4-43 | 4-43 |
(Voor de tekst aangenomen door de Kamer van volksvertegenwoordigers, zie stuk Kamer 52-1470/6.)
De voorzitter. - Artikel 2 luidt:
In de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten wordt een artikel 117bis ingevoegd, luidende:
"Art. 117bis. - De Koning kan, na advies van het Comité voor financiële stabiliteit, in geval zich een plotse crisis voordoet op de financiële markten of in geval van een ernstige dreiging van een systemische crisis, teneinde de omvang of de gevolgen ervan te beperken,
1º aanvullende of afwijkende maatregelen treffen ten opzichte van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen en de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten,
2º alsook door middel van een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, in een systeem voorzien waarbij een Staatswaarborg wordt verleend voor verbintenissen die zijn aangegaan door de krachtens voornoemde wetten aan toezicht onderworpen instellingen die Hij bepaalt.
De koninklijke besluiten genomen krachtens het eerste lid, 1º, hebben geen gevolg meer indien zij niet worden bekrachtigd door de wet binnen de twaalf maanden vanaf hun datum van inwerkingtreding. De bekrachtiging werkt terug tot op de datum van inwerkingtreding van de koninklijke besluiten.".
Op dit artikel hebben mevrouw Vanlerberghe en de heer Martens amendement 1 ingediend (zie stuk 4-963/2) dat luidt:
In het eerste lid van de voorgestelde tekst tussen de woorden "de Koning kan" en de woorden "na advies" de woorden "na een in Ministerraad overlegd besluit" invoegen.
Op hetzelfde artikel hebben mevrouw Vanlerberghe en de heer Martens amendement 2 ingediend (zie stuk 4-963/2) dat luidt:
In het eerste lid, 1º, van de voorgestelde tekst, tussen de woorden "afwijkende maatregelen" en de woorden "treffen ten opzichte van de wet" de woorden "bepaald in een lijst die wordt beslist door de Koning in een na in Ministerraad overlegd besluit" invoegen.
Op hetzelfde artikel hebben mevrouw Piryns en de heer Daras amendement 7 ingediend (zie stuk 4-963/2) dat luidt:
Het ontworpen artikel 117bis aanvullen als volgt:
"De bij dit artikel aan de Koning verleende machtiging geldt tot 31 december 2009. Na die termijn is een nieuwe wet vereist.".
Op hetzelfde artikel hebben mevrouw Piryns en de heer Daras amendement 8 ingediend (zie stuk 4-963/2) dat luidt:
Het ontworpen artikel 117bis aanvullen als volgt:
"De staatswaarborg voor de verbintenissen die de in de voormelde wetten bedoelde financiële instellingen hebben aangegaan, is geldig tot 31 december 2009.".
Artikel 4 luidt:
De artikelen 7 en 15 van de wet van 25 oktober 1919 betreffende het in pand geven van de handelszaak, het disconto en het in pand geven van de factuur, alsmede de aanvaarding en de keuring van de rechtstreeks voor het verbruik gedane leveringen worden aldus uitgelegd dat de beoogde soorten van financiële instellingen niet worden beperkt tot deze bedoeld in de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen.
Op dit artikel hebben mevrouw Vanlerberghe en de heer Martens amendement 3 ingediend (zie stuk 4-963/2) dat luidt:
Dit artikel aanvullen met de volgende zin: "De Koning kan de bedoelde instellingen bepalen bij een in Ministerraad overlegd besluit".
Artikel 8 luidt:
Artikel 9, tweede lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met de volgende zin:
"De Staat waarborgt de Bank tevens de terugbetaling van ieder krediet verleend in het kader van haar bijdrage tot de stabiliteit van het financiële stelsel, alsook tegen elk verlies veroorzaakt door alle in dit verband noodzakelijke verrichtingen".
Op dit artikel hebben mevrouw Vanlerberghe en de heer Martens amendement 4 ingediend (zie stuk 4-963/2) dat luidt:
De voorgestelde tekst aanvullen als volgt: "Elk van de individuele waarborgen worden door de Nationale Bank voorgelegd aan de Inspectie van Financiën die onverwijld hun analyse betreffende de impact van de staatswaarborg op de staatsfinanciën overmaakt aan de Minister van Financiën.".
Op hetzelfde artikel hebben mevrouw Piryns en de heer Daras amendement 9 ingediend (zie stuk 4-963/2) dat luidt:
Het ontworpen artikel 9, tweede lid, aanvullen als volgt:
"De aan de Nationale Bank van België verleende staatswaarborg geldt tot 31 december 2009.".
Op hetzelfde artikel hebben de heer Daras en mevrouw Piryns amendement 10 ingediend (zie stuk 4-963/2) dat luidt:
Het ontworpen artikel 9, tweede lid, aanvullen als volgt:
"Elke eventuele winst op de verrichtingen die de bank uitvoert in het kader van haar bijdrage tot de stabiliteit van het financieel systeem zal volledig ten gunste van de Staat worden teruggestort.".
Mevrouw Vanlerberghe en de heer Martens hebben amendement 5 ingediend (zie stuk 4-963/2) dat luidt:
Een artikel 14/1 invoegen, luidend als volgt:
"Art. 14/1. - In artikel 110bis, §2, eerste zin, van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstelling, gewijzigd bij de wet van 23 december 1994 en de wet van 17 december 1998, wordt het bedrag `20 000 EUR' vervangen door `100 000 EUR'.".
Mevrouw Vanlerberghe en de heer Martens hebben amendement 6 ingediend (zie stuk 4-963/2) dat luidt:
Een artikel 14/2 invoegen, luidend als volgt:
"Art. 14/2. - Artikel 110ter van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstelling, gewijzigd bij de wet van 23 december 1994 en de wet van 17 december 1998, wordt aangevuld met een §3, luidende:
`§3. Onverminderd de bepalingen van §1 en §2 voorziet het Fonds in een depositobescherming overeenkomstig de bepalingen van artikel 110bis §2 voor de deposito's van de bijkantoren van kredietinstellingen die ressorteren onder het recht van een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap voor het bedrag dat niet wordt gewaarborgd door de depositobeschermingsregelingen ingesteld door deze Lid-Staat.'.".
Mevrouw Myriam Vanlerberghe (sp.a+Vl.Pro). - Nog meer dan vóór dit debat dringen wij er nu op aan dat de mensen worden gerustgesteld en dat er geen verwarring meer wordt gezaaid, zoals de heer Beke daarnet nog deed. De heer Beke wil de maatregelen bespreken in de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden. Als voorzitter heeft hij het volste recht om de agenda van de commissie te bepalen. De staatssecretaris zegt echter dat de regering een koninklijk besluit zal uitwerken, maar dan is er natuurlijk geen bespreking nodig in de commissie. Er heerst dus totale verwarring. Daarom dringen wij nogmaals aan op duidelijkheid. Tot de maatregel voor uitbreiding van de garantie tot 100 000 euro werkelijk in een besluit wordt vastgelegd, wachten wij samen met de burgers angstig af. Het is immers niet altijd duidelijk of iedereen in deze regering op dezelfde lijn zit. Wij zijn in elk geval ongerust, want de heer Beke heeft, als lid van een meerderheidspartij, een andere versie gegeven dan de staatssecretaris. We vragen vandaag duidelijkheid om alle discussies te vermijden.
Een aantal van onze amendementen hebben betrekking op de volmachten. In tijden van crisis wordt dikwijls gezegd dat te weinig mensen wisten wat zich afspeelde. Een aantal topbankiers met een hoog pie in the sky-gehalte hebben dit geregeld, de anderen hebben het niet gezien. Het lijkt ons dan ook niet opportuun een wet te maken over een bankgarantie en dan volmacht te geven aan een beperkt aantal mensen. Met onze amendementen 1 en 2 vragen we dat overleg wordt gepleegd in de Ministerraad. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat de beleidsmensen toekijken hoe anderen beslissen. Wij vragen dan ook de volmachten te beperken. Aangezien de volmachten in de volledige tekst doorlopen, zijn onze vier eerste amendementen gericht op transparantie, meer inspraak en vooral meer verantwoordelijkheid voor de beleidsmensen die nu de problemen moeten oplossen. Ze mogen die taak niet doorschuiven via volmachten.
Amendement 5 is van een andere orde. Ik heb er eerder al naar verwezen en ik apprecieer het dat de regering na de goedkeuring van deze wet een koninklijk besluit zal uitwerken om de bankgarantie uit te breiden van 20 000 euro tot 100 000 euro. Ik ben wel bijzonder ongerust over de uitlating van de heer Beke dat er verschillende ideeën leven in verschillende fracties en dat hij, als voorzitter van de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden, deze bankgarantie wil bespreken. Dat staat haaks op het voornemen van de regering. Bij mijn weten is de regering dichtbevolkt met CD&V-ministers. Ik zou dus graag vandaag nog duidelijkheid krijgen zodat de mensen gerustgesteld zijn.
De garantie tot 100 000 euro moet en zal er voor iedereen komen, maar we hebben twee verschillende meningen gehoord binnen dezelfde regering. Ik vraag om ons daarover vandaag zekerheid te geven en niet toe te laten dat, ten gevolge van onenigheid binnen de regering, daarover onduidelijkheid zou bestaan. Als wij hier een amendement goedkeuren dat alvast in de wandelgangen voldoende steun geniet, dan zal de Kamer ongetwijfeld bereid zijn om hiervoor terug te keren. Het is nu eenmaal onze taak als reflectiekamer, om iets langer over de dingen na te denken dan de Kamer.
Het zesde amendement gaat over de Belgische spaarders in Luxemburg die te maken hebben met de bankcrisis in IJsland. Ook dat is niet geregeld, ondanks de tussenkomst van premier Leterme bij zijn collega Juncker. Het is heel belangrijk dat dit amendement wordt aangenomen, want niemand twijfelt eraan dat deze mensen evenveel recht hebben op de waarborg als de andere spaarders.
Gisteren zei premier Leterme hier nog dat de regering niemand in de kou zou laten staan. Laten we dit dan vandaag nog in deze wet opnemen. Zo kunnen we ervoor zorgen dat vanavond niet enkel de banken gerust kunnen slapen, maar ook de miljoenen spaarders.
Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Onze opmerkingen over het ontwerp heb ik daarstraks al uitvoerig toegelicht. Nu wil ik nog kort onze amendementen toelichten in de hoop dat de meerderheid ze ernstig wil nemen.
De amendementen 7, 8 en 9 die door Ecolo en Groen! samen werden ingediend, moeten samen worden gelezen en gaan over het feit dat er een engagement is aangegaan binnen de EU om de maatregelen in de tijd te beperken, namelijk tot uiterlijk december 2009. Dat moet volgens ons in de wet worden opgenomen.
Amendement 7 heeft tot doel de aan de Koning verleende machtiging in de tijd te beperken. Die machtiging zou slechts mogen gelden tot 30 juni 2009. Dat is voldoende tijd om een werkelijk solide en goed doordachte oplossing voor de crisis uit te werken. Die kans moeten we onszelf gunnen en daarin moeten we blijven geloven.
Amendement 8 strekt ertoe te bepalen dat de door deze wet ingevoerde staatswaarborg voor bedoelde instellingen, slechts geldig is tot 31 oktober 2009. Over die datum is er ook een akkoord op Europees niveau. Nadien zal er weer een mogelijkheid zijn om buiten de urgentie van vandaag, indien nodig, de tekst nog te wijzigen.
Amendement 9 strekt ertoe de geldigheidsduur van de staatsgarantie te beperken tot 30 juni 2009.
De drie amendementen horen, zoals gezegd, samen. Daarnaast hebben we nog amendement 10 ingediend. Dat lijkt ons verantwoord door het feit dat de minister van Financiën niet garandeert dat de regeling ten goede zal komen aan de aandeelhouders.
Het gaat om zeer aanzienlijke bedragen die bij ons, in tegenstelling tot de ons omringende landen, niet geplafonneerd zijn. De aandeelhouders moeten dank zij de door de Belgische Staat opgezette reddingsoperatie, het minste risico lopen. Als de Staat alle risico's op zich neemt, vind ik het maar normaal dat eventuele winsten uit de operatie de Staat ten goede moeten komen en niet de privéaandeelhouders.
-De stemming over de amendementen en over het wetsontwerp in zijn geheel heeft zo dadelijk plaats.