4-34 | 4-34 |
(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging, zie stuk 4-679/7.)
Mevrouw Els Schelfhout (CD&V-N-VA), rapporteur. - Tijdens haar vergadering van 3 juni 2008 heeft de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging drie voorstellen van resolutie behandeld betreffende de problematiek van de mensenrechten in China en de situatie in Tibet, namelijk de voorstellen 4-516, 4-679 en 4-699.
Voorafgaandelijk aan de bespreking ten gronde heeft de voorzitter van de commissie voorgesteld om de besprekingen ten gronde op basis van voorstel 4-679 te voeren. Tegen dat voorstel heeft de heer Ceder bezwaar geuit, omdat het volgens hem traditie zou zijn het oudste voorstel als uitgangspunt te nemen. De commissie besliste evenwel met 7 stemmen tegen 2 om voorstel 4-679 als basis voor haar besprekingen te nemen.
Volledigheidshalve moet worden aangestipt dat de commissie reeds eerder hoorzittingen over de mensenrechtensituatie in China en de toestand in Tibet had gehouden. Zo werden op 16 april 2008 samen met de bevoegde Kamercommissie hare excellentie, mevrouw Zhang Qiyue, ambassadrice van de Volksrepubliek China, en de vertegenwoordigers van Amnesty International gehoord. Ik verwijs hiervoor naar het verslag van de heren Van Den Driessche en Tuybens. Op 20 mei 2008 heeft de commissie van gedachten gewisseld met een Tibetaanse delegatie. Die vergadering vond plaats achter gesloten deuren. Op 28 mei 2008 heeft de commissie, opnieuw samen met de bevoegde Kamercommissie, de minister van Buitenlandse Zaken gehoord over zijn recente missie naar China.
In zijn inleidende uiteenzetting verwijst de heer Dubié naar de gewelddadige onderdrukking van de betogingen in Tibet door de Volksrepubliek China. Die onderdrukking moet met klem worden veroordeeld en de Chinese overheid moet worden aangemaand ze stop te zetten en alle gevangenen die sinds het begin van de onlusten zijn aangehouden, vrij te laten. De heer Dubié verwijst verder naar het voorstel van resolutie dat voor zich spreekt.
In de algemene bespreking verwijst mevrouw Temmerman naar het voorstel van resolutie betreffende de mensenrechtensituatie in China naar aanleiding van de Olympische Spelen, stuk Senaat 4-699/1.
De opstanden in Tibet vormden de aanleiding voor het indienen van dit voorstel van resolutie maar, volgens spreker, moet er ook aandacht worden gevraagd voor de bredere problematiek van de mensenrechtenschendingen in China, die ondanks de beloften van China en het IOC niet zichtbaar zijn verbeterd.
De dames Temmerman, de Bethune, Schelfhout, Tindemans, Zrihen, Lizin en de heer Dubié dienen amendementen in op het voorstel van resolutie, stuk Senaat 4-679/2.
De commissie beslist eenparig om het opschrift van het voorstel te wijzigen als volgt: `Voorstel van resolutie betreffende de toestand in Tibet en de mensenrechten in China op de vooravond van de Olympische Spelen'.
Op de considerans dienen de dames de Bethune, Tindemans en Schelfhout het amendement nr. 9 in dat ertoe strekt het punt A te hernummeren als punt Aquater en te doen voorafgaan door 3 nieuwe punten A, Abis en Ater, waarin wordt verwezen naar het proces van hervorming en openstelling dat al verschillende jaren in China aan de gang is, de enorme economische opmars die China heeft gemaakt, maar ook naar de toenemende economische marginalisering van de Tibetaanse bevolking.
De heer Dubié merkt op dat, ook al kent China de laatste jaren een enorme economische vooruitgang, dat niet wegneemt dat de arbeidsomstandigheden in vele gevallen schrijnend zijn en blijven.
Punt Aquinquies
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen het amendement nr. 10 in dat ertoe strekt een punt Aquinquies in te voegen waarin wordt verwezen naar de slachtoffers van de onderdrukking van de betogingen.
Punt Asexies
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen het amendement nr. 11 in dat ertoe strekt een punt Asexies in te voegen ten einde in de resolutie duidelijk te stellen dat de dalai lama geen onafhankelijkheid voor Tibet vraagt, maar wel een tussenoplossing van daadwerkelijke culturele en politieke autonomie en godsdienstvrijheid.
Punt Asepties
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout het amendement nr. 12 in dat ertoe strekt een punt Asepties in te voegen. Dat amendement verwijst naar de rapporten van Amnesty International, Reporters sans frontières en Human Rights Watch over de zorgwekkende situatie van de mensenrechten in China.
Punt Aocties
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen het amendement nr. 13 in dat ertoe strekt een punt Aocties in te voegen met betrekking tot de internationale campagne voor Tibet die gevoerd wordt door onder andere International Campaign for Tibet, Les Amis du Tibet - Vrienden van Tibet, Tibetan Community in Belgium.
Punt Bbis
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen het amendement nr. 14 in om een punt Bbis in te voegen met verwijzing naar de resolutie die op 10 april 2008 door het Europees Parlement werd aangenomen.
Punt D
Mevrouw Temmerman dient het amendement nr. 1 in ten einde het punt D aan te vullen met een zinsnede die stelt dat de Olympische Spelen ook zouden moeten bijdragen tot een algemene verbetering van de sociale omstandigheden, inclusief onderwijs, gezondheid en de mensenrechten in China.
Punt Dbis
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen het amendement nr. 15 in om een punt Dbis in te voegen waarin wordt herinnerd aan de beginselen waarop de Olympische gedachte gestoeld is.
Punten E en F
De commissie beslist eenparig om deze punten op te nemen in het dispositief van het voorliggende voorstel van resolutie.
Punt G
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen het amendement nr. 16 in om een punt G toe te voegen. In dit punt wordt verwezen naar het eerste informeel overleg dat op zondag 4 mei 2008 in Shenzhen plaatsvond tussen de Chinese autoriteiten en de Tibetanen.
Mevrouw Temmerman dient een amendement nr. 2 in dat er eveneens toe strekt een punt G toe te voegen.
In dit amendement wordt aangestipt dat China partij is bij het Internationaal Verdrag inzake Sociale, Economische en Culturele Rechten, het Internationaal Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke en mensonterende behandeling of bestraffing, de Internationale Verdragen inzake de uitroeiing van alle vormen van respectievelijk discriminatie tegen vrouwen en rassendiscriminatie, het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind, het Internationaal Verdrag en het Optioneel Protocol inzake de status van vluchtelingen.
Punt H
Mevrouw Temmerman dient een amendement nr. 3 in ten einde een punt H toe te voegen waarin wordt verwezen naar andere minderheden, zoals Oeigoeren en de Mongolen, die ook ernstig te lijden hebben onder de aanhoudende discriminatie van hun bevolkingsgroepen.
Punt I
Mevrouw Temmerman dient een amendement nr. 4 in om een punt I toe te voegen waarin wordt opgemerkt dat wereldwijd almaar sterker wordt gereageerd op de schendingen van de mensenrechten.
Dispositief
Punt 1bis
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen het amendement nr. 17 in om een punt 1bis in te voegen met een oproep tot de federale regering om zich ten aanzien van de Chinese regering kritisch uit te laten over de herhaalde schendingen van de mensenrechten.
Punt 1ter
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen het amendement nr. 18 in om een punt 1ter in te voegen om de rechten van de verdedigers van de mensenrechten te respecteren.
Punt 2
De heer Dubié dient amendement 24 in dat ertoe strekt punt 2 te doen vervallen. Volgens de heer Dubié is punt 2 immers niet langer van toepassing, aangezien de Olympische vlam reeds voorbij de top van de Everest is gekomen.
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen vervolgens het amendement nr. 19 in om punt 2 te vervangen als volgt: `Vraagt de federale regering het Internationaal Olympisch Comité en zijn voorzitter ertoe aan te zetten de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden te bevorderen, alsmede de Olympische gedachte te vrijwaren;'.
Mmes Lizin et Zrihen déposent l'amendement nº 26. Il s'agit d'un sous-amendement à l'amendement nº 19 qui a pour but d'insérer les mots « l'égalité homme-femme dans le cadre des Jeux Olympiques » entre les mots « les droits de l'homme » et les mots « et les libertés fondamentales ».
Punt 2bis
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen het amendement nr. 20 in om een punt 2bis in te voegen dat betrekking heeft op de Olympische atleten. Er wordt gevraagd om de politieke standpunten van deze atleten niet langer na te gaan en hen hier niet op te beoordelen.
Punt 3
Mevrouw Temmerman dient het amendement nr. 5 in ten einde het punt 3 aan te vullen als volgt: `dat zij deze toegang uitbreidt naar binnenlandse journalisten, dat zij transparantie creëert inzake de internetcontroles, dat zij geen journalisten en activisten die op legitieme wijze gebruik maken van het internet arresteert en de schrijvers en journalisten Shi Tao, Huang Jinqiu en Yang Tongyan onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrijlaat'.
Mme Zrihen a déposé l'amendement nº 25. Il s'agit d'un sous-amendement à l'amendement nº 5 qui tend à remplacer les mots « qu'il crée une certaine transparence en ce qui concerne les contrôles de l'Internet » par les mots « qu'il garantisse la liberté d'accès à l'Internet ».
Punt 6
Mevrouw Temmerman dient amendement nr. 6 in teneinde een punt 6 toe te voegen, luidende als volgt: `opdat de Belgische regering bij de Chinese overheid zou aandringen het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten te ratificeren en te implementeren'.
Punt 7
Mevrouw Temmerman dient amendement nr. 7 in dat ertoe strekt een punt 7 toe te voegen opdat niet alleen aan de Tibetaanse kwestie aandacht wordt besteed, maar ook aan de situatie van andere etnische minderheden. Tevens wordt gevraagd om in het kader van de VN een onafhankelijk onderzoek te voeren naar de recente gebeurtenissen in Tibet.
Punt 7bis
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen amendement nr. 21 in om een punt 7bis in te voegen waarin aan de Belgische regering wordt gevraagd bij het parlement verslag uit te brengen over de evolutie van de mensenrechten in China.
Punt 8
Mevrouw Temmerman dient amendement nr. 8 in dat ertoe strekt een punt 8 toe te voegen om niet alleen een eensgezind standpunt in te nemen over de mensenrechtenschendingen in China, maar daar ook naar te handelen door aangepaste maatregelen te treffen, onder meer door de volledige toepassing van de EU-richtsnoeren over mensenrechtenverdedigers (European Union Guidelines on Human Rights Defenders) in China.
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen amendement nr. 22 in dat een subamendement op amendement nr. 8 is en dat ertoe strekt het voorgestelde punt 8 aan te vullen als volgt: `zonder, afhankelijk van de evolutie van de situatie, een politieke boycot van de openingsceremonie van de Olympische Spelen in 2008 in Peking uit te sluiten'.
Punt 9
Mevrouw de Bethune, mevrouw Tindemans en mevrouw Schelfhout dienen amendement nr. 23 in om een punt 9 toe te voegen opdat de kritische houding van de internationale gemeenschap en de diplomatie ten aanzien van de mensenrechtensituatie in China na de Olympische Spelen 2008 niet zou verslappen.
De amendementen 1 tot 26 werden eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.
Het geamendeerde voorstel van resolutie werd in zijn geheel eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
De voorzitter. - Het woord is aan de heer Van Den Driessche voor een mondeling verslag na de terugzending naar de commissie.
De heer Pol Van Den Driessche (CD&V-N-VA), corapporteur. - We hebben vanmiddag een geanimeerde en boeiende gedachtewisseling gehad met de bedoeling een akkoord te bereiken. Collega's Wille, Lijnen en Hermans hebben een amendement ingediend teneinde zowel het opschrift van de resolutie als een te veel herhaalde verwijzing naar de Olympische Spelen te schrappen, maar ook om te wijzen op positieve zaken, zoals de openheid die de Chinese autoriteiten aan de dag hebben gelegd bij de gruwelijke aardbeving die het land heeft getroffen.
Een amendement van de dames de Bethune, Tindemans en Schelfhout had betrekking op het feit dat vandaag een VRT-journalist werd opgepakt.
Amendementen van de heer Mahoux, de dames Zrihen en Lizin wezen op de solidariteit van ons land met de Chinese bevolking, meer concreet na de aardbeving.
Ikzelf heb samen met enkele collega's een amendement ingediend in de vorm van een subamendement aangaande de persvrijheid.
Die amendementen werden besproken in een open sfeer. Alle amendementen werden aangenomen, op één na.
Het was een moeilijke bevalling, maar uiteindelijk is een sterke tekst tot stand gekomen die een aantal zeer duidelijke elementen bevat. Er is nog geen beslissing genomen over onze houding ten opzichte van de openingsceremonie. De tekst is genuanceerd, want hij blijft niet blind voor de positieve evolutie in de Volksrepubliek.
De tekst werd door alle leden eenparig aangenomen, evenwel met een aantal bemerkingen. Dat is een sterk signaal.
Ik dank de diensten voor de zeer snelle verwerking, ondanks alle stemmingen, onthoudingen en de moeilijkheden die daarmee gepaard gingen. Ik feliciteer dus de diensten en dank de collega's voor de positieve sfeer.
De heer Paul Wille (Open Vld). - Ik wil eerst de heer Van Den Driessche bedanken voor het verslag over de besprekingen van vandaag in de commissie.
Niets is zo sterk als een resolutie die unaniem wordt aangenomen over een onderwerp waarover duidelijk verschillende meningen bestaan. Dat is goed parlementair werk. Open Vld heeft vandaag nog amendementen ingediend omdat onze fractie van mening was dat de goedkeuring van de tekst zoals hij voorlag ertoe kon leiden dat zich drie zaken konden voordoen die we niet wenselijk achten.
Ten eerste was onze fractie ervan overtuigd dat de resolutie in de Volksrepubliek China niet zou worden begrepen en dat China daar erg geïrriteerd zou op reageren. Ten tweede dachten we dat ons eigen land, dat al gedurende 35 jaar intens samenwerkt met China, daar niet beter van zou worden. Ten derde dachten we dat niet alleen de Tibetanen, maar al wie in de Volksrepubliek China als minderheid het slachtoffer is of denkt te zijn van onheuse behandeling, niet door deze resolutie zou worden geholpen.
Daarom hebben we geprobeerd om te komen tot een tekst waarin we ons wel konden terugvinden, en waarvan we hopen dat de andere collega's daarmee ook kunnen instemmen. We hebben ook gekeken naar de evolutie van de discussie tijdens de afgelopen weken. Natuurlijk waren de gebeurtenissen van Lhasa indrukwekkend en moesten ze aanleiding geven tot bepaalde politieke reacties, ook in ons land. Ondertussen is echter duidelijk gebleken dat de geesten in verschillende landen en ook in de internationale politiek daarover gewijzigd zijn. In de Raad van Europa bijvoorbeeld is men tot de conclusie gekomen dat het niet onverstandig zou zijn, terwijl de concrete aanleiding voor de verscherpte aandacht de Olympische Spelen zijn, om op een meer duurzame wijze met de Volksrepubliek China in dialoog te treden over de mensenrechten en de rechten van minderheden, en in het bijzonder ook over de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting.
De tendens van de amendementen die we hebben ingediend, gaat precies in die richting. Daardoor wordt minder nadruk gelegd op concrete situaties en wordt duurzame communicatie nagestreefd. Dat biedt ons de kans om de Volksrepubliek duidelijk de boodschap te sturen dat wat naar onze mening in dat land dient te gebeuren ook een duurzaam karakter moet krijgen.
We hebben gezien dat de aardbeving in Sichuan door de Volksrepubliek met grotere openheid is aangepakt dan de natuurramp in Myanmar door het regime van dat land.
Ook wanneer je, zoals de Open Vld, een aanvaardbare en duurzame resolutie nastreeft, dan is de aanhouding van een Belgische journalist een belangrijk feit dat niet kan worden ontkend. Daarom wordt daarover wel iets vermeld, zonder evenwel afbreuk te doen aan de benadering op lange termijn.
De combinatie van beide elementen is hier op zijn plaats.
België is een van de weinige landen die eerst signalen geven om te zeggen dat we bepaalde zaken onaanvaardbaar vinden, maar tegelijk investeren in een langdurige relatie met de Volksrepubliek. We beschikken over instrumenten, zoals de Interparlementaire Unie en andere internationale instellingen waarin de Senaat is vertegenwoordigd, om dat debat op structurele wijze te voeren. De nu voorliggende resolutie gaat voldoende in op deze filosofie.
De Open Vld-fractie heeft een amendement ingediend waarvan zij op voorhand wist dat andere fracties het daarmee moeilijk zouden hebben, namelijk de verwijzing naar het bijwonen van de openingsplechtigheid van de Olympische Spelen. Ook daar zijn evoluties merkbaar. De heer Sarkozy, die als eerste zei dat hij niet zou gaan, zal wel aanwezig zijn. Onze minister van Buitenlandse Zaken verklaarde op zijn terugreis van China dat België op de openingsceremonie vertegenwoordigd zou zijn door het Koningshuis in de persoon van de kroonprins. De Open Vld-fractie weigert aan te nemen dat de minister die verklaring niet namens de regering zou hebben afgelegd. Als de regering dat standpunt inneemt, zullen wij dat steunen. Wegens het symboolelement hebben wij het amendement behouden.
Alle elementen in de initiële resolutie die mogelijk schade hadden kunnen berokkenen aan onze bilaterale en langetermijnbelangen in de Volksrepubliek, werden aldus weggewerkt.
Buitenlandse Zaken is het bevoegdheidsdomein bij uitstek van de Senaat. Het is evident dat de meningen inzake het buitenlands beleid kunnen uiteenlopen. Wij zullen nooit beweren dat het grote gelijk altijd aan onze kant ligt. In elk geval moet de werking van onze commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen het debat mogelijk maken, met profilering waar noodzakelijk, maar in de mate van het mogelijke ook aanleiding geven tot gedragen en geloofwaardige stellingen.
In een resolutie vraagt de Senaat meestal dat onze regering zou tussenbeide komen bij een andere regering, in de lijn van de overtuiging die in de assemblee leeft. In dat opzicht is de resolutie die vanmiddag unaniem door de commissie werd goedgekeurd, in geen geval een zwakkere resolutie dan de resolutie die voordien in afwezigheid van de liberale familie was aangenomen. De voorliggende resolutie is sterker omdat zij unaniem is. Zij splijt niet, maar verenigt. Ik ben ervan overtuigd dat de Volksrepubliek deze boodschap veel beter zal begrijpen. Zij zal ook niet overkomen als betweterig of belerend. In dat opzicht stelt de voorliggende resolutie ons tevreden.
Mme Olga Zrihen (PS). - Nous en sommes au Jour J moins 60. En effet, à la veille des Jeux olympiques, plusieurs valeurs et qualités doivent s'exprimer, dont, principalement, la solidarité et le respect. Il faut surtout montrer qu'il est important de participer au grand système démocratique, parfois obtenu au prix de larmes et de sang et vers lequel certains devraient tendre avec davantage d'intelligence et d'esprit rationnel.
Dans le cadre de cette proposition, tous les partis ont pu largement s'exprimer et afficher leurs différences, notamment en ce qui concerne la liberté de la presse. Nous prônons le respect des droits de l'homme et des minorités ; la place des femmes doit être affirmée.
Cette proposition de résolution fait suite à plusieurs auditions, mais ce sont surtout les images choquantes, voire insupportables, diffusées par la presse qui nous ont incités à ne pas garder le silence, celui-ci étant souvent l'expression d'un entérinement.
Nous n'avons pas voulu entériner les événements par notre silence ; le Sénat et la Chambre ont donc pris leurs responsabilités par le biais de cette proposition de résolution.
Le respect des droits de l'homme - déjà évoqué à plusieurs reprises aujourd'hui - est l'une de nos priorités fondamentales : respect des droits des hommes et des femmes et respect des minorités. Il faut profiter de ce moment particulier que sont les Jeux olympiques pour souligner l'importance pour la population chinoise - la Chine est une puissance émergente - de bénéficier des mêmes droits que toute autre population. C'est peut-être une valeur ajoutée que nous pouvons apporter, compte tenu du positionnement économique visé par les pays émergents.
La Chine connaît en effet une réelle croissance économique, mais cette évolution doit pouvoir bénéficier à l'ensemble de la population et apporter une véritable plus-value sociale. Tel a été notre objectif en dénonçant, voire en stigmatisant certains comportements. Les droits de l'homme constituent un élément important de tous les accords de coopération conclus à l'échelon européen, donc de tous les accords économiques ; ils devraient entrer en ligne de compte chaque fois que nous avons des relations avec ces pays émergents.
Cette proposition de résolution nous a aussi permis d'affirmer la forte présence du Parlement belge - via le gouvernement - lors de la catastrophe qui a récemment frappé la Chine. Le fait que nous soyons critiques et lucides ne nous empêche pas d'être aux côtés des populations. Notre travail consiste aussi à faire en sorte que le développement de la société civile soit soutenu, encouragé ; l'arrestation de notre journaliste prouve peut-être que ce concept n'est toujours pas intégré.
Nous respectons les personnes et les populations qui sont la base même de tous les systèmes démocratiques. Nous espérons que ce texte ne sera pas considéré comme une critique radicale, mais plutôt comme une proposition de débat démocratique vis-à-vis d'une puissance que nous aimerions pouvoir considérer comme un véritable partenaire.
De heer Karim Van Overmeire (VB). - De Vlaams Belangfractie had een eigen voorstel van resolutie ingediend dat heel wat verder ging dan de voorliggende tekst. Eigenlijk had onze tekst als basis kunnen dienen, maar de meerderheid heeft voor een eigen tekst gekozen. Desondanks zullen we de voorliggende tekst goedkeuren.
China is geen democratisch land. Niet alleen in Tibet, maar in heel China worden de mensenrechten op grote schaal geschonden. De Chinese aanwezigheid in Tibet is niet meer of minder dan een bezetting.
In 2001 werd de organisatie van de Olympische Spelen aan Peking toegewezen, en niet aan Istanbul, Parijs, Osaka of Toronto. Dat was een overwinning voor de Chinese Volksrepubliek die er niet voor terugdeinst om van de spelen een gigantische pr-operatie te maken. Het is niet de eerste maal dat de Olympische Spelen door een totalitair regime worden gekaapt; iedereen herinnert zich de spelen van 1936 in Berlijn.
De keuze voor Peking werd omschreven als een window of opportunity. De aanwezigheid van talrijke atleten, journalisten en andere buitenlanders zou leiden tot een verbetering van de situatie in China. Zeven jaar later kunnen we een balans opmaken. Er is inderdaad een evolutie waarneembaar, soms in gunstige zin, maar over het algemeen is de toestand van de mensenrechten in Tibet zeven jaar na de toewijzing nog altijd teleurstellend.
Nog altijd zijn er mensen en krachten die ons aanraden om niets te doen. Chinezen hebben immers lange tenen en China is een opkomende economische en politieke grootmacht. De resoluties van de Belgische Senaat helpen de Chinezen toch niet vooruit, integendeel. Dat heb ik te horen gekregen; ik neem aan dat de meeste collega's hetzelfde hebben gehoord.
Het is goed dat we de moed hebben gehad om met alle fracties samen een tekst uit te werken waarin misschien niemand zijn volledige gading vindt, maar waarin de essentie van onze kritiek op het Chinese regime werd gehandhaafd. Zo hebben we punt 13 - het vroegere punt 14 - behouden. Dat stelt dat `afhankelijk van de evolutie van de situatie, een politieke boycot van de openingsceremonie' niet kan worden uitgesloten. Hiermee ligt de bal terug in het kamp van de Chinezen: zij moeten bewijzen dat ze op de goede weg willen voortgaan. Wij kunnen dan afwegen of die stappen voldoende zijn.
We hebben de wijzigingen die collega Wille vandaag heeft voorgesteld, aangenomen. Ze gaan uit van een visie op iets langere termijn. Ook na de Olympische Spelen moet er aandacht blijven voor de situatie in China en in het door China bezette Tibet.
Het is goed dat we ons niet hebben laten intimideren en dat we zeggen waar het op staat. Hopelijk kan dat via de unanieme goedkeuring van het voorstel van resolutie. Mijn fractie zal de tekst alleszins goedkeuren.
M. Jean-Paul Procureur (cdH). - Je me réjouis du débat, aujourd'hui en séance plénière, de cette proposition de résolution qui a déjà fait l'objet d'un travail parlementaire intense en commission. Le résultat qui apparaît aujourd'hui est bien sûr à la hauteur de la qualité des travaux préparatoires, mais aussi de notre ambition à réagir fermement devant la détresse d'un peuple, à la veille d'un événement d'une importance planétaire.
Cette proposition de résolution est l'expression de notre préoccupation par rapport à certaines évolutions qui ne laissent pas d'inquiéter dans ce pays immense. Pour les minorités en République populaire de Chine, au Tibet comme dans d'autres régions, les droits économiques et sociaux ne sont pas encore respectés partout ; la répression politique subsiste. La réaction disproportionnée des autorités à la suite des manifestations qui se sont déroulées à Lhassa et dans d'autres villes du Tibet ne peut être oubliée.
C'est, entre autres, pour toutes ces préoccupations que le cdH votera cette proposition de résolution. Mais c'est aussi par conviction profonde.
Je ne reviendrai pas sur l'idéal olympique qui véhicule les valeurs d'entente entre les peuples, de compréhension mutuelle et de paix. Je voudrais simplement que notre assemblée considère que la tenue des jeux en République populaire de Chine est une opportunité unique pour rappeler aux autorités que dans leur progression vers la démocratie, un certain bout de chemin reste à parcourir. Ce chemin n'est d'ailleurs jamais terminé pour aucun pays dans le monde.
Le chemin de la prospérité, de la stabilité et de la paix ne peut passer que par celui de la négociation, de la concertation, du dialogue.
Or, rappelez-vous, lors du sommet entre l'Union européenne et les États-Unis, en Slovénie, où les participants ont « rappelé leur inquiétude face aux émeutes récentes au Tibet et encouragé toutes les parties à s'abstenir de toute violence supplémentaire », la Chine a réagi très rapidement et d'une manière plutôt virulente. Pourtant, je pense que nous pouvons faire confiance à nos dirigeants européens et même, dans ce cas-ci, à ceux des États-Unis, pour avoir opté, dans cette déclaration, pour un compromis diplomatique. Malgré cette prudence, il faut bien reconnaître qu'il y a encore, chez les dirigeants chinois, une tendance à se braquer lorsque ces questions viennent sur le tapis.
Aujourd'hui, l'arrestation d'un journaliste de la VRT n'est pas faite pour nous rassurer. On peut espérer qu'il s'agisse d'un incident de parcours et que ce journaliste sera très bientôt libéré.
Le message que notre assemblée lancera en votant cette résolution n'est pas synonyme d'ingérence dans les affaires intérieures de la Chine. Ce message veut promouvoir la paix entre le Tibet et la République populaire de Chine ainsi que le développement harmonieux des valeurs universelles qui figurent dans la Déclaration universelle des droits de l'homme.
Cette proposition de résolution est tout sauf un acte posé contre le peuple chinois. Elle n'est ni partisane ni animée par on ne sait quelle envie de voir triompher les valeurs occidentales aux quatre coins du monde. Par contre, cette proposition de résolution veut maintenir et surtout développer, promouvoir, amplifier le dialogue avec les autorités chinoises. Oui, cette proposition de résolution veut profiter des Jeux olympiques d'été qui sont l'affaire de toute la planète, pour rappeler combien le développement de la Chine, indispensable au développement du monde, le sera d'autant plus si certaines valeurs incontournables sont respectées.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V-N-VA). - Allereerst wil ik de rapporteurs danken voor het duidelijk mondeling verslag. Daarnaast dank ik de diensten van harte voor het werk en de goede opvolging van onze debatten, alsook alle senatoren voor het constructieve debat, dat wegens het belang van de problematiek tot driemaal toe werd gevoerd.
Dankzij de bespreking en - hopelijk - ook de ruime goedkeuring van dit voorstel van resolutie neemt ook ons land een duidelijk standpunt in over de toestand in Tibet en de schending van de mensenrechten in China. Hiermee werken we in het spoor van het Europees Parlement en van andere Europese landen, zoals Portugal, Denemarken, Tsjechië en Oostenrijk, die in de context van de Olympische Spelen de problematiek van de mensenrechten, de godsdienstvrijheid en de persvrijheid in China op de agenda hebben geplaatst.
Ondanks de enorme economische vooruitgang van China blijft de situatie van de mensenrechten er bijzonder zorgwekkend. Begin maart demonstreerden honderden monniken vreedzaam voor meer culturele en politieke autonomie en godsdienstvrijheid in Tibet. De Chinese ordediensten sloegen de betogingen hardhandig neer. Betrouwbare bronnen gewagen van meer dan 200 doden, 5000 vermisten en een onbekend aantal arrestaties.
Er is niet alleen de onderdrukking in Tibet. Vorige week was het precies negentien jaar geleden dat het bloedbad plaatsvond op het Tiananmenplein. Nog altijd weigert het Chinese regime bekend te maken hoeveel mensen er toen werden gedood en gevangengenomen. Evenmin wil het onthullen hoeveel demonstranten er negentien jaar later nog steeds gevangen zitten.
Rapporten van Amnesty International, Human Rights Watch en de Verenigde Naties bevestigen wijdverbreide foltering en mishandeling van gevangenen in China, vooral van leden van etnische en religieuze minderheden. Vrijheid van godsdienst, meningsuiting en geweten is anno 2008 jammer genoeg eerder afgenomen dan toegenomen, aldus de vermelde rapporten. De communistische partij controleert en censureert zowel de binnenlandse als de buitenlandse media. Het stemde ons tevreden te vernemen dat vorige week een lichte vooruitgang werd vastgesteld en dat BBC World News kan worden ontvangen, maar dit belet niet dat in China nog steeds geen persvrijheid bestaat en dat grote stappen moeten worden gedaan om die te realiseren.
Daarnaast wordt ook de doodstraf in China grootschalig toegepast. Naar schatting worden er elk jaar meer dan 7500 mensen terechtgesteld, of 90% van het wereldtotaal. Nochtans is de Volksrepubliek China partij bij belangrijke internationale mensenrechtenverdragen.
In het verlengde van de politieke, economische en militaire macht die China geworden is, is de toon in het Westen gewijzigd. Ooit werden in de jaarlijkse vergadering van de VN-Commissie voor de rechten van de mens kritische stemmen gehoord over de schending van de mensenrechten, ook in de Volksrepubliek China, maar aangezien China er keer op keer in slaagt het Westerse kamp uiteen te spelen, zijn er sinds 1998 geen veroordelende resoluties meer ondertekend die China aansporen zijn beleid terzake aan te passen.
Ook op Europees niveau wordt elk jaar een dialoog over de mensenrechten gehouden met de Volksrepubliek China. Helaas is dit een dovemansgesprek geworden, wat enkele weken geleden nog is gebleken in Ljubljana. De Chinese ambtenaren geven jaar na jaar dezelfde antwoorden op de kritische vragen.
De Olympische Spelen vormen voor de internationale gemeenschap een uitgelezen kans om het gebrek aan respect voor de grondrechten in China aan te klagen. Een coherente, gezamenlijke boodschap van de Europese Unie is daarbij essentieel. Daarom is het ook belangrijk dat de Europese landen hun houding tegenover de openingsceremonie op elkaar afstemmen, signalen geven naar de Volksrepubliek en ook duidelijk maken dat ze van de Volksrepubliek nieuwe, positieve signalen verwachten. Het Europees Parlement maakte dit duidelijk in een resolutie van 10 april 2008 en riep op de situatie in China en in het bijzonder in Tibet van dag tot dag te evalueren. Ik roep dan ook onze minister van Buitenlandse Zaken op met deze boodschap rekening te houden bij het bepalen van de positie van ons land. Net zoals we in de Senaat proberen te komen tot een eenduidige boodschap, zo hebben we er ook belang bij ten minste in de Europese Unie eenzelfde taal te spreken.
Ik pleit namens mijn fractie voor een diplomatie die de druk op China hoog houdt en oproept tot een constructieve dialoog met de dalai lama om een vreedzame en duurzame oplossing voor de crisis in Tibet te vinden, met respect voor de territoriale integriteit van China. Ik pleit voor een diplomatie die aandringt op een gematigd optreden van de ordediensten en een onbeperkte uitoefening van het recht op vrije meningsuiting, een diplomatie die streeft naar een gemeenschappelijk Europees standpunt inzake de mensenrechtenschendingen in China.
Onze kritische houding doet niets af aan onze solidariteit met de Chinese Volksrepubliek en de Chinese bevolking, die getroffen is door zoveel leed ten gevolge van de aardbeving waarbij zoveel mensen het leven verloren, gewond werden en have en goed kwijt raakten. We willen ons respect uiten voor de wijze waarop de Chinese autoriteiten deze ramp het hoofd hebben geboden en de openheid waarmee ze hulp en samenwerking met de internationale gemeenschap hebben aanvaard. Het is dan ook te betreuren dat we precies vandaag op dit vlak dissonante nieuwsberichten krijgen. Uit de berichten die in de loop van de dag zijn binnengerold, blijkt dat de getroffen dorpen toch worden afgesloten en dat journalisten er worden geweerd. Dat gebeurt vooral in dorpen waar scholen zijn ingestort en kinderen zijn gestorven omdat de schoolgebouwen blijkbaar niet volgens de normen waren opgetrokken. Waarom beletten dat de internationale gemeenschap zich van een dergelijk drama vergewist en desgevallend steun geeft? In het verlengde daarvan veroordeel ik namens mijn fractie ook de tijdelijke aanhouding vandaag van VRT-journalist Tom Van de Weghe en zet ik de eis kracht bij dat alle in beslag genomen materiaal wordt vrijgegeven, zodat de internationale gemeenschap en ook de bevolking in de Volksrepubliek China weten wat er gebeurt. Uiteindelijk is dat de basis van een democratie en van een maatschappij waar de civiele samenleving duidelijk haar zeg kan doen.
Ik hoop dat we straks tot een eensgezinde stemming kunnen komen.
M. Josy Dubié (Ecolo). - Je commencerai par dire que je partage entièrement les propos tenus par M. Wille : le fait que la résolution sera adoptée à l'unanimité est un plus. Même si certains amendements, dont certains ne recueillaient pas mon assentiment, ont été apportés à la résolution, je me réjouis du signal important que nous allons donner aux autorités chinoises en adoptant à l'unanimité ce texte qui critique sévèrement les événements récents que nous avons connus.
Je tiens ensuite à souligner que si nous critiquons le régime chinois, il est clair que notre solidarité avec le peuple chinois est entière. Même si nous sommes membres de l'opposition, nous soutenons les actions entreprises par le gouvernement belge pour venir en aide aux Chinois, victimes de graves dommages causés par le terrible tremblement de terre. Le problème n'est pas là.
Cependant, les critiques que contient la résolution que nous allons voter me semblent capitales. C'est pourquoi nous considérons que, malgré les amendements apportés, nous nous devons de voter en faveur de ce texte dont j'aimerais vous citer trois phrases, extrêmement importantes à mes yeux.
« Le Sénat,
1. condamne avec force la répression violente à l'encontre des manifestants au Tibet, qui a déjà fait de nombreuses victimes ;
2. exhorte le gouvernement de la République populaire de Chine à renoncer à réprimer les manifestations par la force et exige la libération des prisonniers arrêtés depuis le début des incidents ;
3. (...)
4. demande au gouvernement fédéral d'adopter une attitude critique envers le gouvernement chinois en ce qui concerne les violations répétées des droits de l'homme en Chine, telles que l'exécution de la peine de mort, et de faire preuve de la plus grande vigilance à cet égard. »
J'espère que ce message sera écouté, entendu et compris par notre gouvernement dont nous attendons qu'il répercute aux dirigeants chinois la volonté du Sénat.
Pour nous, le régime chinois est critiquable au moins pour trois raisons essentielles. Tout d'abord, il s'agit d'une dictature, dotée d'un parti unique, le Parti communiste, si bien que tous les droits de l'homme sont systématiquement bafoués. C'est à nos yeux totalement inacceptable.
Ensuite, un deuxième défaut majeur du régime chinois, qui peut d'ailleurs paraître bizarre de la part d'une dictature communiste, est que la Chine se caractérise par un régime ultralibéral sur le plan économique. Cela signifie que les propos qu'avait tenus Deng Xiaoping voici quelques années - « peu importe que le chat soit blanc ou gris, pour autant qu'il attrape la souris » - ont été compris par les dirigeants chinois d'aujourd'hui comme une exhortation à s'enrichir de n'importe quelle manière. Il en a résulté une aggravation sans précédent de la fracture sociale dans ce pays. C'est pour nous totalement inadmissible, d'autant plus que le totalitarisme interdit aux travailleurs et paysans chinois de s'organiser en syndicats, ceux-ci étant systématiquement réprimés.
Le troisième défaut majeur est que les dirigeants chinois affichent de plus en plus une attitude ultranationaliste. Alors que sous Mao, le régime communiste chinois prônait l'internationalisme, il fait preuve aujourd'hui d'un nationalisme radical de plus en plus détestable.
Pour ces trois raisons, nous dénonçons le régime chinois mais, je le répète, nous soutenons le peuple chinois qui est confronté à des difficultés insurmontables.
Enfin, je voudrais citer le rapport d'Amnesty International sur la situation des droits humains dans le monde.
Afin qu'il soit repris dans les Annales de cette séance plénière, je voudrais vous lire le résumé qu'a fait Amnesty International, il y a une semaine, de la situation en Chine : « Un nombre croissant de militants des droits humains ont été emprisonnés, assignés à résidence, placés sous surveillance ou harcelés cette année. Les autorités ont poursuivi leur politique de répression envers les minorités, en particulier les Tibétains, les Ouïgours et les Mongols. Les pratiquants du Falun Gong étaient considérablement exposés au risque d'être torturés ou de subir d'autres formes de mauvais traitements en détention. Des chrétiens ont été persécutés pour avoir pratiqué leur foi en dehors des circuits officiels. Malgré le rétablissement de l'examen par la Cour populaire suprême des condamnations à mort, la peine capitale restait entourée du plus grand secret et continuait d'être très fréquemment utilisée. Les actes de torture sur des personnes détenues demeuraient très répandus. Des millions de gens n'avaient pas accès à la justice et étaient forcés de passer par un système extrajudiciaire inefficace de dépôt de plaintes pour tenter d'obtenir réparation. Les femmes et les jeunes filles continuaient de souffrir de la violence et de la discrimination. Les préparatifs en vue des Jeux olympiques de 2008 à Pékin ont été accompagnés de mesures de répression contre des militants des droits humains. La censure d'Internet et d'autres médias s'est intensifiée. »
Voilà l'image de ce qu'est aujourd'hui la Chine dite populaire. C'est effrayant et évidemment inacceptable.
En Occident, certains considèrent cependant que la Chine est aussi un grand marché. Pour certains, l'argent n'a pas d'odeur. Pour nous, l'argent a une odeur et parfois il pue. En Chine, l'argent pue car il sert à maintenir ce régime et à le renforcer. Pour nous, c'est difficilement acceptable. C'est la raison pour laquelle nous voterons cette résolution.
Mme Anne-Marie Lizin (PS). - La résolution revue constitue un bon exemple du travail du Sénat. Il est difficile de parler, en termes de décisions d'une assemblée, de problèmes d'actualité car il suffit parfois d'une semaine pour que se modifie notre perception des choses, au vu de certains événements. Nous avons réussi et je tiens à dire combien j'ai apprécié le travail que M. Wille nous a quasiment forcés à réaliser.
Ce type de travail est également mené au sein de l'Union interparlementaire, laquelle demande que l'on respecte aussi les relations bilatérales. Il faut tenir compte, d'une part, de l'actualité et de la connaissance très critique que l'on peut avoir de la réalité du parti communiste chinois, notamment, et d'autre part de la volonté du pays que nous représentons par rapport aux relations avec la Chine. La question méritait assurément d'être discutée dans le détail. Nous avons gardé la possibilité de voter aujourd'hui, un peu plus tard que prévu mais dans de bonne conditions, après avoir examiné tous les aspects de la question.
J'ajouterai quelques commentaires. Le dalaï-lama n'a pas toujours été très bien accueilli en Belgique. Ses visites ont été postposées, le niveau d'accueil n'a pas toujours été exceptionnel, une assemblée s'est parfois vantée de ne pas l'avoir reçu... À présent, tout cela est oublié. Il faut recevoir le dalaï-lama. La solution qui sera trouvée dans la négociation avec lui constituera un test important de l'ouverture possible de la Chine aux réalités ethniques internes auxquelles elle doit faire face.
Je n'ai pas une connaissance particulière des Ouïgours mais ayant été chargée, en ma qualité de vice-présidente de l'assemblée de l'OSCE, de la réalisation d'un rapport sur Guantanamo, j'ai découvert qu'une section ouïgour, qui avait été emprisonnée par l'armée américaine à Kandahar, s'entraînait militairement avec les troupes de Ben Laden contre la Chine, et non pour poursuivre un objectif du grand djihad international.
Il faut admettre que l'opposition est virulente, militaire, mais nous n'en voyons qu'une petite fraction. De la même manière que nous regardions l'URSS à la fin des années quatre-vingt, nous pouvons aujourd'hui considérer la Chine comme un ensemble. L'URSS a fondu en quelques mois parce que le changement était prêt dans différentes zones : en Allemagne, même si M. Mitterrand mit deux ans à l'admettre, en Hongrie, en Pologne et vraisemblablement dans la plupart des États baltes.
Quand on voit une section militaire qui s'entraîne, comme les Ouïgours, que peut-on en déduire ? Cette partie de la Chine est-elle déjà prête aujourd'hui, comme le Tibet a osé le montrer ? Nous n'avons pas le droit de ne pas envisager cette possibilité et de ne pas réagir. Nous devons faire en sorte que la Chine évite de s'orienter vers une répression aveugle sur tous les musulmans, comme ce fut le cas en Tchétchénie.
Troisième élément : les Jeux Olympiques. Je regrette qu'on les évoque beaucoup moins dans la version actuelle. À mes yeux, les organisateurs des jeux ne sont pas toujours assez courageux. Cet événement médiatique, qui a évolué au fil des années, est aujourd'hui la manifestation mondiale la plus importante. Ceux qui tiennent les rênes des Jeux Olympiques ont un rôle à jouer et ne peuvent pas les limiter au sport. Pour la Chine, c'est l'événement principal depuis le Sommet des femmes de Pékin en 1995, qui avait rassemblé toutes les femmes du monde.
Les organisateurs des Jeux Olympiques ont notamment réussi dans le domaine de l'apartheid. Celui-ci existant toujours dans de nombreux endroits du monde, ils pouvaient faire un pas de plus à ce niveau. Je pense à l'attitude qu'ils ont adoptée à l'égard des athlètes français qui voulaient simplement être critiques par rapport aux droits de l'homme. Aux Jeux Olympiques, la clarté n'est pas faite sur l'égalité entre hommes et femmes dans le sport ainsi que sur diverses autres attitudes. C'est le seul point faible de cette résolution qui, pour nous, est satisfaisante.
Nous aurions dû être plus courageux et demander aux organisateurs d'être, eux aussi, plus forts par rapport à nos objectifs et de donner encore davantage de poids à cette présence qui sera de courte durée, mais constituera un moment très important dans l'histoire du monde.
De voorzitter. - Ik herinner eraan dat de commissie een nieuw opschrift voorstelt: Voorstel van resolutie betreffende de toestand in Tibet en de mensenrechten in China.
-De bespreking is gesloten.
-De stemming over het voorstel van resolutie in zijn geheel heeft later plaats.