4-33

4-33

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 5 JUNI 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Anke Van dermeersch aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over «de criminaliteitsstatistieken op het niveau van de gemeenten en de politiezones» (nr. 4-338)

De voorzitter. - De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden, antwoordt.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - De voorbije dagen heeft de krant Het Nieuwsblad een uitgebreide journalistieke enquête verricht naar de criminaliteit in de verschillende gemeenten en politiezones. Het heeft de journalisten daarbij verbaasd nergens gecentraliseerde gegevens te vinden over de criminaliteit in de gemeenten en politiezones. Onder de titel `Gezocht: databank met criminaliteitscijfers' schrijven de journalisten: `Wat bij ons niet kan, lijkt bij onze noorderburen nauwelijks een probleem te zijn. Bij het opsporen van de criminaliteitscijfers voor ons veiligheidsrapport kwamen we flink wat hindernissen tegen. Waar de ene politiezone minutieus gegevens inzamelt en die zelfs per gemeente opsplitst, blijkt dat in andere zones absoluut niet het geval. In Nederland is het een pak minder moeilijk om gedetailleerde crimicijfers te verkrijgen. Meer zelfs: ze zijn allemaal publiek gemaakt op de website watdoetjegemeente.nl, opgesplitst en gedetailleerd. Gaande van de misdaadcijfers per gemeente tot een specifieke analyse per gemeente. Een voorbeeld dat bij ons navolging verdient.'

Het voorbeeld dat volgens Het Nieuwsblad bij ons navolging verdient, bestond in dit land een aantal jaren geleden ook al, maar werd in 2004 om duistere redenen van het web gehaald. Tot ongeveer 2004 kon men op de webstek van de federale politie gedetailleerde statistieken terugvinden over de criminaliteit van het landelijke niveau tot op het niveau van de gemeente, met informatie over alle administratieve niveaus die daartussen liggen. Daarna werd deze informatie teruggeschroefd en was het laagste administratieve niveau waarover nog informatie werd verstrekt, dat van het arrondissement. Voortaan dus niets meer op het niveau van de politiezone of de gemeente.

Ik heb de minister daar destijds herhaaldelijk over ondervraagd, zonder dat dit het gewenste en voor de hand liggende resultaat tot gevolg had. De minister heeft toen nochtans voorgespiegeld dat hij wel bereid was om na verloop van tijd ook de criminaliteitscijfers van het niveau van de politiezones en de gemeenten opnieuw op de federale webstek te plaatsen. Daar is tot op heden echter niets van terechtgekomen.

Waarom werd, zoals de minister heeft voorgespiegeld, nog geen werk gemaakt van het kenbaar maken op de federale webstek van de lokale criminaliteitsstatistieken, zij het dan na verloop van tijd? Neemt de minister daartoe zelf concrete maatregelen om daar vooralsnog werk van te maken? Tegen wanneer mogen we de resultaten daarvan verwachten? Welke tijdspanne acht de minister wenselijk tussen het beschikbaar zijn van de lokale gegevens en het plaatsen ervan op de federale webstek?

Doet de minister stappen om eindelijk terug volledige openheid te geven wat de lokale criminaliteitsstatistieken betreft en terug te keren naar een systeem zoals dat vroeger bij ons bestond en nu nog altijd in Nederland?

De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden. - Ik lees het antwoord van minister Dewael.

De politiezones beschikken over hun eigen lokale criminaliteitscijfers. Die worden onder andere ter beschikking gesteld vanuit de nationale gegevensbank van de geïntegreerde politie.

Mijn standpunt was en is dat een moderne politiewerking veronderstelt dat op het niveau van de politiezone een maximale transparantie ten aanzien van de bevolking aan de dag wordt gelegd. Dat is een kwestie van dienstverlening aan de bevolking en beantwoordt dus aan de principes van community policing.

In vele politiezones legt men die transparantie aan de dag: de criminaliteitscijfers worden bekendgemaakt, jaarverslagen worden gepubliceerd en men zoekt zelfs interactie op met de burger via politiecafés of gespreksavonden.

Het lokale niveau is bovendien het enige niveau - en dit is inherent aan de structuur van de politie na de hervorming - dat met kennis van zaken over de cijfers kan communiceren. Het heeft geen zin om zomaar lokale cijfers op de bevolking los te laten. Ze moeten met de juiste context en uitleg worden gegeven door het bevoegde niveau en dat is het lokale niveau.

Tot slot: in de vorige legislatuur was er ter zake een wetsvoorstel van collega Vandenhove, waarvoor echter geen meerderheid in de Kamer gevonden werd.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Tot 2004 was het mogelijk om op de webstek van de federale politie de lokale statistieken te raadplegen. Nu blijkt dat de gegevens alleen op lokaal niveau kunnen worden verkregen. Voor wie net als ik in Wilrijk woont, een gemeente die deel uitmaakt van het district Antwerpen, is er geen probleem. Als ik echter wil weten hoe het in mijn buurgemeente Hemiksem gesteld is, moet ik ter plaatse de gemeenteraad gaan volgen en op het juiste ogenblik aanwezig te zijn. Hetzelfde geldt voor Kontich, Aartselaar of Lint, om nog niet te spreken over Ieper of zo. Het zou veel eenvoudiger zijn mochten de criminaliteitsstatistieken op lokaal niveau op het internet te raadplegen zijn.