(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
De problematiek van de lekenborgtocht werd reeds enkele jaren stiefmoederlijk behandeld. Vele senatoren kaartten de problematiek aan, onder wie ook ikzelf.
Uiteraard is het goedgekeurde voorontwerp van wet een stap in de juiste richting en biedt het op tal van vlakken — waarover ik reeds vragen stelde — een betere bescherming. Denken we aan de fatsoenplicht, de toegenomen informatie, enz.
Gelet op de inspanning die reeds werd geleverd met dit voorontwerp, vernam ik graag of het voorontwerp voorziet in een uitbreiding van de uitwinning van de goederen van de hoofdschuldenaar, zoals bepaald in de artikelen 2021 tot 2023 van het Burgerlijk Wetboek ? Het zou bijvoorbeeld mogelijk moeten zijn om goederen aan te wijzen die buiten het rechtsgebied van het hof van beroep van de plaats waar de betaling gedaan moet worden, moeten worden gevorderd.
Antwoord : Het wetsontwerp met betrekking tot de kosteloze borgtocht werd op 6 november 2006 in de Kamer ingediend.
Dit wetsontwerp heeft tot doel een betere bescherming te bieden voor de borg wanneer deze zich kosteloos borg stelt door de volgende principes in te stellen :
1. De borgtochtovereenkomst moet een van de hoofdovereenkomst onderscheiden overeenkomst vormen, waarvan de vermeldingen bij koninklijk besluit zullen worden bepaald.
2. Beperking van het bedrag van de borgtocht en van de duur van de overeenkomst. Elke door een natuurlijke persoon ondertekende borgtocht moet beperkt zijn tot de verbintenis die bestaat op het moment dat de overeenkomst wordt gesloten. Elke borgtocht moet bovendien beperkt zijn in de tijd.
3. De evenredige verbintenis van de borg. Er kan met een natuurlijke persoon uit diens eigen naam geen borgtochtovereenkomst worden gesloten als waarborg voor een schuld, waarvan het bedrag duidelijk buiten verhouding staat tot diens inkomsten of goederen.
4. Informatie voor de borg tijdens de duur van de borgtocht. De borg ontvangt van de schuldeiser kosteloos alle informatie met betrekking tot de evolutie van de gewaarborgde schuld. De schuldeiser moet de borg verwittigen van zodra de hoofdschuldenaar in gebreke wordt gesteld om te betalen.
Het ontwerp voorziet niet in een wijziging van de artikelen 2021 tot 2023 van het Burgerlijk Wetboek. Deze artikelen zijn van toepassing tenzij zij regels bevatten die onverenigbaar zijn met de nieuwe bepalingen betreffende de kosteloze borgtocht.
Zo moet de borgtochtovereenkomst, op straffe van nietigheid, het subsidiaire karakter van de borgtocht benadrukken door te stellen dat de borg slechts gehouden is te betalen in de mate dat de schuldenaar er niet zelf aan heeft voldaan.
Tevens voorziet het ontwerp in een bijzondere bescherming van de erfgenamen van de borg. De verbintenissen van de erfgenamen van een borg inzake de borgtocht worden beperkt tot het erfdeel dat aan elk van hen toekomt.
Daarnaast kan er geen hoofdelijkheid bestaan tussen de erfgenamen van een borg voor de verbintenissen van de borg, niettegenstaande enige andersluidende overeenkomst.
Deze nieuwe regels betreffende de kosteloze borgtocht moeten toelaten om een betere bescherming van de borg te voorzien die tevens voldoende evenwichtig zijn ten opzichte van de rechten en belangen van de schuldeisers.