4-2COM

4-2COM

Verenigde commissies

Handelingen

DONDERDAG 8 NOVEMBER 2007 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Freya Piryns aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over «het lot van vluchtelingen in Griekenland» (nr. 4-18)

De voorzitter. - Mevrouw Gisèle Mandaila Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid., antwoordt.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Vorige week bracht de Duitse ngo Pro Asyl het rapport The truth may be bitter, but it must be told uit.

Pro Asyl heeft in Griekenland de werking van de kustwacht en de organisatie van de opvang van asielzoekers onderzocht.

De organisatie heeft er verschillende laakbare praktijken vastgesteld. De rechten van asielzoekers zijn daar niet gegarandeerd en de internationale verdragen, zoals de Conventie van Genève, worden er systematisch geschonden. Het rapport vermeldt bovendien meerdere voorbeelden van martelpraktijken en zegt dat er dagelijks sprake is van mensenrechtenschendingen.

Enkele voorbeelden. De Griekse kustwachters proberen met hun boten de bootjes van de vluchtelingen terug in territoriale wateren te duwen. Vluchtelingen worden soms zonder registratie en zonder contact met de buitenwereld verschillende dagen opgesloten, om dan op illegale wijze terug naar Turkije te worden gebracht. Er worden geen tolken ingeschakeld. Er zijn in de praktijk geen beroepsmogelijkheden tegen opsluiting of uitwijzing.

De omstandigheden waarin de vluchtelingen worden opgesloten zijn mensonwaardig. De kustwacht zou bootvluchtelingen slaan, met een stok bewerken en onderdompelen in een bak water.

Kortom een schrijnend verhaal.

De voorzitter. - De staatssecretaris zegt me zopas dat ze van de bevoegde minister wel de vraag, maar niet het antwoord heeft gekregen. Mevrouw Piryns, ik moet u dan ook verzoeken uw vraag opnieuw te stellen tijdens de volgende vergadering. Ik zal natuurlijk aan de eerste minister zeggen wat ik daarover denk.

M. Georges Dallemagne (cdH). - L'absence de réponses aux questions orales est une situation inédite. Autant nous dire qu'il n'est désormais plus possible d'en poser, les choses seraient plus claires !

Mme Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique. - Rassurez-vous, monsieur Dallemagne, la volonté du gouvernement est bien de répondre aux questions des parlementaires, mais nous sommes simplement confrontés à une erreur de transmission. J'attirerai l'attention de mes collègues du gouvernement sur cet aspect pratique.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Noch u, mijnheer de voorzitter, noch de staatssecretaris is hiervoor verantwoordelijk. De staatssecretaris mag met mijn groeten gaan vertellen dat de vertoning lang genoeg heeft geduurd en dat het tijd wordt dat het parlement zijn werk kan doen.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Mijnheer de voorzitter, ik weet dat u uw best doet om de parlementsleden de mogelijkheid te geven vragen te stellen. De manier waarop de regering daarop reageert, is echter lachwekkend. Of is dit misschien een aflevering van Comedy Capers?

Misschien kan de staatssecretaris meedelen op welke vragen de regering bereid is te antwoorden!

De voorzitter. - U kent mijn standpunt.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Het is geen verwijt aan u voorzitter. Ik stel gewoon vast dat de regering gewoon voortdoet zoals ze vier jaar lang heeft gedaan. En nu ze belast is met lopende zaken maakt ze het allemaal nog erger. Hoe kunnen de parlementsleden hun controlerecht nog uitoefenen?