4-244/4

4-244/4

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

15 JANUARI 2008


Voorstel van resolutie tot inperking van de impact van zogenaamde « aasgierfondsen » op de schuldverlichting van landen uit de derde wereld


TEKST AANGENOMEN DOOR DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING


De Senaat,

A. Gelet op de inspanningen van ons land, de Europese Unie (EU), de internationale gemeenschap alsook het IMF en de Wereldbank om de schulden van de armste landen kwijt te schelden;

B. Overwegende dat de schuldverlichtingsoperaties van cruciaal belang zijn voor de allerarmste landen om de spiraal van intrestbetalingen en onderinvestering in onderwijs, volksgezondheid en de uitbouw van een rechtsapparaat te doorbreken;

C. Overwegende dat bepaalde malafide hefboomfondsen, gekend onder de naam van « vulture funds » of « aasgierfondsen », zich hebben toegelegd tot het opkopen van quasi volledig afgewaardeerde schulden van de allerarmste landen ter wereld tegen zeer lage prijzen om dan vervolgens via het gerecht de uitbetaling te bekomen van de nominale waarde en soms ook nog eens de intresten;

D. Overwegende dat door deze praktijken de inspanningen tot schuldverlichting die op internationaal niveau geleverd worden, worden ondermijnt en gezien ze bovendien de ontwikkelingslanden meeslepen in geldverslindende rechtszaken;

E. Gelet op het feit dat er momenteel meer dan 40 rechtszaken lopen tegen deze categorie van derdewereldlanden die het meeste schulden hebben en het meest kwetsbaar zijn (de zogenaamde Heavily Indebted Poor Countries of HIPC's conform de definitie gehanteerd door het IMF en de Wereldbank;

F. Gelet op het recente Arrest van het Britse Hoger gerechtshof in de zaak Donegal International and the Republic of Zambia (case No : 2005-190);

G. Overwegende dat het gedrag van de aasgierfondsen de onderhandelingen in het kader van een schuldherschikking tussen een land en zijn schuldeisers dwarsboomt waardoor een ordelijke herstructurering van de uistaande schulden van een land ingeval van default ondermijnt;

H. Overwegende dat ons land op het punt staat om grote schuldverlichtingsoperaties te starten met onze partnerlanden opdat meer middelen vrijgemaakt zouden worden voor armoedebestrijding;

I. Overwegende dat deze resolutie enkel gaat over die fondsen en particulieren die een schuld van overheid tot overheid hebben overgekocht aan een prijs die ver onder de nominale waarde ligt, waarbij de schuldenaar op de lijst staat van de HIPC's, om vervolgens quasi de volledige nominale waarde van de schuld op te eisen;

J. Gelet op de internationale veroordeling van het optreden van deze fondsen en dit vanuit zowel de EU, de Verenigde Staten, het IMF als de rechterlijke macht;

K. Overwegende dat er een bijzondere inspanning inzake schuldverlichting zal worden geleverd ten aanzien van de Democratische Republiek Congo en gezien heden reeds acht aasgierfondsen claims hebben ingediend voor een rechtbank ten aanzien van de Democratische Republiek Congo;

L. Overwegende dat ook de Nederlandse en de Britse regering heden de mogelijkheid onderzoeken om juridische ondersteuning en bijstand te geven aan de landen die het doelwit zijn van aasgierfondsen en gezien ook zij pleiten voor het opzetten van codes of conduct binnen de bevoegde internationale fora;

M. Overwegende dat de « Club van Parijs » in mei 2007 een oproep heeft gelanceerd aan de publieke overheden om geen schulden van Staat tot Staat ten aanzien van HIPC landen (Heavily Indebted Poor Countries) meer door te verkopen aan andere schuldeisers die niet meewerken aan de schuldverlichtingsprogramma's ten bate van de HIPC's;

N. Overwegende dat diverse landen voorstander blijken te zijn van het bieden van technische assistentie op het terrein van schuldbeleid en -beheer teneinde juridische procedures ten aanzien van ontwikkelingslanden te vermijden;

O. Overwegende dat via instrumenten zoals de IDA Debt Reduction Facility die ter beschikking staan van de HIPC landen hen in staat stellen om ook commerciėle schulden te betrekken in schuldverlichtingsprogramma's en gezien deze programma's bijgevolg de nodige financiėle steun dienen te krijgen;

P. Overwegende dat ook binnen de G8 er stemmen opgaan om een Charter on Responsible Lending op te stellen,

Vraagt de regering :

1. er alles aan te doen om te voorkomen dat de baten van schuldherschikkingen en/of schuldkwijtscheldingsprogramma's, doorgevoerd ten voordele van de zogenaamde Heavily Indebted Poor Countries (HIPC's), conform de definitie gehanteerd door het IMF en de Wereldbank — en dit zowel ten gevolge billaterale als ten gevolge Internationale Verdragen —, in de handen vallen van zogenaamde aasgierfondsen door ondermeer het inlassen van de nodige clausules om tot de grens te gaan van wat internationaal en juridisch mogelijk is;

2. bij het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank aan te dringen op de uitbouw van een sluitend juridisch instrument via een internationaal verdrag om de schuldherschikking en schuldkwijtschelding bij de HIPC bindend te maken voor elkeen en de HIPC landen onder voorwaarden en voor een bepaalde periode te vrijwaren van hun schuldeisers;

3. de financiėle bijdragen aan het programma IDA Debt Reduction Facility, die landen helpt om tot een regeling te komen met hun commerciėle crediteuren op te drijven en dit in het bijzonder voor alle schuldverlichtingsprogramma's ten aanzien van onze partnerlanden binnen ontwikkelingssamenwerking indien ze op de HIPC lijst voorkomen;

4. binnen het IMF, de Wereldbank en de Club van Parijs actief mee te werken aan het uitwerken van codes of conduct waarbij het doorverkopen van schulden aan excessief en agressief opererende aasgierfondsen wordt voorkomen;

5. de partnerlanden waarmee Belgiė samenwerkt in het kader van ontwikkelingssamenwerking technische assistentie te bieden op het terrein van schuldbeleid en -beheer om aldus onder meer juridische procedures met crediteuren te voorkomen;

6. de partnerlanden waarmee Belgiė samenwerkt in het kader van ontwikkelingssamenwerking juridische en financiėle bijstand te leveren wanneer zij voor de rechtbank worden gedaagd door aasgierfondsen;

7. er tevens op aan te dringen binnen de EU om concrete stappen te zetten in het uitbannen van dit fenomeen alsook bij de EU aan te dringen op het mede financieren van de juridische bijstand van ontwikkelingslanden opgenomen op de lijst van HIPC's wanneer zij voor de rechtbank worden gedaagd door deze fondsen.