3-2365/2

3-2365/2

Belgische Senaat

ZITTING 2006-2007

24 APRIL 2007


Wetsontwerp tot aanpassing van het Gerechtelijk Wetboek aan de wetgeving ter bestrijding van discriminatie en tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE UITGEBRACHT DOOR

DE HEER MAHOUX EN MEVROUW TALHAOUI


I. INLEIDING

Dit verplicht bicameraal wetsontwerp werd in de Kamer van volksvertegenwoordigers oorspronkelijk ingediend als een wetsontwerp van de regering (stuk Kamer, nr. 51-2723/1).

Het werd op 29 maart 2007 aangenomen door de Kamer van volksvertegenwoordigers, met 90 tegen 19 stemmen bij 18 onthoudingen.

Het werd op 30 maart 2007 overgezonden aan de Senaat.

De commissie heeft dit wetsontwerp besproken tijdens haar vergaderingen van 12, 18 en 24 april 2007, in aanwezigheid van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE MINISTER VAN AMBTENARENZAKEN, MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, GROOTSTEDENBELEID EN GELIJKE KANSEN

Zie stuk Senaat, nr. 3-2362/3.

III. BESPREKING EN STEMMINGEN

De heer Hugo Vandenberghe verduidelijkt dat het wetsontwerp de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken regelt om zich uit te spreken over verzoeken op grond van de wetten ter bestrijding van discriminatie en racisme (zie stuk Senaat, nr. 3-2362, nr. 3-2363 en nr. 3-2364).

Spreker merkt op dat er een vergissing geslopen is in de ontworpen artikelen 2, 3 en 4. Daarin wordt verkeerdelijk verwezen naar de gecoördineerde wettenvan 12 juni 1973 op de Raad van State. Het gaat in feite om de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973.

Over de artikelen 1 tot 17 worden geen andere opmerkingen gemaakt. Zij worden goedgekeurd met 11 stemmen tegen 1 stem, bij 1 onthouding.

Het verbeterde wetsontwerp wordt in zijn geheel aangenomen met 11 stemmen tegen 1 stem, bij 1 onthouding.


Dit verslag is eenparig goedgekeurd door de 12 aanwezige leden.

De rapporteurs, De voorzitter,
Philippe MAHOUX
Fauzaya TALHAOUI.
Hugo VANDENBERGHE.

Onder voorbehoud van de genoemde drie technische correcties is de door de commissie aangenomen tekst dezelfde als de tekst van het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp (zie stuk Kamer, nr. 51-2723/003)