4-49

4-49

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 20 NOVEMBER 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Helga Stevens aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de ontoegankelijkheid van wachtdiensten van dokters en apothekers voor dove en slechthorende burgers» (nr. 4-535)

De voorzitter. - De heer Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, antwoordt.

Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - In geval van nood in het weekend, op feestdagen of tijdens de nacht een beroep kunnen doen op een huisdokter of tandarts, of langsgaan bij een apotheker, is voor de meeste mensen een evidentie. Voor dove en zwaar slechthorende mensen is dat niet het geval. Zij kunnen immers geen beroep doen op de huisartsen-, tandartsen- en apothekerswachtdiensten die momenteel uitsluitend via centrale telefoonnummers bereikbaar zijn.

Onder meer de Federatie van Vlaamse Dovenorganisaties (Fevlado) probeert al een aantal jaren om een oplossing te vinden voor de problematiek. Ze heeft daarbij al herhaaldelijk het initiatief genomen om met huisartsen- en apothekersverenigingen een overleg hierover op te zetten. Tot op heden is daar nog steeds geen concrete oplossing uit voortgekomen. Ik blijf zelf heel regelmatig vragen krijgen van dove en slechthorende mensen die klagen dat genoemde wachtdiensten voor hen niet toegankelijk zijn.

In deze hoogtechnologische tijd kan het toch geen onoverkomelijk probleem zijn om ervoor te zorgen dat de wachtdiensten van huisartsen, tandartsen en apothekers wél bereikbaar zijn voor doven en slechthorenden. Het lijdt mijns inziens geen twijfel dat oproepen via bijvoorbeeld sms of via e-mail, die net zoals een telefonisch gesprek makkelijk door de ontvanger kunnen worden beantwoord, in het centrale oproepsysteem van de wachtdiensten moeten kunnen worden geïntegreerd.

De antidiscriminatiewet uit 2003 - meer bepaald artikel 3, §3 en §4 - bepaalt overigens ondubbelzinnig dat bij het aanbieden van diensten voorzien moet worden in de nodige redelijke aanpassingen, zodat ook mensen met een handicap die niet op de `gewone' manier van de dienst gebruik kunnen maken, toch op die dienst een beroep kunnen doen.

Graag kreeg ik hieromtrent antwoord op volgende vragen.

Welke initiatieven is de minister bereid te nemen om de nationale en regionale verenigingen van huisartsen, tandartsen en apothekers ertoe aan te zetten de wachtdiensten toegankelijk te maken voor doven en slechthorenden?

Kan de minister inzake deze initiatieven een timing geven?

De heer Olivier Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken. - Ik lees het antwoord van de minister.

De naam en het adres van de apotheek van wacht is thans te vinden op de website apotheek.be.

Sommige apotheken hebben al een website waarlangs ze bereikbaar zijn. Dit systeem zal vermoedelijk binnenkort nog worden uitgebreid zodra het koninklijk besluit is gepubliceerd dat de verkoop van geneesmiddelen vanuit een officina via het internet reglementeert.

Mijn administratie werkt aan een gemeenschappelijke portaalsite voor het RIZIV en de FOD inzake de wachtdiensten van de huisartsen, met een zoekfunctie voor het publiek. Zodra dat geregeld is wil ik de portaalsite uitbreiden tot de tandartsen en de apotheken en hun bereikbaarheid integreren in de bestaande systemen.

Wie e-mail gebruikt, heeft normaal ook toegang tot het internet, zodat al gedeeltelijk wordt tegemoetgekomen aan de behoeften.

De wachtdiensten worden nog niet altijd gepubliceerd in de lokale bladen. Meestal wordt aan de ingang van apotheken wel het adres van de apotheek van wacht vermeld. In sommige steden wordt om veiligheidsredenen de naam en het adres van de apotheek die 's nachts van wacht is, alleen via een telefooncentrale meegedeeld, die kan ondergebracht zijn bij het Rode Kruis, bij huisartsenkringen, de 100-centrale, enzovoort, naargelang wat ter plaatse overeengekomen is.

(Voorzitter: de heer Hugo Vandenberghe, eerste ondervoorzitter.)

Momenteel werken genoemde telefooncentrales voornamelijk via `stemgestuurde' systemen. De vraag doelt wellicht op die systemen. Er is de facto tot op heden geen wetgeving voor het oproepen van de hulpdiensten en de wachtdienstorganisaties via een technologie die niet `stemgestuurd' is. Inzake de oproepen naar de 100 of 112, heeft mijn administratie mij een kadertekst voorgesteld die ik thans bestudeer. Die kan waarschijnlijk worden uitgebreid tot niet-dringende oproepen, binnen de beperking van de federale bevoegdheden ter zake.

De reeds geteste faxsystemen in de 100-centrales worden in feite niet gebruikt. Die keuze is uitgelopen op een mislukking. De sms-technologie moet zeker onderzocht worden voor de niet-dringende oproepen. Het is immers niet steeds zeker dat een verzonden sms kort nadien ook wordt ontvangen.

Ik volg dit dossier op en een initiatief inzake de niet-stemgestuurde oproepen naar de hulp- en wachtdiensten zal in deze regeerperiode op de agenda staan.

Mevrouw Helga Stevens (Onafhankelijke). - Het blijft een probleem dat de wachtdiensten enkel telefonisch bereikbaar zijn. De minister zegt dat in de toekomst een oplossing via sms-technologie kan worden gevonden, maar er is blijkbaar voorbehoud wegens mogelijke problemen in verband met de ontvangst van een sms. We moeten ons gezond verstand gebruiken. Iemand die een sms verstuurt en geen antwoord krijgt, zal opnieuw een sms versturen. Het gebruik van sms zal slechts op beperkte technische problemen stuiten. Ik doe een warme oproep om het probleem met de dringende oproepen eindelijk op te lossen. Ik zal het antwoord van de minister rustig bekijken en zal dit punt zeker opvolgen.