4-594/2

4-594/2

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

11 JUNI 2008


Wetsvoorstel tot opheffing van de wet van 11 april 1936 waarbij de regering gemachtigd wordt het binnenbrengen in België van sommige vreemde publicaties te verbieden


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEREN VAN DEN DRIESSCHE C.S.

Art. 2

Het artikel aanvullen met de woorden « , behoudens wat betreft het invoeren van publicaties van pedofiele aard ».

Verantwoording

De wet dient behouden te blijven ten aanzien van de publicaties van pedofiele aard.

Pol VAN DEN DRIESSCHE
Tony VAN PARYS
Hugo VANDENBERGHE.

Nr. 2 VAN DE HEER MAHOUX

Art. 2

Dit artikel vervangen als volgt :

« Onverminderd artikel 383bis van het Strafwetboek, wordt de wet van 11 april 1936 waarbij de regering gemachtigd wordt het binnenbrengen in België van sommige vreemde publicaties te verbieden, opgeheven. ».

Verantwoording

Wetgevingstechnisch is het verantwoord een achterhaalde wet die bovendien niet wordt toegepast op te heffen, maar er dient aan te worden herinnerd dat zulks niet kan geschieden ten koste van bestaande, uiterst belangrijke bepalingen.

Zo bepaalt artikel 383bis van het Strafwetboek het volgende :

« § 1. Onverminderd de toepassing van de artikelen 379 en 380 wordt hij die zinnebeelden, voorwerpen, films, foto's, dia's of andere beelddragers die houdingen of seksuele handelingen met pornografisch karakter voorstellen waarbij minderjarigen betrokken zijn of worden voorgesteld, tentoonstelt, verkoopt, verhuurt, verspreidt, uitzendt of overhandigt, ze met het oog op de handel of de verspreiding vervaardigt of in voorraad heeft, invoert of doet invoeren, aan een vervoer- of een distributieagent overhandigt, gestraft met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar en met geldboete van vijfhonderd euro tot tienduizend euro.

§ 2. Hij die wetens de in § 1 bedoelde zinnebeelden, voorwerpen, films, foto's, dia's of andere beelddragers bezit, wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van honderd euro tot duizend euro.

§ 3. Het in § 1 bedoelde misdrijf wordt gestraft met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar en met geldboete van vijfhonderd euro tot vijftigduizend euro indien het een daad van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging betreft, ongeacht of de schuldige de hoedanigheid van leidend persoon heeft of niet.

§ 4. De bijzondere verbeurdverklaring zoals bedoeld in artikel 42, 1º, kan worden toegepast voor de misdrijven bedoeld in de §§ 1 en 2, zelfs wanneer de zaken waarop zij betrekking heeft, niet het eigendom van de veroordeelde zijn.

§ 5. De artikelen 382 en 389 zijn van toepassing op de in §§ 1 en 3 bedoelde misdrijven. »

Het bestaande strafrechtelijk arsenaal stelt met andere woorden elke vorm van verspreiding, handel of invoer strafbaar van beelddragers die houdingen of seksuele handelingen met pornografisch karakter voorstellen waarbij minderjarigen betrokken zijn of worden voorgesteld.

Het lijkt dus nutteloos een wet te handhaven die niet meer aan de hedendaagse werkelijkheid beantwoordt, aangezien er reeds strafbepalingen gelden voor het mogelijk toepassingsgebied ervan.

Philippe MAHOUX.