4-66

4-66

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 12 MAART 2009 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Louis Ide aan de minister van Binnenlandse Zaken, aan de minister van Justitie en aan de staatssecretaris voor Mobiliteit over «de parkeerproblemen van gezondheidswerkers» (nr. 4-671)

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Mijn vraag is ook gericht tot de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken, aangezien de problematiek de bevoegdheid mobiliteit overstijgt. Ik hoop dat de drie excellenties in onderling overleg reageren.

De problematiek rond het fout parkeren van gezondheidswerkers tijdens huisbezoeken kende gisteren een nieuw hoogtepunt. In verschillende media lieten ze immers optekenen dat ze hun parkeerboetes niet meer zouden betalen. Al jaren pleitten ze voor een regeling die het hun mogelijk zou maken optimaal geneeskundige zorgen aan huis te verstrekken.

Nochtans bestaan er oplossingen. Verschillende gemeenten hebben al lokale initiatieven met speciale parkeerkaarten uitgewerkt. Die initiatieven komen uit het veld en zijn zeer billijk en degelijk te noemen. Een speciale, jaarlijkse parkeerkaart stelt gezondheidswerkers, onder strikte voorwaarden, vrij van parkeerboetes. Zo moeten ze, onder andere, voldoende plaats laten voor hulpdiensten en voetgangers, mogen er geen andere parkeerplaatsen in de nabijheid zijn, mogen ze het zicht niet belemmeren en mogen ze nooit op fietspaden of voor poorten en uitritten parkeren. Uiteraard mag van die kaart geen misbruik worden gemaakt.

Ik stelde over de problematiek al verschillende vragen aan minister Onkelinx, die een en ander al zou hebben aangekaart.

Ter informatie zal ik een voorstel uit het veld aan de ministers laten bezorgen.

Wat denken de ministers en de staatssecretaris van de problematiek? Kunnen ze begrijpen dat gezondheidswerkers een billijke regeling wensen?

Wat vinden ze van de voorgestelde oplossing? Kunnen ze zich hierin vinden? Zijn ze van plan een oplossing uit te werken die op lokaal vlak zijn werkzaamheid al heeft bewezen? Zo ja, tegen wanneer?

De heer Etienne Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister. - Ik kan alle begrip opbrengen voor de problematiek die de heer Ide zo-even heeft geschetst: in het belang van de zorgbehoevenden moeten dokters en zorgverleners hun medische opdracht optimaal kunnen uitvoeren. Dikwijls gaan ze op huisbezoek bij oudere personen, zwaar zieke personen of personen met een handicap die zich moeilijk of niet kunnen verplaatsen.

Verschillende overheden - de gemeenten, de politie of Justitie - zijn daar ook nooit blind voor geweest. Getuigen daarvan verschillende initiatieven om dokters en zorgverleners bepaalde parkeerfaciliteiten toe te staan.

De parkeerproblematiek is echter grotendeels een gemeentelijke bevoegdheid geworden, vooral sinds betalend parkeren werd gedepenaliseerd en gemeenten zelf de modaliteiten kunnen bepalen.

Zo kunnen gemeenten aan dokters en zorgverleners parkeerkaarten uitreiken, die hen vrijstellen van parkeergeld. Gemeenten kunnen ook parkeerplaatsen voorbehouden voor dokters en beoefenaars van gezondheidsberoepen. De gemeenten zijn dan ook het eerste aanspreekpunt om de parkeerproblemen van dokters en gezondheidswerkers op te lossen. Strategisch gekozen voorbehouden parkeerplaatsen in de binnenstad op loopafstand van patiënten kunnen trouwens al veel problemen oplossen.

Op lokaal en stedelijk vlak hebben politie en parketten al heel wat afspraken gemaakt om onder strikte voorwaarden toe te staan in overtreding te parkeren. Het betreft telkens dringende interventies of uitzonderlijke situaties, waarbij geen parkeerplaatsen vrij zijn en waarbij men niet hinderlijk of gevaarlijk mag parkeren. In geval van misbruik wordt de parkeerkaart bij wijze van sanctie onmiddellijk ingetrokken.

Zo'n regeling is dus helemaal geen vrijgeleide om zo maar overal en altijd in overtreding te parkeren. Ik huiver er overigens voor om dokters, zorgverleners of wie dan ook immuniteit voor foutief parkeren te verlenen. Dat zet immers de deur open voor misbruiken en spoort andere beroepsgroepen aan om ook op parkeerimmuniteit aanspraak te maken.

Ik ben wel bereid om samen met de minister van Justitie, die daarvoor in feite bevoegd is, ervoor te zorgen dat er een nationale uniforme richtlijn komt voor politie en parketten inzake de voorwaarden en omstandigheden waarin dokters en zorgverleners kan worden toegestaan om foutief te parkeren. Daarover is op dit ogenblik reeds overleg aan de gang met het College van procureurs-generaal.

Gelet op hun opdracht, is het wenselijk faciliterend op te treden voor dokters en zorgverleners, maar dat moet gebeuren onder strikte en uitzonderlijke voorwaarden met een aangepast controlebeleid. De regeling die in sommige regio's al tot ieders voldoening bestaat, wordt dus het best op een uniforme wijze uitgebreid over het hele grondgebied, zodat ook op plaatsen waar dergelijke afspraken vandaag niet zijn gemaakt, de faciliteiten voor dokters zullen gelden. Dat zal ook de huidige onvrede wegnemen.

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Toen de staatssecretaris met zijn antwoord begon, was ik even bevreesd dat hij de fragmentarische aanpak wou bestendigen. Hij heeft evenwel een wending in zijn antwoord gemaakt die mij zeer tevreden stemt. Hij toont zijn absolute wil om een uniforme richtlijn na te streven. Dat is een bevoegdheid van de minister van Justitie, die de zaak kan regelen met een circulaire aan het College van procureurs-generaal.

De wil is duidelijk aanwezig en het is nog maar een kwestie van tijd alvorens de uniforme regeling wordt ingevoerd. Artsen en verstrekkers van thuiszorg zullen daar geen misbruik van maken. Indien zij dat wel doen, dan schenden ze hun deontologische beroepscode en moeten ze des te harder worden aangepakt.