4-41

4-41

Sénat de Belgique

Annales

VENDREDI 18 JUILLET 2008 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Proposition de résolution sur le rôle des universités et des hautes écoles en tant qu'acteurs et que partenaires de la coopération belge au développement (de Mme Sabine de Bethune et consorts, Doc. 4-829)

M. Philippe Moureaux (PS). - Cette proposition touche à la fois à des matières fédérales et à des matières communautaires. Il me paraît quelque peu délicat de voter ce type de texte sans quitus sur le plan communautaire. Je ne voudrais pas que, par le biais de résolutions qui ne sont pas des lois et peuvent permettre de contourner des règles constitutionnelles, on donne l'impression que l'on veut énerver le pouvoir de nos régions et communautés. Sans m'opposer à ce texte, je plaide pour que l'on soit vigilant et que l'on évite tout ce qui pourrait être considéré, même si cela vient de groupes qui en général sont des défenseurs des régions et surtout des communautés, comme susceptible d'affaiblir le pouvoir de celles-ci.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Ik sluit me aan bij wat de heer Moureaux heeft gezegd. Het is inderdaad niet de eerste keer dat de Senaat zich moet uitspreken over resoluties die te maken hebben met gemeenschapsbevoegdheden.

Voor de laatste stemming zou ik van de voorzitter graag vernemen wat de Senaat te wachten staat in de komende weken. We hebben hier vandaag een zielige dag beleefd. We hebben wetsvoorstellen en -ontwerpen besproken waarvan de verslaggevers het niet nodig achtten de vergadering bij te wonen, waardoor ze dus zelfs niet naar hun schriftelijk verslag konden verwijzen.

Voorts raad ik de meerderheid aan zich eens te bezinnen over de wijze waarop ze het evocatierecht uitoefent. Ontwerpen zo snel mogelijk evoceren om ze zo snel mogelijk te kunnen doorsturen zonder amendering. Dat schijnt de regel te zijn geworden, met alle gevolgen van dien voor het ontwerp over het eHealth-platform.

De regering laat weten dat ze volgende week enkel naar de Kamer gaat om daar op interpellaties te antwoorden. Ze wenst geen regeerverklaring af te leggen en verwaardigt zich niet om in de Senaat, die vandaag op verzoek van diezelfde regering nog een reeks ontwerpen heeft goedgekeurd, te komen antwoorden op vragen van senatoren over de bijzonder schizofrene politieke situatie.

Tot slot betreur ik nog eens dat de meerderheid in de Senaat pertinent geweigerd heeft om het belangenconflict over Brussel-Halle-Vilvoorde binnen de voorgeschreven termijn te behandelen en zo drie maanden tijd heeft gekocht voor een onderhandelde oplossing. De Senaat maakt zijn opdracht dus niet waar.

De heer Paul Wille (Open Vld). - Ik deel de mening van de heer Van Hauthem niet.

De rol die de Senaat vandaag is toebedeeld, gaat niet in de richting die mijn fractie destijds bij de staatshervorming voorstond. Dura lex, sed lex. Geschied is, wat is geschied. Zoals wel vaker gebeurt - ik denk bij voorbeeld aan de lopende discussie over OCAD-OCAM - stelt men nadien objectief vast dat men zich vergist heeft.

De invalshoek waaronder de heer Van Hauthem de zaak bekijkt, is niet juist. Van de Senaat mag men immers geen kleine Kamer en van de Kamer geen kleine Senaat maken. Vandaag heeft men dat wel geprobeerd.

Vandaag is ook de indruk gewekt dat de meerderheid zich weinig respectvol tegenover de minderheid heeft opgesteld. Men heeft getracht om die thesis met enkele toespraken en wat geroep te onderbouwen, maar naar mijn aanvoelen is men daarin niet geslaagd.

De oppositie heeft de voorstellen die de voorzitter haar heeft gedaan om zich over de inhoud te uiten, afgewezen. Die optie betreuren wij, want wie zich inhoudelijk sterk genoeg weet om zijn standpunt voor een assemblee te verdedigen, versterkt zijn profiel niet door de vergadering te verlaten. Dat hebben we vandaag gezien.

In de discussies die komende dagen over de ontwikkelingen van ons land zullen worden gevoerd, zal de discussie over de toekomst van deze instelling niet ontbreken. Dat heb ik vandaag in verschillende media kunnen lezen.

Mijn fractie behoudt zich minstens het recht voor om de ontwikkeling tot een monocameraal stelsel bespreekbaar te maken, mocht de rol van de regionale entiteiten worden versterkt. Vandaag ontwikkelen de discussies zich in die richting. Dat moeten we vaststellen. We zullen die ontwikkelingen nauwgezet volgen en meewerken aan evenwichten die leiden tot een consensus over het behoud van de natie. Mijn fractie houdt dus haar oplossingsgerichte koers aan.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - De heer Wille neemt warempel de rol van de oude CVP over.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V-N-VA). - Onze fractie is wel tevreden omdat we deze zitting vandaag hebben kunnen afronden en omdat we een reeks belangrijke wetsontwerpen en -voorstellen hebben kunnen goedkeuren die soms al maanden, zelfs jaren aansleepten. Ik denk bijvoorbeeld aan het ontwerp inzake de gerechtelijke opleiding en aan het wetsvoorstel inzake het verkrijgen en het gebruik van menselijk lichaamsmateriaal.

Ik betreur dat leden van de oppositie de kans niet hebben benut om hun argumenten inhoudelijk te verdedigen. Ze hebben ervoor gekozen een incident te creëren, maar ook dat is hun democratisch recht.

De regering was aanwezig. De ministers Delizée en Onkelinx hebben op de vragen geantwoord en hebben zich tegenover deze assemblee dus correct gedragen.

M. Philippe Mahoux (PS). - Une partie de l'opposition n'étant pas présente, je n'insisterai pas sur les récents incidents. La minorité a des droits, qu'il faut évidemment respecter, mais elle doit aussi se conformer aux règles et ne pas recourir à des moyens enfantins qui n'apportent aucune valeur ajoutée aux débats et les allongent inutilement. Je crois que tout cela va se calmer. Je lance donc un appel au respect du fonctionnement correct de notre assemblée.

M. Francis Delpérée (cdH). - Je crois que nous devons être heureux que cette séance ait eu lieu, comme elle a eu lieu, avec les débats qui ont eu lieu et les votes qui interviennent maintenant. Le Sénat n'a pas été dissous, le gouvernement n'a pas été démis. Certains ont cru devoir jouer un petit jeu, comme si nous étions déjà en crise et que la crise était à nos portes. Ce n'était pas le cas.

J'ajoute que la démocratie, ce n'est pas la caricature de la démocratie. Et - je fais écho aux réunions que nous avons eues en commission de la Justice - ce n'est pas non plus l'injure et la grossièreté.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V-N-VA). - Mijnheer Van Hauthem vergist zich als hij de schijn wil wekken dat alle agendapunten van vandaag geëvoceerd waren. Er stonden maar twee evocaties op de agenda. De andere punten waren voorstellen van resolutie, wetsvoorstellen en wetsontwerpen die oorspronkelijk als voorstel in de Senaat werden ingediend en na wijziging in de Kamer opnieuw in de Senaat zijn beland. Zijn voorstelling van zaken is natuurlijk niet ernstig.

Elke partij moet zijn verantwoordelijkheid op zich nemen en als men een debat wil, moet men dat in de commissie al aankondigen.

Ik heb nog een bedenking bij het incident van vanmorgen. We hebben in de commissie zeven uur over de wapenwet gediscussieerd en de oppositie heeft er geen enkel amendement ingediend. Dan is het niet ernstig te beweren dat men een grondig debat wil.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Ik heb helemaal niet beweerd dat alle punten van de agenda geëvoceerd waren. Ik heb alleen herhaald dat wij gedwongen werden om voor één geëvoceerd wetsontwerp bijeen te komen en dat de meerderheid zich in het algemeen eens moet bezinnen over de wijze waarop ze het evocatierecht uitoefent, namelijk om alles zo snel mogelijk erdoor jagen en te vermijden dat wordt geamendeerd.

Elke oppositiepartij heeft een eigen tactiek en een eigen verantwoordelijkheid. Onze fractie heeft gedaan wat ze dacht te moeten doen. Wat wij niet ernstig vinden is dat hier wordt beweerd dat er geen politieke crisis is. Ik weet niet meer of we nog een regering hebben, met een al dan niet geamputeerd regeerakkoord. Ik weet alleen dat er drie bemiddelaars op stap zijn. We zouden dan blij moeten zijn dat de regering aanwezig is bij de behandeling van haar eigen wetsontwerp. We zouden ze daar op onze beide knieën voor moeten bedanken! We betreuren ten zeerste dat de regering niet naar de Senaat wil komen om tekst en uitleg te verschaffen over de politieke toestand en dat de Senaat zich dat zomaar laat welgevallen.

M. Philippe Monfils (MR). - Tout d'abord, quand l'opposition rend les armes, je ne vois pas pourquoi la majorité devrait se couvrir la tête de cendre et sangloter. Ils sont partis sans avoir exprimé leur point de vue. Tant pis pour eux.

Ensuite, concernant le fonctionnement du Sénat, je voudrais vous remercier, monsieur le président. Contrairement à l'opinion selon laquelle le Sénat devait, comme la Chambre, interrompre ses travaux et attendre, vous avez maintenu la possibilité pour les commissions comme pour la séance plénière de se réunir. L'analyse juridique a d'ailleurs montré que vous aviez bien fait, mais votre décision n'était pas si simple, tout le monde estimant que l'État était en arrêt définitif.

Je vous remercie d'avoir maintenu les prérogatives du Sénat et d'avoir permis que notre assemblée se réunisse aujourd'hui, ce qu'elle a fait, me semble-t-il, dans une grande dignité.

M. le président. - Le Sénat a perdu son pouvoir de contrôle politique, mais cela lui permet de poursuivre normalement son travail parlementaire. La perte de ce pouvoir ne nous permet pas de poser des questions orales au gouvernement au sujet de la situation politique actuelle. Nous aurions dû, pour organiser ce débat, contourner les prérogatives de la Chambre, ce qui n'est pas notre rôle.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Dat is niet waar!

M. le président. - La Chambre se réunira mardi pour exercer son contrôle politique. Il aurait été totalement anormal et, par ailleurs, anticonstitutionnel de poser aujourd'hui des questions orales.

M. le président. - Nous passons au vote sur la proposition de résolution.

Vote nº 33

Présents : 44
Pour : 40
Contre : 3
Abstentions : 1

Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V-N-VA). - Ik wou voorstemmen.

-La résolution est adoptée. Elle sera transmise au premier ministre et au ministre de la Coopération au développement.