, kan men verwijzen naar de resultaten van een Nederlandse studie van de LSPO (onderzoeksgroep van de Nederlandse Politieacademie) over het gebruik van pepperspray door de Nederlandse politie in 2001 en 2002 (1) . Deze studie werd aangevraagd door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en verricht in samenwerking met het universitair onderzoekscentrum IVA te Tilburg. Zo bleek in 50 % van de bestudeerde gevallen dat de dreiging dat de agressor door de politieagent met pepperspray bespoten wordt, voldoende is om een aanval te voorkomen. Deze cijfers spreken voor zich ! Bovendien toont deze studie aan dat het bezit van pepperspray een zeer positief effect heeft op het veiligheidsgevoel bij politieagenten die de spray bezitten.

De indienster van het wetsvoorstel benadrukt dat pepperspray naar haar idee absoluut niet bedoeld is als een onschuldig gadget dat men in een opwelling zal kunnen kopen. Er zullen strikte voorwaarden worden gekoppeld aan de aanschaf, het bezit en het gebruik ervan.

Het lijkt evenwel onvermijdelijk om pepperspray uit de categorie van verboden wapens te halen als bedoeld in de huidige classificatie van de wapenwet (art. 3, § 1, 10º, van deze wet). Het is immers tegenstrijdig om de kwalificatie van verboden wapen te behouden voor een wapen dat door het grote publiek kan worden aangeschaft en ten slotte in het bezit van een groot aantal van onze medeburgers is. De indienster raadt dan ook aan om in de wapenwet een categorie van wapens sui generis te creëren, met als opschrift « sprays die men wettelijk mag aanschaffen, bezitten, dragen en gebruiken », ter aanvulling van de drie bestaande categorieën in de wapenwet, namelijk : de verboden wapens, de vrij verkrijgbare wapens en tot slot de vergunningsplichtige wapens.

Er worden strikte voorwaarden ingevoerd voor de aanschaf, het bezit, het dragen en het gebruik van pepperspray door een particulier. Deze voorwaarden hebben enerzijds betrekking op de persoon van de koper, zijn hoedanigheid en de informatie die hij heeft over het gebruik van pepperspray en anderzijds op de wapenhandelaars, die een zeer belangrijke rol spelen, zonder dat de formaliteiten die ze moeten vervullen evenwel te zwaar zijn. Tot slot maakt de traceerbaarheid van pepperspray via het centraal wapenregister dat er ter zake de nodige transparantie heerst.

1.1. Bepalingen met betrekking tot de koper

Zo dient een particulier om pepperspray te kunnen kopen, meerderjarig te zijn en een blanco strafblad te hebben. Hij mag slechts één enkele pepperspray aanschaffen en in zijn bezit hebben. Hij behoudt evenwel de mogelijkheid om een nieuwe pepperspray te kopen in geval van diefstal, verlies, gebruik of verval van de voordien gekochte spray. Om te bewijzen dat het bezit van de pepperspray wettelijk is, moet de eigenaar een door de wapenhandelaar ingevuld formulier bij zich hebben waarop ten minste de identiteit van de koper, van de wapenhandelaar alsook de eigenschappen van de pepperspray, zoals het identificatienummer ervan, vermeld staan.

Door deze verschillende vereisten kan men de aankoop van deze verdedigingswapens beperken tot personen die a priori niet gewelddadig zijn en zich ervan vergewissen dat het wel degelijk de eigenaar van de pepperspray is die de spray gebruikt. Deze voorwaarden zijn van primordiaal belang om te garanderen dat de introductie van pepperspray op de wapenmarkt niet voor uitwassen zorgt. De niet-naleving ervan wordt bestraft door een reeks consequente strafrechtelijke straffen.

Om de koper te informeren en te responsabiliseren, overhandigt de wapenhandelaar hem bovendien een brochure van de FOD Binnenlandse Zaken waarin wordt uitgelegd hoe pepperspray adequaat wordt gebruikt met het oog op doeltreffendheid én veiligheid voor de gebruiker zelf en voor anderen, alsook de handelingen die men moet stellen om indien dat nodig blijkt de met pepperspray bespoten agressor te helpen of desgevallend de personen in de buurt die met het product in aanraking zijn gekomen.

Het spreekt voor zich dat men een persoon die net aangevallen is en misschien nog in shock verkeert of bang is van zijn agressor, niet kan verplichten om de geweldpleger te hulp te schieten. Hij zal dus de politie moeten bellen zodat die de geweldpleger kan lokaliseren en helpen.

Bovendien vermeldt deze brochure de formaliteiten die de koper moet vervullen indien zijn pepperspray gestolen of verloren is of indien hij een nieuw exemplaar wenst aan te schaffen.

Tot slot wordt er in de brochure aan herinnerd — en dit vormt één van de belangrijkste inlichtingen — dat de pepperspray enkel mag worden gebruikt in geval van wettige zelfverdediging, namelijk om zich te verdedigen tegen een actueel en direct gevaar voor zijn eigen lichamelijke integriteit of die van een ander. Het is evident dat de spray niet mag worden gebruikt als aanvalswapen of als gadget om het publiek te vermaken of te imponeren. De rechtspraak met betrekking tot artikel 416 van het Strafwetboek is hier van toepassing.

1.2. Bepalingen met betrekking tot de wapenhandelaar

De wapenhandelaar speelt een primordiale filterende rol. Het is immers de wapenhandelaar die nagaat of de toekomstige koper meerderjarig is en of hij over een blanco strafblad beschikt. Indien die voorwaarden vervuld zijn, moet hij de toekomstige koper de hierboven beschreven informatiebrochure overhandigen teneinde hem bewust te maken van de gevolgen van het gebruik van pepperspray. Ook moet hij een formulier invullen dat hij moet doorgeven aan het centraal wapenregister. Aan de hand hiervan kan elke in België gekochte pepperspray worden gelinkt aan de koper ervan via het individueel nummer van de spray. Deze communicatie verloopt volgens de wens van de wapenhandelaar per brief, fax of e-mail, maar in elk geval snel zodat de databank up-to-date is.

Hij geeft de koper een kopie van dit formulier, dat de koper moet kunnen voorleggen om bijvoorbeeld bij een controle van de ordediensten te bewijzen dat hij wel degelijk de eigenaar is van de spray die hij bij zich heeft of die zich in zijn wagen bevindt.

1.3. Bepalingen met betrekking tot het centraal wapenregister

Hoewel de aanschaf van pepperspray door dit wetsvoorstel wordt toegestaan, neemt dit zoals hierboven uitgelegd niet weg dat het een wapen is waarvan de aanschaf strikt gereglementeerd wordt en dat traceerbaar moet zijn.

Het centraal wapenregister, waarvan de hervorming die sinds 2006 aan de gang is (rekrutering van bijkomend personeel, nieuw informaticaprogramma, een elektronische gebruiksaanwijzing voor de lokale politie van het intranet van de politie) binnenkort afgerond is, is het ad-hocinstrument om deze doelstelling te bereiken.

Met alle formulieren voor de aanschaf van pepperspray die het van de wapenhandelaars ontvangt, kan dit register dan gegevens met elkaar vergelijken en uitmaken of iemand bijvoorbeeld verschillende sprays in zijn bezit heeft na opeenvolgende aankopen bij verschillende wapenhandelaars. Het register kan ook de eigenaar identificeren van een pepperspray die bijvoorbeeld is teruggevonden op de plaats van een geweldpleging of die bij een politiecontrole in het bezit blijkt te zijn van een persoon die niet de echte eigenaar is.

II. De aanschaf van pepperspray door een ambtenaar van een uitbater van een openbaar vervoernetwerk

De criminaliteit bij de spoorwegen neemt voortdurend toe. Dit wordt elk jaar opnieuw aangetoond door de statistieken. Om de treinreizigers gerust te stellen, zijn er de afgelopen maanden verschillende initiatieven genomen : een gratis telefoonnummer waarop de NMBS-klanten verdacht gedrag kunnen melden, bewakingscamera's. Deze initiatieven gelden echter voornamelijk voor de stations en de omgeving ervan. Ze bieden geen antwoord op het toenemende geweld waarmee de treinbegeleiders dagelijks te maken hebben in de wagons. De begeleiders hebben geen verweer tegenover dergelijke daden en staan er volstrekt alleen voor.

Toen de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven meermaals de vraag kreeg of het mogelijk was om treinbegeleiders pepperspray te geven om zich te verdedigen (2) , wees ze dit idee af omdat de inrichting van een trein, meer bepaald de kleine afgesloten ruimten ervan, zich niet leent tot het gebruik van pepperspray.

Inlichtingen bij politie-instructeurs op het gebied van geweldbeheersing wijzen uit dat een pepperspray die wordt verspreid via een straal, kan worden gebruikt in afgesloten ruimten zoals een wagon zonder nefaste gevolgen voor de andere reizigers.

De indienster van het voorstel raadt dan ook aan dat treinbegeleiders, maar ook ook andere beroepen binnen de openbare dienstverlening die geregeld met geweld worden geconfronteerd, een verdedigingsspray kunnen krijgen indien ze dat wensen, op voorwaarde dat die enkel wordt gebruikt in het kader van hun beroepsactiviteit. Het gaat om een mogelijkheid waarvoor het personeelslid vrij kan kiezen. Bepaalde personeelsleden werken niet in risicozones en zullen het niet nodig vinden om zich van een verdedigingsspray te voorzien.

De toelating wordt verleend door de minister van Binnenlandse Zaken volgens een procedure die bij koninklijk besluit wordt bepaald. Deze procedure moet tevens bepalen op welke manier de sprays bij een centraliserend orgaan worden geregistreerd. Waarom zou men niet opnieuw opteren voor het centraal wapenregister om de sprays traceerbaar te maken ?

Aangezien het gaat om het dragen en het gebruik van pepperspray in het kader van een openbaar beroep wordt er een specifieke opleiding gegeven aan de ambtenaar alvorens hij zijn wapen in bezit heeft, naar het voorbeeld van de opleiding die men momenteel geeft aan politieagenten en veiligheidsagenten van Securail. Deze opleiding bevat grosso modo dezelfde informatie als in de informatiebrochure voor particulieren, maar is uiteraard meer toegespitst op de praktijk.

Er dient te worden opgemerkt dat gezien deze specifieke opleiding en de openbare aard van het beroep de verplichtingen van de ambtenaar die zijn spray gebruikt veeleisender zijn dan die voor particulieren, namelijk :

— er moet een waarschuwingsprocedure worden gevolgd vooraleer de verdedigingsspray wordt gebruikt;

— de verdedigingsspray mag niet worden gebruikt tegen personen jonger dan 14 jaar, ouder dan 65 jaar of zwangere vrouwen;

— de manier en de duur van spuiten liggen vast : op minimum één meter afstand van de agressor en gedurende de tijd die nodig is om de agressor te overmeesteren of op de vlucht te doen slaan.

ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING

Artikel 2

Dit artikel omvat de definities die van toepassing zijn in het kader van deze wet.

Artikel 3

Dit artikel somt de verschillende voorwaarden op waaraan een particulier moet voldoen die een pepperspray wil aanschaffen — meerderjarig zijn, een blanco strafblad hebben, voordien niet over pepperspray beschikken — alsook de voorwaarden met betrekking tot de aanschaf zelf : bij een erkend wapenhandelaar, persoonlijke aanschaf, ontvangst van een informatiebrochure, ondertekening van een identificatieformulier om de pepperspray te kunnen traceren dat naar het centraal wapenregister wordt gestuurd en waarvan de kopie die door de koper wordt bewaard de wettelijkheid van de aankoop en van het bezit van de pepperspray bewijst.

Het artikel beperkt tevens het gebruik van pepperspray tot wettige zelfverdediging.

Artikel 4

Dit artikel bepaalt dat de wapenhandelaar het identificatieformulier alsook de fotokopie van de identiteitskaart van de koper en van het uittreksel van zijn blanco strafblad naar het centraal wapenregister stuurt.

Artikel 5

Dit artikel bepaalt welke procedure men moet volgen wanneer een particulier die al eigenaar is van een pepperspray, een pepperspray koopt. Aangezien de regel zegt dat er slechts één pepperspray per persoon wordt toegekend, moet hij de voordien aangeschafte spray aan de wapenhandelaar terugbezorgen, die de spray naar de proefbank verzendt.

Artikel 6

Dit artikel geeft aan welke procedure moet worden gevolgd in geval van diefstal of verlies van de pepperspray. Er moet van deze diefstal of dit verlies een proces-verbaal worden opgemaakt, dat de particulier nodig heeft om zich een nieuw wapen van dit type aan te schaffen.

Artikel 7

Dit artikel somt de functies op waarvoor men een pepperspray mag vragen en gebruiken in het kader van de opdracht, namelijk bestuurders, begeleiders, controleurs en loketbedienden van een uitbater van een openbaar vervoernetwerk. Deze personeelsleden dienen over een blanco strafblad te beschikken. De procedure met betrekking tot de aanvraag en het verkrijgen van de spray wordt bij koninklijk besluit vastgesteld. Ook moet een koninklijk besluit de nadere regels bepalen op grond waarvan de sprays die aan deze ambtenaren worden toegekend, kunnen worden getraceerd.

Artikel 8

Dit artikel beperkt de omstandigheden waarin pepperspray mag worden gebruikt tot wettige zelfverdediging.

Artikel 9

Dit artikel bepaalt de manier waarop de pepperspray door de ambtenaren wordt gedragen.

Artikel 10

Dit artikel betreft de opleiding die de ambtenaren moeten volgen alvorens hun pepperspray te verkrijgen.

Artikel 11

Dit artikel verplicht de uitbater van het openbaar vervoernetwerk om de ruimten waarin de personeelsleden hun pepperspray zouden kunnen gebruiken, zodanig in te richten dat de personen die met pepperspray in aanraking zijn gekomen, kunnen worden verzorgd.

Artikel 12

Dit artikel verbiedt het gebruik van pepperspray tegen kwetsbare personen : kinderen, zwangere vrouwen en bejaarden.

Artikel 13

Dit artikel bepaalt hoe lang men iemand met pepperspray mag bespuiten en hoe groot de afstand tussen de ambtenaar en de agressor daarbij moet zijn.

Artikel 14

Dit artikel verplicht de ambtenaar die zijn pepperspray heeft gebruikt om de politie te waarschuwen.

Artikel 15

Dit artikel somt de strafrechtelijke sancties op die gelden in geval van niet-naleving van de bepalingen van deze wet door particulieren.

Artikel 16

Dit artikel voegt in de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens een nieuwe wapencategorie in, namelijk peppersprays die men wettelijk mag aanschaffen en bezitten. Deze categorie vult de huidige classificatie van verboden wapens, vergunningsplichtige wapens en vrij verkrijgbare wapens aan.

In deze categorie worden de sprays opgesomd die de ambtenaren van het openbaar gezag of van de openbare macht en de veiligheidsagenten van Securail volgens de huidige wetgeving reeds mogen aanschaffen en bezitten alsook de sprays die de ambtenaren van een uitbater van een netwerk van openbaar vervoer en particulieren volgens dit wetsvoorstel voortaan mogen aanschaffen en bezitten.

Artikel 17

Dit artikel vult artikel 19, 2º, van de wapenwet aan teneinde de verkoop van pepperspray aan particulieren jonger dan 18 jaar strafbaar te stellen.

Artikel 18

Momenteel bepaalt de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid in artikel 13.5 dat de veiligheidsagenten van Securail in afwijking van de wapenwet een pepperspray kunnen verkrijgen, een wapen dat volgens deze wetgeving momenteel verboden is. Deze afwijking is overbodig geworden aangezien het wetsvoorstel pepperspray onderbrengt in een nieuwe categorie die specifiek bedoeld is voor de sprays die deze ambtenaren aanschaffen en bezitten.

Artikel 27 van de wapenwet, dat voorziet in dezelfde afwijking voor de ambtenaren van het openbaar gezag of van de openbare macht, moet daarentegen niet worden gewijzigd aangezien het algemener is geformuleerd.

Artikel 19

De inwerkingtreding van de wet wordt uitgesteld tot zes maanden na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad zodat de nodige koninklijke besluiten kunnen worden vastgesteld ter uitvoering van dit voorstel en het centraal wapenregister, dat een nieuwe opdracht moet vervullen, kan worden georganiseerd.

Marie-Hélène CROMBÉ-BERTON.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Hoofdstuk I

Definities

Art. 2

Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

1º erkend wapenhandelaar : wapenhandelaar zoals omschreven in de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens;

2º pepperspray : spuitbus van klein vermogen die beantwoordt aan volgende voorwaarden :

a) voorzien zijn van een niet-gasvormig neutraliserend product, oleoresin capsicum, dat geen blijvende lichamelijke of materiële schade veroorzaakt of van een ander niet-gasvormig neutraliserend product op basis van peperextracten dat even doeltreffend en beschermend is en dat wordt verspreid door een straal;

b) voorzien zijn van een veiligheidsventiel dat geopend moet zijn om de spuitbus te kunnen gebruiken;

c) voorzien zijn van een individueel nummer;

d) de pepperspray die is toegekend aan de ambtenaren van een uitbater van een openbaar vervoernetwerk, moet bovendien beschikken over de kenmerken die het mogelijk maken de spray te gebruiken in de voertuigen van het netwerk of in gesloten ruimten.

Hoofdstuk II

Verkoop aan particulieren

Art. 3

§ 1. Pepperspray kan uitsluitend bij een erkend wapenhandelaar worden aangeschaft. Deze aanschaf is strikt persoonlijk. Een particulier mag slechts één enkele pepperspray bezitten, met als enige bedoeling zich te verdedigen tegen een actueel en direct gevaar voor zijn eigen lichamelijke integriteit of die van een ander.

§ 2. De koper moet aan de volgende voorwaarden voldoen :

1º meerderjarig zijn;

2º een uittreksel uit het strafregister voorleggen waaruit blijkt dat hij nooit is veroordeeld.

§ 3. Bij de aankoop van de pepperspray ontvangt de koper documentatie die op voorstel van de minister van Binnenlandse Zaken door de Koning is vastgesteld en waarin het volgende wordt uiteengezet :

— het adequate gebruik van pepperspray;

— de effecten van het gebruik ervan en meer bepaald de mogelijke abnormale reacties bij personen die met het product in aanraking zijn geweest;

— de handelingen die men desgevallend kan stellen om de personen te helpen die tijdens het gebruik met het product in aanraking zijn geweest alsook de redenen waarom deze handelingen moeten worden verricht;

— de verplichting om de politie te bellen na het gebruik van de pepperspray teneinde de personen te lokaliseren die met het product in aanraking zijn geweest en ervoor te zorgen dat ze terdege worden verzorgd;

— de formaliteiten die moeten worden vervuld in geval van diefstal, verlies of verzoek om vernieuwing van de pepperspray;

— de wettelijke beperkingen op het gebruik van pepperspray en de strafrechtelijke sancties in geval van misbruik.

Bij de ontvangst van de pepperspray ondertekent de koper een door de Koning vastgesteld formulier waarin hij verklaart kennis te hebben genomen van de documentatie en zich ertoe verbindt de aanwijzingen die ze bevat, na te leven. Dit formulier vermeldt meer bepaald de identiteit van de verkoper, de identiteit van de koper, de kenmerken van de verkochte pepperspray en het identificatienummer ervan.

Hij ontvangt een kopie van dit formulier, dat in zijn bezit moet zijn wanneer hij de pepperspray bij zich heeft, teneinde de wettelijkheid ervan aan te tonen.

Art. 4

De wapenhandelaar bezorgt het centraal wapenregister zo spoedig mogelijk per fax of via elektronische weg de dossiers van de particulieren die een pepperspray hebben gekocht met :

1º een fotokopie van de identiteitskaart;

2º het uittreksel uit het strafregister;

3º het formulier bedoeld in artikel 3, § 3, tweede lid.

Art. 5

Wanneer de koper zich een nieuwe pepperspray wenst aan te schaffen, moet hij de pepperspray die hij bezit en het bijbehorende formulier bedoeld in artikel 3, § 3, tweede lid, naar een wapenhandelaar terugbrengen.

De wapenhandelaar geeft dit formulier door aan het centraal wapenregister op de in het vorige artikel vastgestelde wijze.

Minstens één keer per jaar stuurt de wapenhandelaar de in het eerste lid bedoelde peppersprays terug naar de proefbank.

Art. 6

Verlies of diefstal van een pepperspray moet onverwijld worden gemeld aan de lokale politie, die een proces-verbaal opmaakt dat de koper moet bewaren of aan een wapenhandelaar moet bezorgen wanneer hij zich een nieuw exemplaar wenst aan te schaffen. In die laatste veronderstelling wordt het proces-verbaal met betrekking tot het verlies of de diefstal van de pepperspray gevoegd bij het bijbehorende formulier bedoeld in artikel 3, § 3, tweede lid, dat naar het centraal wapenregister werd verstuurd.

Hoofdstuk III

De aanschaf van een pepperspray door een bestuurder, een begeleider, een controleur of een loketbediende van een uitbater van een openbaar vervoernetwerk

Art. 7

Iedere bestuurder, begeleider, controleur of loketbediende van een uitbater van een openbaar vervoernetwerk, hierna « de ambtenaar » genoemd, die beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel 3, § 2, kan de minister van Binnenlandse Zaken volgens een door de Koning vastgestelde procedure verzoeken gemachtigd te worden om in het kader van zijn beroepsactiviteiten een pepperspray bij zich te hebben. Deze procedure beoogt tevens de registratie van de sprays die ter beschikking van de ambtenaren worden gesteld.

Art. 8

Het gebruik van deze pepperspray is de ambtenaar enkel toegestaan indien nodig om zich te verdedigen tegen een actueel en direct gevaar voor zijn eigen lichamelijke integriteit of die van een ander, wanneer dit gevaar niet kan worden voorkomen of tegengehouden met een minder drastisch middel.

Art. 9

De pepperspray wordt onzichtbaar gedragen in een houder met een sluitingssysteem.

Art. 10

De ambtenaar die de toelating bedoeld in artikel 7 heeft gekregen, moet alvorens in het bezit van een verdedigingsspray te komen, een op voorstel van de minister van Binnenlandse Zaken door de Koning bepaalde opleiding volgen met betrekking tot :

— het adequate gebruik van pepperspray;

— de te volgen waarschuwingsprocedure vóór het gebruik van pepperspray;

— de effecten van het gebruik ervan op de agressor en de andere gebruikers, en met name de mogelijke abnormale reacties bij personen die met het product in aanraking zijn geweest;

— de maatregelen inzake bijstand aan de personen die tijdens het gebruik met het product in aanraking zijn geweest,

— de wettelijke beperkingen op het gebruik van pepperspray en de strafrechtelijke sancties in geval van misbruik.

Art. 11

Om ervoor te zorgen dat de persoon die met het product in aanraking is geweest zo spoedig mogelijk wordt verzorgd, plaatst de uitbater van het openbaar vervoernetwerk in zijn lokalen en voertuigen de bij koninklijk besluit bepaalde ad-hocuitrusting.

Art. 12

Pepperspray mag niet worden gebruikt tegenover personen die duidelijk :

1º jonger zijn dan 14 jaar;

2º ouder zijn dan 65 jaar;

3º zwanger zijn.

Art. 13

Men mag slechts met pepperspray spuiten gedurende de tijd die strikt noodzakelijk is om de agressor te overmeesteren of op de vlucht te doen slaan. In de mate van het mogelijke neemt men een afstand van minimum één meter tot de agressor in acht.

Art. 14

De ambtenaar belt steeds de politie indien de pepperspray tegen een persoon werd gebruikt.

Hoofdstuk IV

Sancties

Art. 15

Overtreders van de bepalingen van deze wet of de uitvoeringsbesluiten ervan worden bestraft met een gevangenisstraf van minstens een dag tot een jaar en met een geldboete van 25 euro tot 2 500 euro, of met slechts één van deze straffen.

Hoofdstuk V

Wijzigingsbepalingen

Art. 16

Artikel 3 van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende :

« § 4. De volgende sprays mag men wettelijk aanschaffen, bezitten, dragen en gebruiken :

1º de sprays die de ambtenaren van het openbaar gezag of van de openbare macht overeenkomstig artikel 27 en de uitvoeringsbesluiten ervan hebben aangeschaft;

2º de sprays die de veiligheidsagenten als bedoeld in artikel 13.5 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid en de uitvoeringsbesluiten ervan hebben aangeschaft;

3º de sprays die een ambtenaar van een uitbater van een openbaar vervoernetwerk volgens de voorwaarden in hoofdstuk III van de wet van ... tot legalisering van de aanschaf, het bezit, het dragen en het gebruik van pepperspray door particulieren en ambtenaren van een uitbater van een openbaar vervoernetwerk heeft aangeschaft;

4º de sprays die particulieren volgens de voorwaarden in hoofdstuk II van de wet van ... tot legalisering van de aanschaf, het bezit, het dragen en het gebruik van pepperspray door particulieren en ambtenaren van een uitbater van een openbaar vervoernetwerk hebben gekocht.

Art. 17

In artikel 19 van dezelfde wet wordt de bepaling onder 2º vervangen als volgt :

« 2º vuurwapens of peppersprays te verkopen aan particulieren jonger dan 18 jaar; ».

Art. 18

In artikel 13.5 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid wordt het zinsdeel « In afwijking van artikel 3, § 1, 10º, van de wapenwet » opgeheven.

Hoofdstuk V

Inwerkingtreding

Art. 19

Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

3 februari 2009.

Marie-Hélène CROMBÉ-BERTON.

(1) LSPO, Politie Onderwijs- en Kenniscentrum, Apeldoorn, ISBN 90-5500-158-9.

(2) Mondelinge vraag van senator Marie-Hélène Crombé-Berton aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over « de machtiging die treinbegeleiders moet worden verleend om een antiagressiespray te dragen » (nr. 4-377), plenaire vergadering van de Senaat van 2 juni 2008 en mondelinge vraag van senator Marie-Hélène Crombé-Berton aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over « de straffen opgelegd aan personen die gewelddaden plegen op de trein » (nr. 4-437), plenaire vergadering van de Senaat van 6 november 2008.