4-739/5 | 4-739/5 |
27 MEI 2008
I. Inleiding
Dit optioneel bicameraal wetsontwerp werd in de Kamer van volksvertegenwoordigers oorspronkelijk ingediend als een wetsontwerp van de regering (stuk Kamer, nr. 52-1012/1).
Het werd op 8 mei 2008 in de Kamer van volksvertegenwoordigers aangenomen met 99 stemmen tegen 16 bij 30 onthoudingen.
Het werd op 9 mei 2008 overgezonden aan de Senaat en op 14 mei 2008 geëvoceerd.
De artikelen 71 tot 84 van het ontwerp werden aan de commissie voor de Justitie overgezonden. De commissie heeft ze tijdens haar vergaderingen van 21 en 27 mei 2008 in aanwezigheid van de minister van Justitie besproken.
De commissie voor de Justitie diende tevens een aantal bepalingen uit het wetsontwerp houdende diverse bepalingen II te behandelen, dat onder de verplicht bicamerale procedure valt. Voor de bespreking van dat ontwerp wordt verwezen naar stuk Senaat nr. 4-740/3.
II. Inleidende uiteenzetting door de minister van Justitie
De minister stipt aan dat de bepalingen die tot Justitie behoren vooral technische aanpassingen en omzetting van Europese richtlijnen behelzen.
Artikelen 71 en 72 betreffen een wijziging van de wet van 9 mei 2007 betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van overlijden en strekken ertoe een overgangsbepaling in te voeren.
Artikelen 73 en 74 betreffen de adoptiewetgeving. Er moet worden gepreciseerd dat de matchingprocedure tot de bevoegdheid behoort van de gemeenschappen.
Artikelen 75 tot 78 wijzigen het Wetboek van vennootschappen ingevolge Europese reglementering. Het betreft hier dus een omzetting van Europese richtlijnen, waarbij de Belgische wetgever over weinig appreciatiemarge beschikt. In de Kamer van volksvertegenwoordigers werden deze artikelen behandeld door de commissie handels- en economisch recht.
Artikelen 79 en 80 vormen eveneens de incorporatie in het Belgisch recht van een Europese richtlijn teneinde de mogelijkheid te creëren voor de naamloze vennootschap om haar kapitaal te verminderen.
Artikelen 81 en 82 betreffen technische aanpassingen met betrekking tot de verwijzingen in de artikelen 88bis en 90ter van het Wetboek van strafvordering naar artikel 145 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie. Inderdaad werd enkel verwezen naar artikel 145, § 3, terwijl men ook dient te verwijzen naar artikel 145, § 3bis, van deze wet.
Artikel 83 betreft de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie en zet een gebrek aan overeenstemming tussen de Nederlandse en Franse tekst van artikel 2, § 2, recht.
Tot slot wijzigt artikel 84 artikel 782bis, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, omdat er in dit artikel, gewijzigd bij de programmawet van 26 april 2007, onduidelijkheid bestond over de positie van het openbaar ministerie.
III. Bespreking
Artikelen 71 tot 76
Over deze artikelen worden geen opmerkingen gemaakt.
Artikel 77
De Dienst Wetsevaluatie merkt op dat de verwijzing in artikel 772/9, § 2, naar artikel 558, 15º, van het Gerechtelijk Wetboek niet correct is. Het gaat om artikel 588, 17º, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd door artikel 8 van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen (II). De commissie beslist de tekst in die zin te wijzigen, bij wijze van technische correctie.
Artikel 78
Dit artikel geeft geen aanleiding tot opmerkingen.
Artikel 79
De heer Mahoux stelt vast dat de machtiging die in dit artikel aan de Koning wordt verleend, geldt tot 31 december 2008. De Koning een Europese richtlijn laten omzetten is natuurlijk een snelle oplossing, maar ze veroorzaakt wel problemen wat de verdeling van de rollen betreft over de uitvoerende en de wetgevende macht. Spreker vraagt de minister om, op het moment dat het besluit voor de Ministerraad komt, het parlement op de hoogte te brengen van de inhoud hiervan. Het gaat immers om een volledige machtiging — weliswaar beperkt in de tijd — die niet hoeft te worden goedgekeurd door de wetgevende macht.
De minister kan zich aansluiten bij vorige spreker en verbindt zich ertoe de gevraagde informatie tijdig te bezorgen aan het parlement. Het betreft wel geen ideologische discussie, maar enkel de implementatie van een richtlijn.
Artikelen 80 tot 83
Over deze artikelen worden geen opmerkingen gemaakt.
Artikel 84
Mevrouw Crombé-Berton verklaart dat zij een wetsvoorstel heeft ingediend met hetzelfde doel als dit artikel (stuk Senaat, nr. 4-652/1). Indien het artikel wordt aangenomen, zal haar wetsvoorstel geen zin meer hebben.
IV. Stemmingen
De artikelen die naar de commissie voor de Justitie zijn gezonden worden in hun geheel aangenomen met 9 stemmen bij 1 onthouding.
Dit verslag werd eenparig goedgekeurd door de 9 aanwezige leden.
De rapporteur, | De voorzitter, |
Philippe MAHOUX. | Patrik VANKRUNKELSVEN. |
Behoudens onderstaande tekstcorrectie is de tekst van de door de commissie aangenomen artikelen dezelfde als die overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers (zie Stuk Kamer, nr. 52-1012/015)
Art. 77
Art. 772/9, § 2 : de woorden « artikel 588, 15º, van het Gerechtelijk Wetboek » vervangen door de woorden « artikel 588, 17º, van het Gerechtelijk Wetboek ».