Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-89

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Vraag nr. 3-7838 van mevrouw de Bethune d.d. 2 april 2007 (N.) :
Democratische Republiek Congo. — Indicatief samenwerkingsprogramma.

Begin maart 2007 werd het Indicatief Samenwerkingsprogramma tussen België en de DR Congo voor de periode 2008-2010 getekend. In het samenwerkingsprogramma werden de prioriteiten vastgelegd voor de komende jaren. Er wordt 195 miljoen euro vrijgemaakt voor de uitvoering van de programma's voor drie jaar in de sectoren onderwijs, gezondheidszorg, basisinfrastructuur, landbouw en goed bestuur.

Niettegenstaande dit de sectorale prioriteiten zijn van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking, gaat het samenwerkingsprogramma voorbij aan twee essentiële thema's, met name gendergelijkheid en het ondersteunen van het ondernemerschap, in het bijzonder microfinanciering dat deel uitmaakt van de sectoroverschrijdende prioriteit sociale economie. Slechts in de marge worden beide thema's bij naam vermeld.

Ik moet de geachte minister wellicht niet overtuigen van het belang van gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen voor ontwikkeling.

Inzake microfinanciering wil ik hem er aan herinneren dat hijzelf hierover een colloquium heeft geïnitieerd in maart 2005 naar aanleiding van het Internationaal jaar van de microkredieten en dat de Senaat op 18 mei 2006 eveneens een colloquium heeft georganiseerd op basis van de resolutie (stuk Senaat, nr. 3-1582/4) die ondertussen unaniem werd goedgekeurd in de Senaat.

Deze resolutie bevat als aanbeveling « bijzondere aandacht te hebben voor de DRC, om in het kader van de posttransitie extra middelen vrij te maken voor de sector, met als doel de sociaal-economische situatie van de arme bevolking op korte termijn gevoelig te verbeteren, hiervoor zich in te schrijven in het huidige beleid dat zich ontwikkeld in DRC, een beleid te voeren dat complementair en in coherentie is met de multilaterale en lokale initiatieven in DRC ».

Ondertussen heeft het Belgisch Platform voor microfinanciering ook een synthesedocument gemaakt van een rondetafel met als titel « Ondersteuningsbeleid voor microfinanciering in Congo ». Ook BIO heeft onlangs geïnvesteerd in DRC.

Het is spijtig dat gender noch microfinanciering de nodige aandacht krijgen in het ISP maar zoals de geachte minister heeft meegedeeld is het ISP « soepel en aanpasbaar aan de noden en de prioriteiten van de Congolese partner ».

Graag had ik dan ook een antwoord gekregen op de volgende vragen :

1. Zijn er genderprogramma's voorzien in de samenwerking tussen Congo en België voor 2008-2010 ?

2. Welke projecten heeft de Belgische ontwikkelingssamenwerking heden in de DRC inzake microfinanciering ?

3. Waarom werd microfinanciering niet opgenomen in het ISP ?

4. Welke stappen zal de geachte minister nemen om de aanbevelingen in de resolutie om te zetten in beleid ?

Antwoord : 1. Ter herinnering, artikel 7, § 1, van de wet van 1999 op de Internationale Samenwerking concentreert de directe bilaterale samenwerking op de vijf volgende sectoren : basisgezondheidszorgen, inclusief de reproductieve gezondheid; onderwijs en vorming; landbouw en voedselzekerheid; basisinfrastructuren; en conflictpreventie en de consolidatie van de samenleving, inclusief de steun aan het respecteren van de menselijke waardigheid, van de mensenrechten en van de fundamentele vrijheden.

Volgens artikel 8, § 1, van deze zelfde wet houdt de Belgische Internationale Samenwerking in deze vijf sectoren voortdurend rekening met de drie volgende transsectorale thema's : het hervinden van het evenwicht van de rechten en de kansen van vrouwen en mannen; het respect voor het milieu; en de sociale economie; waaraan later twee thema's werden toegevoegd, namelijk HIV/aids en de rechten van het kind.

Dit gender mainstreaming sluit uiteraard in geen enkel opzicht de andere mogelijkheden uit om specifieke acties te steunen gericht op de bevordering van het empowerment van vrouwen via de versterking van hun capaciteiten in de samenleving.

Gezien de huidige situatie van de Democratische Republiek Congo (DRC) en gezien de dringende noodzaak om aan de zijde te staan van de Congolese partner, om hem te coachen en te vergezellen, werd het principe van een « sectoraal » ISP weerhouden, het is te zeggen, een ISP dat, in politieke dialoog met de partner, de grote sectoren, ondersectoren en de overwogen bedragen preciseert, zonder hun inhoud in detail te preciseren. Dit laat toe om de grootst mogelijke operationele soepelheid te behouden om de Congolese partner toe te laten zich meer realistisch te positioneren ten opzichte van de eventuele toekomstige bijdragen van de andere donors.

Een zin in het proces-verbaal van de Belgisch-Congolese Gemengde Commissie van 5 tot 8 maart 2007 — waarvan het Indicatieve Samenwerkingsprogramma (ISP) 2008-2009-2010 de bijlage vormt — stelt deze verwachtingen van de wet van 1999 op de voorgrond door te preciseren dat : « Elke interventie geëvalueerd zal worden wat betreft de transversale thema's, in het bijzonder de kansengelijkheid tussen man en vrouw, het milieu, de sociale economie, de strijd tegen HIV/aids en de rechten van het kind. »

Bovendien baseert het ISP « 2008-2009-2010 » zich behalve op de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen, de Growth and Poverty Reduction Strategy Paper en de Belgische wet van 1999 op de Internationale Samenwerking, op het programma van de Congolese regering 2007-2011 aangenomen op 24 februari 2007. Dit programma preciseert expliciet onder de interventieassen van de regering de verbetering van de levensomstandigheden van kinderen, vrouwen en jongeren, de opvoering van de verbetering van het sociale statuut van de vrouw, sensibilisering en de strijd tegen de discriminatie ten opzichte van de vrouw in familiale kring, langsheen de school en de arbeidsmarkt, evenals het in rekening nemen van de integratie van de gender-benadering in alle ontwikkelingsprogramma's.

Ik heb alleszins een opdracht tot herinnering gestuurd naar DGOS, naar de posten in de partnerlanden van België, evenals naar de BTC om hen uit te nodigen om bijzondere aandacht te besteden aan het goed in rekening nemen van deze transversale thema's in alle optredens van de samenwerking en in alle etappes van de hulpcyelus zoals hij werd hervormd in het derde beheerscontract tussen de Belgische Staat en de BTC. Ik nodig hen uit om er in het bijzonder over te waken dat er hiervoor effectief voldoende menselijke en financiële middelen worden gemobiliseerd tijdens de formuleringen en de uitwerkingen.

2. De Belgische Ontwikkelingssamenwerking voltooit via een initiatief van de Belgische Investeringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (BIO) een investering van 300 000 dollars voor een deelname van 8 % in het kapitaal van Procredit Congo, de belangrijkste microfinancieringsbank in de DRC. Er werd eveneens technische bijstand toegekend voor de vorming van het personeel (negen Congolese kaderleden op drie jaar in verhouding tot tien weken per jaar) bij Procredit Academy, een academie voor microfinanciering gesitueerd te Frankfort in Duitsland. Geopend op 26 augustus 2006 had de bank eind februari 2007 bijna 3000 leningen in portefeuille voor een volume van meer dan 8 000 000 dollars (de gemiddelde lening bedraagt 2 792 dollars en de gemiddelde storting 800 dollars). De stortingen van ongeveer 20 000 spaarders (voor een totaal van 50 000 rekeningen in de DRC) bereiken een totaal van 16 000 000 dollars. Dit wordt deels uitgelegd door het gebrek aan cofinanciering in het Congolese banksysteem en omdat dit buitenlandse bankinitiatief geen commissiekosten vereist voor inschrijving in het systeem. Procredit Congo heeft momenteel twee agentschappen open in Kinshasa en overweegt de opening van andere agentschappen in het land, in Bukavu en in Matadi, maar de uiteindelijke beslissing werd nog niet genomen. Het is eveneens de eerste bank die een geldautomaat heeft toegankelijk gemaakt voor haar klanten. Ter informatie, enkele andere aandeelhouders van Procredit Congo : Procredit Holding (een van de eerste microfinancieringsgroepen in de wereld), Société financière internationale (SFI — Wereldbank groep), Stichting Duurzame Ontwikkeling en Natuurbehoudpostcode Loterij (DOEN — Loterij van Nederland), BIO en waarschijnlijk binnenkort Kreditanstalt für Wiederaufbau (KFW — Duitse samenwerking).

3. De microfinanciering werd als dusdanig niet hernomen in het ISP gezien er werd gekozen voor een « sectoraal » ISP dat enkel de grote Belgisch-Congolese interventiesectoren in rekening brengt.

Bovendien baseert dit « sectoraal » ISP zich behalve op de Millenniumontwikkelings-doelstellingen, de Growth and Poverty Reduction Strategy Paper en de Belgische wet van 1999 op de Internationale Samenwerking, op het programma van de Congolese regering (2007-2011) aangenomen op 24 februari 2007. Dit programma preciseert expliciet onder de sectoren die een groei kenden de landbouw, de visvangst, de veeteelt, evenals de bevordering van het microkrediet en van de micro-onderneming.

4. Ter herinnering, deze resolutie beveelt aan om « bijzondere aandacht te besteden aan de DRC, om bijzondere middelen vrij te maken voor deze sector in de post-transitieperiode, met als doel de verbetering, op korte termijn, van de socio-economische situatie van de arme bevolking door zich hiervoor in te schrijven in het beleid dat zich momenteel ontwikkelt in de DRC en door een complementair en coherent beleid te voeren met de lokale en multilaterale initiatieven in de DR Congo. »

Globale bijkomende middelen (65 000 000 euro/jaar gedurende drie jaar) werden vrijgemaakt en ter beschikking gesteld van de ontwikkeling van de DRC om projecten en programma's in te leiden in de sectoren van de gezondheid, het onderwijs, de basisinfrastructuren, de landbouw, de plattelandsontwikkeling en de bossen, het goede bestuur en de communautaire dynamiek. Dit om de socio-economische situatie van de arme bevolking te verbeteren.

Ter herinnering, het ISP « 2008-2009-2010 » baseert zich behalve op de Millenniumontwikkelingdoelstellingen, de Growth and Poverty Reduction Strategy Paper en de Belgische wet van 1999 op de Internationale Samenwerking, op het programma van de Congolese regering (2007-2011) aangenomen op 24 februari 2007.

Het ISP is eveneens coherent met zowel de prioriteiten van het Country Assitance Framework (CAF), het gemeenschappelijke antwoord van de internationale gemeenschap op de uitdagingen van de Derde Republiek — waarvoor de Growth and Poverty Reduction Strategy Paper eveneens de referentie is — als met de samenwerkingsprincipes van de fragiele staten van de OESO/DAC. Ik vermeld ter informatie dat het principe van een ander initiatief van de donors, het Gouvernance Compact voor een begeleiding van de DRC naar het goede bestuur, onder haar Congolese versie is opgenomen in het regeringsprogramma.

Het is in het kader van de hervorming van de hulpcyclus, aangegaan door het derde Beheerscontract tussen de Belgische Staat en de BTC, dat ik in doorlopende dialoog met de Congolese partner de aanbevelingen van deze resolutie zal vertalen in beleid. Deze hervorming draagt inderdaad de beginselen van een actieve bevordering van het ownership door het partnerland, van een vergrote decentralisatie die een verantwoord rekening houden verzekerd met de werkelijkheid op het terrein, evenals met een duidelijke versnelling van de uitwerkingstermijnen.

Het is in het kader van dit derde beheerscontract dat het partnerland, DGOS, de BTC en de Samenwerkingsattaché zullen overleggen om, samen, te waken, tijdens de identificatie- en formuleringsfase, over het verantwoord in rekening nemen van deze aanbevelingen. Dit derde beheerscontract creëert een Controlecomité over de kwaliteit dat belast is met het beoordelen van de kwaliteit van de formuleringsrapporten, en het heeft, bovenop de BTC, bijzondere aandacht voor de evaluatie van de optredens, door de Staat, evenals voor de monitoring, door de Staat, van het Indicatieve Samenwerkingsprogramma, die de mogelijkheid zullen verzekeren om te waken over de goede uitwerking van de optredens.