4-17 | 4-17 |
De voorzitter. - Mevrouw Inge Vervotte, minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, antwoordt.
Mevrouw Myriam Vanlerberghe (sp.a-spirit). - Ik hoop dat ik een even uitgebreid antwoord krijg als mijn collega daarnet. Ik vrees er wel voor aangezien me werd afgeraden deze vraag te stellen.
Op 17 januari heb ik hier al een vraag gesteld over een probleem dat intussen alsmaar actueler is geworden, namelijk dat van de prijsstijgingen. De minister antwoordde me in januari dat ook de regering een studie had besteld bij de Nationale Bank. Hij benadrukte ook dat de inflatie geen Belgisch probleem is omdat de grondstoffen overal duurder zijn geworden.
De voorbije week maakte een andere studie echter duidelijk dat in ons land de prijsstijgingen veel hoger liggen dan in onze buurlanden.
Uit een onderzoek dat de Vlerick Management School op 23 oktober uitvoerde bij 150 opinieleiders en beslissingsnemers, blijkt dat een op de drie fabrikanten toegeeft dat de prijsstijgingen van voedingswaren te hoog zijn in verhouding tot de stijging van de grondstofprijzen.
Hoewel er dus echt wel een probleem is, hebben we sinds mijn vraag van een maand geleden niets van de regering gehoord.
Graag kreeg ik van de minister een antwoord op volgende vragen.
Hoever staat het met de studie van de Nationale Bank die een maand geleden werd aangekondigd? Heeft de regering die al kunnen inkijken?
Hoever staat het met de onderhandelingen met de sectoren met het oog op het afsluiten van convenanten, zoals in het regeerakkoord werd aangekondigd?
Klopt de analyse van de ING-bank dat de stijgingen van de voedselprijzen in ons land ongerechtvaardigd zijn of op zijn minst overdreven?
Welke concrete koopkrachtmaatregelen zal de regering nemen overeenkomstig het regeerakkoord? Ik vrees dat de regering na de bekendmaking van de resultaten van de studie nog wat tijd vraagt om maatregelen uit te werken, terwijl de koopkracht blijft dalen en gezinnen daarenboven alsmaar minder kunnen sparen. Ook voor dat probleem zou de regering een antwoord moeten formuleren.
Ik hoop dat de regering iets meer te vertellen heeft dan op 17 januari, want sindsdien is er nog niets gebeurd.
Mevrouw Inge Vervotte, minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven. - Ik lees het antwoord van de eerste minister.
Zoals ik een maand geleden reeds heb meegedeeld, werd aan de Nationale Bank een studie gevraagd over de evolutie van de prijzen. Dat onderzoek wordt morgen verwacht en zal integraal ter beschikking worden gesteld.
Het lijkt me dan ook raadzaam het rapport van de Nationale Bank af te wachten alvorens daarover uitspraken te doen.
Mevrouw Myriam Vanlerberghe (sp.a-spirit). - Hoewel ik geen helderziende ben, kon ik dit antwoord voorspellen. Het stemt me heel triest dat er sinds 17 januari nog niets is ondernomen.
De regering moet meer doen dan een studie ter beschikking stellen van de parlementsleden. Gewoon uit zelfrespect zou de regering aan de bevolking moeten zeggen wat ze van plan is te doen om de koopkracht te verbeteren.
Ik ben dan ook diep ontgoocheld dat de regering niets doet aan een probleem dat dagelijks de actualiteit haalt.