(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
Op 17 november 2004 maakte de Russische president Vladimir Poetin in een toespraak voor hoge militairen bekend dat Rusland binnenkort zal beschikken over « nieuwe nucleaire wapens die nog niet bestaan en de volgende jaren niet zullen bestaan in andere kernwapenmogendheden ». De Russische president kondigde tevens aan dat Rusland « verder onderzoek zal voeren en de modernste nucleaire systemen zal testen zodat deze wapens de komende jaren deel kunnen uitmaken van [zijn] arsenaal ».
De uitspraken van Poetin zijn bijzonder merkwaardig en onrustwekkend. Ik herinner aan de ondubbelzinnige opdracht van de nucleaire staten om de volledige eliminatie van hun nucleaire arsenalen te voltooien, volgens de voornemens van artikel VI van het Non-Proliferatieverdrag. Met deze nieuwe initiatieven dreigt de Russische Federatie een nieuwe wapenwedloop in de hand te werken, met alle mogelijke gevaren die dit met zich brengt.
De Russische aankondiging komt ook op een bijzonder ongelukkig moment, met name enkele maanden voor de nieuwe toetsingsconferentie van het Non-Proliferatieverdrag in New York (april-mei 2005).
1. Wat is de houding van de federale overheid ten opzichte van de aankondiging van de president van de Russische Federatie over een vernieuw Russisch kernwapenprogramma ?
2. Zal u deze problematiek aankaarten met de Russische autoriteiten tijdens uw bezoek aan Moskou op 22 en 23 december 2004 ?
3. Welke initiatieven zal u nemen op de geëigende Europese fora om de problematiek op de agenda te zetten van de Europees-Russische topontmoeting van 25 december 2004 ?
4. Zal u initiatieven nemen om binnen de NAVO het debat over de nucleaire strategie van het bondgenootschap in die zin te voeren dat een nieuwe wapenwedloop wordt vermeden ?
Antwoord : Aan het begin van de 21e eeuw blijft de Russische Federatie een belangrijke onafhankelijke nucleaire mogendheid. De wetenschappelijke en technologische expertise, evenals de beschikbare financiële middelen, zullen ook in de komende decennia de onderbouw vormen voor het Russische nucleaire complex. Het bestaande kernarsenaal wordt afgebouwd, terwijl onderzoek en modernisering worden verdergezet.
Nucleaire afschrikking blijft een belangrijk onderdeel van Moskous nucleaire strategie. De Russische politieke en militaire leiding zien hierin een bevestiging van de zelfzekerheid en status van de Russische Federatie. De gewijzigde strategische veiligheidscontext, geeft aanleiding tot een beperkte herziening van de politiek-militaire pertinentie van nucleaire wapens.
De uitspraken van president Poetin over het Russische kernwapenprogramma moeten in deze ruimere context worden geplaatst. Zowel de Europese Unie, als de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, onderhouden een politieke dialoog met de Russische Federatie waarbinnen deze belangrijke onderwerpen worden besproken.
De Belgische regering volgt nauwgezet de evolutie van de strategische veiligheidscontext. Hierbij, zijn non-proliferatie en ontwapening onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ons land houdt vast aan een efficiënte multilaterale aanpak, en streeft naar een globale aanpak en evenwichtige vooruitgang in beide domeinen.