4-37

4-37

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 3 JULI 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Pol Van Den Driessche aan de minister van Buitenlandse Zaken over «de heiligverklaring van pater Damiaan en de versterking van het imago van ons land» (nr. 4-395)

De heer Pol Van Den Driessche (CD&V-N-VA). - Een uurtje geleden werd bekend dat paus Benedictus XVI de heiligverklaring van Jozef De Veuster, beter bekend als pater Damiaan, heeft ondertekend. De formele canonisatie zou over enkele maanden, vermoedelijk in het voorjaar van 2009, tijdens een dienst in Vaticaanstad plaatsvinden. Het is geleden van Sint-Jan Berchmans dat ons land een heilige mag vieren.

Zoals collega Els Schelfhout en ikzelf al eerder in twee brieven aan de minister betoogden, vinden wij de heiligverklaring van Damiaan een uitgelezen moment om ons land een positiever imago te geven. Enkele maanden geleden stelde de minister immers dat onze diplomaten zelf initiatieven moeten ontwikkelen om België op een andere manier in beeld te brengen.

Een land heeft nood aan symbolen en zo mogelijk nog meer aan grote figuren die blijvend tot de verbeelding spreken, bij voorkeur mensen met een internationale uitstraling. Zo iemand is ongetwijfeld pater Damiaan. We herinneren kort aan de levensloop van deze uitzonderlijke man, die in 1840 in Tremelo werd geboren. Hij koos voor een leven als religieus bij de congregatie van de Heilige Harten, in de volksmond de Picpussen genoemd. In 1863 vertrok hij naar de Hawaii-eilanden, waar hij een jaar later tot priester werd gewijd. Acht jaar later ging Damiaan naar Molokaï, het onzalige melaatseneiland. In ontzettend moeilijke omstandigheden, met zeer karige middelen en soms tegen de zin van zijn bisschop in slaagde hij erin de levensomstandigheden van de uitgestoten zieken te verbeteren. Vermoedelijk al in 1876 raakte de pater zelf door lepra besmet. Hij bleef toch doorgaan met zijn geëngageerde werk, tot hij in 1889 stierf. Damiaan was toen amper 49 jaar. Zijn stoffelijk overschot werd in 1936 door het schoolschip Mercator naar ons land teruggebracht.

Damiaans voorbeeld wekte al in de negentiende eeuw grote bewondering over de hele wereld. Ook daarna nam het respect voor hem alleen maar toe. De standbeelden van hem in Honolulu en zelfs in het Amerikaanse Parlement op Capitol Hill in Washington illustreren zijn grote betekenis. Collega Roelants du Vivier zei me daarnet trouwens dat in het promotiefilmpje van de Verenigde Staten over de relaties met België naar Damiaan wordt verwezen.

De naar Damiaan genoemde actie is vandaag als zeer verdienstelijke ngo actief in twintig landen verspreid over vier continenten, wat zijn wereldwijde uitstraling blijvend beklemtoont. Damiaan wordt ook in eigen land nog steeds op handen gedragen: voor de Vlamingen is hij de grootste Belg ooit, maar ook de Franstaligen plaatsten hem op de derde plaats in hun rangschikking.

Dat Damiaan het opnam voor toen nog ongeneeslijk zieke medemensen doet sommigen, niet ten onrechte, opmerken dat hij vandaag zou ijveren voor de lotsverbetering van bijvoorbeeld hiv-patiënten, die vandaag vaak evenzeer als verschoppelingen worden behandeld. Damiaan verdient respect en erkenning, ook van wie in God noch gebod gelooft. Zijn voorbeeld blijft zinvol. Zonder overdrijving mogen we stellen dat Damiaan een blijvend toonbeeld is van de sociale ingesteldheid en de grensoverschrijdende solidariteit die ons land en zijn inwoners typeren.

De minister noemt de verdediging of behartiging van ons imago in het buitenland een kerntaak van onze diplomatieke missies. Precies ook daarom dringen wij erop aan dat de minister onze ambassades overal ter wereld straks aanzet om het voorbeeld van pater Damiaan in herinnering te brengen ter gelegenheid van de heiligverklaring.

Maar wat is het geloof zonder de werken, zegt een oude wijsheid. Het unieke moment van de heiligverklaring van Damiaan moet worden aangegrepen om een grote bewustmakingsactie tegen lepra in de wereld op het getouw te zetten. Daarbij kan België een voortrekkersrol spelen.

Is de minister bereid de heiligverklaring van Damiaan aan te grijpen om het imago van ons land op te krikken?

Wil de regering naar aanleiding van de heiligverklaring van Damiaan een bewustmakingsactie voor de bestrijding van lepra ondersteunen?

Is de regering bereid een benefietactie ten voordele van de Damiaanactie financieel te helpen dragen, niet met kleingeld maar met een fikse som?

De heer Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken. - Waartoe een vraag in de Senaat aanleiding kan geven! Ik twijfel er niet aan dat deze vraag te maken heeft met de ondertekening van de heiligverklaring door de Paus vandaag.

Alvorens inhoudelijk op de vraag in te gaan, wil ik even de godsdienstige kennis van de heer Van Den Driessche bijspijkeren; in het verleden was de oppervlakkigheid ervan me al enkele keren opgevallen. De laatste Belg die vóór pater Damiaan heilig verklaard werd, is niet Jan Berchmans, maar pater Mutien-Marie. Misschien heeft hij deze laatste niet in aanmerking genomen omdat die van Waalse afkomst is.

Pater Damiaan is ontegensprekelijk een zeer grote figuur. Hij heeft zich met gevaar voor eigen leven ingezet voor de lepralijders. Verder bond hij net als priester Daens de strijd aan met de hiërarchie van de kerk. Het is dan ook geen toeval dat hij zowel in Vlaanderen als Wallonië grote erkenning geniet.

Onze Grondwet legt geen staatsgodsdienst op. We erkennen terecht een aantal godsdiensten op voet van gelijkheid. De heiligverklaring van pater Damiaan kan voor gelovigen misschien een grote betekenis hebben of heeft die alleszins, maar de gebeurtenis gaat voorbij aan het instituut België.

Persoonlijk heb ik geen enkele moeite om de grootheid van die figuur te beklemtonen, maar dat heeft weinig te maken met zijn heiligverklaring. Ik geloof niet in mirakels, hoewel ik, in het vooruitzicht van 15 juli, er voor één keer wel in zou willen geloven.

De heer Pol Van Den Driessche (CD&V-N-VA). - Ik ben zeer blij dat minister De Gucht de grote figuur van Jozef De Veuster erkent. Zijn heiligverklaring heeft evenwel niets te maken met de scheiding tussen Kerk en Staat. We kunnen dat momentum immers aangrijpen omdat gelovigen en niet-gelovigen in ons land zich aan die figuur kunnen spiegelen, die ze beschouwen als een voortrekker voor de sociaal zwakkeren.

Is de regering bereid om dat moment aan te grijpen en kan België de Damiaanactie steunen om de armoedeziekte lepra uit de wereld te bannen? Dat waren mijn vragen en die werden niet beantwoord.