4-831/1

4-831/1

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

26 JUNI 2008


Voorstel van resolutie met het oog op de afschaffing van de tegemoetkoming van de sociale zekerheid in de maagdenvliesreconstructie

(Ingediend door de dames Christine Defraigne en Dominique Tilmans)


TOELICHTING


Maagdelijkheid bij vrouwen wordt traditioneel verbonden aan de aanwezigheid van het maagdenvlies, een vlies dat de schede gedeeltelijk afsluit van de uitwendige schaamdelen en gewoonlijk bij de eerste geslachtsgemeenschap gescheurd wordt.

Bij dat scheuren kan bloedverlies optreden. Fysiologisch gezien is dat echter niet altijd het geval.

Sommige vrouwen hebben immers geen maagdenvlies, ook al zijn ze nog maagd.

In sommige culturen werd traditioneel na de huwelijksnacht een bebloed laken getoond om de eerbaarheid van de vrouw te bewijzen.

In bepaalde culturen is het bewijs van de maagdelijkheid door het scheuren van het maagdenvlies nog altijd het middel om de eerbaarheid van de vrouw te bewijzen.

Het belang van deze traditie in bepaalde culturen zet sommige ontmaagde vrouwen ertoe aan een maagdelijkheidsattest te vragen of zelfs een maagdenvliesreconstructie te laten uitvoeren.

Sommige vrouwen zijn immers bang voor sociale uitsluiting of fysiek geweld.

Door de druk van deze traditie en de vrees voor uitsluiting doen sommige vrouwen een beroep op dergelijke technieken.

De praktijk van de vaststelling is strijdig met een aantal beginselen die wij verdedigen in ons democratisch stelsel.

Ze is immers strijdig met het beginsel van individuele vrijheid en het beginsel van vrije beschikking over het eigen lichaam aangezien deze vrouwen verplicht worden maagd te zijn om te kunnen trouwen.

De praktijk van de vaststelling van de maagdelijkheid is ook strijdig met het beginsel van gelijkheid tussen mannen en vrouwen omdat alleen vrouwen op die manier hun eerbaarheid moeten bewijzen.

Met betrekking tot het afgeven van maagdelijkheidsattesten heeft de indiener van deze resolutie een wetsvoorstel ingediend om artsen te verbieden attesten af te geven die bedoeld zijn om tegemoet te komen aan religieuze, levensbeschouwelijke of culturele overtuigingen (Stuk 4-527/1 - 2007/2008).

Door deze attesten af te geven, steunen ons systeem en ons land immers deze praktijk die ingaat tegen de bovengenoemde democratische beginselen die wij verdedigen.

Door artsen te verbieden nog langer dergelijke attesten af te geven, maakt ons land duidelijk het niet eens te zijn met deze praktijken die niet getuigen van respect voor de vrouwen.

Bovendien zullen de artsen die thans de moeilijke keuze moeten maken om al dan niet dat soort attesten af te geven, rechtszekerheid genieten als gevolg van het door de wetgever ingestelde verbod.

Met deze resolutie wil de indiener ook de aandacht vestigen op een andere techniek die wordt gebruikt door de jonge vrouwen die gebukt gaan onder deze traditie, namelijk de heelkundige ingreep om het maagdenvlies te herstellen.

Deze maagdenvliesreconstructie of hymenoplastie bestaat in het herstellen van de hymenale barričre bij de ingang van de schede om opnieuw een pseudomaagdelijkheid te krijgen.

Deze ingreep in ambulante zorg, in een ziekenhuis of in een privépraktijk kan bestaan uit een hechting of een meer uitgebreid herstel.

Het is niet onze bedoeling de maagdenvliesreconstructie als dusdanig te verbieden.

Gelet op het beginsel van de vrije beschikking over het eigen lichaam en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer komt het de jonge vrouw immers toe vrij te beslissen of ze deze ingreep al dan niet wil ondergaan.

Het probleem dat rijst en dat wij willen aankaarten, is het feit dat deze ingreep wordt terugbetaald door het RIZIV.

De RIZIV-nomenclatuur voorziet weliswaar niet specifiek in de maagdenvliesreconstructie, maar de organen van het RIZIV die bevoegd zijn voor de interpretatie van deze nomenclatuur zijn van oordeel dat deze heelkundige ingreep deel uitmaakt van de verstrekking « Vagina- en vulvaplastiek » opgenomen onder nr. 431756 (ambulant) - 431760 (gehospitaliseerd) in artikel 14, g), van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Die verstrekking is gekoppeld aan een code die overeenstemt met een honorarium dat in januari 2004 89,73 euro bedroeg.

De verstrekking voorziet in het herstellen van letsels van de vagina en de vulva en is dus niet specifiek voor maagdenvliesreconstructie.

De verstrekking bedoeld onder de benaming « vagina en vulvaplastiek » kan voor verschillende indicaties worden uitgevoerd, namelijk voor de gevolgen van de bevalling (onmiddellijk of uitgesteld), van brandwonden, traumata of gevolgen van abcessen.

Het gelijkstellen van de maagdenvliesreconstructie met de verstrekking « vagina- en vulvaplastiek », die recht geeft op terugbetaling door het RIZIV, doet dus vragen rijzen.

Het gelijkstellen van die heelkundige ingreep met een terugbetaalde verstrekking brengt een tegemoetkoming van het RIZIV met zich mee voor een handeling die medisch gezien niet vereist is.

Een maagdenvliesreconstructie kan immers niet om medische redenen worden verantwoord.

Ingrepen kunnen verantwoord zijn om het maagdenvlies weg te nemen of te verkleinen wanneer het pijnlijke geslachtsgemeenschap veroorzaakt.

Het bovenstaande bewijst dus dat de maagdenvliesreconstructie gevraagd wordt om niet-medische redenen en dat een tegemoetkoming door het RIZIV niet verantwoord is.

Met de vergrijzing van de bevolking zal de sociale zekerheid de komende jaren geconfronteerd worden met nieuwe behoeften. De beschikbare middelen moeten in de eerste plaats voor die behoeften worden bestemd.

Bovendien, als we een RIZIV-tegemoetkoming aanvaarden voor een dergelijke verstrekking, waarom zouden we dan een RIZIV-tegemoetkoming weigeren voor verstrekkingen die louter tot de esthetische heelkunde behoren en die terecht als niet medisch noodzakelijk worden beschouwd.

Los van beschouwingen inzake de medische noodzaak komt de financiering, door onze sociale zekerheid, van die handeling die om culturele redenen wordt gevraagd, erop neer dat onze staat onrechtstreeks een praktijk van vaststelling van de maagdelijkheid financiert die indruist tegen verschillende grondbeginselen.

Deze resolutie vraagt dan ook de afschaffing van de tegemoetkoming van onze sociale zekerheid voor de maagdenvliesreconstructie.

Daartoe zal een reflectie moeten worden gehouden over de interpretatie die door de RIZIV-organen wordt gegeven aan de verstrekking « vagina- en vulvaplastiek ».

Christine DEFRAIGNE.
Dominique TILMANS.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. Overwegende dat maagdelijkheid bij vrouwen traditioneel wordt verbonden aan de aanwezigheid van het maagdenvlies;

B. Overwegende dat in sommige culturen traditioneel na de huwelijksnacht een bebloed laken werd getoond om de eerbaarheid van de vrouw te bewijzen;

C. Overwegende dat in bepaalde culturen het bewijs van de maagdelijkheid door het scheuren van het maagdenvlies nog altijd het middel is om de eerbaarheid van de vrouw te bewijzen;

D. Overwegende dat het belang van deze traditie in bepaalde culturen sommige ontmaagde vrouwen ertoe aanzet een maagdelijkheidsattest te vragen of zelfs een maagdenvliesreconstructie te laten uitvoeren;

E. Overwegende dat de praktijk van de vaststelling van de maagdelijkheid strijdig is met een aantal beginselen die wij verdedigen in ons democratisch stelsel;

F. Overwegende dat de maagdenvliesreconstructie moet worden beschouwd als een middel om aan de traditionele eisen te voldoen;

G. Overwegende dat het niet de bedoeling is de maagdenvliesreconstructie als dusdanig te verbieden, gelet op het beginsel van de vrije beschikking over het eigen lichaam en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;

H. Overwegende dat het feit dat deze ingreep wordt terugbetaald door het RIZIV wel dient te worden aangekaart;

I. Overwegende dat de nomenclatuur niet voorziet in een specifieke verstrekking voor maagdenvliesreconstructie;

J. Overwegende dat de organen van het RIZIV die bevoegd zijn voor de interpretatie van deze nomenclatuur van oordeel zijn dat deze heelkundige ingreep deel uitmaakt van de verstrekking « Vagina- en vulvaplastiek » die recht geeft op terugbetaling;

K. Overwegende dat het gelijkstellen van de maagdenvliesreconstructie met de verstrekking « Vagina- en vulvaplastiek », die recht geeft op terugbetaling door het RIZIV, vragen doet rijzen;

L. Overwegende dat een maagdenvliesreconstructie niet om zuiver medische redenen kan worden verantwoord en dat een terugbetaling van die ingreep door het RIZIV bijgevolg evenmin kan worden verantwoord;

M. Overwegende dat als we een RIZIV-tegemoetkoming aanvaarden voor een dergelijke verstrekking, de vraag rijst waarom we dan een RIZIV-tegemoetkoming zouden weigeren voor verstrekkingen die tot de zuivere esthetische heelkunde behoren en niet medisch noodzakelijk zijn;

N. Overwegende dat de financiering door onze sociale zekerheid van die handeling die om culturele redenen wordt gevraagd, erop neerkomt dat onze staat onrechtstreeks een praktijk van vaststelling van de maagdelijkheid financiert die indruist tegen verschillende grondbeginselen;

Vraagt aan de regering de afschaffing van de tegemoetkoming van onze sociale zekerheid voor de maagdenvliesreconstructie en bijgevolg de herziening van de interpretatie die wordt gegeven aan de verstrekking « Vagina- en vulaplastiek ».

22 mei 2008.

Christine DEFRAIGNE.
Dominique TILMANS.