4-30

4-30

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 22 MAI 2008 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Louis Ide à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «les chiffres corrects concernant les césariennes» (nº 4-310)

De heer Louis Ide (CD&V-N-VA). - Vandaag staat in De Huisarts het volledige relaas van een historie die vorige week een climax bereikte: die van de verkeerde cijfers over de uitgevoerde keizersneden.

Ik zet de feiten nog eens op een rijtje. Enkele maanden terug bezorgde de minister mij nationale en regionale cijfers over het aantal uitgevoerde keizersneden. Hieruit bleek dat het aantal keizersneden in 2006 steeg met maar liefst 75% tegenover 2005 en dat in 2007 het niveau van 2006 zou gehandhaafd blijven. We hebben dit doorgegeven aan De Huisarts, want dergelijke cijfers moeten nu eenmaal gepubliceerd worden om artsen te informeren en bij hen een discussie los te weken over het waarom van de stijging, in de hoop iets aan het medische beleid te veranderen. Nog dezelfde dag van de publicatie van deze cijfers op 6 maart, kregen we een bericht van het RIZIV, dat ootmoedig toegaf dat er een fout in de cijfers geslopen was en dat de reële stijging amper 1% bedroeg. Dat is een realistisch getal. Na dit foutje heeft het RIZIV beslist om de zaak verder uit te pluizen en ontdekte het een structurele fout in de verwerking van zijn gegevens. Parlementair werk kan dus blijkbaar toch nuttig zijn.

Op 6 maart stelde ik een mondelinge vervolgvraag naar het waarom van de stijging, daar inmiddels ook het Studiecentrum voor perinatale epidemiologie de door de minister geleverde cijfers in twijfel trok. Op dat moment had ik nog geen weet van de correctie van het RIZIV. Deze vraag werd, op mijn verzoek, omgezet in een schriftelijke vraag. Vorige week kreeg ik een antwoord op die bewuste vraag. Ik citeer uit dit antwoord: `De officiële RIZIV-cijfers en de door De Huisarts/Le Généraliste gepubliceerde cijfers stemmen niet overeen. De door het geachte lid vastgestelde stijging is niet terug te vinden in de RIZIV-cijfers. Het zou dan ook wenselijk zijn te weten waar De Huisarts/Le Généraliste zijn gegevens gevonden heeft. Een correcte informatie van het artsenkorps is voor mij prioritair. Indien de gegevens van De Huisarts/Le Généraliste onjuist blijken te zijn, dan lijkt een rechtzetting in samenspraak met het betrokken tijdschrift wenselijk.'

De minister vraagt zich dus af waar de cijfers vandaan komen die zij zelf heeft verspreid als antwoord op een schriftelijke vraag. Ik sta dan ook perplex.

Hoe komt het dat de minister niet meer weet dat zij in dit dossier zelf aan de oorzaak ligt van de verspreiding van de foute gegevens?

Wat is de reactie van de minister op deze situatie?

Wat is de minister voornemens te doen ten aanzien van het vakblad De Huisarts, aangezien dit blad te goeder trouw handelde en geenszins schuld treft?

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Er is heel wat verwarring geweest met betrekking tot de gegevens over de keizersneden. Daardoor werd in bepaalde antwoorden op parlementaire vragen de juiste context niet helemaal correct ingeschat. De Huisarts/Le Généraliste heeft uiteraard gegevens gekregen via antwoorden op parlementaire vragen en door rechtstreekse contacten met de diensten van het RIZIV. Zowel het Parlement als De Huisarts/Le Généraliste hebben uiteindelijk correcte cijfers gekregen. Men kan de gang van zaken met betrekking tot de afhandeling van dit dossier betreuren, maar een opeenstapeling van misverstanden en de druk om snel gecorrigeerde cijfers mee te delen hebben zeker bijgedragen tot de verwarring die een tijdlang bestond over de reële evolutie van het aantal keizersneden.

De verwarring over de cijfers is opgetreden op een ogenblik waarop de heer Ide heel wat vragen heeft gesteld over regionale gegevens. De diensten van het RIZIV doen al het mogelijke om deze vragen te beantwoorden binnen de wettelijk gestelde termijn.

De heer Louis Ide (CD&V-N-VA). - Ik aanvaard deze excuses en zal ze ook meedelen aan De Huisarts, dat enigszins bekritiseerd werd in het antwoord op mijn schriftelijke vraag. Ik hoop dat dergelijke feiten zich niet meer zullen voordoen.