4-38 | 4-38 |
De voorzitter. - De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V-N-VA). - Begin juni lanceerde Fortis als eerste grootbank in België een herlaadbare zakgeldkaart voor jongeren. Met een website en reclame voor een zakgeldkaart richt de bank zich rechtsreeks tot minderjarigen. Hiermee lijkt zij de regels van de gedragscode opgesteld in 2004 op vraag van de federale minister van Consumentenzaken omtrent de marketingpraktijken van banken ten aanzien van jongeren te overschrijden. In hoofdzaak betekent dit dat banken zich nooit rechtstreeks tot kinderen onder de 12 jaar mogen richten.
Banken trachten kinderen vanaf jonge leeftijd als klant te binden. Dit in de wetenschap dat de Belg niet snel geneigd is om van bank te veranderen. In de reclame van Fortis worden kinderen aangespoord om hun ouders of grootouders een herlaadbare zakgeldkaart die 6,99 euro kost aan te praten. In een periode van een jaar kan de kaart voor maximum 2 500 euro herladen worden. Dat is een vrij hoog bedrag voor kinderen.
Verschillende consumentenorganisaties hebben heel wat kritiek geuit. Ook pedagogische deskundigen, zoals de bekende kinder- en jeugdpsychiater Peter Adriaenssens, hebben verontrust gereageerd.
Is de minister op de hoogte van de initiatieven van deze bank en andere banken om jonge kinderen als klanten te winnen? Heeft de minister al opgetreden tegen dergelijke initiatieven die de gedragscode omtrent de marketingpraktijken van banken ten aanzien van jongeren schendt? Acht de minister een wetgevend initiatief opportuun om de op kinderen gerichte reclame van banken te omkaderen?
De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van minister Magnette.
Met zijn advies van 28 april 2004 heeft de Raad voor het Verbruik de referentieregels opgesteld inzake bankreclame en marketing gericht tot jongeren. De regels werden opgenomen in de gedragscode van de Belgische Vereniging van Banken. De Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument bepaalt in artikel 94/11, 5º bijvoorbeeld dat als oneerlijke handelspraktijk wordt beschouwd, `kinderen er in reclame rechtstreeks toe aanzetten om geadverteerde producten te kopen of om hun ouders of andere volwassenen ertoe over te halen die producten voor hen te kopen'.
In het verleden hebben verschillende bankinstellingen al reclamecampagnes gevoerd om de jongeren op een of andere manier als klanten aan zich te binden. Indien tegen deze praktijken een klacht werd ingediend, werd telkens dossier per dossier nagegaan of de bepalingen van de gedragscode werden overtreden. Daar waar nodig werden processen-verbaal van waarschuwing of gewone processen-verbaal opgemaakt.
Reclame kan als oneerlijke handelspraktijk worden omschreven op basis van artikel 94/5 van de Wet op de Handelspraktijken, indien ze in strijd is met de vereisten van professionele toewijding of indien ze het economische gedrag van de consument tot wie ze zich richt, wezenlijk verstoort of kan verstoren.
Indien de reclame zich richt tot een duidelijk identificeerbare groep van consumenten, in casu kinderen en jongeren die bovendien uiterst kwetsbaar zijn, zowel met betrekking tot de gebruikte communicatiewijzen of het product of dienst dat ze voorstelt, moet de oneerlijke handelspraktijk voornamelijk worden geëvalueerd vanuit het oogpunt van de doelgroep, rekening houdende met hun leeftijd en lichtgelovigheid.
Indien na verdere evaluatie van de reeds genomen en nog te nemen maatregelen ter uitvoering van de Wet op de Handelspraktijken mocht blijken dat de bestaande regelgeving ontoereikend is, kunnen in het kader van de omzetting van richtlijn 2007/64/EG op de betalingsdiensten, nieuwe wetgevende initiatieven genomen worden in overleg met alle betrokken ministers en partijen.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V-N-VA). - Ik dank de minister voor het antwoord. Ik kan er nog aan toevoegen dat ik zelf een telefonische steekproef heb gehouden bij verschillende filialen van de bank in kwestie. Telkens werd mij verteld dat men een dergelijke rekening kan openen voor kinderen vanaf vijf jaar. Het gaat dus nog verder dan we uit de media vernemen.
Ik kijk uiteraard uit naar de evaluatie die de minister aankondigt. Persoonlijk denk ik dat, aangezien de code duidelijk niet wordt nageleefd, we een sanctioneerbare en afdwingbare maatregel moeten treffen. Het is toch niet meer normaal dat banken kinderen al vanaf vijf jaar aan zich proberen te binden.