4-413/2

4-413/2

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

28 NOVEMBER 2007


Wetsontwerp betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008

Wetsontwerp tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008


Evocatieprocedure


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE SOCIALE AANGELEGENHEDEN UITGEBRACHT DOOR

DE DAMES VIENNE EN DURANT


I. INLEIDING

Dit verslag gaat over twee wetsontwerpen, het ene valt onder de facultatieve bicamerale procedure (stuk Senaat, nr. 4-413/1), het andere onder de verplichte bicamerale procedure (stuk Senaat, nr. 4-414/1). Ze werden oorspronkelijk door de regering in de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediend (stuk Kamer, nr. 52-257/1 en 52-258/1).

Ze werden in de Kamer van volksvertegenwoordigers aangenomen op 22 november 2007, respectievelijk met 109 tegen 16 stemmen bij 5 onthoudingen (wetsontwerp nr. 52-257), en met 108 tegen 17 stemmen bij 4 onthoudingen (wetsontwerp nr. 52-258).

Ze werden aan de Senaat overgezonden op 23 november 2007. Wetstontwerp nr. 52-257 werd dezelfde dag geëvoceerd.

De commissie heeft onderhavige wetsontwerpen onderzocht op haar vergadering van 28 november 2007, in aanwezigheid van de heer Vanvelthoven, minister van Werk van de ontslagnemende regering.

II. UITEENZETTING VAN DE MINISTER

De heer Vanvelthoven, minister van Werk en Informatisering, verwijst naar zijn uiteenzetting voor de commissie voor de Sociale Zaken van de Kamer (stuk Kamer nr. 52-257/2).

De minister wijst erop dat beide ontwerpen de procedure voor de sociale verkiezingen van 2008 regelen, maar dat ze geen oplossing bieden voor de omzetting van de Europese richtlijn. Het was gepland dat de sociale gesprekspartners zouden proberen voor eind november tot een akkoord te komen voor de omzetting van de richtlijn. Dat akkoord is inderdaad onlangs bereikt. In grote lijnen blijft de huidige reglementering gelden voor ondernemingen met meer dan 100 werknemers. Voor ondernemingen met 50 tot 100 werknemers in dienst wordt de taak van de verplichte economische informatie en raadpleging van de werknemers die de Europese richtlijn oplegt, opgedragen aan het comité voor preventie en bescherming op het werk. Voor ondernemingen met 20 tot 50 werknemers, worden de verplichtingen inzake informatie en raadpleging opgedragen aan de vakbondsafvaardiging, indien er een is. Voor het geval waarin er geen is, vragen de sociale gesprekspartners om tegen 2010 te onderzoeken hoe die verplichting kan worden nageleefd.

Tevens hebben de sociale gesprekspartners zich ertoe verbonden het akkoord van 2002 betreffende, onder andere, de problematiek van de wilde stakingen en van het oplossen van conflicten door overleg in plaats van door een rechtsgang, te evalueren en te herzien.

Toen de minister contact opnam met de Europese Commissaris voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Gelijke Kansen, heeft deze laatste geoordeeld dat een akkoord tussen de sociale partners niet hetzelfde was als een wet of een reglement en dat dit dus niet volstond om te kunnen besluiten dat de richtlijn correct was omgezet. De minister heeft bijgevolg verklaard dat hij de ambitie heeft om dat akkoord heel snel in een wetsontwerp om te zetten. Dat ontwerp zal worden aangenomen op de Ministerraad van 7 december en het advies van de Raad van State zal worden gevraagd binnen vijf dagen, zodat het ontwerp in de Kamer kan worden besproken in de eerste week na de Kerstvakantie en in de Senaat in de loop van de maand januari.

III. BESPREKING

Mevrouw Durant benadrukt dat het wetsontwerp voorziet in een tijdelijke procedure die door de sociale partners zelf is gekozen. Het spreekt dus vanzelf dat haar fractie dit ontwerp steunt en dat het binnen de vereiste termijnen moet worden aangenomen opdat de komende sociale verkiezingen geldig zijn.

Ook de heren Dallemagne, Beke en Brotchi verheugen zich erover dat de volgende sociale verkiezingen dankzij dit ontwerp tijdig kunnen worden georganiseerd en op de manier die de sociale partners zelf hebben gekozen. De CDH-, de CD&V- en MR-fracties steunen dit ontwerp volledig.

De heer Ceder verklaart dat de bezwaren van zijn fractie tegen het eerste, enkele weken geleden aangenomen wetsontwerp (stuk Senaat, nr. 4-309/3) nog steeds pertinent zijn en dat zijn fractie tegen dit wetsontwerp zal stemmen.

De heer Claes vraagt de minister of het risico op een boete van de Europese Commissie nu is afgewend. Zal er een probleem rijzen als de wet tot omzetting van het akkoord dat de sociale partners hebben bereikt, pas begin 2008 wordt goedgekeurd ?

De heer Vanvelthoven, minister van Werk en Informatisering, dankt het Parlement, Kamer en Senaat, voor de snelle behandeling van en de steun aan dit wetsontwerp.

Wat het risico van een boete betreft, heeft de Europese commissaris meegedeeld dat de procedure nog steeds aan de gang is. Na het eerste akkoord in september, heeft de minister gevraagd om de procedure uit te stellen totdat de sociale partners in november een akkoord hadden bereikt. Dat uitstel is niet formeel verleend, maar de commissaris heeft wel aanvaard om de zaak van de niet-omzetting van de richtlijn niet te behandelen op het college van de commissarissen midden oktober. Het dossier zal wel op het volgende college worden behandeld, namelijk midden december, en dan zal worden vastgesteld dat België zijn verplichtingen nog niet is nagekomen.

Ondertussen zal de minister het door de Ministerraad goedgekeurde wetsontwerp aan de commissaris hebben overgezonden. De minister meent dus dat België een nieuwe waarschuwing zal krijgen van de commissie waarbij het misschien twee maanden de tijd zal krijgen om aan zijn verplichtingen te voldoen. Na afloop van die twee maanden zal het dossier automatisch worden overgezonden naar het Hof van Justitie. Als België zijn wetgeving binnen twee maanden aanpast, wordt de procedure beëindigd.

Mevrouw Lanjri, voorzitter, benadrukt dat het wetsontwerp snel moet worden aangenomen omdat voor de sociale verkiezingen die zullen plaatsvinden tussen 5 en 15 mei 2008, een strikt tijdschema geldt. Om dat tijdschema in acht te kunnen nemen, moet de wet uiterlijk op 7 december 2007 zijn bekendgemaakt.

IV. STEMMINGEN

Wetsontwerp nr. 4-413 wordt zonder verdere bespreking aangenomen met 11 tegen 2 stemmen.

De artikelen 1 tot 11 van wetsontwerp nr. 4-414, alsook het wetsontwerp in zijn geheel, worden zonder verdere bespreking aangenomen met 11 tegen 2 stemmen.

Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

Met uitzondering van enkele technische tekstverbeteringen, zijn de door de commissie aangenomen teksten dezelfde als de teksten die zijn overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers (zie stuk Kamer, nrs. 52-0257/004 en 52-0257/003).

De rapporteurs, De voorzitter,
Christiane VIENNE. Isabelle DURANT. Nahima LANJRI.