4-48

4-48

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 13 NOVEMBRE 2008 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «l'augmentation de l'utilisation des antidépresseurs» (nº 4-467)

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Blijkbaar worden we steeds ongelukkiger en fatalistischer. Er was deze week in de pers veel te doen over het stijgende verbruik van antidepressiva. Volgens een studie van de Christelijke Mutualiteiten slikken we te veel. Collega Boydens, ziekenfondsarts, schilderde de huisartsen daarbij af als incompetente voorschrijvers. Dit oncollegiale verwijt zal nog een staartje krijgen, daar ben ik zeker van. Benieuwd hoe de Orde ermee zal omgaan.

De grond van de zaak is dat huisartsen vragende partij zijn voor een betere toegankelijkheid en een betere terugbetaling van psychotherapie als partieel alternatief voor het grote verbruik van antidepressiva. De Vlaamse Vereniging voor Klinisch Psychologen noemt dit trouwens een stap in de goede richting, maar vindt dat we nog verder kunnen en moeten gaan. Onderzoek geeft immers aan dat bij ernstige depressies een combinatie van `pillen en praten' de beste resultaten geeft. Bij lichtere depressies volstaat vaak een vorm van psychotherapie.

Kortom, eigenlijk weten huisartsen en klinisch psychologen elkaar zeer goed te vinden, maar om de gepaste psychotherapie te beoefenen, is het stellen van een diagnose noodzakelijk. En net hier wringt hem de schoen. De drang om psychotherapie te bedrijven en problemen op te lossen is blijkbaar zo groot, dat men de fase van de diagnose liever overslaat en meteen tot de actie overgaat. Daarmee stevenen we af op een overconsumptie in de psychotherapie en wordt het probleem gewoon verschoven in de plaats van aangepakt. Nochtans is er, zeker in Vlaanderen, een gedegen opleiding tot klinisch psycholoog. De nodige expertise is dus voorhanden.

Om het probleem adequaat te kunnen oplossen, is een erkenning van de betrokken beroepscategorieën nodig. Psychodiagnostiek is een materie van verschillende beroepsgroepen: klinisch psychologen, seksuologen en orthopedagogen. Deze groepen zijn niet wettelijk erkend als gezondheidszorgberoepen. Indien ze erkend worden, moeten ze door hun competenties in staat worden geacht om, samen met huisartsen en psychiaters, de psychotherapie naar een hoger niveau te tillen. Dit is een horizontale visie op gezondheidszorg, een visie ook van multidisciplinaire samenwerking. Het is echter verre van een realiteit.

Hoe komt het dat klinisch psychologen nog niet erkend zijn als officieel gezondheidszorgberoep?

Zal de minister in de nabije toekomst een initiatief nemen om tot deze erkenning te komen? Wat met andere voorlopig niet-erkende gezondheidsberoepen?

Wil de minister een vorm van nomenclatuur uitwerken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe en wanneer?

Ziet de minister het nut in van een erkenning of betwist ze het? Erkenning zou nochtans leiden tot een hogere kwaliteit, minder financiële lasten voor de patiënt, ja zelfs tot ondersteuning van het kankerplan van de minister, want niet zelden hebben kankerpatiënten nood aan adequate psychotherapie.

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Momenteel bestudeer ik inderdaad de problematiek van de erkenning van de titel van `psycholoog' en `psychotherapeut'. Ik overweeg trouwens een meer uitgebreide denkoefening over dit onderwerp, onder meer met de ambitie de plaats van de beroepen van de geestelijke gezondheidszorg in het geheel van de gezondheidszorgberoepen te definiëren. Dat is niet eenvoudig als ook de hiërarchische indeling van de verstrekkingen moet worden bepaald.

Zoals u weet is de titel van psycholoog nu beschermd door een wet van 8 november 1993. Aangezien heel wat psychologen verbonden zijn aan ziekenhuizen en ziekenhuiscentra en het belangrijk is om niet zomaar, zonder psychologische begeleiding, antidepressiva te verstrekken - of welk ander geneesmiddel in het kader van de geestelijke gezondheid dan ook - is het van essentieel belang te bestuderen of de titel van klinisch psycholoog op het niveau van de volksgezondheid kan worden erkend. Het spreekt voor zich dat de problematiek van de nomenclatuur in dit kader zal worden aangepakt.

Een rationeel gebruik van geneesmiddelen, samen met een correcte psychomedische begeleiding, zoals psychologische ondersteuning, blijft één van mijn meest belangrijke doelstellingen. De problematiek van depressie moet niet alleen gezien worden in termen van genezing, maar er moet een maatschappelijk debat worden gevoerd over deze problematiek.

De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Ik ben blij dat de minister de intentie heeft de zaken aan te pakken. Kan ze daar een concrete timing voor geven? De consultaties van klinisch psychologen worden nu af en toe in de aanvullende verzekering door het ziekenfonds terugbetaald. De terugbetaling is echter zeer beperkt en gebonden aan bepaalde leeftijdsgrenzen. Er zou dus snel werk moeten worden gemaakt van de erkenning van de psycholoog met daaraan gekoppeld een nomenclatuur.

Ik ben ervan overtuigd dat men in Vlaanderen snel een consensus zal bereiken. Er zijn verschillende scholen in de psychologie. De visie in Franstalig België is helaas anders dan in Vlaanderen. Dat mag de minister er evenwel niet van weerhouden de titel te erkennen gekoppeld aan de nomenclatuur.

Ik kreeg echter vooral graag een antwoord op mijn vraag inzake de timing.

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik heb nog geen concrete timing.