4-49 | 4-49 |
(Voor het voorstel van gemotiveerd advies aangenomen door de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden, zie stuk 4-856/2.)
Mme Anne-Marie Lizin (PS), corapporteuse. - Monsieur le président, chers collègues, je n'entrerai pas dans le détail des différentes interventions si ce n'est pour souligner la qualité de celles de M. Cheron.
Il s'agit d'une matière extrêmement importante. Le Sénat s'était déjà penché sur le conflit d'intérêts soulevé par le parlement de la Communauté française sur le même thème. Il revient aujourd'hui sur le conflit d'intérêts entre la Chambre des représentants et l'Assemblée de la Commission communautaire française concernant des propositions de loi modifiant les lois électorales en vue de scinder la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde.
Le 7 novembre 2007, la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique de la Chambre des représentants a voté deux propositions de loi visant l'une et l'autre à scinder la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde.
Le Comité de concertation a ensuite rédigé un texte libellé comme suit : « Le Comité a pris acte de l'avis du Sénat, communiqué au premier ministre le 1er avril 2008, à savoir "que la recherche d'une solution au problème est à l'ordre du jour dans le cadre des négociations en cours, comme indiqué dans la proposition de loi spéciale portant des mesures institutionnelles." »
Ce texte a trouvé un prolongement dans la deuxième proposition par une concertation entre la délégation de la Chambre des représentants et celle de l'Assemblée de la Commission communautaire française. Néanmoins cette concertation n'a pas abouti à une solution le 18 juin 2008.
Le 7 juillet 2008, le président de la Chambre des représentants a adressé une lettre notifiant au Sénat que la concertation n'avait pas abouti et que, dès lors, le Sénat était saisi du conflit d'intérêts, à charge pour lui de rendre un avis motivé au Comité de concertation dans les trente jours.
La commission des Affaires institutionnelles du Sénat s'est réunie les 16 et 23 octobre et le 6 novembre 2008. Au terme de la dernière réunion, il a été décidé, par douze voix pour et quatre voix contre, de mettre au vote une proposition concertée d'avis motivé.
Depuis le point de départ du conflit d'intérêts, les arguments en présence n'ont pas évolué. Les groupes et les sénateurs membres de la commission ont formulé différentes propositions. Nous avons constaté l'existence de points de vue très différents et la difficulté d'aboutir à une rédaction reflétant véritablement le moment et la négociation qui rouvrira le débat. La plupart des membres ont cherché, comme nous l'avions fait dans le premier texte, à préciser la proposition de loi portant les mesures institutionnelles. Après quelques échanges de vues, nous nous en sommes remis à la sagesse de M. Vandenberghe pour finaliser un texte. Je vais vous en donner lecture dans les deux langues pour mieux vous faire saisir tout le sel de ce choix.
`De Senaat neemt akte van de diverse standpunten. De Senaat stelt vast dat het zoeken naar een oplossing van het probleem, waarvan de behandeling in de Kamer van volksvertegenwoordigers aanleiding geeft tot een belangenconflict, samenloopt met de onderhandelingen tot institutionele hervormingen.'
Je vous lis à présent le texte rédigé en français : « Le Sénat prend acte des différents points de vue. Le Sénat constate que la recherche d'une solution au problème dont la discussion à la Chambre des représentants a donné lieu au conflit d'intérêts, concourt avec » - seule cette formulation nous a paru donner le sens souhaité au mot samenloopt - « les négociations en vue de réformes institutionnelles ».
Comparé à l'avis motivé adopté dans le cadre du premier conflit d'intérêts, ce texte passe sous silence ce que l'on appelle, en jargon institutionnel, le premier paquet. Nous mentionnons simplement le fait que la réflexion se déroule en même temps que les négociations en vue des réformes institutionnelles. Cela nous permet de faire référence au travail entamé par le Groupe des douze et de maintenir dans le texte le mot « négociations » souhaité par la majorité des membres de notre commission.
La proposition d'avis motivé de M. Lambert a été rejetée par treize voix contre deux et une abstention. J'ai retiré la mienne pour faciliter le vote. La proposition d'avis motivé de MM. Van Hauthem et Coveliers a été rejetée par quatorze voix contre une et une abstention. L'amendement nº 1 de M. Lambert à la proposition de M. Vandenberghe a été rejeté par treize voix contre deux et une abstention.
Enfin, la proposition d'avis motivé de M. Vandenberghe et consorts a été adoptée par treize voix contre deux et une abstention.
Le présent rapport a été approuvé à l'unanimité des onze membres présents.
Je voudrais rappeler, à titre personnel, que le Groupe des douze ne comprend que des hommes. M. Delpérée a précisé que, ne s'agissant pas d'un organe de l'État, la loi n'y imposait pas une présence féminine. Je trouve quand même regrettable qu'un groupe qui réfléchit à l'avenir de notre pays soit uniquement composé d'hommes. Une telle composition ne va pas dans le sens des multiples lois que nous avons votées en faveur d'une participation équilibrée des deux sexes dans les travaux. Je reconnais que mon désappointement n'a pas été partagé par tous en commission, mais je tenais à vous en faire part.
Il importe que nous formulions un avis motivé à un stade d'une procédure extrêmement complexe mais qui, nous l'espérons, permettra de déterminer les différentes étapes de l'avenir institutionnel de notre pays.
De heer Pol Van Den Driessche (CD&V), corapporteur. - Mevrouw Lizin heeft de belangrijkste zaken al vermeld en ik wil niet in herhaling vallen.
Er zijn over deze kwestie inderdaad drie geanimeerde en boeiende vergaderingen geweest. Er werd grondig gediscussieerd, waarbij vooral bekende standpunten werden herhaald. Het resultaat was een tekst waarin uitdrukkelijk werd beklemtoond dat de Senaat akte neemt van de diverse standpunten en vaststelt dat het zoeken naar een oplossing van het probleem, waarvan de behandeling in de Kamer aanleiding geeft tot een belangenconflict, samenloopt met de onderhandelingen tot institutionele hervormingen.
De heren Lambert, Van Hauthem en Ide hebben voorstellen tot wijziging geformuleerd, maar het voorstel van gemotiveerd advies werd goedgekeurd met 13 tegen 2 stemmen bij 1 onthouding.
Voor het overige verwijs ik naar het uitstekende verslag.
De heer Joris Van Hauthem (VB). - Ik dank de rapporteurs en in het bijzonder mevrouw Lizin omdat ze duidelijk heeft aangegeven wat het gemotiveerde advies eigenlijk inhoudt, namelijk dat zal worden onderhandeld.
Ik zal naar aanleiding van dit belangenconflict niet nog eens lang en breed uitleggen waarom wij van oordeel zijn dat de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde zowel voor de verkiezingen voor de Kamer en de Senaat als voor het Europees Parlement moet worden gesplitst. We hebben daartoe al de gelegenheid gehad bij de behandeling van het vorige belangenconflict.
Er wordt hier naar de parlementaire procedure verwezen. Ik heb daar een opmerking bij. De kwestie Brussel-Halle-Vilvoorde handelt niet alleen over de splitsing of de niet-splitsing van die kieskring in uitvoering van het arrest van het toenmalige Arbitragehof, hoe belangrijk die ook is. Dat wordt vandaag nogmaals bewezen, zeker door de wijze waarop het dossier zijn beslag krijgt. De kwestie Brussel-Halle-Vilvoorde is, net als het dossier van de burgemeesters in de randgemeenten, ook de uitdrukking van de machtsverhoudingen tussen de twee grote gemeenschappen in dit land. Ze is de uitdrukking van de onmogelijkheid om de democratische meerderheid nog te laten spelen in het huidige federale model. Vandaag wordt opnieuw duidelijk dat een numerieke minderheid in het parlement de meerderheid eindeloos kan blijven blokkeren.
Er zijn in dit land een aantal bevoegdheden of beleidsdomeinen die voor de grondwetgever zo belangrijk waren dat hij heeft bepaald dat ze niet met een gewone meerderheid kunnen worden beslecht. De grondwetgever heeft bepaald dat ze maar kunnen worden beslecht met een tweederde meerderheid en een meerderheid in elke taalgroep. De grondwetgever heeft echter nooit gezegd dat de kieswetgeving zo belangrijk is dat ze met een tweederde meerderheid en een meerderheid in elke taalgroep moet worden beslecht.
Het belangenconflict, dat ongetwijfeld ook in een federaal systeem bestaat, wordt schaamteloos misbruikt. Het gaat niet meer over het overleg tussen de verschillende parlementen of over de rol die de Senaat daarin eventueel moet spelen als eventuele verzoener of zoeker naar een eventuele oplossing. Het gaat erover dat het belangenconflict schaamteloos misbruikt wordt om de zaak eindeloos te blijven rekken. De Senaat zelf heeft daarin niet bepaald een fraaie rol gespeeld.
In ons voorstel van advies dat we opnieuw als amendement indienen, hebben we dan ook in eerste instantie gesteld dat de procedure van het belangenconflict wordt misbruikt. Gisteren was het de Franse Gemeenschap, vandaag is het de COCOF en morgen kan het Waals Gewest opnieuw een belangenconflict indienen. Wij moeten dat dan als democratische meerderheid in het federale parlement allemaal maar blijven aanvaarden. Hoe kan de splitsing van BHV de belangen van de Franse Gemeenschap of van de COCOF schaden? Dat kan maar omdat de Franse Gemeenschap zichzelf beschouwt als de vertegenwoordiger van alle Franstaligen in heel België, wat institutioneel manifest onjuist is. Dat kan maar omdat de COCOF zich ook altijd heeft opgeworpen als de vertegenwoordiger van de Franstalige Gemeenschap, niet alleen in Brussel, maar ook in de rand rond Brussel, wat institutioneel manifest fout is.
De Vlaamse partijen laten dat offensief, die batterij van procedures die men in stelling brengt en die maakt dat dit dossier al meer dan twee jaar vergiftigd wordt, gewoon gebeuren. Ze laten die blokkering toe. Ik verwijs naar het verslag, waarin te lezen staat dat de heer Cheron in de commissie heel duidelijk heeft gezegd dat, zelfs indien die wetsvoorstellen zouden worden goedgekeurd, er nog altijd een regering nodig is om ze te bekrachtigen. Ik weet niet of de heer Van den Brande toen aanwezig was.
De heer Luc Van den Brande (CD&V). - Wij zijn er altijd als we er moeten zijn en als we er kunnen zijn.
(Voorzitter: de heer Hugo Vandenberghe, eerste ondervoorzitter.)
De heer Joris Van Hauthem (VB). - De Franstaligen, die zichzelf grote democraten noemen, permitteren zich dus te zeggen dat zelfs wanneer een wet in het Parlement wordt aangenomen, ze ervoor zullen zorgen dat de regering die wet niet bekrachtigt. Dat heet in dit land democratie.
Ik herinner mij dat, nadat de abortuswet in het parlement was aangenomen en nadat de Koning liet weten dat hij een gewetensprobleem had om zijn handtekening onder die wet te plaatsen, diezelfde Cheron en heel links en progressief Vlaanderen en België toen zeiden dat zoiets niet kon, dat een wet die in het Parlement werd aangenomen, bekrachtigd moet worden. Vandaag zegt de heer Cheron dat dit niet moet en dat de Franstaligen wel zullen beslissen of een wet die democratisch in het Parlement werd aangenomen, bekrachtigd wordt. Een fraaie democratie is dat!
Ik vraag mij dan ook af waarom de Vlaamse partijen altijd die chantage blijven ondergaan. Ze zeggen dat ze er niet willen over onderhandelen, dat de parlementaire procedure moet worden gevolgd, maar ze aanvaarden tegelijkertijd dat die parlementaire procedure inhoudt dat men zodanig veel belangenconflicten kan inroepen dat de zaak op de lange baan wordt geschoven, zodat het nu al zeker is dat er geen oplossing komt vóór de verkiezingen van juni 2009. In het voorjaar hebben de Vlaamse partijen gezegd dat het dossier niet opgenomen was in de onderhandelingen over de staatshervorming, maar ze gingen bij de Franstalige partijen smeken om een nieuw belangenconflict in te roepen om de zaak opnieuw te rekken.
Een veel eerlijker advies zou zijn om het Waals Parlement meteen aan te raden om, wanneer dit belangenconflict afgelopen is, opnieuw een belangenconflict in te roepen. Dat zou tenminste van enige eerlijkheid getuigen.
Men laat de chantage gebeuren. Het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde zit zogezegd niet in de onderhandelingen, maar mevrouw Lizin zegt terecht dat in de voorliggende tekst het element onderhandeling opnieuw voorkomt. De Vlaamse regering zegt ook dat ze niet gaat onderhandelen, maar intussen blijft de parlementaire procedure duren. In het verslag staat zelfs dat de heer Van Den Driessche opmerkte dat daar toch eens zou moeten over gepraat worden, desnoods in café De Vier Winden ...
De heer Pol Van Den Driessche (CD&V). - Ik heb uitdrukkelijk gevraagd dat dit in het verslag zou worden opgenomen.
De heer Joris Van Hauthem (VB). - Het verslag is correct, maar wel hallucinant, zeker als we zien welke weg CD&V in de loop der jaren heeft afgelegd. In 2004 zou ze niet in een Vlaamse regering stappen zonder dat de splitsing een feit was. In 2007 zou ze niet in een federale regering stappen zonder dat de splitsing een feit was. Eind 2008 staan we nergens. CD&V werkt nu mee aan het uitstel van de hele zaak tot na de verkiezingen van 2009. Dat is beschamend.
Zeg dan, collega's van CD&V, dat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde u niet meer interesseert, zeg dan dat CD&V er tweemaal de verkiezingen mee heeft gewonnen, maar het nu in de vuilnisbak gooit omdat er hogere belangen zijn.
De Senaat heeft zijn rol niet gespeeld. De procedure van het belangenconflict is zo geconcipieerd dat de Senaat een gemotiveerd advies moet uitbrengen. Ik heb tot twee keer toe vastgesteld, bij het belangenconflict over BHV en bij het belangenconflict over het Franstalig onderwijs in de Vlaamse faciliteitengemeenten, dat de Senaat niets anders geweest is dan een pure vertragingsmachine.
Het belangenconflict dat de COCOF heeft ingeroepen, werd op 7 juli 2008 bij de Senaat aanhangig gemaakt. Het Bureau, CD&V incluis, heeft geweigerd om het geschil nog vóór het reces in de Senaat te behandelen, hoewel er nergens geschreven staat dat het reces de termijnen stuit. Nadien zei men dat de termijn afliep op 6 november, maar we zijn vandaag 20 november. De Senaat vervult zijn taak dus niet; maar is een vertragingsmachine.
De Franstaligen kan ik dat niet kwalijk nemen; ze gebruiken de wapens waarover ze beschikken. Maar dat Vlaamse partijen zich dat allemaal laten welgevallen is een pure schande. Ik feliciteer de Vlaamse meerderheidspartijen dan ook voor zoveel geduld, voor hun medewerking aan het uitstellen van dit dossier waarmee ze twee keer de verkiezingen hebben gewonnen, maar dat ze al lang in de vuilnisbak hebben gegooid omdat er andere prioriteiten zouden zijn!
Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - Ik heb een déjà-vugevoel want dit is hier al vaak ter sprake geweest. Lijst Dedecker dringt erop aan dat de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde gesplitst wordt in drie kieskringen. Als bijzondere regel moet de apparentering mogelijk blijven voor de Brusselse lijsten, met dien verstande dat dit niet mogelijk zou zijn met Vlaams- en Waals-Brabant tegelijk. De huidige indeling in kieskringen, in het bijzonder de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde houdt geen rekening met de grondwettelijke indeling van het land in taalgebieden, gewesten en gemeenschappen, zoals bepaald door de artikelen 1 tot 4 van de Grondwet. Die kieskring is derhalve strijdig met de Grondwet en daarmee is alles gezegd.
Elke democratische oplossing moet uitgaan van de noodzaak om de grenzen van de taalgebieden, gewesten en provincies te eerbiedigen. Anders worden de gemeenschappen in dit land niet op voet van gelijkheid behandeld. De enige oplossing is bijgevolg de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.
(Voorzitter: de heer Armand De Decker.)
De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Net als collega Van Ermen heb ook ik een déjà-vugevoel. Ik zal kort zijn, want ik vind het tijdverlies.
Een jaar na de historische stemming over het Vlaamse wetsvoorstel in de commissie voor de Binnenlandse Zaken hebben de Vlaamse regeringspartijen CD&V en Open Vld de moed verloren want vandaag zullen ze adviseren om opnieuw over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde te onderhandelen.
Bovendien stellen we vast dat de Franstaligen vier belangenconflicten kunnen inroepen via evenveel `parlementen'. De Vlamingen kunnen vanuit hun deelstaatparlement maar één keer een belangenconflict inroepen. Zijn alle Belgen gelijk voor de wet? Daarenboven zijn het telkens meestal dezelfde Franstalige parlementsleden die een belangenconflict inroepen. De samenstelling van het Waals Parlement, van het Parlement van de Franse Gemeenschap en van de COCOF is immers dezelfde. Wij klagen daarom aan dat de Franstaligen misbruik maken van de bestaande procedures voor het inroepen van een belangenconflict. Niet alleen de geest, maar ook de letter van de Grondwet wordt hier met voeten getreden.
De heer Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro). - De snelheid waarmee we het debat vandaag behandelen, is typerend voor het onderwerp. Enkele maanden geleden hebben we dezelfde discussie gehad. We hebben toen een belangenconflict behandeld waarbij de Senaat concludeerde geen advies te kunnen uitbrengen. Dat is bijzonder jammer voor een instelling die als opdracht heeft oplossingen te zoeken voor conflicten in het kader van de staatshervorming.
Ik ben en blijf van oordeel dat mijn uiteenzetting tijdens de behandeling van het eerste belangenconflict ongewijzigd kan worden overgenomen.
Inmiddels hebben zich wel enkele politieke feiten voorgedaan. Een van de grootste regeringspartijen heeft uitdrukkelijk enkele keren herhaald dat wat haar betreft, de parlementaire afhandeling van het wetsvoorstel mogelijk is. Dezelfde partij smeekt de Franstaligen nu nog maar eens een belangenconflict in te roepen. Iedereen weet dat de zaak vandaag nog niet afgehandeld zal zijn. We zullen straks voor een derde keer net dezelfde documenten drukken, net dezelfde argumenten naar voren brengen, net dezelfde discussies voeren.
De vraag is dus al lang niet meer of de Senaat bij machte zal zijn een belangenconflict op te lossen. Ik vrees dat zulks in de huidige constellatie niet mogelijk zal zijn. Maar als het uitzicht op een onderhandelde oplossing er ooit komt, ben ik bereid die met de nodige zorg te bekijken.
Degenen die stoere taal spreken buiten het parlement, moeten ook daarbinnen kleur bekennen. Ik heb daarom een amendement ingediend met een tekst die zo uit congresteksten van de grootste regeringspartij zou kunnen komen: `De Senaat meent dat de parlementaire afhandeling van de hangende wetsvoorstellen kan worden voortgezet.' Dat is een klare politieke stellingname. Wie het daarmee eens is, zou dit amendement best goedkeuren om de kiezers te tonen dat ze niet worden bedrogen.
De voorzitter. - Het voorstel van gemotiveerd advies luidt als volgt:
"De Senaat neemt akte van de diverse standpunten.
De Senaat stelt vast dat het zoeken naar een oplossing van het probleem, waarvan de behandeling in de Kamer van volksvertegenwoordigers aanleiding geeft tot een belangenconflict, samenloopt met de onderhandelingen tot institutionele hervormingen."
Op dit voorstel van gemotiveerd advies heeft de heer Lambert amendement 1 ingediend (zie stuk 4-856/3) dat luidt:
De volgende tekst aanvullen met de volgende zin:
"De Senaat meent dat de parlementaire afhandeling van de hangende wetsvoorstellen kan worden voortgezet."
Op ditzelfde voorstel van gemotiveerd advies hebben de heren Van Hauthem en Coveliers amendement 2 ingediend (zie stuk 4-856/3) dat luidt:
De tekst van het voorstel van gemotiveerd advies vervangen als volgt:
"De Senaat
-De bespreking is gesloten.
-De stemming over de amendementen wordt aangehouden.
-De stemming over het voorstel van gemotiveerd advies van de commissie heeft later plaats.