4-13

4-13

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 17 JANUARI 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Myriam Vanlerberghe aan de eerste minister over «de evolutie van de prijzen» (nr. 4-91)

De voorzitter. - Mevrouw Inge Vervotte, minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, antwoordt.

Mevrouw Myriam Vanlerberghe (sp.a-spirit). - We herinneren ons nog allemaal dat net vóór Kerstmis dringend een regering moest worden gevormd omdat er dringend iets moest worden gedaan aan de dalende koopkracht van de gezinnen. Niemand kon daar tegen zijn want elke dag opnieuw bleek dat alles in een abnormaal snel tempo duurder werd.

Niet alleen de brandstofprijzen swingen de pan uit, ook de prijs van de basisbehoeften stijgt constant. De nieuwe regering beloofde dringende maatregelen om een en ander te normaliseren.

Wij keken dan ook uit naar die dringende en concrete maatregelen, maar lezen nu in de pers dat de regering bij de Nationale Bank eerst een studie besteld heeft `om abnormale prijsstijgingen in kaart te brengen door de vergelijking te maken met de buurlanden en om duidelijkheid te verschaffen over de prijsstijgingen.'

Ik maak mij ernstig zorgen als een regering die zichzelf slechts drie maanden tijd heeft gegeven, het nodig vindt daarvoor eerst een uitvoerige studie te bestellen.

De koopkracht van de bevolking is het tweede punt van het tienpuntenprogramma dat deze regering in drie maanden zou moeten realiseren. Die koopkracht is een actueel thema en wordt alle dagen in de kranten besproken, maar het enige antwoord van de regering is een studie. Waarom heeft de regering een studie besteld over dit thema en waarom heeft ze dat pas een maand na haar aantreden gedaan?

De regering wekt op die manier zelfs de indruk dat ze twijfelt aan die stijging van de prijzen. Eergisteren verklaarde een Open Vld-collega voor de radio dat hij er niet zeker van was dat de energieprijzen effectief zijn gestegen. Ik kan zijn twijfels meteen wegnemen want een gezin moet daar 172 euro per jaar meer voor betalen. Twijfelt de regering aan de prijsstijgingen of aan het feit dat de levensduurte een probleem wordt voor de mensen?

Waarom moet de studie een vergelijking maken met andere Europese landen? Zullen de maatregelen die na die studie eventueel nog zullen worden genomen afhangen van het antwoord op de vraag of er Europese landen zijn met nog hogere prijzen of van de maatregelen die die landen nemen?

Wanneer zal die studie klaar zijn? Verwacht men ze tegen de zomer als het warmer wordt en de gezinnen toch al minder verwarmingskosten hebben?

De regering denkt in de eerste plaats aan convenanten met de sectoren. Zal de regering wachten op de resultaten van de studie om de onderhandelingen met de sectoren te starten? Er zijn immers al genoeg wettelijke bepalingen voorhanden om convenanten te kunnen sluiten. Heeft de regering de besprekingen met sommige sectoren over bijvoorbeeld programmaovereenkomsten al aangevat?

Mevrouw Inge Vervotte, minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven. - Ik lees het antwoord.

Zoals mevrouw Vanlerberghe terecht stelt in haar vraag, zijn koopkrachtversterkende maatregelen een belangrijk element in het regeerakkoord. Dergelijke maatregelen kosten echter geld en maken dus deel uit van de begrotingsbesprekingen. De regering heeft evenwel reeds beslist tot de uitbreiding van het stookoliefonds, aangezien het geen nut heeft hiermee te wachten tot de winter voorbij is.

De regering trekt de prijsstijgingen geenszins in twijfel, maar stelt vast dat er een prijzenoorlog woedt in de distributie en dat een energieproducent deze week nog heeft aangekondigd zijn prijzen dit jaar niet te zullen verhogen. Vandaar dat de regering het belangrijk vindt te beschikken over concrete cijfers.

De inflatie is evenwel geen intra-Belgisch probleem en ons land heeft ook geen vat op de olieprijzen. We kunnen niet alle problemen oplossen. Bovendien heeft België een indexsysteem, dat vrij uniek is in de wereld, en dat onder vuur ligt van de Europese Centrale Bank. Nu reeds vindt dus een gedeeltelijke compensatie plaats.

De vergelijking die de regering vraagt, zal haar in staat stellen een beter zicht te krijgen op de oorzaken van de prijsstijgingen. Het doel van de studie bestaat er dus niet in de prijsstijgingen in twijfel te trekken, maar het debat te objectiveren. Alleen met een onderbouwde analyse kan de regering goede maatregelen nemen.

De resultaten van de studie worden binnen de maand verwacht. Uiteraard zullen ze ook aan het parlement worden medegedeeld.

Wat de onderhandelingen met de sectoren betreft, hebben reeds informele contacten plaatsgehad met bepaalde sleutelfiguren, maar het zijn de objectieve cijfers die ons zullen helpen het debat verder ten gronde te voeren.

Mevrouw Myriam Vanlerberghe (sp.a-spirit). - Ik dank de minister voor haar antwoord. Ik begrijp dat de studie niet nodig is om al maatregelen te kunnen nemen. We wachten daar dus ongeduldig op. Ik begrijp evenzeer dat die maatregelen geld kosten. Ik heb genoteerd dat de resultaten van de studie binnen de maand bekend zullen zijn en dat de regering daarop wacht om verdere maatregelen te nemen. Wij vrezen echter dat dringend moet worden opgetreden om de prijsverhogingen tegen te gaan. Het is misschien goed om studies te laten uitvoeren, maar voor sommige zaken is dat echt niet nodig. Ik zou dan ook liever hebben dat de regering concreet nagaat wat ze onmiddellijk kan doen met de beschikbare middelen.