3-204

3-204

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 15 FEBRUARI 2007 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Wetsontwerp houdende diverse bepalingen met het oog op de integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor de zelfstandigen (Stuk 3-2025) (Evocatieprocedure)

Algemene bespreking

Mevrouw Christel Geerts (SP.A-SPIRIT), rapporteur. - Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.

De heer Jan Steverlynck (CD&V). - Ik kon niet aanwezig zijn tijdens de commissiebesprekingen, maar ik heb toch een aantal opmerkingen.

De CD&V is het volledig eens met het principe van de integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering voor zelfstandigen. Mijn opmerkingen hebben vooral betrekking op de bijdragen voor de gepensioneerden. Vanaf 2006 geldt voor de IGO's het systeem van de volledige kleine risico's, in de toekomst zelfs zonder de bijdragebetaling. De andere gepensioneerden moeten echter wel een bijdrage betalen, ook al zijn hun pensioenen soms heel klein.

Het argument van de minister vind ik nogal vreemd. Volgens haar kan er geen enkele regeling worden getroffen waarbij de gepensioneerden helemaal niets moeten betalen, want in dat geval zouden de actieve zelfstandigen uiteindelijk deze kosten moeten betalen. Ik citeer uit het verslag: `Het politiek akkoord om aan de gepensioneerde zelfstandigen een bijdrage te vragen die degressief is in de tijd.'

Ik kan begrijpen dat zelfstandigenorganisaties het daarmee eens zijn. Als belangenorganisatie van actieve zelfstandigen denken ze immers aan de bijdragen die actieve zelfstandigen zullen moeten betalen. Maar navraag bij organisaties van senioren of gepensioneerde zelfstandigen zou duidelijk maken dat zij dat niet zien zitten.

Op basis van deze redenering riskeert men nu opnieuw een discriminatie te creëren met loontrekkende senioren. Zij betalen namelijk geen afzonderlijke bijdrage, maar de zelfstandige senioren wel. Het probleem is nog nijpender bij gemengde loopbanen. Sommige zelfstandigen met een beperkte loopbaan als loontrekkende krijgen de verzekering voor kleine risico's gratis, terwijl andere zelfstandigen een bijdrage van ongeveer drie procent op hun pensioeninkomsten moeten betalen. De regering zegt wel dat dit kan worden afgebouwd, maar mijns inziens is die stap overbodig. Bovendien is die bijdrage voor de kleine pensioenen in ieder geval een pijnlijke koopkrachtvermindering. De maatregel is in mijn ogen dan ook echt een gemiste kans.

Naar schatting moeten de senioren samen ongeveer 24 miljoen euro betalen. Dat had men ook kunnen financieren vanuit het Fonds voor de welvaart der zelfstandigen, waar op het ogenblik ongeveer 64 miljoen euro in zit. Dat vindt de CD&V-fractie een minpunt van deze maatregel, die we op zich overigens heel goed vinden.

In het verslag lees ik iets zeer bevreemdend over de invaliditeitsuitkeringen. Op vraag van enkele commissieleden antwoordt de minister dat het socialezekerheidsstelsel der zelfstandigen vandaag het meest solidaire stelsel is. Dat was al gebleken uit de studies van professor Cantillon. Invaliditeitsuitkeringen zijn bijvoorbeeld dezelfde voor iedereen, ongeacht het inkomen van de zelfstandige. Dat is niet het geval in het stelsel van de werknemers.

De minister zegt daarover, aldus het verslag, dat ze dat verschil op zich geen probleem vindt, maar `dat de uitkering voldoende hoog moet zijn. Mogelijk kan een stap naar de volledige integratie van de stelsels van zelfstandigen en werknemers worden gezet door deze proportionaliteit op te heffen in het stelsel van de werknemers.' Vermoedelijk is dit een individueel standpunt van de minister, want het regeerakkoord, dat de hele regering bindt, bepaalt heel duidelijk dat de regering voor de invaliditeitsuitkering van de zelfstandigen het verzekeringskarakter zal versterken, precies om ervoor te zorgen dat de invaliditeitsuitkeringen ook worden gekoppeld aan het voorheen genoten inkomen.

Dat is altijd de bedoeling van het systeem geweest. Toen de arbeidsongeschiktheidsverzekering in 1971 het licht zag, werd al gerefereerd aan het bedrag van de pensioenen, die toen nog forfaitair werden vastgelegd. Sinds 1984 zijn de pensioenen der zelfstandigen proportioneel. Het regeerakkoord had de bedoeling om op dezelfde wijze ook de invaliditeitsuitkeringen proportioneel te maken.

Daarom verrast het me dat de minister van Middenstand nu plots zegt dat ze het geen probleem vindt dat de proportionaliteit niet in het vooruitzicht wordt gesteld en dat we misschien zelfs de proportionaliteit bij de werknemers moeten afschaffen.

Ik had graag het antwoord gekend van de minister én van de hele regering. Ik neem aan dat het regeerakkoord belangrijker is dan een individueel standpunt van een minister.

M. Christian Brotcorne (CDH). - Je me rallie aux propos de M. Steverlynck. Toute amélioration du statut social des indépendants est évidemment une bonne chose. Nous réclamions ce progrès depuis longtemps.

Dans son rapport du mois d'avril 2000, la commission Cantillon suggérait de permettre la couverture des petits risques moyennant une cotisation supplémentaire.

Sur le plan des allocations familiales, elle plaidait en faveur de l'égalité des premiers enfants, que leurs géniteurs soient salariés ou indépendants, puisque l'allocation familiale est un droit de l'enfant. Malheureusement, ce chantier n'est pas encore ouvert.

Dans le domaine de l'incapacité de travail, elle proposait d'aligner les indemnités d'invalidité des indépendants sur celles des salariés et d'augmenter les indemnités de maladie de 20%. M. Steverlynck a rappelé à juste titre que des avancées partielles ont été enregistrées en matière.

En conclusion, même si nous n'avons pu être présents en commission des Affaires sociales, nous saluons le projet. Le CDH le votera sans aucune difficulté.

Mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand en Landbouw. - Er is een groot verschil tussen een gepensioneerde zelfstandige en een gepensioneerde werknemer. Een werknemer betaalt gedurende zijn hele loopbaan bijdragen voor kleine risico's. Zelfstandigen zijn daar nog altijd niet toe verplicht.

Au début de la législature, le budget de l'INASTI. accusait un passif de 490 millions d'euros. Aujourd'hui, il est en boni et ce de façon quasi structurelle.

Les organisations représentatives des classes moyennes approuvent les propositions qui sont sur la table. L'intégration de la couverture des petits risques dans le statut social permettra aux pensionnés qui cotisent volontairement de payer beaucoup moins. En outre, nous avons décidé d'aller vers la dégressivité pour les pensionnés. Bien sûr, il est toujours possible de revendiquer davantage mais il faut tenir compte des réalités financières.

Sous cette législature, les indemnités d'invalidité et d'incapacité ont augmenté dans des proportions inédites. Les indemnités d'invalidité ont augmenté de 35% de sorte qu'elle atteignent à présent le minimum des salariés. Quant aux indemnités d'incapacité, elles ont augmenté de plus de 30%, de telle manière qu'il ne restera plus que trois à quatre euros par jour pour rattraper les minima des salariés.

En commission, je me suis exprimée à titre personnel lors d'une discussion à bâtons rompus en disant que mon objectif était de rattraper les minima des salariés, tout en assainissant le budget et en le finançant de façon structurelle. Quand les petits risques seront intégrés, nous verrons de quels moyens nous disposerons. Toutefois, je suis personnellement opposée à l'idée d'augmenter les cotisations sociales pour rendre les indemnités d'invalidité proportionnelles.

L'accord de gouvernement prévoyait de renforcer les indemnités d'invalidité. Ce point est acquis.

Concernant les allocations familiales, monsieur Brotcorne, les améliorations que ce gouvernement apporte au statut social semblent susciter pas mal d'envies, car de nombreuses formations en demandent toujours plus.

C'est la première fois, je vous le rappelle, que les allocations familiales accordées pour le premier enfant augmenteront. Plus de la moitié du « décrochage » sera ainsi rattrapée en une seule fois.

Pour le reste, ce gouvernement n'a jamais promis de raser gratis et ne souhaite pas le faire. J'espère que ceux qui reprendront ces compétences agiront dans le même sens car, on le sait, une telle réforme est impayable.

De heer Jan Steverlynck (CD&V). - Heel wat gepensioneerde zelfstandigen hebben gedurende hun loopbaan vrijwillig bijgedragen voor kleine risico's betaald. Het argument dat de minister aanvoert om deze nieuwe discriminatie te verdedigen, gaat dus niet op.

De organisaties van zelfstandigen gaan begrijpelijkerwijze akkoord met de nieuwe regeling, want zij verdedigen de actieve zelfstandigen en wensen dus niet dat de actieve zelfstandigen extra moeten betalen. Er wordt echter een nieuwe discriminatie ingevoerd door zelfstandige senioren te laten betalen en loontrekkende niet. Dat is een politieke keuze.

Het standpunt van de minister over de proportionaliteit in het verzekeringssysteem vind ik vreemd. In het regeerakkoord staat uitdrukkelijk dat het verzekeringskarakter van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zal worden versterkt. Minister Laruelle stelt uitdrukkelijk dat ze dat niet zal doen. Wat is het standpunt van minister Demotte daarover?

M. Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales et de la Santé publique. - Concernant le projet lui-même, les avancées enregistrées en matière de couverture des petits risques me semblent très positives.

Comme il s'agit d'un sujet politique d'une importance majeure, je tiens à répéter en séance plénière ce que j'ai dit en commission.

Le principe consistant à considérer que les indépendants bénéficient de la couverture des gros risques sur la base du principe philosophique selon lequel il faut couvrir les risques vitaux est suranné. En effet, on a intégré dans le concept de « petits risques » des éléments qui couvrent des risques vitaux. Je pense notamment à la politique relative aux médicaments.

Il était donc utile de prendre des dispositions en vue de reconnaître cette évolution progressive du concept de « gros risques » vers celui de « petits risques ».

Quant au financement, le gouvernement a toujours voulu assurer les voies et moyens nécessaires pour remplir ses engagements. En d'autres termes, il n'a jamais voulu mettre en oeuvre des politiques dont il ne parviendrait pas à assumer le coût dans le futur. Il est toujours dans nos intentions - je me réfère ici à la déclaration du gouvernement - de faire en sorte d'introduire davantage d'équité dans les modes de financement.

Mme la ministre des Classes moyennes a livré son point de vue personnel, qui n'altère en rien l'axe gouvernemental que je défends. Jusqu'à présent en effet, nous avons chaque fois libéré les moyens nécessaires pour financer les avancées. En matière de pension par exemple, nous avons pris des dispositions particulières pour que les personnes dont la pension est modeste - la GRAPA - puissent accéder à la couverture des petits risques de manière prioritaire. Pourquoi ? Parmi les pensionnés indépendants, ceux qui bénéficiaient de la pension minimale étaient particulièrement menacés par l'absence de la couverture « petits risques ».

Par ailleurs, nous avons laissé la question du financement futur en suspens, précisément pour permettre le débat - complexe - avec les organisations représentatives des indépendants et parce que le gouvernement ne voulait pas faire montre d'une attitude autoritaire en imposant, uniquement sur la base de ses propres choix, une voie à suivre en la matière. Cette option reste donc ouverte.

À titre personnel, je suis favorable à une augmentation de la solidarité entre les différents niveaux de revenus des indépendants, mais je n'ai pas encore déterminé - tel est l'objet de la discussion - les modalités de cette réforme.

Je me réjouis de l'équilibre des régimes de salarié et d'indépendant en sécurité sociale parce que c'est l'équilibre budgétaire qui constitue la garantie absolue du paiement des prestations sociales. Là, nous avons fait oeuvre commune en trouvant des moyens budgétaires pour financer ces deux branches de la sécurité sociale - régimes salarié et indépendant - qui sont un des fleurons de notre société, reconnu non seulement en Belgique mais aussi à l'étranger.

De heer Jan Steverlynck (CD&V). - Wat de minister zegt is juist. Er wordt gekozen om een bedrag van 24 miljoen euro met bijdragen van senioren te betalen, terwijl er in het Fonds voor de welvaart der zelfstandigen 64 miljoen euro voorhanden is. De regering had dus kunnen beslissen het bedrag uit dat fonds te betalen en geen nieuwe discriminatie in te voeren.

Mijn vraag aan minister Demotte ging echter over de uikeringen voor arbeidsongeschiktheid. In het regeerakkoord wordt gekozen voor een versterking van het verzekeringskarakter. Minister Laruelle neemt blijkbaar een ander standpunt dan dat van de regering in. Minister Demotte heeft niet geantwoord op mijn vraag daarover. Ik had verwacht dat hij het standpunt van de regering zou vertolken.

M. Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales et de la Santé publique. - Sur ce point, nous avons décidé une démarche par étapes. Nous n'avons pas dit que le rattrapage se ferait de manière absolue et à 100%. Nous sommes actuellement à 35% d'augmentation. Nous avons donc franchi un premier pas. Peut-être faudra-t-il poursuivre sur cette voie. Quelle que soit la majorité future, nous espérons que cet engagement sera tenu.

-De algemene bespreking is gesloten.