4-66

4-66

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 12 MAART 2009 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en aan de minister van Justitie over «de Marokkaanse namenlijsten» (nr. 4-796)

De voorzitter. - De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt.

Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V). - Enige tijd geleden besliste de Antwerpse bevolkingsdienst de namenlijst die de Marokkaanse overheid hanteert voor naamgeving, niet meer voor te leggen aan Marokkaanse ouders die de geboorte van hun kind komen aangeven. De ouders wordt nog wel meegedeeld dat Marokko eisen stelt inzake naamgeving. Ze worden doorverwezen naar het Marokkaanse consulaat in Antwerpen voor meer informatie.

Kinderen van Marokkanen die in België wonen, krijgen automatisch de dubbele nationaliteit, omdat de Marokkaanse staat de Marokkaanse nationaliteit aan alle rechtstreekse afstammelingen van zijn onderdanen oplegt. Als Marokkaan zijn de ouders verplicht hun zoon of dochter daartoe aan te geven bij de Marokkaanse ambassade of het consulaat. De Marokkaanse overheid verplicht ouders bovendien om een naam te kiezen uit een beperkte lijst met uitsluitend Arabische voornamen. Vaak worden ouders pas met de Marokkaanse namenlijst geconfronteerd als het al te laat is, namelijk als ze reeds aangifte hebben gedaan bij de dienst bevolking.

Op vroegere vragen over dit thema in de Kamer antwoordde de minister dat dit een probleem van internationaal privaatrecht is. Toch legt de bevolkingsdienst van sommige steden en gemeenten de namenlijst voor aan ouders met de Marokkaanse of dubbele nationaliteit. In België is iedereen echter vrij om zelf de naam van zijn of haar kinderen te kiezen. Een beperkte lijst voorleggen met namen waaruit ouders verplicht moeten kiezen, mag dus niet.

Wat denkt de minister van die namenlijsten? Is hij van mening dat die moeten verdwijnen? Zijn er nog andere landen dan Marokko die dergelijke namenlijsten hanteren?

Heeft de minister zijn Marokkaanse collega hierover reeds aangesproken? Zo neen, is hij van plan dat in de toekomst te doen? Kan de minister via bilaterale contacten met de Marokkaanse overheid de verplichting om een naam uit de lijst te kiezen opheffen? Overweegt hij een ander initiatief om het probleem op te lossen?

Is de minister van mening dat de bevolkingsdienst van onze steden en gemeenten lijsten met verplichte namen moet voorleggen aan ouders met vreemde of dubbele nationaliteit?

Zijn er nog andere steden en gemeenten dan Antwerpen die de Marokkaanse lijst met Arabische namen niet meer wensen voor te leggen?

Overweegt de minister initiatieven om in alle steden en gemeenten ter zake tot een uniform beleid te komen, bijvoorbeeld middels een rondzendbrief?

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie. - In antwoord op mondelinge vragen van de heren Weyts en Logghe in de Kamercommissie voor de Justitie op 4 februari 2009 gaf de minister van Justitie duiding bij de voornaamkeuze als onderdeel van het internationaal privaatrecht.

In een officieel communiqué over de keuze van Marokkaanse voornamen verwijst de Marokkaanse ambassadeur te Brussel naar artikel 21 van de Marokkaanse wet betreffende de burgerlijke stand. Dat artikel bepaalt onder andere dat wie de geboorte van een kind aangeeft om het in de registers van de burgerlijke stand te laten inschrijven, een voornaam moet kiezen van Marokkaans karakter, dat het geen familienaam mag zijn, geen naam samengesteld uit meer dan twee voornamen, geen naam van een stad, dorp of stam, en dat de naam niet tegen de goede zeden of de openbare orde mag ingaan.

De kwalificatie Marokkaans die in de tekst wordt gebruikt, komt voort uit bronnen met diverse referenties - islamitische, Hebreeuwse en verschillende dialecten die in Marokko worden gebruikt, Arabische of Amazighse - die zich in de loop van de geschiedenis van Marokko hebben vermengd om één enkele referentie te vormen, zodat ze alle deel uitmaken van de Marokkaanse nationaliteit. Het is op basis van deze referenties dat de Marokkanen, of ze nu uit het zuiden, noorden, oosten of westen komen, sinds mensenheugenis hun namen dragen.

Het gebeurt zeker dat ambtenaren van de burgerlijke stand voornamen weigeren op het moment van aangifte bij de Marokkaanse Burgerlijke Stand, omdat ze niet voldoen aan de bepalingen van vermeld artikel of omdat ze strijdig zijn met de goede zeden of de openbare orde.

Om het belang van de betreffende burgers te beschermen heeft de Marokkaanse wetgever een Hoge Commissie van Burgerlijke Stand opgericht waar deze geschillen kunnen worden behandeld. Deze Hoge Commissie is een onafhankelijke instantie, staat onder het voorzitterschap van de geschiedschrijver van het Koninkrijk Marokko en is samengesteld uit een magistraat die het ministerie van Justitie vertegenwoordigt, en een vertegenwoordiger van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Iedere Marokkaan die volhardt in het kiezen van een bepaalde voornaam die de ambtenaar van de burgerlijke stand weigert omdat hij niet beantwoordt aan de bepalingen van het eerste lid van artikel 21 van de wet, kan de Hoge Commissie van Burgerlijke Stand vragen om te bepalen of de naam al dan niet voldoet aan de vereiste bepalingen. De Hoge Commissie deelt haar beslissing van weigering of acceptatie van de gekozen voornaam mee, zowel aan degene die aangifte doet als aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Deze stappen zijn van toepassing op alle Marokkaanse voornamen, wat ook hun oorsprong moge zijn, en gelden voor alle geledingen van de Marokkaanse maatschappij, zowel op nationaal niveau als in het buitenland. De Hoge Commissie heeft zich tot op heden over 404 uiteenlopende geschillen over voornamen uitgesproken, waaronder 77 Amazighse voornamen. In 329 gevallen was haar oordeel positief en in 75 gevallen kwam er een weigering. Bij de weigeringen waren maar zeven Amazighse voornamen, omdat ze niet in overeenstemming waren met de wet.

Die beslissingen zijn niet definitief en iedere burger behoudt het recht om zich tot de rechtbank te wenden als hij geldige redenen kan laten gelden om ze te annuleren.

De vermelde lijsten met verboden voornamen zijn het resultaat van de beslissingen van de Hoge Commissie die, overeenkomstig de regelgeving, worden meegedeeld aan alle kantoren van de Burgerlijke Stand in Marokko en/of de diplomatieke en consulaire missies in het buitenland.

De keuze van voornamen in Marokko is vrij voor alle geledingen van de maatschappij, maar die vrijheid moet, zoals iedere vrijheid, beantwoorden aan criteria en aan bepaalde normen, vooral om de maatschappij te normaliseren.

Ten slotte herinnert de ambassadeur eraan dat een oorspronkelijk Belgische onderdaan die de Marokkaanse nationaliteit wenst aan te nemen niet verplicht is om van voornaam te veranderen.

Momenteel is er geen dringende maatschappelijke nood die tot een aanpassing van het internationaal privaatrecht noopt.

De administratie weet niet welke steden en gemeenten weigeren een voornamenlijst voor te leggen.

Er wordt een gesprek op de Marokkaanse ambassade voorbereid om de toestand te evalueren.

Ik lees nu het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken.

Zoals ik al in de Kamer zei en zoals de minister van Justitie al heeft gezegd, hebben we te maken met een probleem van internationaal privaatrecht. Ik heb geen kennis van lijsten die andere landen zouden voorleggen. Wel is in een aantal landen de vrije keuze van de voornaam, zoals die in het Belgische recht bestaat, niet mogelijk.

Ik ben van mening dat de gemengde commissie België-Marokko het gepaste forum is om deze problematiek te bespreken.

Als minister van Buitenlandse Zaken heb ik geen commentaar te geven op de werkwijze van de bevolkingsdiensten van de gemeenten. De ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie zijn daarvoor bevoegd.

Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V). - Uit de antwoorden blijkt dat Marokkaanse onderdanen die hier geboren en getogen zijn, met een probleem van internationaal privaatrecht worden geconfronteerd. Dat geeft niet altijd een antwoord op het feit dat er geen vrije naamkeuze is. Indien men het niet eens is met een weigering van naam, dient er naar een geschillencommissie te worden gestapt. Er zijn immers een aantal criteria waaraan de naam moet voldoen. Dat blijft problemen oproepen. Het verheugt me dat de minister van Buitenlandse Zaken bereid is op het geschikte niveau daarover overleg te plegen met Marokko.