4-1245/1

4-1245/1

Belgische Senaat

ZITTING 2008-2009

24 MAART 2009


Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wat het parkeren van een voertuig in de bebouwde kom door beroepschauffeurs betreft

(Ingediend door mevrouw Anke Van dermeersch en de heer Freddy Van Gaever)


TOELICHTING


Vóór de aanpassing van de rij- en rusttijden voor beroepschauffeurs, begin 2007, had een beroepschauffeur die na een lange rit thuis aankwam om zijn wettelijke dagelijkse rusttijd in zijn eigen bed door te brengen, in de praktijk de mogelijkheid zijn vrachtwagen voor of in de nabijheid van zijn huis binnen de bebouwde kom op de openbare weg te parkeren. Die regeling kon evenwel om redenen, zoals het vermijden van parkeeroverlast, in drukkere wijken en delen van de bebouwde kom verboden worden via het in artikel 65, 1.3, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg beschreven verkeersbord, dat zonaal een parkeerverbod vanaf een bepaald tonnage instelt.

Artikel 27, 5.2, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 bepaalt immers dat het binnen de bebouwde kommen verboden is op de openbare weg auto's, slepen en aanhangwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton — tenzij op specifiek aangeduide parkeerplaatsen — langer dan acht uur na elkaar te laten parkeren, dezelfde periode die een beroepschauffeur als minimum aaneengesloten periode van een normale dagelijkse rusttijd in acht moest nemen.

Sinds op 11 april 2007 verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad via een uitvoeringsbesluit in dit land van kracht is geworden, is de lange periode die een beroepschauffeur als minimum aaneengesloten periode van een normale dagelijkse rusttijd in acht moet nemen, verlengd van 8 naar 9 uur. In deze rustperiode van minimum 9 uur mag de beroepschauffeur zijn voertuig niet starten, laat staan zelfs geen vijf meter verplaatsen. Bijgevolg is de beroepschauffeur die zijn voertuig binnen de bebouwde kom parkeert om zijn rusttijden te eerbiedigen, sinds de aanpassing van de rij- en rusttijden begin vorig jaar steeds in overtreding met het hierboven aangehaalde artikel 27, 5.2, van het koninklijk besluit van 1 december 1975, zelfs indien de wegbeheerder het parkeren voor de deur met alle plezier zou willen toestaan.

Om de mogelijkheid van het parkeren binnen de bebouwde kom van vrachtwagens weer in de praktijk toe te laten, dienen wij dit wetsvoorstel in. Het verlengt via een aanpassing in het koninklijk besluit van 1 december 1975 de maximale periode voor het parkeren van auto's, slepen en aanhangwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton op de openbare weg binnen de bebouwde kom van 8 naar 12 uur, hetgeen de beroepschauffeur ruim de gelegenheid geeft ook te voldoen aan zijn wettelijke rusttijden. De wegbeheerder blijft natuurlijk de bevoegdheid behouden om via het in artikel 65, 1.3, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 beschreven verkeersbord zonaal of zelfs in de hele bebouwde kom een parkeerverbod voor voertuigen vanaf een bepaald tonnage in te stellen, mocht dit nodig blijken.

Anke VAN DERMEERSCH
Freddy VAN GAEVER.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 27, 5.2, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 september 1991, worden de woorden « acht uur » vervangen door de woorden « twaalf uur ».

19 maart 2009.

Anke VAN DERMEERSCH
Freddy VAN GAEVER.