4-78

4-78

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 28 MEI 2009 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Helga Stevens aan de minister van Binnenlandse Zaken en aan de staatssecretaris voor Personen met een handicap over «het gebrek aan redelijke aanpassingen voor voorzitters en bijzitters met een beperking in stembureaus» (nr. 4-790)

Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - De afgelopen week werd ik benaderd door een dove persoon die was opgeroepen om bij de aanstaande verkiezingen te fungeren als bijzitter in een stembureau. De dame in kwestie wilde graag haar burgerplicht vervullen en nam contact op met het betrokken Antwerpse kantonhoofdbureau met de vraag om een tolk Vlaamse gebarentaal ter beschikking te stellen. Tot haar en ook tot mijn verbazing kreeg ze als antwoord dat op haar verzoek niet kon worden ingegaan omdat dit niet tot de opdracht van het kantonhoofdbureau behoorde. Er werd haar geadviseerd om een dokters- of invaliditeitsattest op te sturen, zodat ze als bijzitter kon worden ontslagen.

Dit is geen alleenstaand geval. Bij vorige verkiezingen waren er gelijkaardige incidenten. Ik ben ervan op de hoogte dat de minister zich samen met toegankelijkheidsorganisaties uit de beide landsdelen heeft ingespannen om de verkiezingen ook voor mensen met een handicap toegankelijk te maken. Concreet werd een rondzendbrief naar de gemeenten gestuurd met aanbevelingen om de stemlokalen en stemhokjes voor mensen met een motorische, visuele of auditieve beperking toegankelijk te maken. Ik apprecieer dat initiatief ten zeerste.

Het geschetste voorbeeld toont echter aan dat er nog problemen blijven. Elke burger moet zijn burgerplicht kunnen vervullen. Zetelen als bijzitter of voorzitter van een stem- of stemopnemingsbureau moet ook voor mensen met een beperking mogelijk zijn, wanneer een redelijke aanpassing de beperking in kwestie kan ondervangen. De antidiscriminatiewet uit 2007 stelt expliciet dat het niet zorgen voor aanpassingen een discriminatie inhoudt. Dat het ter beschikking stellen van een tolk als een redelijke aanpassing geldt, staat buiten kijf.

Is de minister het met me eens dat de opdracht van de kantonhoofdbureaus moet worden gewijzigd zodat ze verplicht zijn voor redelijke aanpassingen te zorgen wanneer een opgeroepen voorzitter of bijzitter met een beperking erom verzoekt? Is de minister bereid een initiatief ter zake te nemen? Een mogelijkheid is misschien dat het kantonhoofdbureau de vraag om een redelijke aanpassing doorstuurt naar de gemeente, die dan verder instaat voor de praktische uitvoering. De gemeenten staan nu immers ook al in voor de toegankelijkheid van de stemlokalen door te zorgen voor parkeerplaatsen voor mensen met een handicap, hellende vlakken, voldoende brede doorgangen en stemhokjes, vergrootglazen in de stemhokjes, enzovoort.

Het wordt echt tijd om toegankelijkheid ruimer te zien en niet te beperken tot louter fysieke toegankelijkheid.

De heer Guido De Padt, minister van Binnenlandse Zaken. - Samen met de staatssecretaris voor Personen met een handicap heb ik er inderdaad voor gezorgd dat voor de verkiezingen van 7 juni 2009 in de instructies aan de gemeenten al heel wat praktische richtlijnen zijn opgenomen die ervoor moeten zorgen dat personen met een motorische, visuele of auditieve beperking hun kiesrecht optimaal kunnen uitoefenen.

In het licht van de antidiscriminatiewet uit 2007 lijkt het mij dat inderdaad eveneens redelijke aanpassingen moeten worden gedaan voor personen met een handicap die aan de kiesverrichtingen zelf - het zetelen als voorzitter of bijzitter in een stembureau of stemopnemingsbureau - deelnemen of wensen deel te nemen.

De aanwijzing van voor- en bijzitters is evenwel een bevoegdheid die volgens de kieswet soeverein aan de magistraat-voorzitter van het kantonhoofdbureau toekomt. Het komt deze laatste dan ook toe de antidiscriminatiewet toe te passen, maar ik laat mijn administratie eveneens onderzoeken op welke manier ze mee kan bijdragen om daaraan tegemoet te komen. De suggestie van mevrouw Stevens dat de magistraat-voorzitter de medewerking vraagt van de gemeente zelf, is goed.

Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - Mag ik aannemen dat het probleem tegen 7 juni zal zijn opgelost?

De heer Guido De Padt, minister van Binnenlandse Zaken. - Natuurlijk.

Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - Ik kijk benieuwd uit naar het resultaat.

Ik dank u nogmaals voor uw medewerking. Voor personen met een handicap is dat alles zeer belangrijk.