Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-75

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 3-5082 van de heer Ceder d.d. 12 mei 2006 (N.) :
Federale politie. — Onregelmatigheden. — Opmerkingen van het Rekenhof.

In een persmededeling van 19 december 2005 wijst het Rekenhof op onregelmatigheden bij de federale politie : tal van contractuele personeelsleden van het administratief en logistiek kader werden zonder enige rechtsgrond toegelaten tot het statutair personeelskader. Bovendien werd herhaaldelijk geen rekening gehouden met de rekruterings- en selectieprocedures en met de mobiliteitsregeling. Terzijde merkt het Rekenhof ook op dat een efficiënt personeelsbeheer bij de federale politie wordt bemoeilijkt door een gebrekkig informaticasysteem.

Worden er bij de federale politie nog steeds contractuelen toegelaten tot het statutair personeelskader buiten de normale rekruterings- en selectieprocedures om, en dit zonder rekening te houden met de mobiliteitsregeling ? Welke is momenteel de situatie van de personeelsleden die buiten deze procedures om in het statutair kader zijn opgenomen ? Werden deze beslissingen na de opmerkingen van het Rekenhof ongedaan gemaakt ? Zo ja, om hoeveel gevallen gaat het dan ? Werden deze beslissingen eventueel achteraf geregulariseerd ? Zo ja, in hoeveel gevallen ? Binnen welk reglementair en/of juridisch kader gebeurden eventuele regularisaties ?

Welke maatregelen werden reeds genomen om de aangehaalde gebreken in het informaticasysteem weg te werken ? Welk bedrag is daarvoor uitgetrokken ?

Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Ingevolge de opmerkingen van het Rekenhof omtrent de contractuele aanwerving van CaLog-personeel bij de federale politie werd bij de wet van 3 juli 2005 tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse bepalingen met betrekking tot de politiediensten het artikel XII.IV.2 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten aangepast.

De duurtijd van de statutariseringsoperatie werd daardoor met drie jaar verlengd (tot 2009) en ze werd ook wettelijk toegankelijk gemaakt voor de personeelsleden die na 1 april 2001 bij arbeidsovereenkomst zijn aangeworven.

Op die manier kunnen alle krachtens de in de omzendbrieven GPI 15bis en quater contractueel aangeworven personeelsleden die titularis zijn van een statutariseerbare betrekking vast worden benoemd.

In het raam van de herevaluatie van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten die reeds met de vakorganisaties werd onderhandeld, werden de opmerkingen van het Rekenhof trouwens in aanmerking genomen. Zodra de wettelijke bepalingen en de reglementaire uitvoeringsbesluiten ter zake zijn genomen, zal de statutaire werving, zowel in theorie als in praktijk, dan ook de regel zijn.

Wat betreft uw vraag omtrent de door het Rekenhof aangehaalde gebreken in het informaticasysteem verwijs ik u naar mijn antwoord op de parlementaire vraag nr. 867 van 17 januari 2006 van de volksvertegenwoordigers Gerolf Annemans.