3-1920/3 | 3-1920/3 |
25 APRIL 2007
I. INLEIDING
Dit voorstel van resolutie werd ingediend op 17 november 2006. De commissie heeft het voorstel besproken tijdens haar vergaderingen van 24 en 25 april 2007.
II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE HEER GALAND, MEDE-INDIENER VAN HET VOORSTEL VAN RESOLUTIE
Het voorliggende voorstel van resolutie heeft betrekking op de hervorming van het bestuur en het beleid van de internationale financiële instellingen (IFI). Er is nood aan een doorgedreven democratisering van deze instellingen.
De resolutie is gebaseerd op een eenvoudige vaststelling : de twee instellingen van Bretton Woods hebben hun oorspronkelijke doelstellingen — te weten de financiering van de ontwikkeling voor de Wereldbank en de stabiliteit van het internationaal financieel systeem voor het IMF — uit het oog verloren en zijn zich gaan gedragen als structurele hervormers van de ontwikkelingslanden met een schuldenlast. Veeleer dan de omstandigheden te creëren voor een echte economische en sociale ontwikkeling van de zuidelijke landen, hechten zij, meer dan aan enige andere doelstelling, belang aan de terugbetaling van de schuld en aan de openstelling voor handel en kapitaal. Deze aanpak heeft catastrofale gevolgen : de armoede is toegenomen in alle regio's die nauwgezet het aanpassingsbeleid hebben doorgevoerd dat wordt belichaamd door het bekende drieledige adagium « liberalisering, zuinigheid en privatisering » van de IFI. Bovendien is gebleken dat deze instellingen, door de overdreven snelle liberalisering van de kapitaalbalans van opkomende economieën, in ruime mate hebben bijgedragen tot het ontstaan van nieuwe financiële crisissen in de jaren 90 : Mexico in 1994, Oost-Azië in 1997, Rusland in 1998, Brazilië in 1999 en Argentinië in 2000.
Deze overwegende negatieve balans inzake het terugdringen van armoede en het voorkomen van financiële crisissen ligt aan de basis van de legitimiteitscrisis waarmee de IFI momenteel kampen.
In de toelichting bij het voorstel van resolutie worden de verschillende punten van kritiek op deze instellingen samengevat. Het eerste deel betreft de beheersstructuur van de IFI. De vijf volgende punten hebben betrekking op de specifieke beleidslijnen die vervat zijn in de voorwaarden die de IFI opleggen : het handelsbeleid, het monetaire en begrotingsbeleid, het privatiseringsbeleid en de hervorming van de arbeidsmarkt. De twee laatste punten betreffen de opdrachten van preventie, beheer en de oplossing van financiële crisissen van het IMF.
De 28 aanbevelingen aan de regering die worden voorgesteld, hebben betrekking op alle punten die zijn aangekaart in de kritische samenvatting. Hoewel zij dus uiteenlopende problemen betreffen, hebben zij in feite hetzelfde doel, te weten : het recht van de volkeren om zelf hun ontwikkelingsmodel te kiezen. De aanvaarding van dat beginsel veronderstelt, enerzijds, de democratisering van de IFI door de toepassing van het « één staat — één stem »-beginsel, dat het systeem van de Verenigde Naties schraagt, en, anderzijds, het verwerpen van voorwaarden die de keuzemogelijkheden inzake het economisch en sociaal beleid beperken.
III. BESPREKING
Dispositief
Amendement nr. 1
Punt 1
Mevrouw Annane dient een amendement (stuk Senaat, nr. 3-1920/2) in dat ertoe strekt het laatste gedachtestreepje van punt 1 van het dispositief te doen vervallen.
De heer Galand wil deze aanbeveling behouden. Het IMF en de Wereldbank maken immers deel uit van de Verenigde Naties waar het principe geldt van « één Staat-één stem ». Ook de arme landen, die net het voorwerp uitmaken van het beleid van de IFI, moeten binnen deze structuren goed vertegenwoordigd zijn.
De Commissie beslist om alleen de woorden « de goedkeuring en » aan het begin van het laatste gedachtestreepje te doen vervallen.
Het amendement, aldus gewijzigd, wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
Amendement nr. 2
Punt 2
Mevrouw Annane dient een amendement (stuk Senaat, nr. 3-1920/2) in dat ertoe strekt punt 2 van het dispositief te doen vervallen. Ons land heeft immers steeds polarisatie tussen de rijke en de arme landen willen vermijden door de idee van de « mixed constituencies » te verdedigen.
De heer Galand is van oordeel dat deze aanbeveling grotendeels moet behouden blijven omdat de positie van de ontwikkelingslanden binnen de structuren van de IFI moet worden versterkt.
De Commissie beslist om alleen de woorden « de vorming van meer coherente landengroepen » te schrappen in deze aanbeveling.
Het amendement, aldus gewijzigd, wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
Amendement nr. 3
Punt 7
Mevrouw Annane dient een amendement (stuk Senaat, nr. 3-1920/2) in dat ertoe strekt punt 7 van het dispositief te doen vervallen. De decentralisatie van de IFI is immers zeer kostelijk.
De heer Galand is van oordeel dat deze aanbeveling moet behouden blijven omdat decentralisatie een gediversifieerde en dus minder stereotype aanpak van de lokale problemen in de ontwikkelingslanden tot gevolg heeft.
De Commissie beslist om de notie van de decentralisatie te doen vervallen en in deze aanbeveling de nadruk te leggen op de bevordering van de diversiteit in beleid en research van de IFI.
Het amendement, aldus gewijzigd, wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
Amendement nr. 4
Punt 9
Mevrouw Annane dient een amendement (stuk Senaat, nr. 3-1920/2) in dat ertoe strekt de laatste zin van punt 9 van het dispositief te doen vervallen. Het IMF houdt reeds rekening met armoede en ontwikkeling.
Het amendement wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
Amendementen nrs. 5 en 6
Punt 13
Mevrouw Annane dient de amendementen nrs. 5 en 6 (stuk Senaat, nr. 3-1920/2) in. Amendement nr. 5 strekt ertoe te specificeren dat alleen het op « korte termijn » openstellen van de markt van de ontwikkelingslanden voor de internationale handel niet langer als voorwaarde mag opgelegd worden door de IFI. Amendement nr. 6 beoogt om alleen tijdens een overgangsfase de strategische economische sectoren van de ontwikkelingslanden te beschermen.
De Commissie beslist om de woorden « tijdens een overgangsperiode » in te voegen in het begin van deze aanbeveling, waarin gehandeld wordt over de openstelling van de markt van de ontwikkelingslanden voor de internationale handel.
De amendementen, aldus gewijzigd, worden eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
Amendement nr. 7
Punt 20
Mevrouw Annane dient een amendement (stuk Senaat, nr. 3-1920/2) in dat ertoe strekt punt 20 van het dispositief te doen vervallen. Het IMF probeerde door de Poverty Reduction and Growth Facility (PRGF) de kritieken het zwijgen op te leggen die haar beschuldigden van een te grote bekommernis voor het macro economische aspect.
De heer Galand stelt voor om alleen de laatste zin van deze aanbeveling, die voorstelt dat het IMF zou afzien van de PRGF, te doen vervallen. De commissie stemt hiermee in.
Het amendement, aldus gewijzigd, wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
Amendement nr. 8
Punt 22
Mevrouw Annane dient een amendement (stuk Senaat, nr. 3-1920/2) in dat ertoe strekt punt 22 van het dispositief te vervolledigen dat de liberalisering van de kapitaal rekeningen slechts op « korte termijn » zou verdwijnen uit de voorwaarden voor het verkrijgen van leningen van het IMF of van de Wereldbank.
De commissie beslist om de woorden op « korte termijn » te vervangen door de woorden « tijdens een overgangsfase ».
Het amendement, aldus gewijzigd, wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
IV. STEMMINGEN
Het geamendeerde voorstel van resolutie in zijn geheel wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
De rapporteur, | De voorzitter, |
Staf NIMMEGEERS. | François ROELANTS du VIVIER. |
Tekst aangenomen door de commissie (zie stuk Senaat, nr. 3-1920/4 - 2006/2007)