(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
De tekst van deze vraag is dezelfde als die van vraag nr. 3-7815 aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, die hiervoor werd gepubliceerd.
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid de volgende elementen mee te delen.
Met betrekking tot het gezinsbeleid werden twee studies aan de diensten Gezinsdemografie van de Universiteiten van Luik en Antwerpen uitbesteden gelet op hun specifieke en unieke bevoegdheden in dit gebied.
Inderdaad werden deze diensten al belast met de realisatie van het Panel Study of Belgian Households, dit wil zeggen een longitudinaal onderzoek van elf jaren naar de wijze waarop onze maatschappij functioneert, de socio-economische situaties en de specifieke houdingen van Belgische gezinnen. Om deze rede werden de aan deze diensten bestelde studies door onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking besteld.
De eerste studie, voor een totale kost van 114 000 euro, bestond in een verdieping, in het bijzonder, door nieuwe onderzoeken, van bepaalde thematieken die aanvankelijk niet worden behandeld in het kader van het Panel Study of Belgian Households : gezin en geweld, intergenerationele dimensie, houding tegenover homoseksualiteit, scheiding, kinderopvang, ouderschapssteun, ...
Een verslag van nieuwheidsonderzoek werd in de twee nationale talen in november 2005 opgemaakt. Niettegenstaande zijn informatieve karakter voor alle personen die in de uitdagingen van het gezinsbeleid belangstellen, heeft dit verslag de Staten-generaal voor het Gezin aanzienlijk gestijfd en heeft mogelijk gemaakt, talrijke aanbevelingen te documenteren die daaruit resulteerden.
Het heeft ook mogelijk gemaakt het opmaken van het verslag van België te documenteren bij de 28e Conferentie van ministers van de Raad van Europa bevoegd met het Gezin. Dit verslag is gratis beschikbaar op de website www.lesfamilles.be.
In de tweede studie ging het om het opmaken van een kritische en geargumenteerde samenvatting van de Staten-generaal voor het gezin met de bedoeling om de familiale dimensie door de grootste openbare beleiden, maar ook de behoeften en verwachtingen van de burgerlijke maatschappij in het perspectief te plaatsen.
De studie, die wordt gebaseerd op de werken van de Staten-generaal voor het gezin, vormt een geheel van richtpunten en richtsnoeren voor de toekomst.
In dat opzicht kan die worden gebruikt door de burgerlijke maatschappij en door mandatarissen met de bedoeling om meer aandacht te schenken aan de familiale dimensie in alle openbare beleiden.
Deze studie, voor een totale kost van 145 000 euro, werd beëindigd op de 1 februari 2007 tegenwoordig wordt ze tot publicatie overgegaan die voor het breedste publiek is bestemd. Het volledige werk zal ook beschikbaar zijn op de website www.lesfamilles.be.
Met betrekking tot het beleid voor personen met een handicap werden verschillende deskundigen geraadpleegd naar gelang van de werken die door het Staatssecretariaat voor het Gezin en Personen met een handicap werden uitgevoerd.
De verschillende opdrachten werden toegewezen in uitvoering van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De vastlegging van de betrokken bedragen heeft de gewone administratieve procedure gevolgd en heeft een gunstig advies van de inspecteur van Financiën en van de controleur van de vaststellingen gekregen.
Met betrekking tot de bepaling van het concept van « redelijke aanpassingen » heeft professor Louis Plamondon (6885 14e Avenue H1X 2W9 Montréal Québec, Canada) een seminarie begeleid in maart 2005, en heeft een verslag in het Frans opgemaakt ten gevolge van de werken die hij heeft geleid (Verslag van de opdracht over de veiligheid van de mensen en de redelijke aanpassingen op verzoek van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap — opleidingsdag van 10 maart 2005 en conceptuele en juridische aansturing van een Belgisch samenwerkingsakkoord over de redelijke aanpassingen, dat in juni 2005 werd overhandigd).
Een bedrag van 1 750 euro werd betaald voor deze verrichtingen.
Dit werk heeft een aantal nodige elementen gebracht voor de werken uitgevoerd in de Interministeriële Conferentie Welzijn, Sport en Gezin die in oktober 2006 hebben geleid tot de goedkeuring van een protocol betreffend de bepaling van het concept van redelijke aanpassing.
Met betrekking tot de maatregelen die de werkgelegenheid van de personen met een handicap bevorderen, werd er een opdracht aan de heer Erik Samoy, onderzoeker bij het Vlaamse Fonds voor de Sociale Integratie van personen met een handicap (Sterrenkundelaan 30, 1210 Brussel) uitbesteden om te bepalen, ten gevolge van een vergelijkende rechtsstudie, hoe de werkgelegenheidsvallen die de personen met een handicap verduren, kunnen worden bestreden.
Een bedrag van 5 000 euro werd betaald in uitvoering van deze studie die in het Engels werd opgemaakt en in juni 2005 werd overhandigd.
De studie werd aan de Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap doorgegeven en stond op basis van de goedkeuring van de hervorming die een bredere cumulatie tussen tegemoetkomingen en arbeidsinkomen mogelijk maakte (koninklijk besluit van 19 mei 2006 tot wijziging van het koninklijke besluit van 6 juli 1987 betreffend de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratie tegemoetkoming, Belgisch Staatsblad van 26 juni 2006; koninklijk besluit van 19 mei 2006 tot wijziging van het koninklijke besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers inzake de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, Belgisch Staatsblad van 26 juni 2006).
Met betrekking tot de toegang voor assistentiehonden tot ruimen die voor het publiek bestemd zijn :
Tijdens de werken van de Interministeriële Conferentie Welzijn, Sport en Gezin werd het advies van professor Olivier De Schutter (29, Skepterstraat, 1050 Brussel) gevraagd met betrekking tot de bevoegdheidsverdeling tussen de federale Staat en de deelstaten inzake niet-discriminatie tijdens de studie van het dossier betreffend de toegang van assistentiehonden tot ruimen die voor het publiek bestemd zijn.
Een bedrag van 1 100 euro werd betaald ten gevolg van de overhandiging van dit advies opgemaakt in het Frans op 4 september 2005.
Het overhandigde advies werd aan de leden van de interministeriële conferentie doorgegeven en ten gevolge van dit werden een wetsontwerp en een akkoordontwerp van samenwerking aan de Raad van Staat voorgelegd.
In juni 2006 heeft de Raad van Staat echter een advies uitgebracht dat erop wees dat de toegang van assistentiehonden tot ruimen die voor het publiek bestemd zijn door de deelstaten moest worden geregeld.
Met betrekking tot de problematiek van de digitale kloof :
De VZW NVHPH (Nationale Vereniging voor de huisvesting van personen met een handicap, Oranjebloesemstraat, 1 bus 213 te 1150 Brussel) heeft een gids en technische fiches opgemaakt over de problematiek van de toegankelijkheid van de nieuwe technologieën voor personen met een handicap.
Aan het einde van een studie- en analysewerk heeft de NVHPH een einddocument opgemaakt in de vorm van een gids van aanbevelingen die ontwerpers en producenten van digitale interfaces (software, hardware, internet websites, ...) het mogelijk maakt, deze toegankelijk voor personen met een handicap, ongeacht van de handicap.
Naar aanleiding van het opmaken van deze gids heeft de verstrekker de grote federaties geraadpleegd die de personen met een handicap vertegenwoordigen.
De gids, die « ICT voor iedereen » als titel heeft, werd uitgewerkt in het kader van het Nationale actieplan in de bestrijding van de digitale kloof.
Deze studie werd in het Frans en in het Nederlands opgemaakt tegen betaling van een bedrag van 40 000 euro en werd in maart 2007 op papier versie overhandigd.
Begin maart 2007 werd de gids verspreid over de ministers, de sociale partners, de gemeenten, de bedrijven bezig in het gebied van de nieuwe technologieën, de verenigingen van personen met een handicap.