4-24 | 4-24 |
Mevrouw Helga Stevens (CD&V-N-VA). - Ik was geschokt toen ik onlangs een krantenartikel las waarin de slechte ervaringen van een rolstoelgebruiker met het Belgische treinverkeer weer eens werden geschetst. In het station van zijn woonplaats Menen werd hem door het spoorwegpersoneel duidelijk gemaakt dat hij vóór 16 uur terug diende te zijn. Nadien zou immers niemand meer beschikbaar zijn om hem te assisteren bij het uitstappen, ondanks het feit dat op de NMBS-website expliciet vermeld staat dat in het station Menen van kwart voor vijf 's ochtends tot negen uur 's avonds uur personeel aanwezig is voor de opvang van reizigers met beperkte mobiliteit. Tot eind vorig jaar was het voor de man in kwestie nochtans geen probleem om zich met de trein op de door hem gekozen tijdstippen te verplaatsen. Steeds was er assistentie beschikbaar. Het huidige gebrek aan assistentie is het gevolg van een beslissing van Infrabel om vanaf 1 januari 2008 de assistentie aan personen met beperkte mobiliteit te beperken tot het dagdeel van acht uur 's ochtends tot vier uur 's middags.
De vermelde casus is geen alleenstaand geval. Heel wat personen met een handicap worden met deze vorm van rechtstreekse discriminatie geconfronteerd. De implicaties voor bijvoorbeeld de tewerkstelling van deze personen zijn uiteraard desastreus.
In januari heeft de minister op een eerdere vraag in verband met deze problematiek geantwoord dat ze dit thema ter harte wil nemen en dat de situatie in geen geval mocht verslechteren. Dat blijkt sinds januari jongstleden echter manifest wel het geval te zijn. Het is op zijn minst bevreemdend vast te stellen dat verantwoordelijken van Infrabel blijkbaar nieuwe richtlijnen uitvaardigen die geheel haaks staan op beleidsintenties van de minister en dat een bewuste keuze is gemaakt om te besparen op de rug van mensen met een handicap.
Ervan uitgaande dat de minister de geschetste problematiek grondig zal aanpakken in de nieuwe beheersovereenkomst met de NMBS, wat ze ten andere ook reeds in deze Vergadering heeft aangekondigd, had ik graag vernomen welke stappen ze onmiddellijk zal doen om ervoor te zorgen dat deze wantoestanden, die een overheidsbedrijf onwaardig zijn en ten schande maken, zich eerstdaags niet meer voordoen. Mensen met een handicap mogen toch niet worden uitgesloten. Het openbaar vervoer is er voor iedereen.
Mevrouw Inge Vervotte, minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven. - Uiteraard streef ik naar een zo groot mogelijke toegankelijkheid voor iedereen, maar de NMBS is gebonden aan beheersovereenkomsten. Zolang de NMBS haar verplichtingen nakomt, heb ik geen formele argumenten. Desalniettemin ben ik het volkomen eens met het standpunt van de spreker. We moeten er inderdaad voor zorgen dat de situatie op het terrein verbetert. Dat streef ik dan ook na in de onderhandelingen die ik hierover voer.
Het geval dat mevrouw Stevens aanhaalde, is mij ook ter ore gekomen. Over deze aangelegenheid blijken op het terrein tussen Infrabel en de NMBS inderdaad wat operationele problemen geweest te zijn. Het is in elk geval mijn bedoeling in de nieuwe beheersovereenkomsten op te nemen dat de toegankelijkheid voor personen met een handicap moet worden vergroot.
Hoe zal dat concreet gebeuren? Overal zorgen voor een volledige toegankelijkheid kan natuurlijk niet. In de grote stations proberen we een zo groot mogelijke dienstverlening te bieden, dat wil zeggen van de eerste tot de laatste trein. Verder bekijken we in welke andere stations we tijdens belangrijke dagdelen of uren de toegankelijkheid kunnen waarborgen. Hiervan zullen we lijsten aanleggen, zodat het voor de reizigers ook duidelijk is waar ze ondersteuning en assistentie kunnen krijgen en waar niet. Belangrijk blijft ook - en dat kan ik niet genoeg onderstrepen - dat reizigers blijven gebruik maken van het systeem waarbij ze 24 uur vooraf de dienst verwittigen, zodat de NMBS zich kan organiseren. Soms moeten namelijk extra teams worden ingezet, omdat het voor het gewone personeel, dat er ook voor is opgeleid, niet altijd mogelijk is de nodige assistentie te verlenen. Daarom is het belangrijk dat de NMBS op tijd de nodige informatie heeft.
Mevrouw Helga Stevens (CD&V-N-VA). - Ik dank de minister voor haar duidelijke antwoord en ben echt heel blij te vernemen dat ze mijn visie deelt dat de dienstverlening aan personen met een handicap verbeterd dient te worden en niet mag achteruitgaan.
Ik begrijp dat een opsplitsing zal worden gemaakt tussen de grotere en de kleinere stations en dat niet overal een volledige dienstverlening kan zijn, maar ik begrijp niet waarom de dienstverlening in lokale stations er in vergelijking met vorig jaar op achteruitgaat en personen met een handicap die toevallig bij een kleiner station wonen, opnieuw het slachtoffer zijn. Dat kan ik niet uitleggen aan mensen die tot nog toe geen problemen hadden om naar hun werk te gaan, maar nu plots wel.
Ik begrijp dat er praktische redenen zijn waarom de NMBS 24 uur vooraf op de hoogte moet worden gebracht, maar de minister moet ook begrijpen dat het voor personen met beperkte mobiliteit niet altijd aangenaam is om al 24 uur vooraf een volledige planning te moeten maken. Dat komt neer op een extra beperking van hun vrijheid en mobiliteit. Ik pleit dus voor inspanningen voor personen met een handicap zodat ze evenveel recht en vrijheid hebben om een trein te nemen op het ogenblik dat zij dat wensen, zowel in een klein als een groot station. Op termijn moeten we ernaar streven dat elke persoon, met en zonder handicap, overal, in kleine en grote stations, de trein kan nemen wanneer hij of zij dat wenst. We leven nu eenmaal in een samenleving die inclusief wenst te zijn. Ik begrijp dat er heel wat praktische bezwaren zijn - die waren er in het verleden ook - maar we moeten ambitieus naar de toekomst kijken en Infrabel en de NMBS bij de bespreking van de nieuwe beheersovereenkomst onze visie duidelijk maken. Ik zal dit thema zeker blijven volgen.
Mevrouw Inge Vervotte, minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven. - Ik begrijp dat het feit dat men 24 uur vooraf assistentie moet vragen, soms voor onvrede kan zorgen. Wanneer iemand echter 24 uur vooraf een aanvraag doet, dan kan hij er zeker van zijn dat hij die assistentie zal krijgen. Daarvoor wordt dan een personeelslid specifiek vrijgesteld. Dat betekent niet dat in de andere gevallen geen hulp kan worden geboden. Wij vragen al de NMBS-medewerkers waar mogelijk hulp te bieden. Het ene sluit het andere niet uit.