4-70

4-70

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 2 AVRIL 2009 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Discussion des articles du projet de loi modifiant la loi du 23 mars 1989 relative à l'élection du Parlement européen (Doc. 4-1252) (Procédure d'évocation)

(Le texte adopté par la commission de l'Intérieur et des Affaires administratives est identique au texte du projet transmis par la Chambre des représentants. Voir le document Chambre 52-1798/6.)

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Het is een kwalijke gewoonte om enkele maanden voor de verkiezingen de wetgeving aan te passen. In dit ontwerp worden wijzigingen die na de verkiezingen van 2007 noodzakelijk werden, opgenomen, maar dat had de voorbije twee jaar moeten gebeuren. Dit is echt geen goede manier van werken.

Ik ben verontwaardigd omdat de voorzitter van de commissie enkele amendementen over de kieskringen onontvankelijk heeft verklaard. We hebben ze dan ook opnieuw in openbare vergadering ingediend.

De wet van 23 maart 1989 bepaalt dat er vier kieskringen zijn: de Duitstalige, de Vlaamse, de Waalse en de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Onze amendementen, die op deze laatste kieskring betrekking hebben, werden op een volslagen arbitraire manier onontvankelijk verklaard, zodat ze niet konden worden besproken. Daartoe verwees de voorzitter van de commissie naar artikel 59 van het Reglement dat, in tegenstelling tot het Reglement van de Kamer, wel toestaat bepalingen toe te voegen aan een wetsvoorstel of een wetsontwerp als ze daarmee verband houden.

Onze amendementen die ertoe strekken bepalingen toe te voegen, vallen perfect binnen de contouren van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, waarin we wijzigingen wensen aan te brengen.

Ik herhaal dat de voorzitter van de commissie deze amendementen op een volslagen arbitraire manier onontvankelijk heeft verklaard. Het is toch niet omdat men voorzitter is van de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden dat men moet denken ook voorzitter te zijn van bijvoorbeeld het Parlement van Albanië.

Ik heb de voorzitter van de Senaat gisteren dienaangaande dan ook een brief bezorgd. Daarenboven verwijs ik naar precedenten. Voor de federale verkiezingen van 2007 heeft men immers ook zogenoemde technische wijzigingen aangebracht in het Kieswetboek.

Wij hebben toen van die bespreking gebruik gemaakt om enkele amendementen met betrekking tot de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in te dienen. Ze werden wel ontvankelijk verklaard en er werd kort over gediscussieerd, zoals men kan nagaan in het verslag van collega Delpérée. Die amendementen werden terecht ontvankelijk verklaard, omdat ze bijkomende wijzigingen in het Algemeen Kieswetboek wilden aanbrengen en daarmee perfect binnen de contouren bleven van wat toen werd besproken.

Ik zal dus niet aanvaarden dat onze amendementen, die we, zoals dat hoort, opnieuw hebben ingediend in de plenaire vergadering, onontvankelijk worden verklaard, want dan kunnen we de boeken wel sluiten. Dan moeten we nooit meer een ontwerp amenderen, want als een amendement ertoe strekt zaken te wijzigen waar het ontwerp zelf niet aan raakt, dan kan er altijd worden ingeroepen dat het onontvankelijk is. Dat is te gek voor woorden.

Ik weet wel - of kan tenminste vermoeden, want bewijzen kan ik het natuurlijk niet - waarom onze amendementen onontvankelijk werden verklaard, namelijk wegens hun inhoud, de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Op het tweede ontwerp hebben we immers ook amendementen ingediend en die zijn merkwaardig genoeg wel ontvankelijk verklaard.

De Senaat mist weer eens een kans om de kieskringen ook voor de verkiezing van het Europees Parlement aan te passen aan de grondwettelijke realiteit. De kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde geldt niet alleen bij de verkiezingen voor de Kamer en de Senaat, maar helaas ook voor het Europees Parlement. Ik weet wel dat we deze keer niet kunnen zwaaien met een arrest van het Grondwettelijk Hof, maar dat doet niets af aan de politieke logica achter de reden waarom aan Vlaamse kant de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde voor de Kamer wordt gevraagd.

Met de huidige grondwettelijke indeling in taalgebieden is het absoluut niet logisch dat de Vlaamse lijsten gelden in Vlaanderen en Brussel en de Franstalige lijsten in Wallonië en Brussel en Halle-Vilvoorde. Vijf jaar geleden werd aan Vlaamse kant ook al gezegd dat dit moest veranderen. In 2003 keurde het Vlaams Parlement bijna unaniem een resolutie goed die aandrong op een splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde om de evidente redenen die hier al zo vaak zijn herhaald. De Vlaamse regering werd `met aandrang' gesommeerd het regeerakkoord op dit punt uit te voeren en ervoor te zorgen dat de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en het gerechtelijk arrondissement gesplitst werden vóór de volgende Europese verkiezingen. Na het arrest van het Grondwettelijk Hof van mei 2003 kwam in 2004, met de Europese verkiezingen, de lakmoesproef en eigenlijk moesten de kieskringen toen al aan de grondwettelijke realiteit en aan de indeling in taalgebieden worden aangepast. Daar werd destijds geen gehoor aan gegeven. Intussen is het vijf jaar later en is er voor de Kamer nog niets gebeurd. De zaak zit nu niet in de ijskast, maar in de diepvriezer tot na 7 juni.

De Vlaamse partijen, die hier overigens schitteren door afwezigheid, hebben schromelijk nagelaten in de praktijk te brengen wat ze al twee verkiezingen lang aan de Vlaamse kiezers beloven, namelijk dat er een einde komt aan de discriminatie die het bestaan van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde nog altijd inhoudt. Maar de Vlaamse collega's hebben straks bij de stemming nog steeds de mogelijkheid onze amendementen, die heel eenvoudig de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde opheffen, goed te keuren en alsnog hun beloftes aan de kiezers waar te maken.

M. Francis Delpérée (cdH). - Monsieur le président, je vous demande de faire application de l'article 59, alinéa 2, de notre Règlement et de déclarer irrecevables des amendements qui ne sont pas en lien direct avec l'objet du projet qui nous est soumis. Il n'y a pas lieu de s'arrêter à l'intitulé du projet relatif à l'élection du Parlement européen, projet qui ne porte que sur des dispositions techniques dont on a d'ailleurs rappelé le contenu : le régime des assesseurs, le régime de la procuration, la mise en oeuvre d'un arrêt de la Cour constitutionnelle et d'un avis du Conseil d'État. Cela n'a rien à voir avec la détermination des circonscriptions électorales telles que fixées par la loi sur les élections européennes.

J'ajoute, comme M. Van Hauthem l'a d'ailleurs dit, que l'arrêt du 26 mai 2003 n'a rien à voir avec le sujet puisqu'il ne concerne que l'élection des députés. De plus, les principes constitutionnels qui ont été invoqués, notamment par M. Buysse, en commission de l'Intérieur, à savoir les articles 1 à 5 de la Constitution, n'ont rien à voir non plus avec ce sujet.

Dois-je rappeler que les élections législatives se déroulent en principe sur la base d'une circonscription provinciale ? Et que la circonscription de la province de Liège - MM. Collas et Elsen pourraient en témoigner - rassemble des électeurs qui vivent dans des communes relevant pour les uns de la Communauté française et pour les autres de la Communauté germanophone ? L'idée selon laquelle ce serait la division en communautés qui répondrait à la division en circonscriptions électorales revient à donner au texte une portée qu'il ne pourrait avoir.

Je vous demande donc de considérer l'amendement comme irrecevable et de le déclarer comme tel.

De heer Dirk Claes (CD&V). - De commissie voor de Binnenlandse Zaken van de Kamer heeft verschillende wetsvoorstellen over de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde goedgekeurd, die weliswaar door het belangenconflict zijn opgeschort. Als we de amendementen van de heer Van Hauthem nu zouden goedkeuren, zou dat een nieuw belangenconflict kunnen doen ontstaan, wat nog meer vertraging zou veroorzaken. Het is beter de lopende procedures af te wachten in plaats van een nieuwe carrousel van belangenconflicten op gang te brengen.

M. Francis Delpérée (cdH). - Permettez-moi d'ajouter que les propositions de M. Van Hauthem ou de son groupe peuvent faire l'objet d'une proposition de loi. De là à considérer qu'elles peuvent être inscrites dans un simple amendement, il y a une marge que, pour ma part, je ne franchis pas.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - De discussie gaat niet over de inhoud van onze amendementen, maar over de vraag of ze ontvankelijk zijn. Daarvoor verwijs ik naar het verslag van de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden van 5 december 2006 over de bespreking van het wetsontwerp houdende verscheidene wijzigingen inzake verkiezingen. Die wijzigingen gingen over bijzitters, over volmachten, allemaal even technische wijzigingen als die van het ontwerp dat we vandaag behandelen. Onze fractie heeft toen amendementen ingediend met de bedoeling de kieskring te wijzigen. Die zijn ontvankelijk verklaard, eerst in de commissie en nadien ook in de plenaire vergadering, waar wij ze opnieuw hadden ingediend. Ze zijn daar bediscussieerd en er is over gestemd. Ik begrijp best dat de heer Delpérée niet staat te springen om onze amendementen goed te keuren, maar daar gaat het niet over. Het gaat over de vraag of wij nog het grondwettelijk recht hebben om te amenderen.

Natuurlijk hebben onze amendementen met dit ontwerp te maken. De titel van het ontwerp alleen al maakt dat zeer duidelijk: het ontwerp brengt wijzigingen aan in de wet van 23 maart 1989. Wij voegen daar enkele wijzigingen aan toe. Zo eenvoudig is dat. Stel eens voor dat de regering in de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden nog een amendement had ingediend, omdat ze ontdekt had dat er iets niet klopte. Als ons amendement onontvankelijk wordt verklaard, zou dat ook met zo'n regeringsamendement moeten gebeuren. Dat is toch te gek voor woorden. Wij willen met dit amendement alleen doen wat in artikel 59 van het Reglement van de Senaat beschreven staat: `Onder een amendement wordt verstaan elk voorstel om een of meer bepalingen van een voorstel of ontwerp te wijzigen, te vervangen of te doen vervallen of om er bepalingen aan toe te voegen op een aan te geven plaats.'

M. Francis Delpérée (cdH). - Lisez le texte jusqu'au bout. Il ne dit pas qu'il s'agit de modifier, de remplacer ou de supprimer une ou plusieurs dispositions d'une loi. Il est dit : modifier, remplacer ou supprimer une ou plusieurs dispositions « de » la proposition ou « du » projet qui est en discussion. Ce n'est pas la même chose.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Er staat toch zeer duidelijk `om er bepalingen aan toe te voegen'. Dat is precies wat wij doen. Overigens heeft de Senaat in 2006 precies op basis van dit artikel geoordeeld dat onze amendementen ontvankelijk waren. En nu zou de Senaat, op basis van datzelfde artikel, precies het tegenovergestelde doen? Dat kan niet.

De voorzitter. - De heer Van Hauthem heeft uiteraard, net als alle leden van de oppositie, het recht om erop te wijzen dat het amenderingsrecht door de Grondwet is vastgelegd en dat het zeer uitzonderlijk is dat de voorzitter amendementen onontvankelijk verklaart. Het precedent van 2006 kunnen we niet zonder meer verwerpen, maar de toestand vandaag is totaal anders dan die van 2006.

De voorzitter heeft de bevoegdheid om ongrondwettige amendementen onontvankelijk te verklaren. Dat blijkt uit verschillende precedenten. Welnu, ik moet rekening houden met artikel 143 van de Grondwet over de voorkoming en de regeling van belangenconflicten. Los van de discussie of we artikel 59 van het Reglement van de Senaat kunnen toepassen, rijst de vraag of het probleem vandaag niet totaal anders ligt, doordat we nu te maken hebben met een belangenconflict.

De Kamercommissie voor de Binnenlandse Zaken en de Algemene Zaken en het Openbaar ambt heeft het ontwerp tot splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde goedgekeurd en dat maakt het voorwerp uit van een belangenconflict. We moeten de procedure van de Grondwet voor de behandeling van een belangenconflict respecteren. We kunnen niet iedere week bij de behandeling van een of andere kieswet de regeling proberen in te voeren die het voorwerp uitmaakt van een belangenconflict. De procedure inzake een belangenconflict houdt immers in dat de parlementaire behandeling wordt geschorst. Door het indienen van deze amendementen zegt het Vlaams Belang dat die procedure niet geschorst is. Indien de Senaat de amendementen ontvankelijk zou verklaren, dan kan dat ertoe leiden dat, juist wegens het cumuleren van amendementen en een belangenconflict uiteindelijk nooit over dit onderwerp kan worden gestemd.

Mij motivering verschilt van die van de andere voorzitters die tot hier toe de amendementen onontvankelijk hebben verklaard. Wanneer er een belangenconflict loopt, kan niet bij wijze van amendement dezelfde tekst ter stemming worden voorgelegd, want de Senaat moet in het belangenconflict advies geven. In die omstandigheden beschouw ik de amendementen van het Vlaams Belang als onontvankelijk.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Mijnheer de voorzitter, het is mogelijk dat het uw beslissing is, maar dan is ze arbitrair.

De voorzitter. - Mijn beslissing is niet arbitrair. Ik heb ze gemotiveerd, maar op een andere wijze dan alle andere voorzitters. U kunt het daar niet mee eens zijn, maar arbitrair betekent: `ik heb gelijk omdat u ongelijk hebt'. Dat is niet mijn stijl.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Ik wens nog even te repliceren op uw argumentatie. Het belangenconflict dat nu loopt betreft een aantal wetsvoorstellen die met het ontwerp dat we vandaag behandelen niets te maken hebben.

De voorzitter. - Dat gelooft u toch zelf niet, mijnheer Van Hauthem.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Mijnheer de voorzitter, het gaat over de ontvankelijkheid van de amendementen en niet over de politieke gevolgen van een eventuele stemming erover. Dat is iets helemaal anders. U vergelijkt appels met peren. Voor twee wetsvoorstellen is een belangenconflict ingeroepen. Hier gaat het om een ander wetsontwerp, dat niets te maken heeft met het Algemeen Kieswetboek, maar met de verkiezing van het Europees Parlement. Dat wordt door een aparte wet geregeld. Er ligt nu een ontwerp ter wijziging van die wet voor. Waarom zou de Senaat niet kunnen discussiëren over de aanpassing van de kieskringen omdat er een belangenconflict loopt over iets helemaal anders?

Het kan toch niet dat we op die manier aan besluitvorming moeten doen, dat men op die basis amendementen onontvankelijk verklaart.

De voorzitter. - Mijnheer Van Hauthem, u verwees hier naar het arrest van het Arbitragehof als ratio legis van uw standpunt. Nu beweert u dat het er niets mee te maken heeft. Het heeft er wel iets mee te maken, want het gaat om de splitsing voor verschillende verkiezingen. Het is duidelijk dat u niet van het constitutionele systeem houdt; u houdt niet van het belangenconflict; u houdt zelfs niet van oplossingen.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Mijnheer de voorzitter, u moet mij geen intenties toedichten.

De voorzitter. - U ben hier niet in het Vlaams Parlement, mijnheer Van Hauthem. In de Senaat worden soms nog eens juridische argumenten gebruikt.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Ik ben het niet eens met uw juridische argumenten.

De voorzitter. - Ik weet dat juristen a priori verdacht zijn ...

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Dat heb ik nooit gezegd.

De voorzitter. - In een systeem van een belangenconflict in een federale staat is het zo dat wanneer er een belangenconflict loopt, de parlementaire procedure over dit onderwerp - in casu de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde - geschorst is en men dit onderwerp dus niet elke week opnieuw, bij elk ontwerp, op de agenda kan plaatsen.

Ik heb er alle begrip voor dat u de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde op de politieke agenda wil plaatsen. Politiek gezien is dat een volkomen rechtmatige eis. In de Grondwet is echter de mogelijkheid van een belangenconflict opgenomen en de Grondwet gaat voor op de toepassing van artikel 59 van het Reglement. Bijgevolg verklaar ik de amendementen van de heer Van Hauthem onontvankelijk.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - U zou gelijk hebben indien er een wetsvoorstel bestond waarin de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde voor de verkiezingen voor het Europees Parlement werd voorgesteld. Indien op dat wetsvoorstel een belangenconflict zou lopen, zou het juist zijn te argumenteren dat een wetsvoorstel over enkele technische wijzigingen niet moet worden aangegrepen om een amendement in te dienen in verband met de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Het belangenconflict dat nu loopt, heeft echter niets te maken met de indeling in kieskringen voor de verkiezingen voor het Europees Parlement. Uw argument gaat dus niet op. Het is een politieke truc om amendementen onontvankelijk te verklaren, zodat er niet over moet worden gestemd.

De voorzitter. - Het is evident dat, nu er over het politieke probleem van de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde een belangenconflict loopt, uw amendement betrekking heeft op dat probleem. Dat probleem is het reële voorwerp van uw amendement. In het perspectief van artikel 143 van de Grondwet is dat amendement onontvankelijk.

-Il sera procédé ultérieurement au vote sur l'ensemble du projet de loi avec les annexes.