4-82

4-82

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 2 JULI 2009 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over Ğde transparantie op de producten van de Rechterlijke Ordeğ (nr. 4-1000)

De voorzitter. - De heer Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, antwoordt.

De heer Tony Van Parys (CD&V). - Op 4 juni 2008 heeft de Commissie voor de modernisering van de rechterlijke orde een protocol ondertekend met de minister van Justitie over wat men noemt `de bijdrage tot de transparantie op de producten van de rechterlijke Orde'. Dit protocol heeft tot op heden geen verder gevolg gekregen. Zo staat althans te lezen in het activiteitenverslag van de Commissie voor de modernisering van de rechterlijke orde.

De vraag is dan ook wanneer dit protocol zal worden uitgevoerd. Wat zal het project houdende `bijdrage tot de transparantie van de producten van de Rechterlijke Orde' concreet inhouden en wat zal daarvan de toegevoegde waarde zijn?

De heer Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken. - Ik lees het antwoord van de minister.

Op 4 juni 2008 heeft mijn voorganger, Jo Vandeurzen, met de Commissie voor modernisering van de Rechterlijke Orde inderdaad een protocol gesloten. Daarbij zijn met de Commissie in het kader van haar opdrachten ter ondersteuning van de modernisering van de rechterlijke orde afspraken gemaakt rond de uitvoering van vier opdrachten, die naderhand verder zouden worden uitgewerkt in concrete protocolakkoorden.

Dit is inmiddels gebeurd voor drie van de vier opdrachten, namelijk de ontwikkeling en implementatie van een werklastmeetinstrument voor de zetel, het opstellen van functiebeschrijvingen voor het gerechtspersoneel van niveau A en B en de verbetering van het beheer van de gerechtskosten.

Omtrent de vierde opdracht, bijdragen tot de transparantie op de producten van de rechterlijke orde, zijn voorlopig nog geen verdere afspraken gemaakt. Deze opdracht past in de realisatie van een beter beheer van de middelen en beoogt de ontwikkeling van een meetinstrument voor de kostprijs van gerechtelijke activiteiten, onder meer inzake personeel en materieel.

Deze opdracht houdt immers verband met de vraag naar het eventuele vervolg dat na afloop moet worden gegeven aan een eerste project, getiteld JustPax. De CMRO heeft dit project in 2007 gestart in samenspraak en samenwerking met het Koninklijk Verbond van de vrede- en politierechters en de Koninklijke Federatie van hoofd griffiers. Het beoogt de ontwikkeling van een instrument dat zicht geeft op de totale kostprijs van de vredegerechten, de kostprijs per vredegerecht, de kostprijs per product en de kostprijs per product per vredegerecht. De door het model voortgebrachte resultaten voor elk van de negentien proefsites zijn thans voor opmerkingen aan de vrederechters en hoofdgriffiers doorgestuurd. Na het gerechtelijk verlof wordt het bijbehorende rapport opgesteld. Hiertoe behoort ook een deel extrapolatie en benchmarking.

Eenmaal dit project afgerond, zal op basis van een evaluatie met de CMRO moeten worden nagegaan of en hoe aan dit project een vervolg kan worden gegeven. Verschillende opties zullen in overweging moeten worden genomen. Men zal vooral ook rekening moeten houden met de vooropgestelde hervormingen van het gerechtelijke landschap. Dit zal immers moeten worden gekoppeld aan de ontwikkeling van een algemeen meetinstrumentarium, onder meer inzake werklast en kostprijs.