4-63

4-63

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 12 FÉVRIER 2009 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «la durée des études de médecine» (nº 4-632)

M. le président. - Mme Marie Arena, ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes, répondra.

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Het spijt mij dat mevrouw Onkelinx mijn vraag niet zelf wil beantwoorden en er de voorkeur aan geeft naar de Kamer te gaan.

Al meer dan tien jaar knokken de studenten geneeskunde in ons land voor een basisopleiding die zes jaar duurt, zoals gangbaar in heel Europa. Deze week publiceert Artsenkrant het vurige pleidooi van enkele studentenverenigingen.

In andere Europese landen bestaat de opleiding van huisarts uit een basisopleiding van zes jaar, gevolgd door drie jaar specialisatie als huisarts. In België is dat niet zo. Hier bedraagt de basisopleiding zeven jaar, gevolgd door twee jaar huisartsgeneeskunde. Dat zevende jaar wordt dan op zijn Belgisch het eerste jaar huisartsgeneeskunde genoemd, om aan de verdeling 6+3 te komen. Toen ik zelf student was, heb ik daar nog strijd tegen gevoerd, maar meer dan tien jaar later is er nog niets veranderd. Ons land maakt zich belachelijk met die regeling.

Een arrest van de Raad van State verwijst de Belgische regeling nu naar de prullenbak. Omdat de overheid zijn verantwoordelijkheid weigert te nemen, zou het kunnen dat de studenten nu zeven jaar basisopleiding plus drie jaar huisartsgeneeskunde moeten volgen alvorens ze huisarts kunnen worden. Maar zelfs al kan de minister het geregeld krijgen dat het geen 7+3-regeling wordt, maar weer een 7+2-regeling, dan is er na meer dan tien jaar nog niets substantieels veranderd.

Nochtans is dit het uitgelezen moment om eindelijk, zoals in de rest van Europa, de basisopleiding op zes jaar te brengen. Dat kan de Europese uitwisseling bevorderen, zodat de aspirant-artsen, naast de verrijkende menselijke ervaringen die ze opdoen, andere gezondheidszorgstructuren kunnen leren kennen.

Zal de minister actie ondernemen om de basisopleiding geneeskunde terug te brengen tot zes jaar, conform de rest van Europa, nu de Raad van State hetzelfde zegt als waar de geneeskundestudenten al jaren voor ijveren? Zo ja, binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?

Mevrouw Marie Arena, minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden. - Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.

De Raad van State heeft recentelijk het besluit van februari 2006 over de erkenning van de huisartsen vernietigd. Voor zijn argumentatie baseert de Raad van State zich evenwel alleen op een procedurefout, namelijk het niet bereiken van een quorum tijdens een vergadering van de Hoge Raad.

Het besluit bepaalt eens te meer dat men de specialisatie huisartsgeneeskunde pas na het zesde studiejaar, dus momenteel in het vierde doctoraatsjaar kan aanvatten. Voor studenten die in de loop van dat jaar met huisartsgeneeskunde beginnen, blijven er bijgevolg nog maar twee specialisatiejaren om hun artsendiploma te behalen. Europese richtlijnen bevestigen die uitzondering trouwens.

Na de goedkeuring van het besluit over de erkenning in 2006 heeft de Raad van State erop gewezen dat aldus een ongelijkheid bestaat tussen de studenten huisartsgeneeskunde en studenten in andere specialiteiten. Sindsdien onderzoeken de gemeenschappen of het opportuun is om de basisopleiding voor artsen terug te brengen tot zes jaar dan wel ze op zeven jaar te behouden. Voor een beslissing hierover zijn uitsluitend de gemeenschappen bevoegd.

Om de studenten die thans huisartsgeneeskunde studeren, niet te straffen, zal minister Onkelinx een nieuwe tekst van besluit aan de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen voorleggen. De tekst herneemt in grote lijnen het besluit van februari 2006, maar houdt wel rekening met de adviezen van de Raad van State en voert tegelijk een overgangsperiode in teneinde de huidige studenten te beschermen.

Om de rechtszekerheid te verzekeren wil de minister het nieuwe besluit binnen de kortst mogelijke termijn laten publiceren. Na het advies te hebben ingewonnen van de Hoge Raad en van de Raad van State, zal ze over het aantal studiejaren ruim overleg plegen, in het bijzonder met de gemeenschappen. De eindbeslissing hierover ligt immers, zoals ik al zei, bij de twee gemeenschappen die bevoegd zijn voor het hoger onderwijs.

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Ik hoop dat de Hoge Raad vanavond in aantal is want anders rijst er een probleem.

De minister verschuilt zich achter procedurele aspecten en gaat niet in op de essentie van mijn vraag, namelijk de beperking van de basisopleiding tot zes jaar. De federale minister kan na zes jaar een RIZIV-nummer toekennen. De gemeenschappen zouden bijgevolg verplicht zijn de basisopleiding op zes jaar te brengen.

Deze kwestie sleept al meer dan tien jaar aan. Ons land maakt zich belachelijk tegenover de andere landen van Europa, die wel degelijk in staat zijn een zesjarige opleiding te organiseren. Wij vormen een uitzondering. Ik ben het daar geenszins mee eens.

Dit is het moment bij uitstek om ter zake een beslissing te nemen. Ik hoop dat de nodige stappen zullen worden gedaan om vanaf het volgende academiejaar met een zesjarige opleiding te kunnen starten.