4-26

4-26

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 24 APRIL 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Helga Stevens aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de interministeriële conferentie over drugs» (nr. 4-245)

De voorzitter. - De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, antwoordt.

Mevrouw Helga Stevens (CD&V-N-VA). - Bij de goedkeuring van de federale nota drugsbeleid in 2001 werd ervoor gekozen om het beleid inzake drugs van alle overheden in een interministeriële conferentie te stroomlijnen. Die keuze beoogt een globaal en geïntegreerd beleid, een basisvoorwaarde voor goed bestuur.

Overleg tussen de verschillende overheden is nuttig en zelfs noodzakelijk, aangezien de regio's onder meer bevoegd zijn voor preventie, maar justitie en de federale politie door het federale niveau worden aangestuurd.

De verschillende overheden zagen een belangrijke taak weggelegd voor de interministeriële conferentie, namelijk `overleg plegen om hun beleid inzake het voorkomen van drugsgebruik, het hulpverlenings- en behandelingsaanbod, het controleren van de productie en van de handel en sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen op basis van de volgende doelstellingen op elkaar af te stemmen'.

Ter ondersteuning van dat overlegorgaan zou een algemene cel drugsbeleid opgericht worden. Die cel heeft onder meer als taak gemotiveerde maatregelen voor te stellen om alle door de bevoegde instanties gevoerde of geplande acties op elkaar af te stemmen en om de doeltreffendheid ervan aldus te vergroten. Verder dient de cel het overleg te stimuleren en aan de interministeriële conferentie voorstellen te doen voor een gezamenlijk Belgisch standpunt op Europese en internationale drugsfora.

Het samenwerkingsakkoord tot inrichting van de interministeriële conferentie en oprichting van de algemene cel drugsbeleid dateert intussen van 2 september 2002. Drie jaar later hadden vijf van de negen betrokken overheden het samenwerkingsakkoord nog niet bekrachtigd. Vandaag, zes jaar later, wachten we nog steeds op de goedkeuring van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Positief is wel dat sinds 2001 een cel gezondheidsbeleid drugs actief is. Het gaat om een vergadering van vertegenwoordigers van de kabinetten van de ministers van Volksgezondheid, die voornamelijk aan drugs gerelateerde gezondheidsproblemen behandelt. De algemene cel drugsbeleid heeft een veel bredere rol als beleidsvoorbereidende instantie en overlegplatform tussen de verschillende betrokken domeinen, onder meer Justitie, Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken en Volksgezondheid, de federale en de regionale overheden, alsook het middenveld.

Door het uitblijven van de algemene cel drugsbeleid werden de cellen controle en internationale samenwerking evenmin opgericht.

Heeft de minister al overleg gepleegd met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Tegen wanneer plant zij de goedkeuring?

Zo niet, zal ze het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het belang van zijn verantwoordelijkheid wijzen?

Liggen bepaalde discussies of onenigheid ten grondslag aan het uitblijven van de bekrachtiging?

Wat is de weerslag van het ontbreken van dat overlegorgaan en van een drugscoördinator op het beleid van de verschillende bestuursniveaus?

De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister. - Ik lees het antwoord van mevrouw Onkelinx.

Ik deel uw mening over het belang van een algemeen en geïntegreerd drugsbeleid in ons land. De federale regering heeft er zich in het regeerakkoord inderdaad expliciet toe verbonden dat geïntegreerde beleid voort te zetten en te versterken.

De algemene cel drugsbeleid en de interministeriële conferentie zijn inderdaad werktuigen die een algemeen en geïntegreerd beleid mogelijk maken.

De cel zal binnenkort kunnen worden opgestart. Het ontbreken ervan betekent echter niet dat geen drugsbeleid wordt gevoerd.

De cel drugsbeleid van Volksgezondheid is inderdaad operationeel sedert 2002. Die cel, waarin alle beleidsniveaus bevoegd voor volksgezondheid vertegenwoordigd zijn, verzet enorm veel werk. Ze vergadert iedere maand en dat levert resultaten op, bijvoorbeeld het akkoordprotocol voor een gemeenschappelijke registratie van de behandelingen, het samenwerkingsakkoord inzake de gemeenschappelijke strijd tegen tabaksverbruik, de diverse adviezen en aanbevelingen over het beleid of de aspecten ervan met betrekking tot drugs en de drie jaarlijkse rapporten die een overzicht geven van het gevoerde beleid.

Het meest recente driemaandelijkse rapport zal in de eerstvolgende weken worden gepubliceerd. Dit rapport zal een overzicht geven van de activiteiten van de verschillende ministeries en van de cel.

Ook de andere federale ministers voeren een actief beleid en mijn diensten worden daarbij systematisch betrokken. Het federale wetenschapsbeleid beschikt over een drugsprogramma voor de financiering van het wetenschappelijk onderzoek en de minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de coördinatie van het federale beleid op Europees en internationaal niveau.

Ik herhaal echter dat het geïntegreerde drugsbeleid nog zal worden versterkt en dat we gebruik zullen maken van alle beschikbare werktuigen die ter beschikking zijn om dat doel te bereiken.

Mevrouw Helga Stevens (CD&V-N-VA). - Ik apprecieer het antwoord van de minister. Ik heb echter geen antwoord gekregen op mijn concrete vraag over de samenwerking met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het verheugt me dat alles klaar is om de algemene cel drugsbeleid op te starten. Ik hoop dat dit niet langer op zich zal laten wachten want een duidelijk geïntegreerd drugsbeleid is meer dan nodig.

De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister. - Het antwoord op de vraag over de samenwerking met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontbreekt inderdaad. Ik zal minister Onkelinx vragen om dit schriftelijk te bezorgen.