3-214 | 3-214 |
Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - Toen Spanje zich in 1975 terugtrok uit een gekoloniseerd deel van de Sahara, werd aan de autochtone bevolking beloofd dat er een referendum zou komen waarin kon worden gekozen tussen de oprichting van een eigen onafhankelijke staat of een samengaan met Marokko.
Het Marokkaanse bewind ging na het vertrek van de Spanjaarden echter over tot annexatie van het 285.000 vierkante kilometer grote gebied en heeft het referendum tot op de dag van vandaag tegengewerkt. De oorspronkelijke bewoners van het woestijngebied, de Sahrawi, werden op de vlucht gejaagd en wonen inmiddels al zo'n dertig jaar in vluchtelingenkampen in de Algerijnse woestijn, levend van noodhulp.
Door de afwezigheid van perspectieven op een gunstige evolutie op korte of halflange termijn, verliezen de ngo's echter hun motivatie. De voedselvoorraden in de kampen slinken daardoor zienderogen. Een gevolg van die geslonken hulp is dat de maaltijden in de kampen niet langer het aantal calorieën bevatten dat minimaal nodig is. De effecten van de voedselschaarste zijn reeds merkbaar bij de kinderen en zuigelingen.
Bovendien komt de Marokkaanse overheid thans met een autonomieplan voor de Westelijke Sahara, al houdt ze de precieze inhoud nog angstvallig geheim, en probeert zo de indruk te wekken dat de problematiek van het Sahrawivolk binnenkort verleden tijd zal zijn.
Met het vooruitzicht op zo'n eindoplossing wordt het wel zeer verleidelijk voor hulpverlenende landen om hun steun aan de Sahrawi stelselmatig terug te schroeven. We vernemen dat ook België die intentie heeft.
Toch lijkt het maar zeer de vraag of het autonomieplan op instemming zal kunnen rekenen van het merendeel van de naar Algerije gevluchte Sahrawi. Een terugkeer naar hun land van herkomst is dus allerminst vanzelfsprekend. Een verlengd verblijf in de tentenkampen in Zuid-Algerije lijkt meer voor de hand te liggen.
Wanneer het autonomieplan als een onvoldoende basis voor verdere gesprekken zal worden aangevoeld, dreigt het gevaar dat de standpunten verscherpen en het conflict opnieuw oplaait, zeker als de betrokken Sahrawi daarbovenop geconfronteerd worden met verminderende noodhulp. Juist dan moet de overheid humanitair bijspringen.
Kent de regering de concrete inhoud van het door Marokko uitgewerkte autonomieplan voor de westelijke Sahara? In bevestigend geval, welke houding neemt ze daarover in en is het plan in overeenstemming met de resoluties van de VN?
Waaruit bestaat de hulp die ons land momenteel geeft aan het Sahrawivolk, opgesplitst per organisatie? Welke waarde vertegenwoordigt dit telkens?
Heeft de regering de intentie om deze hulp aan te passen en, zo ja, welke consequenties zal dit hebben voor de betrokken ngo's?
De heer Armand De Decker, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - De humanitaire toestand in de Westelijke Sahara heeft altijd al mijn aandacht gekregen. Net als zijn Europese partners, ondersteunt België de inspanningen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, en van zijn persoonlijk gezant, Peter Van Walsum, om een voor alle partijen aanvaardbare politieke oplossing te vinden.
Ik ben van oordeel dat dringend een oplossing voor dit geschil dient te worden gevonden, voornamelijk wegens de ernstige humanitaire implicaties die ermee verbonden zijn. Bij de betrokken partijen moet worden aangedrongen op een vreedzame, duurzame en wederzijds aanvaardbare oplossing, wat enige flexibiliteit van de partijen veronderstelt.
Als lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties tot eind 2008 zal België proberen een bijdrage te leveren om uit de impasse te raken door het bevorderen van een diepgaande discussie over de problematiek.
Marokko heeft zopas een autonomieplan ingediend in het kader van de Marokkaanse soevereiniteit over de Westelijke Sahara en heeft daarover een interne en internationale consultatie gehouden.
Dit autonomieplan moet nog worden bestudeerd en geëvalueerd in diverse fora, onder andere in de Europese Unie en de Verenigde Naties. De Veiligheidsraad bereidt trouwens een resolutie voor na kennis te hebben genomen van het rapport van de secretaris-generaal over de verlenging van het mandaat van de vredesmacht MINURSO.
Op 19 maart heb ik premier Verhofstadt naar Marrakech vergezeld om er de Haute Commission mixte de partenariat tussen onze twee landen te lanceren. Tegelijkertijd hebben we bilaterale gesprekken gevoerd met onze respectieve Marokkaanse collega's. Premier Verhofstadt heeft verklaard dat België alle initiatieven verwelkomt die tot een nieuwe dynamiek kunnen leiden. De week daarna, op 26 maart, ontvingen premier Verhofstadt en minister van Buitenlandse Zaken De Gucht een Marokkaanse delegatie onder leiding van de minister van Binnenlandse Zaken, die het autonomieplan voorlegde. Twee dagen later ontving minister De Gucht een Algerijnse delegatie en een paar dagen later werd de heer Khaddad, vertegenwoordiger van Polisario, door ambtenaren van het departement Buitenlandse Zaken ontvangen.
In 2006 bedroeg de Belgische hulp aan de Sahrawi 196.000 euro. Het ging om voedselhulp verdeeld door Oxfam Solidariteit.
Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - Ik wil graag nog even de aandacht vestigen op de situatie in de tentenkampen. Normaal moet er een voedselvoorraad voor drie maanden zijn, maar die is er niet meer. Bovendien is de caloriewaarde van de pakketjes die worden uitgedeeld, veel te laag. Dat is een echte ramp.
Dat er maar geen oplossing wordt gevonden, speelt echt wel in het voordeel van Marokko. Toen ik in september 2005 in Marokko was, was de regering al met dit plan bezig en beloofde ze het met het Polisariofront te bespreken. Dat is niet gebeurd. Dat is al één steek die ze hebben laten vallen.
Marokko zegt dat het plan aan alle eisen van het Polisariofront voldoet, maar dat klopt niet. Normaal hebben de Sahrawi als volk recht op zelfbeschikking, maar net dat ontbreekt in het plan van Marokko. Er is daarin geen sprake van een referendum.
Ik heb het niet echt in het antwoord van de minister gehoord, maar ik hoop dat België ten minste dezelfde voedselhulp als nu blijft geven en zeker ook aandacht geeft aan nieuwe projecten. Ik weet dat professor Van Cotthem een onderhoud heeft gehad met minister Verhofstadt. Het klinkt onmogelijk, maar er is wel degelijk een manier om elke familie in de woestijn een eigen groentetuintje te geven en ik hoop dat België ook daarin zal investeren, ook al heeft Marokko het met dat initiatief een beetje moeilijk.
Dit conflict moet worden opgelost. Na 32 jaar zijn deze mensen het echt beu en dit zou wel eens op een gewapende conflict kunnen uitdraaien. Misschien heeft dit volk net dat nodig. Want net omdat ze zo vredelievend voor hun rechten blijven strijden, zijn ze een vergeten volk. Zouden ze de wapens opnemen, dan zouden ze bovenaan iedere beleidsagenda staan en dat is jammer genoeg nu niet het geval.