3-2068/7

3-2068/7

Belgische Senaat

ZITTING 2006-2007

22 MAART 2007


Wetsontwerp betreffende de hervorming van de echtscheiding


Evocatieprocedure


AANVULLEND VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE UITGEBRACHT DOOR

MEVROUW ZRIHEN na terugzending door de plenaire vergadering


I. INLEIDING

Na terugzending door de plenaire vergadering heeft de commissie voor de Justitie de drie amendementen die zijn ingediend na de goedkeuring van het verslag, besproken tijdens haar vergadering van 22 maart 2007, in aanwezigheid van de minister van Justitie.

II. BESPREKING

Artikel 16bis (nieuw) (art. 17 van de aangenomen tekst)

Het eerste amendement (stuk Senaat, nr. 3-2068/6, amendement nr. 73 van de heer Mahoux) stelt voor om een nieuw artikel 16bis in te voegen in de tekst zoals die door de commissie is aangenomen.

Dit artikel beoogt artikel 1447, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek aan te passen, dat de rechter toestaat om in het geval van een wettelijk stelsel de gezinswoning bij voorkeur aan een van de echtgenoten toe te kennen.

De wet van 28 januari 2003 verplicht de rechter deze toekenning uit te spreken ten voordele van de echtgenoot die het slachtoffer is geweest van echtelijk geweld, op voorwaarde dat de echtscheiding uit dien hoofde is uitgesproken.

Aangezien de hervorming elke verwijzing naar de fout afschaft in het stadium van de beslissing die de echtscheiding uitspreekt, moet de tekst van artikel 1447 aangepast worden.

De toekenning zal nu plaatsvinden in geval van strafrechtelijke veroordeling zonder verwijzing naar de oorzaak van de echtscheiding.

Het tweede amendement (stuk Senaat, nr. 3-2068/6, amendement nr. 74 van de heer Mahoux en mevrouw de T' Serclaes) vervangt het in het vorige amendement voorgestelde artikel 16bis, teneinde de strekking ervan te verduidelijken. Het is immers raadzaam dat de rechtbank geen uitspraak doet over de toewijzing van de echtelijke woning aan een van de echtgenoten zonder dat de andere echtgenoot is veroordeeld bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing uit hoofde van een in artikel 1447 van het Burgerlijk Wetboek bedoeld feit.

Het derde amendement (stuk Senaat, nr. 3-2068/6, amendement nr. 75 van mevrouw Nyssens), dient hetzelfde doel als amendement nr. 74.

III. STEMMINGEN

Amendement nr. 73 wordt ingetrokken.

Amendement nr. 74 wordt aangenomen met 12 stemmen bij 1 onthouding.

Amendement nr. 75 vervalt ten gevolge van deze stemming.

Het geamendeerde wetsontwerp in zijn geheel wordt aangenomen met 11 tegen 2 stemmen.


Met eenparigheid van de 13 aanwezige leden werd vertrouwen geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van het verslag.

De rapporteur, De voorzitter,
Olga ZRIHEN. Hugo VANDENBERGHE.