4-82

4-82

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 2 JULI 2009 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Actualiteitendebat: de structurele financiering van de palliatieve dagcentra

Mondelinge vraag van mevrouw Lieve Van Ermen aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de structurele financiering van de palliatieve dagcentra» (nr. 4-845)

Mondelinge vraag van de heer Louis Ide aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de structurele financiering van de palliatieve dagcentra» (nr. 4-846)

Mondelinge vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de structurele financiering van de palliatieve dagcentra» (nr. 4-849)

Mondelinge vraag van mevrouw Freya Piryns aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de structurele financiering van de palliatieve dagcentra» (nr. 4-855)

De voorzitter. - Het Bureau heeft vanmiddag besloten een actualiteitendebat te houden over `de structurele financiering van de palliatieve dagcentra'.

Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - Op 28 mei, vlak voor de verkiezingen, werd in het palliatieve dagcentrum Topaz in Wemmel een debat georganiseerd. Ver van alle politieke getouwtrek bleek duidelijk dat deze centra nood hebben aan een structurele financiering. In De Standaard en in Artsenkrant van 29 mei werd hierover uitvoerig verslag uitgebracht.

In Groot-Brittannië, een land met meer dan 60 miljoen inwoners, bestaan er 250 palliatieve dagcentra, met wachtlijsten. Naar verhouding zouden er in België minimaal 40 palliatieve dagcentra nodig zijn.

Het Kankerplan stelt de uitbouw van palliatieve dagcentra voorop en belooft hiervoor geld uit te trekken. Minister Demotte schroefde eertijds de financiering ervan terug, zodat in Wallonië nog maar één dagcentrum open is. In Vlaanderen overleven momenteel vijf centra dankzij benefietconcerten en `pensenkermissen'.

Wanneer zal de minister de palliatieve dagcentra financieren, zoals voorgesteld in het Kankerplan?

Is de minister gewonnen voor structurele maatregelen zodat die centra niet bij iedere machtswissel afhangen van willekeurige beslissingen?

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Ik sluit me grosso modo aan bij collega Van Ermen.

Sta me toe even te citeren uit doelstelling 25 van het Kankerplan: `Uitbouw van meer palliatieve zorgstructuren die noch ziekenhuis noch rusthuis zijn: de palliatieve dagzorgcentra vormen eveneens een oplossing voor korte behandelingen zoals ontlastende puncties of parenterale voeding.'

Ik had aanmerkingen bij het Kankerplan, maar dit punt vond ik werkelijk zeer goed. Net als mijn collega's wacht ik met veel ongeduld op de structurele financiering voor de palliatieve dagcentra, die de minister heeft gepland tegen 2010.

De uitbouw van palliatieve structuren is een goede zaak voor onze maatschappij. Vandaag zijn er al palliatieve dagcentra en ze werden gefinancierd door de federale overheid tot minister Demotte het nodig vond om de financiering ervan te schrappen. Onder Vlaamse partijen bestaat een consensus om de dagcentra wel opnieuw federaal te financieren. Het is moeilijk om permanente structuren draaiende te houden met de opbrengst uit vrijwillige acties zoals pensenkermissen. Structurele financiering is absoluut noodzakelijk voor centra als Topaz in Wemmel, waar overigens zowel Vlamingen als Franstaligen terechtkunnen.

Minister Onkelinx heeft daar oren naar. Dat besluit ik althans uit een andere maatregel van doelstelling 25 van haar Kankerplan: `Meer middelen voor palliatieve zorg: er loopt een studie bij het KCE om de noden objectief te bepalen.' Volgens het Kankerplan zouden de resultaten van die studie in april 2009 beschikbaar zijn.

Is de studie bij het KCE reeds afgelopen? Zo ja, kan de minister de resultaten ervan, eventueel de preliminaire resultaten, meedelen?

Zal de minister de palliatieve dagcentra in de toekomst opnieuw financieren, gezien ze zich daartoe in het Kankerplan heeft verbonden?

Bezocht de minister al eens een dergelijk centrum? Ik kan het haar alleszins aanraden. Het is geen ziekenhuis, noch een tehuis. Als ze dat nog niet gedaan heeft, is ze dan bereid dat vooralsnog te doen?

(Voorzitter: de heer Hugo Vandenberghe, eerste ondervoorzitter.)

Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V). - Ik sluit mij aan bij de vorige sprekers. Iedereen ziet het belang van palliatieve zorg in. Mensen worden het liefst thuis verzorgd, maar dat is niet altijd mogelijk. Daarom zijn palliatieve dagcentra enorm belangrijk: vaak zijn ze een aanvulling op thuiszorg en bieden ze een goede ondersteuning aan mantelzorg. Als de mantelzorgers op bepaalde dagen niet voor de zorg kunnen instaan, is het goed dat palliatieve patiënten kunnen worden opgevangen in palliatieve dagcentra, zodat de mantelzorgers worden ontlast. Bovendien voelen de patiënten er zich vaak wat zelfstandiger en komen ze er in contact met de buitenwereld.

Het belang van de palliatieve dagcentra blijkt ook uit het evaluatierapport Palliatieve Zorg van mei 2005.

In 2002 zijn er experimenten voor palliatieve dagcentra opgezet en het Verzekeringscomité van het RIZIV sloot een revalidatieovereenkomst met een tiental centra, die afliep op 31 december 2004. Minister Demotte heeft de overeenkomst nog één keer verlengd. Nadien was er geen RIZIV-financiering meer. Nochtans zijn de dagcentra, ook in Vlaanderen, een essentieel onderdeel van het palliatieve aanbod. Het verheugde ons dan ook dat Vlaams minister Vervotte bereid was dit aanbod verder te ondersteunen en dat de volgende Vlaamse ministers van Welzijn, Vanackere en Heeren, haar voorbeeld hebben gevolgd.

Is de minister bereid het RIZIV weer de palliatieve dagcentra structureel te laten financieren, zodat de initiatieven kunnen worden voortgezet of opnieuw gestart? Deze vraag leeft niet alleen in de politiek, maar ook in het veld.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik sluit mij aan bij de drie voorgaande sprekers. Palliatieve zorg kan het levenseinde, waarmee iedereen te maken krijgt, draaglijker maken en vermenselijken.

Wanneer palliatieve zorg in goede omstandigheden wordt verstrekt, kan dat bijdragen tot het voorkomen van een aantal overbodige technische handelingen, die sommige artsen in hun therapeutische hardnekkigheid verrichten. Het gaat ook om operaties en andere verstrekkingen die de samenleving veel geld kosten.

Wanneer we palliatieve zorg beter uitbouwen, kan hij zichzelf dus terugbetalen.

De collega's hebben uitvoerig aangetoond wat het belang is van de palliatieve dagcentra en dat is ook duidelijk gebleken uit het rapport waarover mevrouw Lanjri het had.

In datzelfde rapport van de Federale Evaluatiecel Palliatieve Zorg wordt zeer terecht gezegd dat men zich vragen kan stellen bij een samenleving die geen enkele beperking oplegt aan het aantal behandelingen dat men patiënten mag aanbieden, ook al leiden die behandelingen niet altijd tot resultaten, terwijl men het budget voor palliatieve zorg sterk beperkt.

Ik vind dat we daarmee moeten ophouden. Minister Steven Vanackere heeft, in zijn hoedanigheid van Vlaams minister van Welzijn, in 2007 terecht gezegd dat supportieve dagcentra een verworven entiteit zijn waarvan de meerwaarde niet meer moet worden aangetoond. Ik sluit mij aan bij de oproep van de heer Ide om een dergelijk centrum eens te bezoeken.

Aangezien die verworven entiteit en die meerwaarde bewezen zijn, begrijp ik absoluut niet waarom niet kan worden voorzien in een structurele financiering van die dagcentra. We waren tevreden dat de minister de centra heeft opgenomen in haar kankerplan, maar nu moeten de middelen volgen, zodat ze niet langer hun toevlucht moeten zoeken tot allerlei inzamelacties.

De afgelopen jaren ontstond een heen-en-weerdebat tussen verschillende overheden en departementen over wie moet instaan voor die financiering. Mijns inziens moet deze structurele financiering komen van het departement Volksgezondheid en zou het RIZIV moeten instaan voor de nodige middelen. Blijkbaar zit het RIZIV echter vast in een verstarde logica en wil het enkel betalen voor zogenaamde technische prestaties. Bovendien moeten de centra, nadat ze al die jaren bewezen hebben dat ze goed gewerkt hebben, van het RIZIV een valabel dagcentrummodel uitwerken. Volgens mij hebben ze dat al lang.

Is de minister het ermee eens dat de supportieve dagcentra hun meerwaarde al meer dan bewezen hebben? Zo ja, kan zij verklaren waarom het RIZIV blijft vragen naar een `valabel dagcentrummodel'?

Is de minister het eens met de stelling dat palliatieve zorg in wezen onder Sociale Zaken valt, en niet zozeer onder welzijn, want dan kan het worden doorgeschoven naar andere overheden.

Is de minister het ermee eens dat de financiering van palliatieve zorg in wezen zichzelf terugbetaalt omdat niet langer overbodige therapeutische kosten worden gemaakt?

Hoe en op welke termijn zal de minister zorgen voor een structurele financiering van de supportieve palliatieve dagcentra in België?

Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a). - Ik sluit mij aan bij wat mijn collega's al gezegd hebben. De bestaande palliatieve dagcentra worden momenteel financieel rechtgehouden door deelregeringen, door liefdadigheid, zoals Kom op tegen Kanker en de Vlaamse Liga tegen Kanker, alsook door préfinanciering door ziekenhuizen die samenwerken met de dagcentra. We zijn dan ook zeer tevreden dat de minister in haar nationaal kankerplan heeft aangekondigd dat het RIZIV middelen zal uittrekken voor deze dagcentra. Zij ondersteunen immers de thuisverzorging en maken het mogelijk om thuis te sterven. Vooral terminaal zieke kankerpatiënten worden door deze dagcentra ondersteund. De bezieler van die centra, Wim Distelmans, zegt terecht dat de centra een belangrijke besparing opleveren voor de therapeutische zorg en dat ze vooral het welzijn van de patiënten en hun familie verhogen. Het water staat de bestaande palliatieve dagcentra echter aan de lippen. Nog maar een paar weken geleden kwam er opnieuw een noodkreet van deze centra en over de partijgrenzen heen trokken een aantal collega's parlementsleden aan de alarmbel.

Is de minister samen met ons overtuigd van het nut en de meerwaarde van de palliatieve dagcentra?

Welke knelpunten zijn er nog om deze dagcentra een structurele financiering door het RIZIV toe te kennen? Wat werd concreet gepland om deze knelpunten uit de wereld te helpen?

Mme Christiane Vienne (PS). - Avant d'entrer dans le vif du sujet, j'aimerais rappeler que nous avons tenu, dans cette assemblée, de nombreux débats concernant la fin de vie digne.

Nous avons discuté longuement du véritable enjeu de société qu'est l'euthanasie et décidé de mettre en avant les soins palliatifs. Sans avoir jamais opposé les deux démarches, nous avons souhaité légiférer pour éviter de connaître des drames tels que ceux qu'a vécus la France. Nous sommes un exemple pour toute l'Europe. Pour nous, la question des soins palliatifs est également essentielle.

Madame la ministre, vous avez déjà pris une série de mesures en matière de soins palliatifs, notamment pour les enfants atteints d'un cancer. Le budget consacré aux équipes multidisciplinaires de soins continus et palliatifs a ainsi été doublé en 2009.

Se pose à présent la question d'un financement structurel à partir de 2010. Madame la ministre, serez-vous en mesure de respecter la volonté que vous aviez exprimée d'un financement structurel, à partir de 2010, de ces unités qui constituent un lien essentiel entre l'hôpital et le domicile pour les petits patients ?

Par ailleurs, vous avez relevé en mars le forfait de soins palliatifs pour les patients soignés à domicile, forfait qui est passé de 512,44 euros à 589,31 euros. Vous avez aussi amélioré la norme d'encadrement du personnel des unités de soins palliatifs en MR et MRS, qui est passée à +0,1 équivalent temps plein pour 30 patients lourdement dépendants, ce qui représente un budget de plus de 8 millions d'euros en base annuelle. Vous avez en outre prévu pour 2009 un budget de 560 000 euros pour financer les centres de soins palliatifs de jour.

Madame la ministre, j'aimerais savoir quels moyens seront affectés à la politique de fin de vie et aux soins palliatifs à partir de 2010. On a largement évoqué le Plan cancer.

De heer Patrik Vankrunkelsven (Open Vld). - De palliatieve dagcentra vormen een zeer nuttige aanvulling van de thuiszorg van de patiënten, die langer thuis kunnen blijven en dus ook goedkoper kunnen worden verzorgd.

In de commissie voor de Sociale Aangelegenheden heeft de minister een half jaar geleden beloofd dat de structurele betaling van de centra vanaf 2010 zou worden ingevoerd. We hopen vandaag een bevestiging van die belofte te horen. Ik vraag de minister zeer duidelijk te zeggen hoe de structurele vergoeding van de centra er volgend jaar zal uitzien.

De heer Geert Lambert (Onafhankelijke). - Ik sluit mij aan bij de vragen die door de vorige sprekers werden gesteld.

Een zevental jaar geleden hebben we de euthanasiewetgeving goedgekeurd. Het gaat om zeer belangrijke wetgeving die mensen de kans biedt mee te beslissen over hun levenseinde. De overheid heeft daaruit echter niet de nodige gevolgen getrokken. Vandaag moeten we immers vaststellen dat de palliatieve dagcentra met ernstige financiële problemen kampen.

Met de euthanasiewetgeving wilden we ervoor zorgen dat mensen met kennis van zaken en professionele begeleiding mee konden beslissen over hun levenseinde. De palliatieve zorg was een onderdeel van dat begeleidingsproces. Als we daaruit niet de nodige gevolgen trekken en de palliatieve dagcentra verplichten via alternatieve financiering te overleven, dreigt het parlement zijn eigen keuzes op het spel te zetten.

Op welke manier zal de minister op korte termijn voorzien in een structurele financiering van de dagcentra?

Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique. - Vos nombreuses interventions démontrent à quel point les soins palliatifs constituent une question actuelle, difficile et sensible. Étant donné le vieillissement de la population, nous devrons très certainement trouver des mesures nouvelles.

En 2009, notamment à la suite de l'adoption du Plan Cancer, j'ai pris plusieurs décisions. Le forfait palliatif à domicile a été relevé afin de soutenir les familles. L'encadrement a été renforcé dans les maisons de repos et de soins. Depuis le 1er mai, le ticket modérateur du médecin généraliste pour les soins palliatifs dans les maisons de repos et les maisons de repos et de soins a été supprimé. Enfin, un budget supplémentaire de 562 000 euros a été prévu pour les centres de jour de soins palliatifs.

Voor deze centra werd via het koninklijk besluit van 8 december 2006 in een financiering tot eind 2008 voorzien via de gemeenschappen en gewesten, met de bedoeling daarna over te gaan tot een structurele verankering van de projecten door de betrokken gemeenschappen en gewesten.

In uitvoering van dat besluit werd voor de financiering een overeenkomst gesloten met de Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest voor een bedrag van 338 934 euro. Dat koninklijk besluit bepaalt dat het Verzekeringscomité, op basis van de verslagen van de Vlaamse Gemeenschap en van het Waalse Gewest, een evaluatie maakt van de projecten.

Aangezien het RIZIV het verslag van het Waalse Gewest heeft ontvangen op 17 april 2009 en dat van de Vlaamse Gemeenschap pas op 25 juni 2009, heeft dit gezorgd voor een vertraging van de overgang naar een structurele erkenning en financiering. Beide verslagen worden op 6 juli voorgelegd aan het Verzekeringscomité. Vandaar dat aan het Verzekeringscomité van 6 juli tevens een aanpassing aan het koninklijk besluit van 8 december 2006 wordt voorgelegd, zodat de financiering van de centra op zijn minst gegarandeerd is tot uiterlijk 2010.

Ik zal ervoor zorgen dat dit besluit zo vlug mogelijk wordt gepubliceerd nadat het de procedure heeft doorlopen. Bovendien zal ik dit punt op de agenda plaatsen van de volgende Interministeriële Conferentie Volksgezondheid die gepland is op 28 september 2009.

Het ontwerp van het eindrapport van de studie van KCE werd op 23 juni voorgelegd aan de raad van bestuur van het KCE die heeft beslist dat het rapport verder moet worden uitgediept en de aanbevelingen concreter moeten worden geformuleerd.

Ce rapport et des propositions concrètes seront normalement disponibles en septembre. Nous pourrons alors travailler à la poursuite des initiatives que j'ai prises dans ce domaine depuis le début de la législature.

Enfin je précise que, malheureusement, j'ai déjà été amenée à visiter, à titre privé, un centre de jour de soins palliatifs.

Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V). - Ik heb er begrip voor dat het Verzekeringscomité dit dossier pas laat op de agenda kan plaatsen omdat de verslagen van de Vlaamse en Franstalige Gemeenschap op zich laten wachten.

Het is positief dat de financiering tot einde 2010 gewaarborgd lijkt. Wij vragen vooral een structurele financiering, dus ook na 2010. Het is goed dat de minister hierover eerst wil overleggen met de bevoegde gemeenschappen. Ze hoopt dat ze in september eindelijk over een eindrapport beschikt.

Ik dring erop aan om nog voor het einde van dit jaar een oplossing te zoeken voor de structurele financiering van de dagcentra. Anders zullen de centra met projectmatige financiering moeten voortwerken en die vormt nu juist de aanleiding voor deze mondelinge vragen.

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Ik merk dat minister Onkelinx echt een oplossing wil zoeken voor het probleem. Ik stel voor dat we in oktober een nieuw debat organiseren over de structurele financiering. Tegen dan zal de minister alle verslagen, waaronder dat van het Federaal Kenniscentrum, hebben ontvangen en zal ze het standpunt van de gemeenschappen kennen. Het is van het allergrootste belang dat er tegen het einde van dit jaar een oplossing komt voor de structurele financiering.

Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - Waarom wordt het RIZIV om een evaluatie gevraagd? Het RIZIV verzekert medische daden. De palliatieve zorg is er juist op gericht zo weinig mogelijk medische daden te stellen. Waarom geen fonds voor palliatieve zorg oprichten buiten het RIZIV, naar analogie met het Fonds voor beroepsziekten?

Vele gepensioneerde anesthesisten en artsen zouden bijvoorbeeld twee maal per week in die centra kunnen helpen. Mensen leven langer en kunnen dus na hun 65 nog actief zijn. In het kader van het RIZIV kunnen ze dat niet eens ze op pensioen zijn.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - De minister stelt dat sinds 8 december 2006 de financiering via de gemeenschappen en de gewesten gewaarborgd is tot einde 2010. De palliatieve dagcentra moeten het wel stellen met een derde van de middelen die ze voordien kregen. Ze hebben dus onvoldoende middelen en moeten dus elders zoeken. Ik sluit me dan ook aan bij de suggestie van de heer Ide om dit dossier in het najaar opnieuw op onze agenda te plaatsen.

Ook over de vraag wie voor de financiering moet instaan, moet worden gediscussieerd. Valt palliatieve zorg onder bejaardenzorg, zoals thans het geval is? Volgens mij niet, want zeer vaak gaat het om mensen jonger dan 50 of 55 jaar.