4-1293/2 | 4-1293/2 |
19 MEI 2009
De commissie heeft dit wetsontwerp besproken tijdens haar vergadering van 19 mei 2009.
I. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE VERTEGENWOORDIGER VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Dit Internationaal Verdrag beoogt de aanvulling van de bestaande internationale instrumenten ter bestrijding van terroristische daden en komt bovenop de twaalf reeds bestaande anti-terrorismeverdragen van de Verenigde Naties, alsmede het verdrag inzake externe beveiliging van kernmateriaal en het protocol tot wijziging ervan.
Het voorliggende Verdrag heeft twee doelstellingen.
Ten eerste versterkt het Verdrag het internationaal juridisch kader ter bestrijding van nucleair terrorisme door de constitutieve daden ervan te omschrijven en de staten die partij zijn, te verplichten nauwkeurige tenlasteleggingen in hun nationale recht om te zetten met het oog op de bestraffing van dergelijke daden.
Ten tweede versterkt het Verdrag de internationale samenwerking tussen de staten teneinde nucleair terrorisme te voorkomen en daders te vervolgen en te bestraffen.
II. BESPREKING
De heer Vankrunkelsven merkt op dat het internationaal non-proliferatieverdrag niet alleen het voorkomen van nieuwe nucleaire vernietigingskracht beoogt, maar ook de afbouw van de bestaande capaciteit om zodoende op termijn te komen tot een wereld zonder nucleaire wapens. In dat verband wijst de heer Vankrunkelsven op de inspanningen die België levert om dit vraagstuk op de internationale agenda te houden. Hij vraagt de regering blijvend werk te maken van de uitvoering van het non-proliferatieverdrag in zijn geheel.
III. STEMMINGEN
De artikelen 1 en 2, alsmede het wetsontwerp in zijn geheel, worden eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
De rapporteur, | De voorzitter, |
Patrik VANKRUNKELSVEN. | Marleen TEMMERMAN. |
De door de commissie aangenomen tekst is dezelfde als de tekst van het wetsontwerp (zie stuk Senaat, nr. 4-1293/1 - 2008/2009).