Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-83

ZITTING 2006-2007

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Mobiliteit

Vraag nr. 3-6311 van mevrouw Thijs d.d. 27 november 2006 (N.) :
Verkeersreglementering. — « Ritsen ».

Het dagelijks verkeer kan een hoop frustratie met zich meebrengen. Ondanks het feit dat onze verkeerswetgeving/reglementering, het beleid zowel op politioneel als op regeringsniveau uitgesproken ijvert naar verkeersveiligheid, ontbreekt een belangrijk technisch manoeuvre in de bestaande wetgeving. De wegenconstructie en wegenwerken doen een specifieke verkeerssituatie ontstaan die bron is van vele frustraties met name het verminderen van het aantal rijstroken en het daaraan verbonden invoegen of ritsen. Het ritsen wordt in onze Belgische verkeerswetgeving noch opgenomen noch erkend. Hoewel er steeds aangemoedigd wordt om « hoffelijk » te zijn in het verkeer, wordt hier geenszins een verplichting aan verbonden. Ritsen wordt in ons land dus enkel als uiterlijk symbool van hoffelijkheid gezien, zonder dat hier enige waarde aan toegekend wordt. Van correct ritsen een verkeersregel maken, is geen noodzaak. Nederland en Duitsland beschikken echter wel over zulke wetgeving. Ik ben dan ook van mening dat de invoeging van deze regel wel degelijk noodzakelijk is, zowel om de verkeersfrustratie te verlichten als om de verkeersveiligheid te optimaliseren.

Wat is ritsen ? Het principe is zeer eenvoudig : nabij een wegversmalling voegen de voertuigen die op de rijstrook zitten die ophoudt te bestaan, in tussen de voertuigen die op hun rijstrook rechtdoor kunnen rijden. Dit proces gebeurt beurtelings. In de praktijk blijkt ritsen bij een aangekondigde versmalling van de rijweg of bij files echter niet zo simpel. Vaak gemaakte fouten zijn onder andere het te vroeg inschuiven waardoor de achterliggers opgehouden worden en men zijn eigen achterligger verplicht om in te halen; men voegt in vlak na een voorligger waardoor men zich opdringt aan degene die voorrang geeft; men laat anderen gewoonweg niet invoegen of men voegt in wanneer men zich reeds op het gearceerde gebied bevindt. Uit voorgaande opsomming van fouten blijkt de moeilijkheid van het « veronderstellen » van de hoffelijkheid van andere bestuurders. Deze moeilijkheidsgraad varieert bovendien naargelang de ervaring van de bestuurder. Zo zal een onervaren bestuurder twijfelend wachten tot iemand hem expliciet laat invoegen. Een meer ervaren chauffeur zal mogelijks te vlug rekenen op de welwillendheid van anderen.

Het Belgische wegverkeersreglement bespreekt in titel II « regels voor het gebruik van de openbare weg » diverse algemene verkeersbepalingen waaronder de zogenaamde manoeuvres zoals het inhalen en het verlenen van voorrang. Het ritsen dat ook gedefinieerd wordt als een manoeuvre wordt niet opgenomen en moet gebeuren volgens de algemene verkeersregels van de Wegcode.

Deze regels verzekeren geen vlotte doorstroming en werken door de assumpties inzake hoffelijkheid aanrijdingen in de hand. De bestuurder die het invoegmanoeuvre uitvoert, wordt wettelijk verantwoordelijk gesteld wanneer sprake is van een aanrijding.

De Duitse wetgeving of het « Straßenverkehrs — Ordnung » (StVO) neemt in hoofdstuk I, § 7, Benutzung von Fahrstreifen durch Kraftfahrzeuge, punt 4 wel regelgeving omtrent het ritsen/invoegen op. Hierin wordt bepaald (1) dat men slechts mag beginnen invoegen vlak voor de versmalling van de rijbaan. Op deze manier wordt de verkeersdoorstroming niet belemmerd.

Aangezien het verkeerdelijk invoegen aanleiding geeft tot verkeershinder, -frustratie en agressie, (frustratie en mogelijkheid tot aanrijding die gepaard gaat met het veronderstellen van hoffelijkheid bij andere bestuurders), lijkt een officiële reglementering inzake ritsen wenselijk.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Welke zijn de voornaamste bezwaren om dergelijke regelgeving in te voeren, gelet op het feit dat verkeersveiligheid in België een belangrijk thema is ? Wat is het verschil tussen de Duitse verkeerssituatie waar dit systeem wel van kracht is en onze verkeerssituatie ?

2. Indien regelgeving rond deze materie de geachte minister niet wenselijk lijkt, hoe zal de sensibilisering voor dit thema gebeuren ? Worden de huidige acties rond hoffelijkheid in het verkeer uitgebreid ? Hoe zal men deze controles effectief kunnen uitvoeren, met name hoe zal men in de praktijk het wegverkeer beoordelen ?


(1) Vrije vertaling. Originele tekst : « Ist auf Strassen mit mehreren Fahrnstreifen für eine Richtung das durchgehende Befahren eines Fahrstreife nicht möglich oder endet ein Fahrstreifen, so ist den am Weiterfahren gehinderten Fahrzeugen der übergang auf den benachtbarten Fahrstreifen in der Weise zu ermöglichen, das sich diese Fahrzeuge unmittelbar vor der Verengung jeweils im Wechsel nach einem auf dem durchgehenden Fahrstreifen fahrenden Fahrzeug einordnen können. ».