Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-85

ZITTING 2006-2007

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Vraag nr. 3-6505 van de heer Steverlynck d.d. 28 december 2006 (N.) :
Wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen. — Evaluatie.

Op 1 maart 2005 trad de wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen in werking, beter bekend als de IKEA-wet. De wet werd ondanks bezwaren van UNIZO in juli 2004 goedgekeurd. De wet voerde een grondige hervorming door van de procedure voor de aanvraag van een socio-economische vergunning bij de vestiging van grootschalige winkels of winkelcomplexen. Daarmee werd de ganse vestigingsproblematiek voor grote winkeloppervlaktes gewijzigd.

Bijna 2 jaar na invoering blijken de bezwaren die UNIZO opperde, gegrond. In de studie die UNIZO in april dit jaar publiceerde, voert het een aantal voorstellen ter verbetering van de bestaande reglementering aan. Deze zijn kort als volgt samen te vatten :

1. de IKEA-wet dient te worden geregionaliseerd zodat de bevoegdheden over de inplanting van grootschalige detailhandel volledig aan de gewesten toebehoren;

2. de uitvoering van een retail scan moet zorgen voor een gedetailleerde registratie en een volledige analyse van de bestaande detailhandel in België. Deze retail scan kan dan worden aangewend om de transparantie en objectiviteit te verhogen zowel naar de aanvrager van dergelijke projecten als naar de beslissende instantie;

3. per provincie dient 1 distributieconsulent te worden aangesteld ter ondersteuning van de gemeenten;

4. alle gemeenten dienen een strategisch commercieel plan op te maken;

5. gemeenten die hun termijnen niet respecteren, verliezen hun bevoegdheid aan het Nationaal Distributiecomité.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Hoe beoordeelt de geachte minister twee jaar na invoering van de IKEA-wet de bezwaren die UNIZO vooraf maakte ? Wat is zijn reactie op de minpunten die UNIZO in zijn studie aanhaalde ?

2. Hoe en wanneer zal de IKEA-wet worden geëvalueerd ? Overweegt hij de reglementering aan te passen ? Binnen welke termijn zullen deze aanpassingen dan aangebracht worden ?

3. Hoeveel aanvragen voor handelsvestigingen met een oppervlakte van meer dan 400 m² werden sinds 1 maart 2006 ingediend in Vlaanderen, Wallonië en Brussel ? Hoeveel hiervan werden goedgekeurd ? Bij hoeveel was er geen of een te late beslissing ?