4-79/1

4-79/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2007

12 JULI 2007


Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 70 tot 72 van het Burgerlijk Wetboek

(Ingediend door de heer Philippe Mahoux)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 13 maart 2006 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 3-1619/1 — 2005/2006).

De wet van 13 februari 2003 tot openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht en tot wijziging van een aantal bepalingen van het Burgerlijk Wetboek betekent een ware vooruitgang op sociaal vlak, omdat hij een feitelijke situatie die overeenstemt met de veranderende moderne gezinsstructuur wettelijk regelt.

Over deze wet heeft de minister op 8 mei 2003 een eerste omzendbrief uitgevaardigd, die snel vervangen werd door een tweede omzendbrief van 23 januari 2004.

In deze tekst verklaarde de minister van Justitie het volgende :

« Aangezien het Belgisch recht het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht heeft opengesteld, ben ik van oordeel dat een bepaling van buitenlands recht betreffende het geslacht van de echtgenoten, op grond waarvan het huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht is verboden, als discriminerend en in strijd met onze internationale openbare rechtsorde moet worden beschouwd.

Daarom meen ik dat een bepaling van buitenlands recht die het huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht verbiedt, niet moet worden toegepast indien één van die personen de nationaliteit bezit van een Staat waarin, krachtens het nationale recht, een dergelijk huwelijk is toegestaan of op het grondgebied van een dergelijke Staat zijn gewone verblijfplaats heeft ».

Deze visie werd nadien wettelijk bekrachtigd door de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht, die in artikel 46 het volgende bepaalt :

« Onder voorbehoud van artikel 47 worden de voorwaarden voor de geldigheid van het huwelijk voor elke echtgenoot beheerst door het recht van de Staat waarvan hij bij de voltrekking van het huwelijk de nationaliteit heeft.

Een bepaling van het door het eerste lid toepasselijk verklaard recht, die het huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht verbiedt, is niet van toepassing indien een van de personen de nationaliteit bezit van een Staat waarvan het recht een dergelijk huwelijk toestaat of op het grondgebied van een dergelijke Staat zijn gewone verblijfplaats heeft ».

Het is dus voortaan mogelijk om in België een huwelijk te voltrekken tussen personen van eenzelfde geslacht en van buitenlandse nationaliteit als zij voldoen aan de in artikel 44 van het Wetboek van internationaal privaatrecht bepaalde wettelijke voorwaarde dat zij in België verblijven : « Het huwelijk kan in België worden voltrokken indien een van de toekomstige echtgenoten bij de voltrekking Belg is, zijn woonplaats of sinds meer dan drie maanden zijn gewone verblijfplaats in België heeft ».

De aandacht van de betrokkenen wordt ook gevestigd op « de mogelijke nadelige gevolgen van deze huwelijken in het buitenland », namelijk het feit dat dergelijke huwelijken in sommige landen mogelijk niet erkend worden.

In de praktijk blijkt echter dat de openheid van geest van België terzake niet altijd gedeeld wordt door andere landen, die oordelen dat zij geen gevolg kunnen geven aan de aanvragen van hun onderdanen hieromtrent.

Deze terughoudendheid blijkt vooral bij de afgifte van de documenten die krachtens het Burgerlijk Wetboek vereist zijn bij de voorafgaande en noodzakelijke aangifte van het huwelijk (artikel 63, § 1).

Bij deze aangifte moeten de aanstaande echtgenoten krachtens artikel 64, § 1, van het Burgerlijk Wetboek aan de ambtenaar van de burgerlijke stand de volgende documenten voorleggen :

« 1º een voor eensluidend verklaard afschrift van de akte van geboorte;

2º een bewijs van identiteit;

3º een bewijs van nationaliteit;

4º een bewijs van de ongehuwde staat, en in voorkomend geval van de ontbinding of nietigverklaring van de vorige huwelijken;

5º een bewijs van de inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister en/of een bewijs van de actuele verblijfplaats [evenals in voorkomend geval een bewijs van de gewone verblijfplaats in België sinds meer dan drie maanden];

6º in voorkomend geval, een gelegaliseerd schriftelijk bewijs uitgaande van de bij de aangifte van het huwelijk afwezige aanstaande echtgenoot, waaruit diens instemming met de aangifte blijkt;

7º ieder ander authentiek stuk waaruit blijkt dat in hoofde van de betrokkene is voldaan aan de door de wet gestelde voorwaarden om een huwelijk te mogen aangaan. »

Men stelt vast dat sommige Staten (1) weigeren een bewijs van de ongehuwde staat af te leveren, dat vereist is in het 4º van het artikel, waardoor het geplande huwelijk niet kan doorgaan.

De wetgever heeft echter tot op zekere hoogte voorzien in een vervanging van documenten die niet voorgelegd kunnen worden en die vereist zijn voor de aangifte, en dus voor het huwelijk, van personen die al dan niet van hetzelfde geslacht zijn. De artikelen 70 en 72bis van het Burgerlijk Wetboek, bieden de aanstaande echtgenoten de mogelijkheid om via een procedure voor de vrederechter en een akte van bekendheid hun geboorte te bewijzen, indien zij in de onmogelijkheid verkeren de akte van geboorte voor te leggen.

Deze procedure van de aangifte door getuigen wordt wettig verklaard door de homologatie van de akte van bekendheid door de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar het huwelijk moet worden voltrokken. Die zal op grond van de omstandigheden en het advies van het openbaar ministerie, oordelen of er gevolg aan gegeven kan worden.

Dit voorstel sterkt ertoe om diegenen die in de onmogelijkheid verkeren het bewijs van ongehuwde staat, vermeld in artikel 64, § 1, 4º, van het Burgerlijk Wetboek, voor te leggen, dezelfde mogelijkheid tot vervanging te bieden als voor een akte van geboorte.

De indiener stelt daarom een wijziging voor van de artikelen 70 en 71 van het Burgerlijk Wetboek, zodat door eenzelfde procedure het bewijs van ongehuwde staat door een akte van bekendheid vervangen kan worden. Dit brengt dus ook een aantal wijzigingen van artikel 72 van hetzelfde Wetboek met zich mee.

Het spreekt vanzelf dat het te kwader trouw aanwenden van deze procedure tot gevolg heeft dat op de persoon die heeft voorgewend ongehuwd te zijn — en dus in staat om te huwen quod non — de artikelen 147 van het Burgerlijk Wetboek (2) en 391 van het Strafwetboek (3) van toepassing zijn, zoals op eenieder die een tweede huwelijk aangaat terwijl het eerste niet ontbonden is.

Philippe MAHOUX.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 70 van het Burgerlijk Wetboek, vervangen door de wet van 9 mei 2007, wordt aangevuld met het volgende lid:

« De echtgenoot die in de onmogelijkheid verkeert zich het in artikel 64, § 1, 4º, van dit Wetboek bedoelde document te verschaffen, kan dit vervangen door een akte van bekendheid, afgegeven door de vrederechter van zijn geboorteplaats of door die van zijn woonplaats. »

Art. 3

Artikel 71 van hetzelfde Wetboek, vervagen door de wet van 7 januari 1908, wordt aangevuld met de volgende leden :

« In de akte van bekendheid doen twee getuigen, van het mannelijke of vrouwelijke geslacht, bloedverwanten of geen bloedverwanten, opgave van de voornamen, de naam, het beroep en de woonplaats van de aanstaande echtgenoot, de ongehuwde staat van de aanstaande echtgenoot en de redenen die beletten de akte ervan over te leggen. De getuigen tekenen met de vrederechter de akte van bekendheid en, indien er zijn die niet in staat zijn om te tekenen of niet kunnen tekenen, wordt dit vermeld.

Indien vorige huwelijken ontbonden of nietig verklaard zijn, doen twee getuigen, van het mannelijke of vrouwelijke geslacht, bloedverwanten of geen bloedverwanten, in de akte van bekendheid opgave van de voornamen, de naam, het beroep en de woonplaats van de aanstaande echtgenoot, en van de voornamen, de naam en de geboortedatum van de vorige echtgenoot of echtgenoten, van de plaats en, indien mogelijk, het tijdstip van de ontbinding of van de nietigverklaring, en de redenen die beletten de akte ervan over te leggen. De getuigen tekenen met de vrederechter de akte van bekendheid en, indien er zijn die niet in staat zijn om te tekenen of niet kunnen tekenen, wordt dit vermeld. »

Art. 4

In artikel 72 van hetzelfde Wetboek gewijzigt door de wet van 9 mei 2007, worden tussen de woorden « van de akte van geboorte » en het woord « beletten », de woorden « of van het bewijs van de ongehuwde staat en, in voorkomend geval, van de ontbinding of de nietigverklaring van de vorige huwelijken » ingevoegd.

12 juli 2007.

Philippe MAHOUX.

(1) Zie hierover het artikel van Ricardo Guttierez, « Obstruction d'État au mariage homo », Le Soir, 24 januari 2006.

(2) Men mag geen tweede huwelijk aangaan vóór de ontbinding van het eerste.

(3) Hij die, door de banden van het huwelijk verbonden, een ander huwelijk aangaat vóór de ontbinding van het voorgaande, wordt gestraft met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar.